Regeling vervallen per 06-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2011

Geldend van 06-01-2011 t/m 05-01-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2011

De Raad van de gemeente Drimmelen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

30 november 2010;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

B E S LU I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2011

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van één of meer honden.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden, of hiervoor in opleiding zijn;

  • b.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • c.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te samen met de moederhond worden gehouden;

  • d.

    die als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld, of hiervoor in opleiding zijn en door een stichting die is aangesloten bij “Assistent Dogs Europe” ter beschikking is gesteld;

  • e.

    waarvan de houder van de hond lid is van de Koninklijke Nederlandse Politie-hondenvereniging en voor de hond een geldend certificaat heeft , zijnde certificaat politiehond 1 of 2, objectbewakingshond, speurhond of reddingshond;

  • f.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Tarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar, per hond, € 75,36.

  • 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland € 272,88 per kennel.

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening hondenbelasting 2010”, vastgesteld op 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2011".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 16 december 2010
drs. G.L.C.M. de Kok, voorzitter
mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers, griffier