Regeling vervallen per 14-07-2023

Verordening op de heffing en invordering van Haven- en Kadegelden 2005 voor de gemeentehaven te Drimmelen

Geldend van 24-12-2004 t/m 13-07-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Haven- en Kadegelden 2005 voor de gemeentehaven te Drimmelen

De raad van de gemeente Drimmelen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2004;

gelet op artikel 216, juncto artikel 229 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

Verordening op de heffing en de invordering van Haven- en Kadegelden 2005 voor de gemeentehaven Drimmelen.

Verordening op de heffing en de invordering van Haven- en Kadegelden 2005 voor de gemeentehaven te Drimmelen.

Hoofdstuk I. Havengeld

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentewater: dat gedeelte van de te Drimmelen gelegen gemeentehaven hetwelk is aangeduid door middel van een rode arcering op aangehechte en gewaarmerkte situatieschets.

  • b.

    kubieke-meter-inhoud: de in volumen uitgedrukte maximale waterverplaatsing volgens een geldige meetbrief.

  • c.

    vierkante-meter-oppervlakte: de ingenomen oppervlakte wordt verkregen door vermenigvuldiging van de grootste lengte met de grootste breedte.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van vaartuigen en andere drijvende inrichtingen, waarmede van het gemeentewater gebruik wordt gemaakt, wordt onder de benaming van havengeld een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het havengeld wordt geheven van de eigenaar, gezagvoerder, schipper of gebruiker van het vaartuig of andere drijvende inrichting.

  • 2. Voor vaartuigen of andere drijvende inrichtingen wordt het recht bedoeld in artikel 4 onder a en b, geheven zodra van het gemeentewater gebruik wordt gemaakt.

Artikel 4 Tarief

Het recht bedraagt:

  • a.

    Bij betaling zonder abonnement:

    • 1.

      voor vaartuigen voor het laden en/of lossen voor ieder tijdvak van 8 dagen of minder € 0,20 per m; met dien verstande, dat voor elk vaartuig tenminste € 0,68 wordt geheven;

    • 2.

      voor vaartuigen, welke komen laden noch lossen, voor ieder tijdvak van 8 dagen of minder € 0,09 per m; met dien verstande, dat het recht volgens dit lid geheven nooit meer bedraagt dan het recht voor hetzelfde schip, berekend overeenkomstig lid 1. Voor toepassing van dit lid worden zondagen en erkende christelijke feestadgen niet meegerekend bij de berekening van het te heffen recht;

    • 3.

      voor vaartuigen, welke de haven binnenlopen voor het ondergaan van reparaties welke één week of langer duren, voor ieder tijdvak van vier weken of minder € 0,09 per m;;

    • 4.

      voor vaartuigen, welke alleen in de haven komen voor het inbouwen van een motor, €0,09 per m3 per dag.

      De vaartuigen, in dit lid bedoeld, hebben het recht om binnen 12 uur tijds twee proefvaarten te houden, zonder extra betaling van deze rechten;

    • 5.

      voor alle overige gebruik €0,09 per m; per dag.

  • b.

    bij betaling volgens abonnement per belastingjaar;

    • 1.

      voor het laden en/of lossen € 1,76 per m;;

    • 2.

      voor het ligplaats nemen, zonder recht van laden en/of lossen € 0,72 per m;

Artikel 5 Vrijstellingen

Van het havengeld zijn vrijgesteld:

  • 1.

    vaartuigen in dienst van de gemeente of een ander overheidslichaam;

  • 2.

    hospitaalschepen van alle nationaliteiten;

  • 3.

    vaartuigen en andere drijvende inrichtingen welke ten gevolge van de stremming der vaart door ijsgang en andere weersgesteldheid van het gemeentewater gebruik maken;

  • 4.

    de bij de vaartuigen behorende volgboten;

  • 5.

    vaartuigen, die uitsluitend in de haven verblijven om herstellingen te ondergaan welde korter duren dan één week, mits zij niet langer een ligplaats innemen dan de tijd die voor herstelling noodzakelijk is, met een maximaal van een week.

Hoofdstuk II. Kadegeld

Artikel 6 Belastbaar feit

Onder de naam Kadegelde wordt een recht geheven wegens het gebruik van de los- en laadwal voor:

  • a.

    opslag van goederen;

  • b.

    het laden en lossen van goederen en/of materialen voor zover dit geschiedt met gebruikmaking van een voertuig.

Artikel 7 Belastingplicht

Het recht bedoeld in artikel 6, sub a, wordt geheven van diegenen die de goederen doet opslaan en het recht bedoeld in artikel 6, sub b, van diegene die de goederen of materialen doet laden en/of lossen.

Artikel 8 Tarief

Het recht, bedoeld in artikel 6, sub a, bedraagt:

  • a.

    voor de eerste werkdag €0,11 per m2.

  • b.

    Voor elke volgende werkdag €0,09 per m2

De belasting bedoeld in artikel 6, sub b, bedraagt voor ieder tijdvak van 8 dagen €0,13 per m2 door het voertuig in gebruik genomen oppervlakte.

Hoofdstuk III. Invordering

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1. De haven- en kadegelden worden geheven bijwegen van een gedagtekende mondeling of schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De abonnementstarieven worden geheven door een gedagtekende nota.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

  • 4. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Een gedeelte van een jaar wordt voor een vol jaar gerekend.

Artikel 9a Termijnen van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 9, lid 1 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving; ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. De rechten als bedoeld in artikel 9, lid 2, moeten worden betaald, binnen twee weken na de dagtekening van de nota.

Hoofdstuk IV. Delegatie

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de haven- en kadegelden.

Hoofdstuk V. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Haven- en Kadegelden 1999 gemeentehaven Drimmelen”, vastgesteld op 3 december 1998 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Haven- en Kadegelden 2005 gemeentehaven Drimmelen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Drimmelen van 28 oktober 2004.
Mr. M.N.J. Schetters-Schuurbiers
Griffier
P.H.M. Jacobs-Aarts
Voorzitter