Mandaatbesluit crisisorganisatie bevolkingszorg 2014 Flevoland en Gooi en Vechtstreek

Geldend van 22-02-2014 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit crisisorganisatie bevolkingszorg 2014 Flevoland en Gooi en Vechtstreek

Mandaatbesluit Crisisorganisatie Bevolkingszorg 2014 Flevoland en Gooi en Vechtstreek.

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Dronten, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

Gelet op artikel 160 lid 1, onder e, van de Gemeentewet, hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.2.3 lid 2 en 2.3.1, onder a, e en f, van het Besluit veiligheidsregio’s en de Wet veiligheidsregio’s;

Overwegende dat:

  • ·

    dat het Bestuur van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek op 8 december 2011 en het bestuur van de veiligheidsregio Flevoland op 21 december 2011 het regionaal crisisplan voor de veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek hebben vastgesteld, waarin o.a. is opgenomen de operationele hoofdstructuur voor ook de kolom bevolkingszorg;

  • ·

    dat hierin specifiek de functies van Officier van Dienst bevolkingszorg, Algemeen Commandant Bevolkingszorg en hoofden taakorganisatie bevolkingszorg worden genoemd;

  • ·

    dat het van belang is, voor de uitvoering van deze operationele functies bevolkingszorg ten behoeve van de getroffen gemeente(n) een aantal specifieke bevoegdheden te mandateren.

Besluit

vast te stellen het navolgende besluit mandaat, volmacht en machtiging crisisorganisatie onderdeel Bevolkingszorg 2014:

Artikel 1 Verlenen mandaat

Aan de in het onderstaande schema genoemde functionarissen wordt mandaat, volmacht en /of machtiging verleend om in naam en onder verantwoordelijkheid van het bevoegde bestuursorgaan bevoegdheden uit te oefenen, privaatrechtelijke handelingen te verrichten of handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Bevoegdheid

Functionaris

Bijzonderheden

1.

Alarmeren en opschalen van (onderdelen van) het regionale team Bevolkingszorg

Dienstdoende functionaris binnen functiestructuur bevolkingszorg

2.

Uitvoeren taken Regionale Crisisplan en processen bevolkingszorg

Dienstdoende functionaris binnen functiestructuur bevolkingszorg

Na alarmering en zonder separate opdracht of instructie

3.

Opdrachten verlenen aan externen tot en met GRIP 1

Officier van Dienst Bevolkingszorg

In een buitengewone omstandigheid om de gevolgen van een dreigende ramp of calamiteit te bestrijden of te beperken.

4.

Opdrachten verlenen aan externen vanaf GRIP 2

Algemeen commandant Bevolkingszorg

In een buitengewone omstandigheid om de gevolgen van een dreigende ramp of calamiteit te bestrijden of te beperken.

5.

Uitgaven doen tot een bedrag van € 15.000,-

Officier van Dienst Bevolkingszorg

Ten tijde van een incident ter bestrijding van dit incident

6.

Uitgaven doen tot een bedrag van € 50.000,-

Algemeen commandant Bevolkingszorg

Ten tijde van een incident ter bestrijding van dit incident

7.

Uitgaven doen tot een bedrag van € 1000,-

Dienstdoende hoofden taakorganisaties Bevolkingszorg

Ten tijde van een incident ter bestrijding van het incident

Artikel 2 Reikwijdte mandaat

Op het mandaat, de volmacht en de machtiging zijn géén specifieke beperkingen van toepassing.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: "Mandaatbesluit Crisisorganisatie Bevolkingszorg 2014 Flevoland en Gooi en Vechtstreek”

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking,.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 28 januari 2014 en aldus vastgesteld door de burgemeester op 28 januari 2014.

Het college van burgemeester en wethouders (voor zijn bevoegdheden),

De secretaris, De burgemeester,

R.Kool mr. A.B.L. de Jonge

De burgemeester (voor zijn/haar bevoegdheden),

Mr. A.B.L. de Jonge

Toelichting mandaatbesluit Crisisorganisatie Bevolkingszorg 2014 Flevoland en Gooi en Vechtstreek.

Algemeen

Voor de verschillende operationele functies voor de bevolkingszorg tijdens een crisis of ramp bestaat géén regionale uniforme mandateringsregeling (met uitzondering van de communicatie door de taakorganisatie crisiscommunicatie). Voorgesteld wordt nu een uniform mandaatbesluit vast te laten stellen door het algemeen bestuur van de beide veiligheidsregio’s en door de vijftien gemeenten in Flevoland en Gooi en Vechtstreek. Dit omdat in een crisissituatie de betrokken medewerkers bevoegdheden uitoefenen die normaliter behoren bij de gemeentelijke organisatie (verlengd lokaal bestuur in de praktijk).

In dit mandaatbesluit wordt mandaat gegeven aan een drietal functionarissen in de kolom bevolkingszorg: de Officier van Dienst (OvD), de Algemeen Commandant Bevolkingszorg (ACBz) en de hoofden taakorganisatie (HTO). In het mandaatbesluit wordt verwezen naar:

  • ·

    Artikel 160 lid 1 onder e gemeentewet, wat zich richt op het sluiten van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente (de publiekrechtelijke rechtshandelingen tijdens een crisis of ramp blijven voorbehouden aan de bevoegde gezagen, meestal de burgemeester).

  • ·

    Hoofdstuk 10 Algemene wet bestuursrecht wat zich richt op de formele regels m.b.t. het geven van mandaat, delegatie en attributie;

  • ·

    Artikel 2.2.3 lid 2 van het Besluit veiligheidsregio waarin wordt aangegeven dat de meldkamer andere functionarissen en eenheden kan alarmeren (waaronder eenheden bevolkingszorg). In artikel 2.3.1. onder a, e en f wordt hierbij aangegeven dat dit leden van het CoPI (de OvD), het ROT (de ACBz) of leden van het team bevolkingszorg (de hoofden taakorganisatie) kunnen zijn.

Artikelgewijs

Artikel 1 beschrijft de functionarissen en geeft aan wanneer deze bevoegd zijn om iets te doen. In dit artikel is ook opgenomen tot welk bedrag een functionaris financieel mandaat heeft. Daarbij kan een OvD of ACBz via zijn mandaat (resp. €15.000 respectievelijk €50.000) een hoofd taakorganisatie opdracht geven tot inzet van middelen of materieel, mits dit het bedrag van het hem gegeven mandaat niet te boven gaat. Het mandaat voor de hoofd taakorganisatie van €1.000 richt zich meer op kleine uitgaven die tijdens een crisis voor de voortgang van zijn taakorganisatie moeten worden gedaan. Voor alle functionarissen geldt dat zij na afloop van de crisis aangeven waarvoor financiële verplichting zijn aangegaan.

Artikel 2 geeft de mogelijkheid om per gemeente bepaalde afwijkingen van de algemene mandatering te geven. Voorgesteld wordt om van deze mogelijkheid géén gebruik te maken. Het mandaat is algemeen van aard en strekt zich uit op crisis- en rampensituaties, waarbij snelheid van handelen noodzakelijk is. Beperkingen passen hier niet bij.

De artikelen 3 en 4 geven de citeertitel en de datum van inwerkingtreding aan.

Het mandaat wordt rechtstreeks vanuit college of burgemeester gegeven. In sommige gemeenten is het gebruikelijk dat mandaat van het college altijd aan de gemeentesecretaris wordt gegeven, die vervolgens doormandateert. In het hierboven beschreven mandaat is echter sprake van een crisissituatie, waarbij voor de crisis de OvD of ACBz de operationeel hoogst leidinggevende is. Daarbij past rechtstreeks mandaat vanuit het college.

De vaststelling van dit algemene mandaatbesluit door de veiligheidsbesturen en individuele gemeenten betekent dat dit algemene mandaatbesluit in een crisis- of rampsituatie van toepassing is, ongeacht of er sprake is van lokale invulling van een functie, een invulling tussen gemeenten onderling, regionale of interregionale invulling. Ook op tijdelijke extra inzet van bijvoorbeeld OvD’s (grote evenementen, mits opgeschaald) is deze mandaatregeling van toepassing.