Luchtvaartverordening Drenthe

Geldend van 18-01-2019 t/m heden

Intitulé

Luchtvaartverordening Drenthe

Inhoud

HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1, Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.   wet: de Wet Luchtvaart;

b.   provinciale staten: provinciale staten van Drenthe;

c.   gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van Drenthe.

Artikel 1.2, Reikwijdte

1.   Deze verordening is van toepassing op:

a.   aanvragen tot het vaststellen of wijzigen van een Luchthavenbesluit voor een luchthaven gelegen in de provincie Drenthe;

b.   aanvragen tot het vaststellen of wijzigen van een Luchthavenregeling voor een luchthaven gelegen in de provincie Drenthe.

2.   Een aanvraag tot vaststelling van een Luchthavenbesluit dan wel een Luchthavenregeling kan door provinciale staten worden omgezet in en behandeld als een aanvraag tot vaststelling van een Luchthavenregeling dan wel een Luchthavenbesluit, indien provinciale staten dat op grond van de ingediende gegevens of uit beleidsmatige overwegingen aangewezen achten.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op het vaststellen van een Luchthavenbesluit of Luchthavenregeling op grond van de bepalingen krachtens de artikelen XIII, XIV en XV van de Wet van 18 december 2008, Staatsblad 561 (RBML).

Artikel 1.3, Taak gedeputeerde staten

1.   Aanvragen tot vaststelling en wijziging van een Luchthavenbesluit of Luchthavenregeling worden ingediend bij gedeputeerde staten.

2.   Gedeputeerde staten zijn belast met de voorbereiding van een voorstel over een aanvraag voor provinciale staten, met inbegrip van het opstellen van een ontwerpvoorstel en het toepassing geven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

3.   Gedeputeerde staten kunnen bij de voorbereiding van een voorstel toepassing geven aan artikel 3.18, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2, PROCEDUREBEPALINGEN VOOR AANVRAGEN

Artikel 2.1, Aanvraag tot vaststelling van een Luchthavenbesluit

Een aanvraag tot vaststelling van een Luchthavenbesluit bevat ten minste de volgende gegevens.

a.   Naam, adres, contactgegevens, rechtspersoonlijkheid, contactperso(o)n(en) en eventuele adviseurs van de aanvrager, en indien de aanvrager niet de (beoogde) exploitant is, tevens de genoemde gegevens van de (beoogde) exploitant.

b.   Een aanduiding van het terrein dat bestemd is om als luchthaven te worden ingericht, met een topografische kaart op een schaal van 1 : 5.000 en de kadastrale aanwijzing van het terrein.

c.   Een eigendomssituatie met betrekking tot het terrein, en voor zover de aanvrager niet de eigenaar is, een verklaring van de eigenaar of eigenaren dat deze instemt of instemmen met het voorgenomen gebruik als luchthaven.

d.   De planologische situatie van het luchthaventerrein en het beperkingengebied rondom dat terrein.

e.   Een of meer tekeningen waaruit de beoogde ruimtelijke indeling van het gebied van en rond de luchthaven blijkt, met inbegrip van (maximale) hoogten van objecten.

f.   Een plan voor het gebruik van de luchthaven voor een periode in de eerste 5 jaar na inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit.

g.   De wijze waarop in naderingsluchtverkeersleiding zal worden voorzien.

h.   De voor het beoogde gebruik noodzakelijke berekeningen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Regeling burgerluchthavens en artikel 8.44, derde lid, van de wet met betrekking tot het bepalen van de geluidsbelasting, het externe veiligheidsrisico van het luchthavenluchtverkeer en de lokale luchtverontreiniging.

i.    Een bij het voornemen passende beschrijving van de mogelijke effecten op het milieu.

j.    Een verklaring waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de van toepassing zijnde bepalingen van een Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen.

Artikel 2.2, Aanvraag tot wijziging van een Luchthavenbesluit

Artikel 2.1 is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag tot wijziging van een Luchthavenbesluit, met dien verstande dat de aanvrager:

a.   alle gegevens indient die afwijken van de situatie die in het geldende besluit is neergelegd; en

b.   verklaart dat alle overige gegevens gelijkluidend zijn aan de gegevens in het geldende besluit.

Artikel 2.3, Aanvraag tot vaststelling van een Luchthavenregeling

Een aanvraag tot vaststelling van een Luchthavenregeling bevat ten minste de volgende gegevens.

a.   Naam, adres, contactgegevens, rechtspersoonlijkheid, contactperso(o)n(en) en eventuele adviseurs van de aanvrager, en indien de aanvrager niet de (beoogde) exploitant is, tevens de genoemde gegevens van de (beoogde) exploitant.

b.   Een aanduiding van het terrein dat bestemd is om als luchthaven te worden ingericht, met een topografische kaart op een schaal van 1 : 5.000 en de kadastrale aanwijzing van het terrein.

c.   Een eigendomssituatie met betrekking tot het terrein, en voor zover de aanvrager niet de eigenaar is, een verklaring van de eigenaar of eigenaren dat deze instemt of instemmen met het voorgenomen gebruik als luchthaven.

d.   De planologische situatie van het luchthaventerrein en het beperkingengebied rondom dat terrein.

e.   Een of meer tekeningen waaruit de beoogde ruimtelijke indeling van het gebied van en rond de luchthaven blijkt, met inbegrip van (maximale) hoogten van objecten.

f.   Een onderbouwing voor de aanvraag van een Luchthavenregeling.

g.   Een plan voor het gebruik van de luchthaven voor een periode in de eerste 5 jaar na inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit.

h.   De voor het beoogde gebruik noodzakelijke berekeningen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Regeling burgerluchthavens en artikel 8.44, derde lid, van de wet met betrekking tot het bepalen van de geluidsbelasting, het externe veiligheidsrisico van het luchthavenluchtverkeer en de lokale luchtverontreiniging.

i.    Een bij het voornemen passende beschrijving van de mogelijke effecten op het milieu.

j.    Een verklaring waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de van toepassing zijnde bepalingen van een Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen.

Artikel 2.4, Aanvraag tot wijziging van een Luchthavenregeling

Artikel 2.3 is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag tot wijziging van een Luchthavenregeling, met dien verstande dat de aanvrager:

a.   alle gegevens indient die afwijken van de situatie die in de geldende regeling is neergelegd; en

b.   verklaart dat alle overige gegevens gelijkluidend zijn aan de gegevens in de geldende regeling.

Artikel 2.5, Formulier

Gedeputeerde staten kunnen voor elk van de in dit hoofdstuk bedoelde aanvragen een formulier vaststellen.

Artikel 2.6, Aanvraag Verklaring veilig gebruik luchtruim

Gedeputeerde staten dienen een aanvraag voor een Verklaring van veilig gebruik van het luchtruim, als bedoeld in artikel 8.49 van de wet, in.

HOOFDSTUK 3, AANWIJZING VAN LUCHTHAVENS

Paragraaf 3.1, Luchthavenbesluit Hoogeveen

3.1.1, Algemeen

Artikel 3.1.1.1, Begripsbepalingen

In dit Luchthavenbesluit wordt verstaan onder de wet: de Wet luchtvaart.

3.1.2, Aanduiding luchthaven

Artikel 3.1.2.1, Locatieaanduiding

Dit Luchthavenbesluit is van toepassing op de luchthaven Hoogeveen, gelegen aan de Plesmanstraat 2, gemeente Hoogeveen, waartoe de percelen en perceelsgedeelten behoren die met opgave van kadastrale aanduiding zijn aangegeven in Bijlage A.

Artikel 3.1.2.2, Baanaanduiding

a.    Op de luchthaven is gelegen een onverharde start- en landingsbaan in de geografische richting 094°-274°, met een lengte van 1.080 m en een breedte van minimaal 30 m, met daarbij behorende onverharde rijbanen, voor het luchthavenluchtverkeer ingedeeld in codenummer 2 en codeletter B, zoals vermeld in Bijlage 14 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Tractatenblad 1973, 109), een en ander zoals aangegeven op de kaart in Bijlage B.

b.    Voor de landingen en starts vanuit het westen geldt een verschuiving van de drempel van minimaal 35 m naar binnen ten opzichte van de baankop. De resulterende baanlengte voor deze vliegbewegingen is dan maximaal 1.045 m.

c.     Ten zuiden van deze onverharde start- en landingsbaan is een strook in gebruik als zweefvliegbaan. Deze zweefvliegers maken gebruik van een circuit ten zuiden van de baan.

3.1.3, Voorwaarden luchthaven

Artikel 3.1.3.1, Luchthavenluchtverkeer

a.    Op de luchthaven is uitsluitend burgerluchtverkeer toegestaan.

b.    De exploitant laat op de luchthaven luchthavenluchtverkeer toe zolang de daardoor veroorzaakte geluidsbelasting niet tot een overschrijding leidt van de in artikel 3.1.3.2 opgenomen grenswaarden.

c.     In afwijking van lid a zijn op de luchthaven per gebruiksjaar maximaal 30 bewegingen met militaire vliegtuigen en militaire helikopters toegestaan.

d.    Er geldt een maximaal aantal vliegbewegingen met helikopters van 2.000 per gebruiksjaar, waarbij onverminderd artikel 3.1.3.1, lid b, van kracht blijft.

Artikel 3.1.3.2, Handhavingspunten

De ligging van de handhavingspunten, bedoeld in artikel 8 van het Besluit burgerluchthavens, en de grenswaarden voor de geluidsbelasting op die punten zijn opgenomen op de kaart in Bijlage B bij dit luchthavenbesluit en in tabel 1.

Tabel 1, Ligging en grenswaarden in de handhavingspunten

Tabel 1

Baan

Baanlengte

Baankop

Coördinaten

handhavingspunten

Grenswaarden in handhavingspunten

X

Y

10-28

1.080 m

10

230.680

527.679

52,7 dB(A) Lden

28

231.959

527.615

52,7 dB(A) Lden

Artikel 3.1.3.3, Openstellingstijden

De luchthaven wordt niet opengesteld buiten de daglichtperiode en het gebruik vindt plaats overeenkomstig de zichtvliegvoorschriften bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Luchtverkeersreglement. Het staat de exploitant vrij om de openstellingstijden van de luchthaven verder te beperken.

Artikel 3.1.3.4, Gebruiksjaar

Het gebruiksjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

3.1.4, Regels omtrent de ruimtelijke indeling 

Artikel 3.1.4.1, Luchthavengebied

Het luchthavengebied als bedoeld in artikel 8.47 van de Wet wordt vastgesteld zoals opgenomen in Bijlage B.

Artikel 3.1.4.2, Beperkingengebieden

Als beperkingengebieden als bedoeld in artikel 8.47 van de Wet worden vastgesteld:

1.    de 10-5 en 10-6 plaatsgebondenrisicocontouren als bedoeld in artikel 9, onder a van het Besluit burgerluchthavens zoals opgenomen in Bijlage C;

2.    de geluidscontour van 48 dB(A) Lden als bedoeld in artikel 9, onder b, van het Besluit burgerluchthavens zoals opgenomen in Bijlage D;

3.    de veiligheidsgebieden als bedoeld in artikel 9, onder e, van het Besluit burgerluchthavens zoals opgenomen in Bijlage E;

4.    een gebied met hoogtebeperkingen in verband met de vliegveiligheid, als bedoeld in artikel 9, onder f, van het Besluit burgerluchthavens zoals opgenomen in Bijlage F.

Artikel 3.1.4.3, Afweging en aanvullend beperkingengebied

a.    Afweging binnen de contour van 48 dB(A)

       Het tweede, derde en vierde lid van artikel 12 van het Besluit burgerluchthavens is zijn van overeenkomstige toepassing op het gebied dat is gelegen tussen de geluidscontour van 56 dB(A) Lden en de geluidscontour van 48 dB(A) Lden, met dien verstande dat in het derde lid, onder b, van het hiervoor genoemde artikel voor 56 dB(A) Lden moet worden gelezen 48 dB(A) Lden.

b.    Aanvullend beperkingengebied

       Het tweede, derde en vierde lid van artikel 12 van het Besluit burgerluchthavens zijn evenzeer van overeenkomstige toepassing op het gebied tussen de geluidscontour van 48 dB(A) Lden en de contour die het aanvullend beperkingengebied aangeeft, zoals aangegeven in Bijlage G, met dien verstande dat in het derde lid, onder b, van het hiervoor genoemde artikel voor 56 dB(A) Lden moet worden gelezen het aanvullend beperkingengebied.

3.1.5, Slotbepalingen

Artikel 3.1.5.1, Inwerkingtreding

Dit Luchthavenbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking (21 januari 2012).

Artikel 3.1.5.2, Citeertitel

Dit Luchthavenbesluit kan worden aangehaald als Luchthavenbesluit Hoogeveen.

Luchthavenbesluit Heli Holland Airservice BV Emmer-Compascuum

Leeswijzer Luchthavenbesluit

Het Luchthavenbesluit bestaat uit vier delen:

(De onderdelen 2, 3 en 4 van deze verordening bestaan uit kaarten en onderliggende notities. Deze zijn niet in deze publicatie van de verordening opgenomen en kunnen op aanvraag bij de provincie Drenthe (post@drenthe.nl )worden verstrekt.)

1. De verordeningsartikelen met toelichting.

Artikel 3.2.1. tot en met 3.2.5 met artikelsgewijze toelichting. (De nummering begint bij 3.2. omdat het Luchthavenbesluit ingevoegd wordt in de Luchtvaartverordening Drenthe, paragraaf 3.2.);

2. De kaarten

De bijlagen A tot en met G zijn de bijbehorende kaarten van het Luchthavenbesluit en komen overeen met de kaarten met dezelfde benaming in bijlage H en I;

3. De onderliggende notities (de berekeningen)

Bijlage H is het rapport van bureau Nooitgedagt. Dit rapport geef de hoogtebeperkingen van Heli Holland in relatie tot de planning van windturbines van de gemeente Emmen aan met behulp van de meest actuele regelgeving op dit gebied. Het rapport geldt als basis voor hoe er straks zal worden omgegaan met de afstanden tussen de helihaven en de te plaatsen windturbines. De bijlage I bevat de door bureau Adecs Airinfra gemaakte milieuberekeningen en de daaruit voortvloeiende m.e.r.-beoordeling.

4. Het m.e.r.-beoordelingsbesluit is als Bijlage J toegevoegd.

Dit geeft aan dat er geen MER nodig is bij het aangepaste Luchthavenbesluit.

Deel 1

De verordeningsartikelen met toelichting

Paragraaf 3.2 Luchthavenbesluit Heli Holland Airservice BV Emmer-Compascuum

Paragraaf 3.2.1 Algemeen

Artikel 3.2.1.1 Begripsbepalingen

In dit Luchthavenbesluit wordt verstaan onder de Wet: de Wet luchtvaart.

Paragraaf 3.2.2 Aanduiding luchthaven

Artikel 3.2.2.1 Locatieaanduiding

Dit Luchthavenbesluit is van toepassing op de helikopterluchthaven van Heli Holland Airservice BV, gelegen aan het Kanaal Z.Z. 3, 7881 NB Emmer-Compascuum, kadastraal gemeente Emmen, Sectie AB, nummer 74 en 75 (twee percelen) zoals aangegeven op de kaarten in Bijlage A1 en A2.

Artikel 3.2.2.2 Aanduiding helikopterlandingsplaats

De start- en landingsplaats bevinden zich op de coördinaten 52° 48” 12’ N, 6° 57” 25’ E. In het rijksdriehoekstelsel (RD) komt dit overeen met een x-coördinaat 260875 en een y-coördinaat 536274 zoals aangegeven op de kaarten in de bijlagen A1 en A2.

Paragraaf 3.2.3 Voorwaarden luchthaven

Artikel 3.2.3.1 Luchthavenluchtverkeer

  • a.

    Op de luchthaven is uitsluitend helikopterluchtverkeer toegestaan.

  • b.

    De exploitant laat op de luchthaven luchthavenluchtverkeer toe zolang de daardoor veroorzaakte geluidsbelasting niet tot een overschrijding leidt van de in artikel 3.2.3.2 opgenomen grenswaarde.

 

Artikel 3.2.3.2 Handhavingspunt

De ligging van het handhavingspunt, bedoeld in artikel 8 van het Besluit burgerluchthavens en zoals aangegeven op de kaart in Bijlage B. De grenswaarde voor de geluidsbelasting op dat punt is opgenomen in onderstaande tabel.

Ligging en grenswaarde in het handhavingspunt

Ligging

X-coördinaat

Y-coördinaat

MTGLden (dB(A))

Handhavingspunt

260.841

536.369

67

 

Artikel 3.2.3.3 Openstellingstijden

De luchthaven wordt opengesteld voor helikopterluchtverkeer gedurende de daglichtperiode. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de zichtvliegvoorschriften bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Luchtverkeersreglement. Het staat de exploitant vrij om de openstellingstijden van de luchthaven verder te beperken.

 

Artikel 3.2.3.4 Gebruiksjaar

Het gebruiksjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

 

Paragraaf 3.2.4 Regels omtrent de ruimtelijke indeling

 

Artikel 3.2.4.1 Luchthavengebied

Het luchthavengebied als bedoeld in artikel 8.47 van de Wet wordt vastgesteld voor het gebied zoals aangegeven in Bijlage A2.

 

Artikel 3.2.4.2 Beperkingengebieden

  • a.

    De contouren ter aanduiding van het 10-5 en 10-6 plaatsgebonden risico, de geluidscontour van 48 dB(A) Lden, de geluidscontour van 56 dB(A) Lden, de geluidscontour van 70 dB(A) Lden, het gebied met hoogtebeperkingen en de contouren ter aanduiding van de veiligheidsgebieden zijn aangegeven in de Bijlagen C, D , E en F.

  • b.

    Als beperkingengebieden als bedoeld in artikel 8.47 van de Wet worden vastgesteld:

    • 1.

      het gebied dat gelegen is binnen de 10-5 en 10-6 plaatsgebonden risico-contouren als bedoeld in artikel 9, onder a van het Besluit burgerluchthavens zoals aangegeven in Bijlage C;

    • 2.

      het gebied dat gelegen is binnen de geluidscontour van 56 dB(A) Lden als bedoeld in artikel 9, onder c, van het Besluit burgerluchthavens zoals aangegeven in Bijlage D;

    • 3.

      het gebied dat gelegen is tussen de geluidscontour van 56 dB(A) Lden onder C en de geluidscontour van 48 dB(A) Lden zoals bedoeld in artikel 9, onder respectievelijk C en B van het Besluit burgerluchthavens en zoals aangegeven in Bijlage D;

    • 4.

      het gebied met hoogtebeperkingen (obstakelvrije zones), als bedoeld in artikel 9, onder f, van het Besluit burgerluchthavens zoals aangegeven in Bijlage E1 en E2.

    • 5.

      het gebied binnen de contouren ter aanduiding van de veiligheidsgebieden als bedoeld in artikel 9, onder e, van het Besluit burgerluchthavens zoals aangegeven in Bijlage F;

 

Artikel 3.2.4.3 Afweging in beperkingengebied

Het tweede, derde en vierde lid van artikel 12 van het Besluit burgerluchthavens zijn van overeenkomstige toepassing op het beperkingengebied, als bedoeld in artikel 3.2.4.2, lid b, sub 3, dat is gelegen tussen de geluidscontour van 56 dB(A) Lden en de geluidscontour van 48 dB(A) Lden.

 

Paragraaf 3.2.5 Slotbepaling

 

Artikel 3.2.5.1 Citeertitel

Dit Luchthavenbesluit kan worden aangehaald als Luchthavenbesluit Heli Holland Emmer-Compascuum.

TOELICHTING

Begrippen en afkortingen

In artikel 3.2.1.1 is een definitie opgenomen over de Wet luchtvaart. Overige begrippen uit het Luchthavenbesluit en deze toelichting zijn in de Wet luchtvaart en de bijbehorende regelingen en besluiten gedefinieerd. Het gaat daarbij om de volgende begrippen die niet in het Luchthavenbesluit zelf worden gedefinieerd.

1.    Luchthaven: een terrein als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart.

2.    Handhavingspunt: locatie waar de geluidsbelasting van het luchthavenluchtverkeer niet hoger mag zijn dan de in het Luchthavenbesluit of de Luchthavenregeling vastgestelde waarde.

3.    Daglichtperiode: het gedeelte van het etmaal tussen 15 minuten voor zonsopgang en 15 minuten na zonsondergang, zoals geldt voor de positie 52.00 graden N en 05.00 graden O op zeeniveau.

4.    Vliegbeweging: een start of landing met een luchtvaartuig.

5.    Luchthavengebied: het gebied dat bestemd is voor gebruik als luchthaven.

6.    10-5 en 10-6 plaatsgebondenrisicocontouren: contouren ter aanduiding van de beperkingengebieden in verband met het externe veiligheidsrisico vanwege het luchthavenluchtverkeer als bedoeld in artikel 9 van het Besluit burgerluchthavens.

7.    Lden-contouren: contouren ter aanduiding van de beperkingengebieden in verband met de geluidsbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer als bedoeld in artikel 9 van het Besluit burgerluchthavens.

Alfabetische lijst met afkortingen

Bignal            -   Besluit inrichtingen en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen

dB(A)            -   decibel gemeten in een A-filter

Lden              -   (Engels: Level day-evening-night) maat om geluidsbelasting door omgevingslawaai uit te drukken

LHB               -   Luchthavenbesluit

MTG Lden       -   Maximaal Toelaatbaar Geluid gemeten in Lden

PR                 -   Plaatsgebonden risico

RBL               -   Regeling Burger Luchthavens

RBML             -   Regeling Burger en Militaire Luchthavens

1, Inleiding

Op 1 november 2009 is via de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML) het bevoegd gezag over de kleine luchtvaart van Rijk naar provincies gegaan. Dit betekent dat de provincie de "vergunningen" (besluiten, regelingen en ontheffingen genoemd) voor de kleine luchtvaart moet maken.

In onderhavig stuk gaat het om Heli Holland Airservice te Emmer-Compascuum. Voor deze helikopter luchthaven wordt een Luchthavenbesluit gemaakt en geen Luchthavenregeling. Dit is omdat in artikel 5 van het Besluit burgerluchthavens is bepaald dat, wanneer de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 buiten het luchthavengebied valt, een Besluit moet worden gemaakt. Een Luchthavenbesluit is omvattender dan een Luchthavenregeling.

2, Aanvraag

Heli Holland heeft een aanvraag voor het Luchthavenbesluit ingediend op 31 mei 2012. Deze aanvraag is als appendix bij deze toelichting gevoegd. In navolging van de Wet RBML is door de provincie Drenthe de Beleidsnota Luchtvaart Drenthe vastgesteld op 10 november 2010, kenmerk 40/RO/2010012708. De Beleidsnota vormt het kader waarbinnen de aanvraag wordt beoordeeld en het Luchthavenbesluit wordt opgesteld.

Het opstellen van het Luchthavenbesluit is afgestemd met de gemeente Emmen en de exploitant van Heli Holland Airservice.

In de voorbereiding van het besluit is door Provinciale Staten vastgesteld dat geen milieueffectrapportage noodzakelijk is. Dit is gebeurd door middel van, Statenstuk G-1 2012-544-1 (bijlage H) "Beoordeling milieueffectrapportageplicht ten behoeve van het helikopter luchthaven van Heli Holland te Emmer-Compascuum", (verder MER-beoordelingsbesluit te noemen), dat is vastgesteld door de Provinciale Staten op 14 november 2012.

3, Het Luchthavenbesluit

In het Luchthavenbesluit wordt beslist over de milieugebruiksruimte van de luchthaven. Daarnaast reguleert het Luchthavenbesluit het luchthavenluchtverkeer en de ruimtelijke indeling van de omgeving van de luchthaven.

Het Luchthavenbesluit wordt bij provinciale verordening vastgesteld door de Provinciale Staten. Handhaving van de regels en grenswaarden die in het Luchthavenbesluit zijn opgenomen gebeuren in overeenstemming met de Wet luchtvaart.

In dit verband zijn de Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag.

De bepalingen die in het Luchthavenbesluit moeten worden opgenomen zijn voorgeschreven in het Besluit burgerluchthavens. Provinciale Staten hebben daarnaast de mogelijkheid aanvullende bepalingen in het besluit op te nemen.

Handhavingspunt en grenswaarde

Het Luchthavenbesluit bevat EEn handhavingspunt met een grenswaarde voor de geluidsbelasting. Dit handhavingspunt ligt op 100 meter van het start- en landingspunt in de dominante vliegrichting. De hoogte van de grenswaarden zijn berekend in overeenstemming met het Voorschrift voor de berekening van de Lden-geluidsbelasting in dB(A) voor overige burgerluchthavens (bijlage1 bij de Regeling burgerluchthavens).

De grenswaarde legt de gebruiksruimte van de luchthaven vast. Uitgangspunt van de berekening van deze grenswaarde is het invoerscenario dat op basis van de Bignal verklaring voor Heli Holland is voorgesteld en waarmee de exploitant ook akkoord is ("rapport Milieuberekeningen helihaven Heli Holland, zoals opgenomen in Bijlage I).

Invoerscenario

Voor de aantallen vliegbewegingen is uitgegaan van 15 bewegingen in of vanuit noordoostelijke richting per etmaal en 36 bewegingen in of vanuit westnoordelijke richting per etmaal, alleen tussen zonsopkomst en zonsondergang.

Om de aantallen op jaarbasis te bepalen zijn deze aantallen met 365 vermenigvuldigd. Het betreft dan 18.615 bewegingen op jaarbasis.

Omdat er geen informatie beschikbaar is over de verdeling van het verkeer over het gebruik van verschillende helikoptertypen en over het gebruik van de helihaven over de dag beschikbaar is, zijn deze op basis van opgave van de exploitant bepaalt. De verdeling is gebaseerd op de verdeling van de periode 1 december 2010 tot 1 december 2011, dat als representatief is genomen.

In de geluidsberekening wordt rekening gehouden met een toeslag voor vluchten die na 19:00 uur plaatsvinden door te rekenen met een zogeheten "Lden-straffactor". In de avonduren (19:00 - 23:00 uur) wordt factor 3,16 gehanteerd. Op de helihaven komen geen nachtvluchten voor.

Gebruiksruimte

Het invoerscenario voor de grenswaarde bevat dus 18.615 helikopterbewegingen.

Alle landende en startende helikopters, met een MTOW van meer dan 150 kg zijn in de geluidberekening meegenomen. Het werkelijk toekomstig gebruik kan afwijken van deze aantallen, alsook de verdeling over de helikoptertypen. Deze afwijkingen zijn geoorloofd zolang het berekende geluid niet tot een overschrijding van de grenswaarde leidt. De berekende geluidcontouren (Lden) laten zien waar men welke geluidbelasting kan verwachten. Er zijn geen knelpunten geconstateerd, zie ook de MER-beoordelingsnotitie.

Externe veiligheid

Naast geluid speelt ook externe veiligheid een rol bij het vaststellen van het Luchthavenbesluit. Externe veiligheid rondom luchthavens beschrijft het risico van de luchthaven voor de omgeving. De risicomaat die hierbij gehanteerd wordt, is het plaatsgebonden risico (PR). Het PR is gedefinieerd als de kans per jaar dat een denkbeeldige persoon die zich permanent op dezelfde locatie in de omgeving van de helihaven bevindt, komt te overlijden door een direct gevolg van een helikopterongeval. Het luchthavenbesluit dient contouren te bevatten ter aanduiding van het PR van 10-5/jaar en 10-6/jaar. Deze contouren dienen net als de Lden-contouren als minimale eisen voor de beperkingengebieden.

Op basis van hetzelfde scenario dat voor de geluidsbelasting en grenswaarde is gebruikt, is het PR berekend. Uit de berekening van het PR volgen de plaatsgebondenrisicocontouren die in Bijlage C zijn weergegeven.

Voor zowel de 10-5 PR-contour als de 10-6 PR-contour is geen meteotoeslag gehanteerd. Het plaatsgebonden risico neemt niet toe ten opzichte van de situatie die overeenkomt met de huidige vergunning.

In theorie zijn er verschillende vlootsamenstellingen van typen helikopters mogelijk die binnen de grenswaarden van geluid blijven, maar wel verschillende uitkomsten voor het plaatsgebonden risico laten zien. Daarnaast wordt elke vijf jaar het actuele plaatsgebonden risico berekend om te bezien of de PR-contouren uit deze prognose niet te sterk afwijken van de actuele situatie.

Er kan geconcludeerd worden dat de inwerkingtreding van het luchthavenbesluit geen negatief gevolg zal hebben op de externe veiligheid.

4, Ruimtelijke beperkingen

Uit dezelfde berekening als waaruit de grenswaarden in Lden volgen, zijn de Lden-contouren bepaald voor de waarden 70, 56 en 48 dB(A) Lden. Het gebied binnen de contour van 70 dB(A) Lden is niet vastgesteld als een beperkingengebied omdat deze contour geheel valt binnen het gebied dat is aangegeven als luchthavengebied. Het luchthavengebied en het beperkingen gebied mogen elkaar op grond van het bepaalde in de Wet luchtvaart niet overlappen. Om dezelfde reden is ook het gebied binnen de contouren van de veiligheidsgebieden niet vastgesteld als beperkingengebied.

Met hetzelfde scenario als waarmee de grenswaarden zijn berekend, is het plaatsgebonden risico berekend. De 10-5- en 10-6-plaatsgebondenrisicocontouren zijn vervolgens bepaald. De invoer en verdere rapportage zijn te vinden in het Milieuberekeningsrapport van Adecs Airinfra.

De 10-5 en 10-6 plaatsgebondenrisicocontouren en de 56 Lden -contour vormen gebieden waarbinnen ruimtelijke beperkingen liggen zoals vastgelegd in het Besluit burgerluchthaven, artikel 10, 11 en 12.

Op grond van artikel 19 van het Besluit burgerluchthavens is voor het gebied tussen de geluidcontour van 56 dB(A) Lden en 48 dB(A) Lden een afweging gemaakt over de ruimtelijke ontwikkeling van dat gebied. In artikel 3.2.4.3 van dit Luchthavenbesluit is daaraan invulling gegeven.

Verder is in het Luchthavenbesluit een gebied met hoogtebeperkingen vastgelegd. In artikel 14 van het Besluit burgerluchthavens zijn de beperkingen voor dit gebied geregeld.

5, Onderscheid grenswaarden en regels

Grenswaarden

De grenswaarden geven de exploitant, de gebruikers en eventueel de luchtverkeersdienstverlening gezamenlijk een milieugebruiksruimte. De grenswaarden richten zich tot alle sectorgenoten en zijn niet gericht tot één bepaalde sectorgenoot. De veroorzaakte belasting voor de omgeving vloeit immers voort uit het samengestelde gedrag van de exploitant, de gebruikers en eventueel de luchtverkeersdienstverlening. Als een grenswaarde wordt overschreden, is het niet zo zeer van belang wie dat veroorzaakt heeft, als wel dat er een maatregel wordt getroffen die erop is gericht dat in de toekomst een overschrijding niet meer voorkomt. Het treffen van een maatregel kan ook inhouden dat er geen maatregel opgelegd wordt, indien geen overschrijding meer wordt voorzien. De bevoegdheid tot het opleggen van een maatregel is voor de luchthaven van Heli Holland Airservice neergelegd bij Gedeputeerde Staten van Drenthe.

Een maatregel is gericht tot diegene die het in zijn vermogen heeft deze uit te voeren en is in beginsel niet begrensd in tijd of een gebruiksjaar. Gedeputeerde Staten leggen de maatregel op zolang zij van oordeel zijn dat de maatregel bijdraagt aan het terugdringen van de belasting binnen de grenswaarden. Een maatregel kan worden ingetrokken als de betrokkenen zelf orde op zaken stellen door bijvoorbeeld aanpassingen in het gebruik van de luchthaven door te voeren. De maatregel kan betrekking hebben op alle onderwerpen waarover Gedeputeerde Staten op grond van de wet bevoegd zijn. Een op te leggen maatregel zal vanzelfsprekend moeten voldoen aan de eisen van behoorlijk bestuur, zoals die onder meer in de Algemene wet bestuursrecht zijn verwoord. Betrokkenen hebben de mogelijkheid om vooraf hun zienswijze met betrekking tot de maatregel kenbaar te maken. Overtreding van een maatregel kan bestraft worden met een bestuurlijke boete.

Regels

Regels kunnen zich tot alle sectorgenoten richten, maar een ieder is daarop wel individueel aanspreekbaar. De wet verplicht de geadresseerde van een regel om zich aan die regel te houden, op straffe van een bestuurlijke boete. De mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete is in de Wet luchtvaart geformuleerd als een bevoegdheid van het bevoegde gezag en niet als een verplichting. Deze bevoegdheid is voor luchthavens van regionale betekenis, zoals de helihaven van Heli Holland te Emmer-Compascuum, neergelegd bij Gedeputeerde Staten.

Rapportage

Handhaving gebeurt op basis van gegevens die de exploitant aan Gedeputeerde Staten rapporteert. De eisen aan de rapportage zijn onder andere geregeld in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. De exploitant houdt in een register bij zoals beschreven in artikel 14 van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen met daarin de op grond van dit artikel verplichte gegevens Binnen 1 maand na het einde van elk kwartaal overlegt de exploitant een rapportage aan Gedeputeerde Staten over het gebruik van de luchthaven over de periode van het begin van het gebruiksjaar tot het einde van het kwartaal. De inhoud van de rapportage bevat in ieder geval de in artikel 13 uit de Regeling burgerluchthavens genoemde punten.

ARTIKELSGEWIJS

De artikelen die hier niet worden toegelicht spreken wat betreft de inhoud voor zich

Artikel 3.2.1.1

Dit artikel beschrijft de luchthaven waarop dit Luchthavenbesluit van toepassing is.

 

Artikel 3.2.2.2

Dit artikel beschrijft de ligging van de start- en landingsplaats van de helihaven. De ligging van de landingsplaats dient in overeenstemming met het Luchthavenbesluit in het Aeronautical Information Publication (AIP) te worden opgenomen.

In de berekeningen van de grenswaarde en de contouren zijn de in dit artikel genoemde coördinaten gebruikt en deze zullen ook gebruikt worden voor handhavingsberekeningen.

 

Artikel 3.2.3.2

Met dit artikel wordt het handhavingspunt vastgelegd. Hiermee wordt de grenswaarde vastgelegd die de gebruiksruimte van de luchthaven bepaalt.

De invoergegevens die gebruikt zijn voor de berekening zijn vastgelegd in het 'Rapport Milieuberekeningen Helihaven Emmer-Compascuum' (Bijlage I).

Omdat er geen registratie plaatsvindt hoe het luchtverkeer zich verdeelt over de sector, volstaat het om slechts één handhavingspunt te gebruiken.

 

Artikel 3.2.4.2

Dit artikel legt de minimale wettelijke beperkingengebieden vast. Beperkingen gelden krachtens de Wet voor de gebieden binnen de geluidscontouren van 70 en 56 dB(A) Lden. Op grond van artikel 8.47, tweede lid, juncto 8.5, vierde lid, van de Wet mogen het luchthavengebied en het beperkingengebied elkaar niet overlappen. De beperkingen gelden daardoor alleen voor zover deze buiten het luchthavengebied liggen. Omdat de contour van 70 dB(A) Lden binnen het luchthavengebied valt, wordt het gebied binnen deze contour niet als beperkingengebied vastgesteld.

Hetzelfde geldt voor het gebied binnen de contouren van de veiligheidsgebieden.

 

Beperkingen gelden ook voor het gebied dat is gelegen binnen de 10-5 en de 10-6-plaatsgebonden risico-contour en het gebied met hoogtebeperkingen.

 

In het Besluit burgerluchthavens zijn de beperkingen nader ingevuld.

 

Gedeputeerde Staten (GS) kunnen voor bepaalde ruimtelijke initiatieven een verklaring van geen bezwaar afgeven. Gelet op artikel 8.49, eerste lid, van de Wet, mogen GS deze verklaring pas afgeven nadat de minister van Infrastructuur en Milieu heeft verklaard dat het veilig gebruik van het luchtruim door deze initiatieven niet wordt geschaad.

 

Artikel 3.2.4.3

In het gebied tussen de 48 dB(A) Lden-en 56 dB(A) Lden-contour dient een afweging door het bevoegd gezag van de luchthaven te worden gemaakt over de ruimtelijke ontwikkeling van dat gebied. Met dit artikel wordt vastgelegd dat in dit gebied dezelfde beperkingen gelden als in het gebied binnen de direct naastliggende geluidscontour van 56 dB(A) Lden.

 

Artikel 3.2.5.1

Dit Luchthavenbesluit treedt niet in werking dan nadat van de minister van Infrastructuur en Milieu een verklaring van veilig gebruik luchtruim is verkregen.

Op grond van de artikelen 8.47 en 8.8 van de Wet moeten bij de vaststelling van een bestemmingsplan de beperkingengebieden uit het Luchthavenbesluit in acht worden genomen. Indien het bestemmingplan op deze onderdelen niet in overeenstemming is met het Luchthavenbesluit, geldt de laatstgenoemde als voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening. De gemeenteraad is op grond van artikel 8.8, lid 3, van de Wet verplicht om binnen een jaar nadat het besluit in werking is getreden het bestemmingsplan overeenkomstig het Luchthavenbesluit vast te stellen.

Bijlage A1 Kadastrale gegevens

Terreinbegrenzing Heli Holland Airservice

Kadastraal gemeente Emmen, sectie AB nummers 74 en 75

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage A2 Kadastrale gegevens en aanduiding helikopterlandingsplaats

Rode lijn is terreinbegrenzing Heli Holland Airservice BV te Emmer-Compascuum kadastraal bekend sectie AB, nummers 74 en 75

afbeelding binnen de regeling

Bijlage B Plaats van het handhavingspunt

Plattegrond met grens luchthavengebied en ligging handhavingspunt

afbeelding binnen de regeling

Figuur 7 In- en uitvliegsector en ligging handhavingspunt.

Tabel 1 Kenmerken sector

afbeelding binnen de regeling

Bijlage C Contouren ter aanduiding van het 10-5 en 10-6 plaatsgebondenrisico

afbeelding binnen de regeling

Bijlage D Geluidcontouren van 48, 56 en 70 db(a)lden

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Ingezoomde ligging gewijzigde obstakelvrije vlakken rondom helihaven Emmer-Compascuum op basis van ICAO Annex 14 volume II (Heliports),4th edition 2013. Alle hoogtematen moeten worden gerelateerd aan de referentiehoogte van het luchthavengebied 12,9 m + NAP

Bijlage F Countouren ter aanduiding van de veiligheidsgebieden

afbeelding binnen de regeling

Bijlage G Overzicht alle contouren op één kaart

afbeelding binnen de regeling

DEEL 3

ONDERLIGGENDE NOTITIES

Deze onderliggende notities, bijlagen H en I zijn rapporten van de bureaus ATN-Nooitgedagt en Adecs Airinfra. In verband met de herziening van het LHB in 2018 zijn de kaarten in Bijlage H, appendix 6,7 en 8 en blad 23 evenals in Bijlage I figuur 3 en 4 niet meer van toepassing. Verwezen wordt naar de kaarten E1 en E2 in Deel 2.

Paragraaf 3.6, Luchthavenregeling luchthaven Kanaal B NZ 77, Emmer-Compascuum

3.6.1, Algemeen

Artikel 3.6.1.1

Deze regeling is van toepassing op de luchthaven aan Kanaal B NZ 77, 7881 NS, kadastraal bekende gemeente Emmen, sectie AB, nummer 00196, geografische positie 52º48'53''NB, 007º00'13''OL zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende tekening.

Artikel 3.6.1.2

De exploitant van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1 is de heer J.H. Snuverink of diens rechtsopvolger(s).

Artikel 3.6.1.3

Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1 mag uitsluitend gebruik worden gemaakt door de exploitant als benoemd in artikel 3.6.1.2, diens rechtsopvolger(s) of door hem of diens rechtsopvolger(s) aangewezen gastvlieger(s).

Artikel 3.6.1.4

De aanvraag en de bijbehorende kaart maken deel uit van deze regeling.

Artikel 3.6.1.5

Naast deze regeling zijn de regels en voorschriften uit de Wet luchtvaart en Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen van toepassing en moet er zorg voor worden gedragen dat de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1 overeenkomstig deze regels en voorschriften ingericht en gebruikt wordt.

3.6.2, Regels voor het luchthavenluchtverkeer

Artikel 3.6.2.1

Op de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1 mogen gemiddeld 3 starts per week en 3 landingen per week worden uitgevoerd, met een maximum van 160 starts en 160 landingen per jaar. Het aantal starts per dag is gemaximeerd op 3, evenals het aantal landingen.

Artikel 3.6.2.2

De luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1 mag uitsluitend voor privé- of hobbydoeleinden gebruikt worden.

Artikel 3.6.2.3

Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1 mag uitsluitend tijdens de uniforme daglichtperiode gebruik worden gemaakt.

Artikel 3.6.2.4

De in voorgaande artikelen genoemde vliegbewegingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd met Micro Light Aeroplanes (MLA's).

3.6.3, Rapportageverplichtingen

Artikel 3.6.3.1

Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 november 2010 tot 1 november 2011.

Artikel 3.6.3.2

Binnen een maand na het einde van een gebruiksjaar dient de in artikel 3.6.1.2 genoemde exploitant of diens rechtsopvolger(s) een rapportage op te stellen over het gebruik van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 3.6.1.1, gedurende het gebruiksjaar.

Artikel 3.6.3.3

De opzet van de in artikel 3.6.3.2 genoemde rapportage moet vooraf worden goedgekeurd door gedeputeerde staten van Drenthe. Doel van deze rapportage is inzicht verschaffen in het gebruik van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.6.1.1.

Paragraaf 3.7, Luchthavenregeling luchthaven Siepeldijk, Nieuw-Amsterdam

3.7.1, Algemeen

Artikel 3.7.1.1

Deze regeling is van toepassing op de luchthaven aan Siepeldijk, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie AG, nummer 00524, geografische positie X: 52,717502 Y: 6,888143, zoals aangegeven bij deze regeling behorende tekening.

Artikel 3.7.1.2

De exploitant van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1 is de heer S.R. Charlton of diens rechtsopvolger(s).

Artikel 3.7.1.3

Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1 mag uitsluitend gebruik worden gemaakt door de heer S.R. Charlton, diens rechtsopvolgers of door hem of diens rechtsopvolgers aangewezen gastvliegers.

Artikel 3.7.1.4

De aanvraag en de bijbehorende kaart maken deel uit van deze regeling.

Artikel 3.7.1.5

Naast deze regeling zijn de regels en voorschriften uit de Wet luchtvaart en Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen van toepassing en moet er zorg voor worden gedragen dat de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1 overeenkomstig deze regels en voorschriften ingericht en gebruikt wordt.

3.7.2, Regels voor het luchthavenverkeer

Artikel 3.7.2.1

Op de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1 mogen gemiddeld 2 starts per week en 2 landingen per week worden uitgevoerd, met een maximum van 100 starts en 100 landingen per jaar. Het aantal starts per dag is gemaximeerd op 3, evenals het aantal landingen.

Artikel 3.7.2.2

De luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1 mag uitsluitend voor privé- of hobbydoeleinden gebruikt worden.

Artikel 3.7.2.3

Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1 mag uitsluitend tijdens de uniforme daglichtperiode gebruik worden gemaakt.

Artikel 3.7.2.4

De in voorgaande artikelen genoemde vliegbewegingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd met schermvliegtuigen met hulpmotor.

3.7.3, Rapportageverplichtingen

Artikel 3.7.3.1

Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 november 2010 tot 1 november 2011.

Artikel 3.7.3.2

Binnen een maand na het einde van een gebruiksjaar dient de in artikel 3.7.1.2 genoemde exploitant of diens rechtsopvolger(s) een rapportage op te stellen over het gebruik van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 3.7.1.1, gedurende het gebruiksjaar.

Artikel 3.7.3.3

De opzet van de in artikel 3.7.3.2 genoemde rapportage moet vooraf worden goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Drenthe. Doel van deze rapportage is inzicht verschaffen in het gebruik van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.7.1.1.

HOOFDSTUK 4, TOEZICHT

Artikel 4.1, Aanwijzing toezichthouders

Gedeputeerde staten wijzen ambtenaren aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gegeven regels en voorschriften.

HOOFDSTUK 5, SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1

[Gereserveerd]

Artikel 5.2, Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als Luchtvaartverordening Drenthe.

Artikel 5.3, Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Provinciaal blad.

##