Regeling vervallen per 13-07-2018

Verordening speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen 2017

Geldend van 23-09-2017 t/m 12-07-2018

Intitulé

Verordening speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen 2017

De raad van de gemeente Drimmelen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 augustus 2017;

gelet op artikel 30c tweede lid van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000 en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende verordening speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen.

Titel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 1 april 2014, Stb. 2014, 34;

  • c.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het spel resultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikel lid wordt uitgeoefend:

    • 1.

      Waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan zelfstandige betekenis kan worden toegekend;

    • 2.

      Waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.

  • g.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is.

  • h.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de wet;

  • i.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, die een speelautomatenhal exploiteert;

  • j.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • k.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Titel 2 Speelautomaten

Artikel 2

Titel 3 Speelautomatenhallen

Artikel 3

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen en/of te exploiteren;

  • 2. De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal 1 (één) speelautomatenhal een vergunning verlenen voor dat deel van de gemeente dat op de, bij deze verordening behorende, kaart is aangegeven.

Artikel 4

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • 1.

    Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • 2.

    Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • 3.

    Een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering is en dat deze met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

  • 4.

    Een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • 5.

    Een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder;

  • 6.

    Een bewijs dat in de speelautomatenhal sprake is van een toegangscontrole waarbij de leeftijd op deugdelijke wijze wordt gecontroleerd;

  • 7.

    Bescheiden waaruit blijkt dat aan de krachtens artikel 30d, vierde lid onder b van de Wet gestelde eis inzake kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico's van gokverslaving wordt voldaan;

  • 8.

    Een overzicht van de aard en locatie van de overige recreatieve functies binnen het complex, of in het geval van vestiging in een zelfstandig gebouw een overzicht van de gevestigde recreatieve functies die de speelautomatenhal met hun functie kunnen aanvullen en ondersteunen;

  • 9.

    Een veiligheidsplan, waarin wordt aangetoond welke maatregelen worden genomen om de openbare orde en de veiligheid van het parkeerterrein van de locatie te waarborgen;

  • 10.

    Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB).

Artikel 5

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt;

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6

  • 1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen vier weken, nadat hem dit is meegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren;

  • 2. Indien de aanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet ontvankelijk verklaren.

Artikel 7

De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 1.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld;

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam vermeld van de beheerder(s) en/of de bedrijfsleider(s);

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

  • 4.

    In een speelautomatenhal is geen verkoop of aanwezigheid van alcohol toegestaan; indien in hetzelfde gebouw een of meerdere horecagelegenheden aanwezig zijn waar alcohol wordt geschonken, moeten deze strikt gescheiden zijn van de speelautomatenhal;

  • 5.

    Degene aan wie een vergunning is verleend is, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen;

  • 6.

    Het gebruikmaken van een geldige exploitatievergunning voor een speelautomatenhal is alleen mogelijk in combinatie met een geldige aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal.

Artikel 8

De vergunning wordt geweigerd, indien:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

  • c.

    de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt. Hiervan kan de burgemeester ontheffing verlenen;

  • d.

    de ondernemer of de beheerder (s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

  • e.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    de ondernemer niet voldoet aan alle eisen zoals genoemd in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit;

  • g.

    de beheerder niet voldoet aan alle eisen zoals genoemd in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit;

  • h.

    in de speelautomatenhal meer dan 100 kansspelautomaten worden opgesteld;

  • i.

    indien de aanvrager de bij of krachtens titel VA van de wet gestelde bepalingen heeft overtreden in de drie jaren voorafgaand aan het moment van aanvraag van de vergunning;

  • j.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan en het bevoegd gezag niet bereid is deze strijd op te heffen;

  • k.

    de speelautomatenhal niet voldoet aan vereiste kwaliteit en uitstraling en productdifferentiatie;

  • l.

    de ondernemer onvoldoende heeft aangetoond te kunnen en zullen bijdragen aan preventie en bestrijding van gokverslaving;

  • m.

    indien ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om:

Artikel 9

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 7, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 4, onder 5, genoemde bescheiden, een nieuwe vergunning aan te vragen binnen 14 dagen nadat de in artikel 4 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden;

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomaten hal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 8, onder e;

  • b.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • c.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • d.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • e.

    indien in de inrichting strafbare feiten hebben plaatsgevonden dan wel de vergunninghouder dan wel de beheerder(s) in enige opzicht van slecht levensgedrag zijn bevonden;

  • f.

    de ondernemer niet langer gerechtigd is om over de ruimte te beschikken;

  • g.

    de ondernemer hierom verzoekt.

Artikel 11

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen één maand na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdige aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

  • 4. Indien een beheerder/ bedrijfsleider die op de vergunning staat vermeld niet meer als zodanig werkzaam is, dient de exploitant binnen vier weken nadat deze situatie is ontstaan, een aanvraag tot wijziging van de vergunning in.

  • 5. De bestaande vergunning vervalt van rechtswege zodra de op de vergunning vermelde exploitant de exploitatie feitelijk heeft beëindigd.

Artikel 12

Overtreding van artikel 3 van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 15

Vergunningen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal blijven van kracht totdat op een aanvraag, ingevolge artikel 3 van deze verordening, is beslist.

Artikel 16

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen 2017" en treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de "Verordening inzake speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen" d.d. 22 februari 2001 met inbegrip van alle verordeningen tot wijziging daarvan.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Made in zijn openbare vergadering van de gemeenteraad

d.d. 14 september 2017

voornoemd

F.M.C. Ronde
griffier
Drs. G.L.C.M. de Kok
voorzitter

Kaart zoals bedoeld in artikel 3 lid 2:

Sociaal cultureel Dorpshart Made, omgeving Kerkstraat (gerelateerd aan het Centrumplan Made):

afbeelding binnen de regeling

Haven van Drimmelen:

afbeelding binnen de regeling