Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Drimmelen 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Drimmelen 2007

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Drimmelen 2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • b.

    Lid: lid van de rekenkamercommissie, op basis van artikel 2,2, eerste lid;

  • c.

    Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Drimmelen, ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • d.

    Doelmatigheid (efficiency): het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • e.

    Doeltreffendheid (effectiviteit): de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • f.

    Rechtmatigheid: de naleving van interne en externe regelgeving;

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit drie en tot vijf leden.

Artikel 3 Benoeming voorzitter en leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en benoemt één extern lid, zijnde de voorzitter.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van vier jaar, dan wel een in het benoemingsbesluit bepaalde andere periode.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 4. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 5. In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid.

  • 6. Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie bij de vergadering aanwezig is.

Artikel 4 Eed (verklaring en gelofte)

  • 1. Ten aanzien van de externe leden zoals bedoeld in het vorige artikel is art 81g (aflegging van eed) van de gemeentewet van toepassing, met dien verstande dat het woord rekenkamer wordt vervangen door rekenkamercommissie.

Artikel 5 Eind van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie;

    • d.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie, analoog aan artikel 81 f van de gemeentewet, met dien verstande dat het woord rekenkamer wordt vervangen door rekenkamercommissie;

    • e.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • f.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • g.

      Indien de raad van oordeel is dan een lid door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Overige betrekkingen rekenkamercommissie

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie kan in ieder geval niet een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a. t/m h. van de Gemeentewet. De uitzonderingen als bedoeld in het tweede lid van dat artikel zijn van toepassing.

  • 2. Het externe lid overlegt aan de raad periodiek een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die hij vervult.

Artikel 7 Reglement van Orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij brengt dit reglement ter kennis van de gemeenteraad.

Artikel 8 Ambtelijk secretaris

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 12 ambtelijke ondersteuning in te huren dan wel een ambtelijk secretaris te benoemen.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3. De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

  • 4. De secretaris is rechtspositioneel ondergebracht bij de griffie.

  • 5. De secretaris kan gebruik maken van de secretariële ondersteuning van de griffie.

Artikel 9 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 12 externe onderzoeksmedewerkers in te huren, respectievelijk externe deskundigen in te schakelen.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 4. De volgende criteria dienen door de rekenkamercommissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      Het moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang

    • c.

      Het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen

    • d.

      Er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken

    • e.

      De resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking

  • 5. De rekenkamercommissie beargumenteert de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria.

Artikel 11 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt de wenselijkheid om de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente Drimmelen mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente Drimmelen zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen

  • 7. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen termijn, die twee weken bedraagt, te reageren op de bevindingen van de rekenkamercommissie zoals vastgelegd in een nota van bevindingen. Deze nota bevat de onderzoeksvragen, de gehanteerde normen, de vastgestelde feiten en eventuele oordelen van de rekenkamercommissie. Middels deze reactie (de ambtelijke hoor- en wederhoor) wordt betrokkenen de gelegenheid geboden op basis van documenten de feiten te weerleggen, aan te vullen of van context te voorzien. De rekenkamercommissie neemt kennis van de reactie en informeert de betrokkenen over de eventuele verwerking van de reactie. De rekenkamercommissie legt in haar reglement van orde nadere regels vast voor het hoor- en wederhoorproces.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt het college van B&W, na het vaststellen van het rapport en de conclusies en aanbevelingen, in de gelegenheid om binnen een termijn van twee weken een bestuurlijke reactie te geven. Deze reactie richt zich in het bijzonder op de conclusies en de bestuurlijke voornemens met betrekking tot de aanbevelingen.

  • 9. Na ontvangst van de bestuurlijke reactie stelt de rekenkamercommissie het onderzoeksrapport vast, eventueel door het te voorzien van een naschrift. Het rapport met conclusies en aanbevelingen en de bestuurlijke reactie op het rapport wordt zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden kosten gebracht:

    • a.

      ambtelijk secretaris;

    • b.

      onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefeningen van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Drimmelen 2007”.

Artikelsgewijze toelichting op de artikelen van de verordening Rekenkamercommissie Drimmelen 2007

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om duidelijk te maken wat eronder wordt verstaan en om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2

Gemeenten kunnen op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vaststellen voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en een externe voorzitter.

Artikel 3

Uit een oogpunt van efficiency is gekozen voor benoeming voor een periode die ongeveer gelijk loopt met de bestuursperiode. De raad die in 2010 aantreedt kan dan korte na aantreden besluiten over de volgende periode.

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet en wordt hier ook van toepassing verklaard op de rekenkamercommissie.

Artikel 5

Dit artikel handelt over het einde van het lidmaatschap en over de invloed van de raad daarop. mogelijkheid hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties. De bepalingen zoals genoemd in de gemeentewet voor de Rekenkamer worden hier onverkort van toepassing verklaard op de Rekenkamercommissie Drimmelen.

Artikel 6

Dit artikel handelt over overige betrekkingen van de rekenkamercommissie. De bepalingen zoals genoemd in de gemeentewet voor de Rekenkamer worden hier onverkort van toepassing verklaard op de Rekenkamercommissie Drimmelen.

Artikel 7

In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als volgorde van aftreden, verhouding secretaris – voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoorts, geregeld.

Artikel 8

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De secretaris is voor de rekenkamercommissie de ingang naar de gemeentelijke organisatie.

Artikel 9

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door onderzoeksmedewerkers. Hun taken en bevoegdheden wordt hier geregeld.

Artikel 10

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren. De onderzoeken moeten zijn gericht op het evalueren van de effectiviteit van het beleid en het geven van rekenschap. De onderzoeken kunnen zich richten op zowel het college van burgemeester en wethouders en de ambtelijke organisatie als de raad. Het gaat om de leereffecten voor alle betrokkenen bij de beleidsvorming en beleidsuitvoering.

Artikel 11

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op de bevindingen. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden op basis van documenten er uit te halen en te corrigeren en eventueel gedocumenteerd ontbrekende feiten aan te dragen. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke portefeuillehouder of het college van burgemeester en wethouders de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen. De precieze werkwijze zal in het reglement van orde worden geregeld.

Artikel 12

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 13 en 14.

Deze artikelen behoeven geen toelichting.