Regeling vervallen per 11-06-2020

Verordening Handhaving Sociale Zaken 2013

Geldend van 20-06-2013 t/m 10-06-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 9 april 2013, No. B13.000292

gelet op artikel 147 lid 1 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 35, lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

gelet op artikel 35, lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

gezien het advies van de raadscommissie van mei 2013;

overwegende dat de raad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels dient te stellen over de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van uitkeringen en het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

B E S L U I T:

vast te stellen de hierna volgende “Verordening Handhaving Sociale Zaken 2013”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten;

    • c.

      raad: de gemeenteraad van de gemeente Dronten;

    • d.

      uitkering: de toepasselijke norm als bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 2 en 3 van de WWB of de toepasselijke netto grondslag als bedoeld in artikel 5, lid 3 tot en met 6 van de IOAW / IOAZ;

    • e.

      fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen dan waarop men recht zou hebben bij juiste en/of volledige informatieverstrekking;

    • f.

      misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wet;

    • g.

      oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond;

    • h.

      fraudepreventie: het voorkomen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;

    • i.

      frauderepressie: het reageren op geconstateerde fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 2. Fraudepreventie

  • 1. Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden vroegtijdig informeert over rechten en plichten die verbonden zijn aan het ontvangen van een uitkering en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • 2. Bij behandeling van de aanvraag van de belanghebbende kan gebruik gemaakt worden van alle gegevens die het college ter beschikking staan, als ook bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3. Frauderepressie

  • 1. Het college doet signaalgestuurd onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen;

  • 2. Indien het college na grondig onderzoek heeft vastgesteld dat er sprake is van fraude en/of misbruik en/of oneigenlijk gebruik, handelt het college conform de artikelen 18 en 18a van de WWB en de artikelen 20 en 20a van de IOAW/IOAZ over afstemming en de bestuurlijke boete;

  • 3. Indien een gedraging van een belanghebbende als bedoeld in het voorgaande lid leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 4. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 5. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking acht dagen na de bekendmaking; en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

  • 2. Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening, wordt de Verordening fraude Sociale Zaken gemeente Dronten met nummer B04.001083, vastgesteld door de raad op 28 oktober 2004, ingetrokken;

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Handhaving Sociale Zaken 2013.

Dronten, 30 mei 2013

de raad van Dronten,

D.Petrusma

griffier

P.C.J. Bleeker

plv. voorzitter

Algemene toelichting

Op grond van artikel 8a WWB (Wet werk en bijstand) is de gemeente verplicht om bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand én het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Dezelfde verplichting geldt op basis van artikel 35b van de IOAW en IOAZ. Aangezien handhavingbeleid en -uitvoering van de handhaving voor alle drie de wetten op dezelfde manier wordt uitgevoerd, is gekozen voor één verordening voor al deze wetten.

Deze verordening is beperkt van opzet en geeft enkel het kader aan dat door de gemeenteraad gesteld wordt. Het college heeft de kaders nader uitgewerkt in de Informatienota Handhaving Sociale Zaken. Deze nota wordt gelijktijdig met deze verordening aan de gemeenteraad aangeboden ter kennisname.

Onder handhaving worden alle activiteiten van de gemeente verstaan die erop gericht zijn dat regels worden nageleefd. Deze regels kunnen verdeeld worden in:

  • ·

    Het voorkomen van fraude (fraudepreventie)

  • ·

    Het bestrijden van fraude (frauderepressie)

In deze toelichting verstaan we onder fraude alle in de verordening genoemde vormen van fraude, dus zowel fraude, misbruik als oneigenlijk gebruik.

  • ·

    fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen dan waarop men recht zou hebben bij juiste en/of volledige informatieverstrekking;

  • ·

    misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wet;

  • ·

    oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond;

Het uiteindelijke doel van handhaven is dat (potentiële) klanten van Sociale Zaken de wet- en regelgeving uit zichzelf naleven. De kans dat mensen zich spontaan wet en regels houden, wordt groter als zij:

  • 1.

    Goed en tijdig geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten;

  • 2.

    De regels, en de controlepraktijk die daaruit voortvloeit, accepteren;

  • 3.

    De pakkans bij overtreding als hoog ervaren;

  • 4.

    Voldoende worden afgeschrikt door opgelegde én uitgevoerde straffen.

Vertaald naar de uitvoeringspraktijk betekent dit dat de afdeling Sociale Zaken klanten en burgers adequaat en vroegtijdig voorlicht, de dienstverlening optimaliseert, fraude snel en gericht detecteert en overtredingen metterdaad sanctioneert. De kunst van hoogwaardig handhaven is om deze preventieve en repressieve elementen in samenhang uit te voeren, zodat ze elkaar wederzijds versterken.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel1.Begripsomschrijvingen

De begrippen in de verordening hebben dezelfde betekenis als in de Awb, WWB, IOAW en de IOAZ. In lid 2 van de begripsomschrijvingen komen begrippen uit de verordening aan bod die niet in de wet expliciet beschreven staan.

Artikel2.Fraudepreventie

In dit artikel krijgt het college de opdracht om fraude te voorkomen door voorlichting en controle van de aanvraag voordat de uitkering is toegekend. Daarbij mag het college alle middelen gebruiken die het college ter beschikking staan.

Artikel3.Frauderepressie

In dit artikel krijgt het college de opdracht om fraude te bestrijden door onderzoeken uit te voeren en bij fraude een bestuurlijke boete op te leggen, de Afstemmingsverordening te volgen of aangifte bij het Openbare Ministerie te doen.

Artikel4.Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Er kunnen redenen zijn waardoor het niet wenselijk is om deze verordening te volgen. In dat geval kan bij hoge uitzondering een beroep gedaan worden op dit artikel om af te wijken van de kaders.

Artikel5.Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

Artikel6.Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting