Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Het college van Drimmelen,

gelet op artikel 19, derde lid van de Beheersverordening algemene begraafplaats Leeuwerikstraat te Made, gemeente Drimmelen 2011;

besluiten vast te stellen de volgende nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats:

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • 1.

    grafbedekking: gedenkteken op een graf inclusief plantstrook bestaande uit beplanting en/of marmerslag/natuursteen;

  • 2.

    gedenkteken: steen, zerk of ander monument op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • 3.

    plantstrook: een gedeelte van het graf waarop lage beplanting en/of marmerslag/natuursteen is aangebracht;

  • 4.

    grafbeplanting: winterharde beplanting;

  • 5.

    dubbel graf: twee naast elkaar gelegen 1-diep particuliere graven (particulier graf + reservering waar al dan niet gebruik is van gemaakt);

  • 6.

    urnentegel: tegel op het urnengraf waarop opschriften of figuren aangebracht kunnen worden;

  • 7.

    sluitplaat: de nis in het Columbarium wordt afgesloten met een sluitplaat waarop opschriften of figuren aangebracht kunnen worden;

  • 8.

    gedenktegel: tegel ten behoeve van de gedenkplaats op de zuil bij de algemene verstrooiingsplaats voor het aanbrengen van opschriften of figuren.

Artikel 2 Aanvraag vergunning grafbedekking

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een grafbedekking (gedenkteken inclusief plantstrook) behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 3 Gedenkteken

  • 1. Een gedenkteken mag uitsluitend staand worden geplaatst aan het hoofdeinde van een graf.

  • 2. Onder hoofdeinde van een graf wordt verstaan de plaats waar de fundering, waarop het gedenkteken wordt geplaatst, is aangebracht.

  • 3. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 4. De hoogte van een gedenkteken bedraagt:

    • a.

      voor een kindergraf minimaal 40 centimeter en maximaal 80 centimeter;

    • b.

      voor een enkel graf minimaal 80 centimeter en maximaal 120 centimeter;

    • c.

      voor een dubbel graf minimaal 80 centimeter en maximaal 120 centimeter;

    • d.

      voor een urnengraf minimaal 80 centimeter en maximaal 100 centimeter.

  • 5. De breedte van een gedenkteken bedraagt:

    • a.

      voor een kindergraf minimaal 40 centimeter en maximaal 80 centimeter;

    • b.

      voor een enkel graf minimaal 60 centimeter en maximaal 80 centimeter;

    • c.

      voor een dubbel graf minimaal 60 centimeter en maximaal 140 centimeter;

    • d.

      voor een urnengraf minimaal 60 centimeter en maximaal 80 centimeter.

  • 6. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 7. Foto’s op het gedenkteken mogen niet groter zijn dan 9 bij 13 centimeter.

Artikel 4 Plantstrook

  • 1. De plantstrook mag afgebakend worden met lage beplanting van 20 centimeter hoog of met beton- of natuursteenbanden.

  • 2. De breedte van de plantstrook wordt gemeten aan de voorkant van de betonnen fundering waarop de gedenksteen is geplaatst naar de graskant, dit bedraagt 0,60 meter.

  • 3. De lengte van de plantstrook bedraagt niet meer dan het graf breed is, bij kindergraven is dit maximaal 0,80 meter, bij enkele graven is dit maximaal 0,95 meter en bij dubbele graven maximaal 1,95 meter.

  • 4. De plantstrook kan worden opgevuld door beplanting en/of natuursteen.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op de plantstrook van een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op de plantstrook van een graf losse bloemen te leggen. Op de plantstrook mogen eenjarige gewassen worden geplant. Op het grasgedeelte van het graf is voorgaande niet toegestaan.

Artikel 6 Winterharde gewassen

De winterharde gewassen die op de plantstroken van de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

Artikel 7 Aanvraag vergunning urnentegel

  • 1. De grafkelder voor het urnengraf wordt door de gemeente verstrekt en bestaat uit een kelder van 50 bij 50 bij 50 centimeter.

  • 2. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een urnentegel voor het urnengraf behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 3. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s).

  • 4. De lengte en de breedte van de urnentegel bedragen bedraagt 60 bij 60 centimeter.

  • 5. De dikte van de urnentegel bedraagt minimaal 3 en maximaal 7 centimeter.

  • 6. De inscripties en dergelijke dienen grijs of wit te zijn.

  • 7. Schilden met foto’s op de urnentegel mogen niet groter zijn dan 9 bij 13 centimeter.

Artikel 8 Aanvraag vergunning sluitplaat

  • 1. De sluitplaat voor het Columbarium wordt door de gemeente verstrekt en bestaat uit een belfast black granieten plaat van 2 centimeter dik.

  • 2. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een sluitplaat behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 3. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • b.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt of opgehakt zijn;

  • 4. De inscripties en dergelijke dienen grijs of wit te zijn.

  • 5. Schilden met foto’s op de sluitplaat mogen niet groter zijn dan 9 bij 13 centimeter.

Artikel 9 Aanvraag vergunning gedenktegel

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenktegel behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    a.de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s).

  • 3. De onderstaande voorschriften dienen in acht genomen te worden:

    • a.

      de hoogte van de gedenktegel is 17,5 centimeter en de breedte 20 centimeter;

    • b.

      de gedenktegel is gemaakt van het materiaal mabrite (zwartglas);

    • c.

      de inscripties en dergelijke dienen grijs of wit te zijn.

  • 4. Géén vergunning zal worden verleend voor het aanbrengen van schilden met foto’s.

Artikel 10 Beslissing

De beslissing op de aanvraag voor vergunning grafbedekking, sluitplaat of gedenktegel wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

Artikel 11 Plaatsen, verwijderen of vervangen grafbedekking, urnentegel, sluitplaat en gedenktegel

  • 1. Plaatsing, verwijdering en of vervanging van de grafbedekking, urnentegel, sluitplaat en gedenktegel mag slechts geschieden in overleg met en overeenkomstig de aanwijzingen van of vanwege het college/beheerder.

  • 2. De onder artikel 4 aangebrachte beplantingen en materialen op de plantstrook dienen 48 uur voor een begraving te worden verwijderd.

  • 3. De gemeente kan niet aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade aan de ingevolge artikel 4 aangebrachte beplantingen en materialen.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2011.

  • 2.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Regels grafbedekkingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 16 november 2010,
drs. G.L.C.M. de Kok, burgemeester,
drs. C. Smits, secretaris.

Toelichting modeluitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Artikel 1.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2.

Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op het graf en de plaats van het graf (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten.

Artikel 3.

De bekendmaking van de beschikking van burgemeester en wethouders geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de aanvrager.

Artikel 4 t/m 6.

Deze artikelen spreken voor zich.

Artikel 7.

Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op het urnengraf en de plaats van het urnengraf (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten.

Artikel 8.

Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op de nis en de plaats van de nis in het Columbarium (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten.

Artikel 9.

Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op de gedenkplaats op de zuil en de plaats van de gedenktegel op de zuil (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten.

Artikel 10 t/m 12.

Deze artikelen spreken voor zich.