Regeling vervallen per 29-06-2017

Algemene subsidieverordening Drimmelen 2007

Geldend van 01-11-2007 t/m 28-06-2017

Intitulé

Algemene subsidieverordening Drimmelen 2007

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvrager: een rechtspersoon of een groep van natuurlijke personen.

  • 2.

    Subsidie: een aanspraak op financiële middelen, zoals bedoeld in artikel 4:21, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, inhoudende de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • 3.

    Stimuleringssubsidie: subsidie die aan een vrijwilligersorganisatie in de gemeente Drimmelen beschikbaar wordt gesteld ter stimulering van bepaalde activiteiten zonder dat de hoogte daarvan afhankelijk wordt gesteld van aard en inhoud van de activiteit(en).

  • 4.

    Budgetsubsidie: subsidie, die wordt verleend aan een rechtspersoon, in de vorm van een vast budget gedurende een vooraf vastgestelde periode ten behoeve van overeengekomen te verrichten activiteiten of te leveren diensten.

  • 5.

    Projectsubsidie: een subsidie voor een eenmalige activiteit of een eenmalige investering in een gebouw, terrein of roerend goed.

  • 6.

    Subsidieplafond: het door de raad vastgestelde bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van alle subsidies voor de in deze verordening genoemde beleidsterreinen.

  • 7.

    Accountantsverklaring: een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de getrouwheid of een mededeling dat van onjuistheden niet is gebleken.

  • 8.

    Egalisatiereserve: een reserve bedoeld voor het afdekken van exploitatierisico’s.

  • 9.

    Gemeente: de gemeente Drimmelen.

  • 10.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Drimmelen.

  • 11.

    College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Drimmelen.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze subsidieverordening is van toepassing op door gemeente te verstrekken subsidies voor activiteiten op haar grondgebied en/of ten behoeve van haar inwoners.

  • 2. De te subsidiëren activiteit mag geen winstoogmerk of commercieel doel hebben.

  • 3. De beleidsterreinen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen, zijn:

    • a.

      Cultuur en Evenementen

    • b.

      Sport

    • c.

      Jeugd

    • d.

      Ouderen

    • e.

      Volksgezondheid

    • f.

      Onderwijs

    • g.

      Media

    • h.

      Maatschappelijke dienstverlening

  • 4. De raad kan in afwijking van lid 3 van dit artikel deze verordening van toepassing verklaren op andere beleidsterreinen.

Artikel 3 Bevoegdheden

  • 1. Subsidie kan slechts worden verstrekt indien de raad voor het betreffende subsidiejaar middelen beschikbaar heeft gesteld in de gemeentebegroting.

  • 2. De raad stelt jaarlijks via de gemeentebegroting de budgetten vast die maximaal als subsidie beschikbaar zijn (het subsidieplafond).

  • 3. Het college is bevoegd besluiten te nemen over:

    • -

      het al dan niet verlenen en vaststellen van subsidies;

    • -

      het intrekken, wijzigen of terugvorderen van subsidies;

    • -

      het al dan niet verlenen van voorschotten; en

    • -

      de overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen.

  • 4. Het college heeft de bevoegdheid, ter uitvoering van deze verordening, over beleidsterreinen (artikel 2, lid 3) beleidsregels vast te stellen.

  • 5. In de beleidsregels kan het college afwijken van de in deze verordening genoemde termijnen.

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het in artikel 3 lid 2 van deze verordening genoemde subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet tijdig of niet volledig is ingediend, kan het college besluiten deze niet behandeling te nemen.

  • 3. De subsidie kan tevens worden geweigerd indien:

    • a.

      De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet gericht zijn op de gemeente Drimmelen of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Drimmelen;

    • b.

      De subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente Drimmelen;

    • c.

      De te subsidiëren activiteit een winstoogmerk of een commercieel doel heeft;

    • d.

      De aanvrager doelstellingen of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • e.

      De aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

Hoofdstuk 2 Stimuleringssubsidie

Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 5 Termijn van de aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag moet vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, schriftelijk bij het college worden ingediend.

  • 2. Het college kan nadere richtlijnen voor de inrichting van de subsidieaanvraag geven.

  • 3. In voorkomende gevallen kan het college uitstel verlenen van de termijn als bedoeld in lid 1.

Artikel 6 Inhoud van de aanvraag

De aanvraag tot subsidie wordt schriftelijk ingediend door middel van het door het college vastgestelde aanvraagformulier, voorzien van de in het formulier gevraagde bescheiden.

Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 7 Beslistermijn

Het college beslist na vaststelling van de gemeentebegroting doch uiterlijk 31 december van het jaar waarin de subsidieaanvraag is ontvangen, op de subsidieaanvraag door middel van het afgeven van een beschikking.

Artikel 8 Inhoud beschikking

  • 1. De beschikking bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 2. De beschikking vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit wordt bepaald.

  • 3. De beschikking vermeldt de termijn waarvoor de subsidie wordt afgegeven.

  • 4. De beschikking tot subsidieverlening van de stimuleringssubsidie strekt tevens tot de beschikking tot vaststelling van die subsidie.

Hoofdstuk 3 Budgetsubsidie

Artikel 9 Vraag gemeente

  • 1.

    Voor 1 april voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd deelt het college de rechtspersoon, waarvan wordt verwacht dat die de subsidievrager zal zijn, mee ten behoeve van welke beleidsdoelen in het nieuwe jaar een subsidieaanvraag voor activiteiten (ten behoeve van deze beleidsdoelen) wordt verwacht.

  • 2.

    Tevens formuleert het college de inhoud van de opdracht en deelt hij het financieel kader mee waarbinnen de aanvraag van de rechtspersoon zich kan bewegen.

Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 10 Termijn aanvraag

  • 1. De op de vraag van het college geënte subsidieaanvraag dient uiterlijk 1 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd te worden ingediend.

  • 2. In voorkomende gevallen kan het college uitstel verlenen van de termijn als bedoeld in lid 1.

Artikel 11 Inhoud van de aanvraag

  • 1. De aanvraag tot subsidie wordt schriftelijk, ondertekend, ingediend en bevat tenminste de naam en het adres van de aanvrager, de dagtekening en de aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • 2. De subsidieaanvraag sluit aan op de opdrachtformulering van het college (artikel 9, lid 1) en is voorzien van een begroting.

  • 3. De begroting is voorzien van een toelichting op de baten en lasten van de aanvrager.

  • 4. Indien de aanvrager beschikt over een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 16, vermeldt de aanvraag de omvang daarvan.

  • 5. Tenzij voor de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft nog niet eerder subsidie werd verstrekt, behelst de begroting een vergelijking met de begroting van het lopende boekjaar en de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar voorafgaand aan het lopende boekjaar.

  • 6. Voor zover de aanvrager voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij één of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken betrekking tot de beoordeling van die aanvraag/aanvragen.

Artikel 12 Overleg

Het college treedt met de aanvrager in overleg over de aanvraag van een budgetsubsidie ten aanzien van de activiteiten, de prestatie en de door het college voorgenomen aanvullende subsidievoorwaarden.

Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 13 Beslistermijn

Het college beslist na vaststelling van de gemeentebegroting doch uiterlijk 31 december van het jaar waarin de subsidieaanvraag is ontvangen, op de subsidieaanvraag door middel van het afgeven van een beschikking.

Artikel 14 Inhoud beschikking

  • 1. De beschikking bevat een omschrijving van de activiteiten en/of prestatie waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 2. De beschikking vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit wordt bepaald, alsmede de eventueel te betalen voorschotten.

  • 3. Indien de beschikking het bedrag van de subsidie niet vermeld, vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 4. De beschikking vermeldt de termijn waarvoor de subsidie wordt afgegeven.

Artikel 15 Weigeringsgronden

Naast artikel 4 gelden bij de budgetsubsidie de volgende aanvullende weigeringsgronden:

  • 1.

    De subsidie kan worden geweigerd indien de aanvrager geen rechtspersoon is.

  • 2.

    De subsidie kan worden geweigerd indien de subsidieaanvraag niet is geënt op de vraag van het college (artikel 9).

Artikel 16 Het vormen van reserves

  • 1. Bij verlening van een budgetsubsidie kan worden bepaald dat de subsidieontvanger een egalisatiereserve moet vormen.

  • 2. Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3. Deze egalisatiereserve mag ten hoogste 10% van de jaarlijkse gemeentelijke subsidie bedragen.

  • 4. De subsidieontvanger is ter zake van de egalisatiereserve tegenover de gemeente terugbetaling verplicht naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen, indien:

    • a.

      De gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

    • b.

      De subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidierelatie wordt beëindigd;

    • c.

      De rechtspersoon die de subsidie ontving, wordt ontbonden.

Artikel 17 Rechtstreeks geldende verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard.

  • 3. Indien gedurende het boekjaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel 18 Verplichting toestemming te vragen

  • 1. De subsidieontvanger vraagt vooraf toestemming aan het college voor:

  • a. Het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

  • b. Het wijzigen van de statuten;

  • c. Het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij (mede) zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor (mede) worden bekostigd uit de subsidiegelden;

  • d. Het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;

  • e. Het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;

  • f. Het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerheidstelling met inbegrip van zekerheidstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;

  • g. Het vormen van fondsen of reserveringen;

  • h. Het ontbinden van de rechtspersoon;

  • i. Het doen van aangifte tot faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.

  • 2. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken na ontvangst van het verzoek om toestemming conform lid 1.

  • 3. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.

  • 4. Indien omtrent de toestemming niet tijdig is beslist wordt de toestemming geacht te zijn verleend.

Artikel 19 Bevoorschotting

  • 1.

    Het college kan aan de subsidieontvanger bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot verlenen. Daarbij wordt de hoogte van het bedrag vermeld en wordt aangegeven wanneer en op welke wijze dit bedrag wordt betaald.

  • 2.

    Voorschotten als bedoeld in het eerste lid, worden verrekend bij de vaststelling van de subsidie.

Aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel 20 Termijn van de aanvraag

  • 1. De subsidieontvanger dient vóór 1 juni van het jaar volgend op dat waarin de activiteit is uitgevoerd de aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen bij het college.

  • 2. In voorkomende gevallen kan het college uitstel verlenen van de termijn als bedoeld in lid 1.

Artikel 21 Inhoud aanvraag

  • 1.

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een financieel jaarverslag en een activiteitenverslag.

  • 2.

    Het financiële jaarverslag bevat tenminste de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven van de activiteit(en) en de balans per 31 december van het jaar waarin de subsidie is genoten, waarin (indien van toepassing) de egalisatiereserve is opgenomen.

  • 3.

    Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

  • 4.

    Indien de budgetsubsidie meer dan € 50.000,- bedraagt, wordt de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een accountantsverklaring.

  • 5.

    Het college kan met betrekking tot de aanvraag nadere richtlijnen vaststellen, alsmede modellen vaststellen voor de over te leggen bescheiden.

Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel 22 Beslistermijn

Het college beschikt op de aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk op 1 november van in het jaar waarin de aanvraag tot subsidievaststelling is ingediend.

Artikel 23 Inhoud beschikking

  • 1. De definitieve subsidievaststelling geschiedt op basis van hetgeen hierover in de beschikking tot subsidieverlening (conform artikel 14) is opgenomen.

  • 2. Het college vermeldt in de beschikking tot subsidievaststelling op welk bedrag de subsidie is vastgesteld.

Artikel 24 Betaling en terugvordering

Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling, onder verrekening van de eventueel betaalde voorschotten, betaald dan wel teruggevorderd.

Hoofdstuk 4 Projectsubsidie

Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 25 Termijn van de aanvraag

De aanvraag wordt minimaal 13 weken voor aanvang van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd schriftelijk ingediend bij het college.

Artikel 26 Inhoud van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de aanvrager, de dagtekening en de aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • 2.

    De subsidieaanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een activiteitenplan en een begroting.

  • 3.

    Het activiteitenplan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen. Indien het een eenmalige investering in een gebouw, terrein of roerend goed betreft, vermeldt het activiteitenplan ten behoeve van welke activiteiten de investering dient.

  • 4.

    De begroting behelst een overzicht van de voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 5.

    Voor zover de aanvrager voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag/aanvragen.

Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 27 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een projectsubsidie binnen 6 weken nadat de aanvraag is ingediend, door middel van het afgeven van een beschikking.

  • 2. Het college beschikt over de mogelijkheid om de beslistermijn eenmaal te verlengen met 6 weken.

Artikel 28 Inhoud beschikking

  • 1.

    De beschikking bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 2.

    De beschikking vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit wordt bepaald, alsmede de eventueel te betalen voorschotten.

  • 3.

    Indien de beschikking het bedrag van de subsidie niet vermeldt, vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 4.

    De beschikking vermeldt de termijn waarvoor de subsidie wordt afgegeven.

  • 5.

    In de beschikking wordt bepaald op basis waarvan achteraf de definitieve vaststelling van de subsidie zal plaatsvinden.

Aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel 29 Termijn van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor het vaststellen van een projectsubsidie moet binnen 13 weken na afloop van de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend worden ingediend.

  • 2. In voorkomende gevallen kan het college uitstel verlenen van de termijn als bedoeld in lid 1.

Artikel 30 Inhoud aanvraag

  • 1.

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag.

  • 2.

    Het financiële verslag bevat tenminste de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven van de activiteit(en).

  • 3.

    Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

  • 4.

    Indien de projectsubsidie meer dan € 50.000,- bedraagt, wordt de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een accountantsverklaring.

  • 5.

    Het college kan met betrekking tot de aanvraag nadere richtlijnen vaststellen, alsmede modellen vaststellen voor de over te leggen bescheiden.

Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel 31 Beslistermijn

Het college beschikt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 32 Inhoud beschikking

  • 1. De definitieve subsidievaststelling geschiedt op basis van hetgeen hierover in de beschikking tot subsidieverlening (conform artikel 28) is opgenomen.

  • 2. Het college vermeldt in de beschikking tot subsidievaststelling op welk bedrag de subsidie is vastgesteld.

    Artikel 33 Betaling en terugvordering

    Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling, onder verrekening van de eventueel betaalde voorschotten, betaald dan wel teruggevorderd.

Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen

Artikel 34 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien toepassing van de betreffende verordening tot onbillijkheden van overwegende aard zal leiden.

Artikel 35 Gemeenschappelijke regelingen

Deze verordening is niet van toepassing op activiteiten van organisaties ingesteld bij Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente Drimmelen deelneemt.

Deze verordening is daarentegen wel van toepassing op de activiteiten van de betreffende organisaties die de gemeente bereid is te bekostigen, maar waartoe zij niet verplicht is op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 36 Overgangsrecht

Bij de inwerkingtreding van deze “Algemene subsidieverordening Drimmelen 2007” is de “Verordening welzijnssubsidie gemeente Drimmelen” van 2000 met een correctie van 2006 komen te vervallen, met dien verstande dat de laatstgenoemde verordening van toepassing blijft op de subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend en/of vastgesteld.

Artikel 37 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening dient te worden aangehaald als: “Algemene subsidieverordening Drimmelen 2007”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking zes weken na de bekendmaking daarvan.

  • 3.

    Op de in het tweede lid bedoelde datum vervalt de “Verordening welzijnssubsidie gemeente Drimmelen”.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 20 september 2007,

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting bij de Algemene subsidieverordening Drimmelen

Algemeen

De gemeente Drimmelen heeft in 2000 de “Verordening welzijnssubsidies gemeente Drimmelen” vastgesteld. Naar aanleiding van een accountantcontrole zijn er in 2006 enkele wijzigingen doorgevoerd.

Er zijn meerdere ontwikkelingen die aanleiding geven tot het opstellen van een nieuwe algemene subsidieverordening:

  • 1)

    Het concept van Beleidsgestuurde contractfinanciering (Bcf) is ingevoerd in de gemeente Drimmelen;

  • 2)

    Door de accountant zijn opmerkingen gemaakt ten aanzien van de rechtmatigheid van de subsidieverlening door de gemeente Drimmelen;

  • 3)

    Door de invoering van het duale stelsel zijn de bevoegdheden van college en raad veranderd. De verordening moet op dit onderdeel worden aangepast.

Deze ‘Algemene subsidieverordening Drimmelen 2007’ is in grote lijnen in overeenstemming met de subsidieverordening uit 2000. Het is alleen geactualiseerd en aangepast op de drie hierboven genomen ontwikkelingen.

Ten aanzien van subsidiëring regelt de Algemene wet bestuursrecht (Awb) reeds veel aspecten. Wat in de Awb is geregeld hoeft niet expliciet in de verordening te worden opgenomen. Op sommige onderdelen is dit echter wel opgenomen om de leesbaarheid van de verordening te bevorderen. De Algemene Subsidieverordening Drimmelen 2007 bevat bepalingen die voor de gebruikers relevant zijn of waarvan de Awb facultatieve bepalingen voorstelt. Bij de uitvoering dient dus altijd de meest recente wettekst Awb geraadpleegd te worden. Deze verordening is aanvullend van aard op de Awb.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Aanvrager

De aanvrager kan zowel een rechtspersoon als een groep van natuurlijke personen zijn. Met een groep van natuurlijke personen wordt bijvoorbeeld een comité bedoeld.

Deze uitbreiding van de definitie ten opzichte van de vorige subsidieverordening heeft als voordeel dat het college geen ontheffing meer hoeft te verlenen wanneer een aanvrager geen rechtspersoon is.

Subsidie

De begripsomschrijving is overeenkomstig de wettelijke omschrijving uit artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht.

Soorten subsidies

Voorheen kende de gemeente Drimmelen een viertal subsidies, te weten:

  • 1.

    Waarderingsubsidies/donaties;

  • 2.

    Exploitatie- of garantiesubsidie;

  • 3.

    Budgetsubsidie;

  • 4.

    Projectsubsidie.

In de nieuwe verordening zijn deze vier soorten teruggebracht naar drie soorten subsidies:

  • 1.

    Stimuleringsubsidie;

  • 2.

    Budgetsubsidie;

  • 3.

    Projectsubsidie.

De oude waarderingsubsidies zijn vervangen door stimuleringssubsidies. De gemeente Drimmelen wil immers met het verstrekken van deze subsidies bepaalde activiteiten binnen haar gemeente stimuleren.

De exploitatiesubsidie werd nauwelijks verstrekt. Daarnaast kent de definitie van projectsubsidie bepaalde ruimte, waardoor de vroegere exploitatiesubsidie daarin past.

Budgetsubsidie

In de definitie van de budgetsubsidie, zijnde “subsidie, die wordt verleend aan een rechtspersoon, in de vorm van een vast budget gedurende een vooraf vastgestelde periode ten behoeve van overeengekomen te verrichten activiteiten of te leveren diensten”, bestaat de ruimte om meerjarige afspraken te maken.

Artikel 2

In lid 3 van dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 4:23 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin is bepaald dat subsidie slechts wordt verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Dat wettelijk voorschrift is voor de gemeentelijke subsidie deze verordening.

In lid 3 is bewust het woord ‘kunnen’ opgenomen. Of het gewenst is om de voor de genoemde beleidsterreinen daadwerkelijk een subsidie in het leven te roepen (of te handhaven) kan niet altijd van te voren worden bepaald. Het beleid kan veranderen.

De keuze voor de beschreven beleidsterreinen is ingegeven door de praktijk. Momenteel, of op korte termijn te verwachten, worden subsidies verstrekt aan organisaties die activiteiten uitvoeren binnen deze beleidsgebieden.

Artikel 3

Hierin is omschreven welk bestuursorgaan welke bevoegdheden heeft.

In het verlengde van de Wet Dualisering stuurt de raad op hoofdlijnen en stelt het subsidiekader vast. Dit subsidiekader wordt gevormd door deze subsidieverordening en de gemeentebegroting. Via dit beleidskader geeft de raad aan op welke wijze subsidiegelden moeten worden besteed.

Het college heeft de bevoegdheid nadere invulling aan dit algemene beleidskader te geven.

In lid 3 is aangegeven dat het college bevoegd is besluiten te nemen over de daar expliciet opgenomen onderwerpen, waaronder ‘de overige ter zake van subsidiering te nemen uitvoeringsbeslissingen’. Hierin bestaat de mogelijkheid om meerjarige uitvoeringsovereenkomsten op te stellen.

Artikel 4

Voor het weigeren van de subsidie gelden in de eerste plaats de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht. Aangezien deze altijd gelden zijn ze niet letterlijk overgenomen in deze subsidieverordening. De gemeente Drimmelen heeft naast deze wettelijke weigeringsgronden, aanvullende door de raad wenselijk geachte weigeringsgronden opgenomen in haar algemene subsidieverordening.

Artikel 5 t/m 8

Behoeft geen toelichting.

Artikel 9

Lid 2: In het formuleren van de opdracht door het college kunnen de volgende aspecten worden opgenomen: de resultaatverwachtingen en te leveren prestaties op een bepaald beleidsveld, voor een bepaald gebied, voor een bepaalde doelgroep of een combinatie daarvan. Tevens kan dit worden aangevuld met verwachtingen inzake kwaliteit, registratie en overige leveringsvoorwaarden.

Artikel 10 t/m 14

Behoeft geen toelichting.

Artikel 15

Naast de algemeen geldende weigeringsgronden (artikel 4) heeft de raad voor het verlenen van een budgetsubsidie twee aanvullende weigeringsgronden vastgesteld.

Artikel 16

Het vormen van een egalisatiereserve is overgenomen van artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht. Het vormen van deze reserve kan bij het verlenen van een budgetsubsidie worden bepaald.

Artikel 17

Deze verplichtingen zijn overgenomen uit de artikelen 4:69 en 4:70 van de Algemene wet bestuursrecht en gelden rechtstreeks zonder dat zij in de beschikking moeten worden opgenomen.

Artikel 18

Dit artikel is overgenomen van artikel 4:71 van de Awb. De genoemde rechtshandelingen kunnen van invloed zijn op de subsidie en de kwaliteit van de activiteiten. Daarom moet daarvoor vooraf toestemming worden gevraagd aan het college.

Artikel 19

Behoeft geen toelichting.

Artikel 20

In de Awb is geregeld dat de subsidieontvanger binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een aanvraag tot subsidievaststelling moet indienen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. In deze subsidieverordening is bepaald dat de indieningstermijn is vastgesteld op 1 juni volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. De datum van 1 juni is gekozen omdat de vroegere datum van 1 april vaak leidde tot aanvragen van organisaties tot uitstel van het indienen van de stukken. Daarnaast loopt deze datum nu parallel aan de datum van indiening van de aanvraag voor het nieuwe subsidiejaar.

Artikel 21 t/m 36

Behoeft geen toelichting.