Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregels marginale zelfstandigen in de Participatiewet en de IOAW

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

gelet op de Participatiewet en de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw);

overwegende dat het college bevoegd is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze wetten;

B E S L U I T:

Vast te stellen de hierna volgende Beleidsregels marginale zelfstandigen in de Participatiewet en de Ioaw

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Ioaw, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet (GW).

  • 2. Marginale zelfstandige activiteiten: productieve activiteiten van geringe omvang die bescheiden inkomsten opleveren en die voor eigen rekening en risico worden uitgevoerd door uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt vanwege oorzaken als sociaal-culturele achtergronden, het ontbreken van opleiding, het gebrek aan ervaring met werken in loondienst, of de lange werkloosheidsduur. Deze activiteiten zullen naar verwachting, ook op termijn, niet leiden tot voldoende inkomsten om zelfstandig in de kosten van het levensonderhoud te kunnen voorzien.

Artikel 2. Doelgroep

Deze beleidsregels zijn van toepassing op uitkeringsgerechtigden Participatiewet en Ioaw. Zelfstandige werkzaamheden met behoud van Ioaz-uitkering zijn niet toegestaan.

Artikel 3. Beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt

De uitkeringsgerechtigde moet blijven voldoen aan de verplichtingen genoemd in artikel 9 van de Participatiewet. De werkzaamheden mogen de mogelijkheid tot een eventuele arbeidsinschakeling in loondienst en/of een eventueel re-integratie-traject niet in de weg staan. Daarom moet de aard van de zelfstandige activiteiten zodanig zijn dat de activiteiten kunnen worden gestaakt zodra de uitkeringsgerechtigde daadwerkelijk arbeid in loondienst kan aanvaarden.

Artikel 4. Vergunningen

De uitkeringsgerechtigde moet voldoen aan de voor de betreffende activiteiten verplichte vestigingseisen en beschikken over de vereiste vergunningen. Vereist zijn: - inschrijving bij de Kamer van Koophandel, - een BTW nummer en BTW administratie. Illegale en strafrechtelijk verboden activiteiten zijn niet toegestaan.

Artikel 5. Uitvoeringsregels

  • 1. Wanneer het verrichten van werkzaamheden als zelfstandige met behoud van de uitkering op grond van de Participatiewet of een Ioaw-uitkering wordt toegestaan dan wordt daaraan geen maximum termijn verbonden.

  • 2. Er wordt geen grens gesteld ten aanzien van het aantal uren dat maximaal mag worden gewerkt. Ook indien het aantal gewerkte uren hoger is dan het aantal uren dat door de Belastingdienst wordt gehanteerd voor de toepassing van de zelfstandigenaftrek (1225 uren per jaar = 49 weken van 25 uur per week), kan sprake zijn van marginale zelfstandige activiteiten.

  • 3. Op de uitkering wordt een vooraf geschat inkomen in mindering gebracht. Daarbij wordt rekening gehouden met de wettelijke inkomstenvrijlatingen als bedoeld in artikel 31, lid 2 onder n, r en z van de Participatiewet. Onder inkomen wordt verstaan: omzet (excl. BTW) minus inkopen (excl. BTW) minus kosten (excl. BTW). Afschrijvingen worden niet tot de kosten gerekend. Noodzakelijke investeringen kunnen evenmin als kosten worden aangemerkt – voor noodzakelijke investeringen kan een aanvraag voor bijzondere bijstand worden ingediend. Na ontvangst van de jaarcijfers wordt het inkomen definitief vastgesteld, waarna wordt overgegaan tot nabetaling dan wel terugvordering. Eventuele verliezen zijn voor eigen risico.

  • 4. Van de gewerkte uren, de inkomsten en de uitgaven moet een deugdelijke administratie worden bijgehouden. De boekhouding kan bestaan uit een jaarrekening (balans, verlies- en winstrekening en toelichting) of een kasboek (zo mogelijk in combinatie met een BTW-aangifte). Na afloop van elk jaar moet voor 1 juli van het volgende jaar de boekhouding alsmede een kopie van de aangifte inkomstenbelasting (van beide partners) worden ingeleverd.

  • 5. Voor de geleverde producten of diensten dienen de gebruikelijke marktprijzen te worden gevraagd.

Artikel 6. Bijstand voor belastingaanslag

Voor de belasting die verschuldigd is vanwege de behaalde winst uit onderneming kan op aanvraag algemene bijstand worden verleend.

Artikel 7. Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking per 1 januari 2015.

  • 2. Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de “Beleidsregels marginale zelfstandigen”, vastgesteld door het college op 27 augustus 2013, ingetrokken.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregels Marginale zelfstandigen.

Dronten, 18 november 2014

Het college van Dronten

R.Kool mr. A.B.L. de Jonge

secretaris burgemeester

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten, ook de Verordening moet worden gewijzigd. Ten aanzien van het begrip “marginale zelfstandige activiteiten” is aangesloten bij de definitie die hiervan is gegeven in de verzamelbrief van 18-02-2003 van de toenmalige staatssecretaris van SZW.

Indien er twijfel bestaat over een uitkeringsgerechtigde voldoet aan deze omschrijving, dan kan advies worden gevraagd bij het Zelfstandigenloket Flevoland.

Artikel 2. Doelgroep

Op grond van artikel 6, lid 2 onder a van de Ioaz is het voor ex-zelfstandigen niet toegestaan om zelfstandige werkzaamheden te hervatten met behoud van de uitkering.

De Participatiewet en de Ioaw kent geen beperkingen op dit onderdeel.

Artikel 3. Beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt.

Geen nadere toelichting.

Artikel 4. Vergunningen

Geen nadere toelichting.

Artikel 5. Uitvoeringsregels

Geen nadere toelichting.

Artikel 6. Bijstand voor belastingaanslag

Inkomsten van een zelfstandige zijn op voorhand bruto-inkomsten. Op de uitkering worden deze inkomsten gekort als netto-inkomsten. Deze wijze van inkomenskorting kan leiden tot een belastingaanslag achteraf omdat er een te hoog bedrag aan inkomsten is gekort. Indien hiervan sprake is dan wordt dit achteraf gecorrigeerd middels nabetaling van de uitkering.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Geen nadere toelichting

Artikel 8. Citeertitel

Geen nadere toelichting