Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015

Geldend van 13-12-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 21 oktober 2014, No. B14.001429

gelet op artikel 229 Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie van november 2014;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden (Marktgeldverordening 2015)

Geconsolideerde tekst van de regeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. kwartaal: drie achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op  1 januari april, 1 juli en 1 oktober;

  • b. dag: 0.00 uur tot 24.00 uur;

  • c. meter: strekkende meter (m1);

  • d. markt: de door het college ingestelde warenmarkt, op grond van de Marktverordening Dronten 2015;

  • e. vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten een vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • f. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • g. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • h. losse standplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen.

  • i. GBLT: het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn te Zwolle.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden wordt voor het innemen van een standplaats op een markt een recht geheven.

Artikel 3 Belastingplichtig

De marktgelden worden geheven van degene die op een markt in de gemeente Dronten een standplaats inneemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De marktgelden worden geheven naar de frontbreedte per meter van de standplaats.

  • 2. Voor een markt gehouden in de kern Dronten bedragen de marktgelden:

    • a.

      Voor vaste standplaatshouders € 91,45 per m¹, doch ten minste € 365,75;

    • b.

      Voor losse standplaatshouders per dag of een gedeelte daarvan € 2,20 per m¹, doch ten minste € 8,65.

  • 3. Voor een markt gehouden in de kernen Biddinghuizen of Swifterbant bedragen de marktgelden:

    • a.

      Voor vaste standplaatshouders € 75,80 per m¹, doch ten minste € 303,00;

    • b.

      Voor losse standplaatshouders per dag of een gedeelte daarvan € 1,80 per m¹, doch ten minste € 7,00.

  • 4. De in de voorgaande leden genoemde rechten worden verhoogd bij gebruik van een elektriciteitsaansluiting:

    • a.

      Voor vaste standplaatshouders

      • i.

        met € 78,25 indien gebruik uitsluitend dient voor verlichting;

      • ii.

        met € 137,75 in alle andere gevallen.

    • b.

      Voor losse standplaatshouders

      • i.

        met € 1,80 indien gebruik uitsluitend dient voor verlichting;

      • ii.

        met € 2,70 in alle andere gevallen.

  • 5. Voor de berekening van de marktgelden wordt een gedeelte van een meter als een volle meter aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van vaste standplaatshouders, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van losse standplaatshouders, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Heffingstijdvakken

  • 1. De marktgelden, als bedoeld in artikel 5, die geheven worden van vaste standplaatshouders, worden geheven over een heffingstijdvak van een jaar.

  • 2. De marktgelden, als bedoeld in artikel 5, die geheven worden van losse standplaatshouders, worden geheven over een heffingstijdvak van een dag.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De marktgelden, als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van vaste standplaatshouders is verschuldigd bij de begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in artikel 4, dat geheven wordt van vaste standplaatshouders, verschuldigd voor zoveel kwartalen van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de aanvang van de belastingplicht zijn, waarbij een gedeelte van een kwartaal als geheel kwartaal wordt berekend.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de belasting bedoeld in artikel 4, dat geheven wordt van vaste standplaatshouders, voor zoveel kwartalen van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4. De marktgelden, als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van losse standplaatshouders, is verschuldigd op het tijdstip dat de standplaats wordt ingenomen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2. Belastingaanslagen waarvan de dagtekening in het desbetreffende belastingjaar ligt en waarvoor de belastingplichtige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan twee bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.

  • 3. Op de in lid 2 van dit artikel geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4. De marktgelden, als bedoeld in artikel 4, dat geheven wordt van losse standplaatshouders, moeten worden betaald op het moment van het uitreiken van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van GBLT

Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.

Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2014’ van 28 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Marktgeldverordening 2015’.

Dronten, 27 november 2014

de raad van Dronten,

A.C. Visser-Teeuwen mr. A.B.L. de Jonge

adjunct-griffier voorzitter