Regeling vervallen per 29-11-2018

Subsidiebeleidsregels 2016

Geldend van 22-10-2016 t/m 28-11-2018

Intitulé

Subsidiebeleidsregels 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

gelet op

  • ·

    artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;

  • ·

    artikel 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • ·

    artikel 3, eerste lid van de Algemene subsidieverordening;

overwegende dat het de bevoegdheid heeft om beleidsregels en nadere regels te stellen over de verlening, vaststelling, betaling, verrekening en terugvordering van subsidies;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Subsidiebeleidsregels 2016

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze beleidsregels verstaan onder:

    • a.

      activiteitensubsidie:

  • een subsidie voor een prestatie, product of dienst die door de subsidieontvanger wordt geleverd en waarvoor het college nadere afspraken kan vastleggen in een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    algemene reserve:

  • afgezonderde vermogensbestanddelen met een algemeen karakter, vrij aanwendbaar en met het doel eventuele bedrijfsrisico’s op te vangen;

  • c.

    amateurkunst:

    activiteit op het gebied van muziek, dans, toneel, schilderkunst, beeldhouwkunst, audiovisuele kunst en literatuur, die niet professioneel, maar uit liefhebberij wordt uitgevoerd;

  • d.

    basissubsidie:

  • een subsidie voor vrijwilligersorganisaties in de vorm van een tegemoetkoming in de bestuurlijke kosten;

  • e.

    begrotingsjaar:

    een kalenderjaar (kalenderjaar = subsidiejaar);

  • f.

    bestemmingsreserve:

  • afgezonderde vermogensbestanddelen waar vooraf een specifieke bestemming aan is gegeven;

  • g.

    voorziening:

  • tot het vreemd vermogen behorende vermogensbestanddelen die gevormd zijn met het oog op toekomstige verplichtingen, waarvan de omvang onzeker is, maar waarvan redelijkerwijs de hoogte kan worden geraamd;

  • h.

    vrijwilliger:

  • een persoon die in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald werk verricht voor andere mensen of voor de samenleving;

  • i.

    vrijwilligersorganisatie:

    een organisatie waar de werkzaamheden in belangrijke mate worden uitgevoerd door vrijwilligers en de bestuursleden het bestuurswerk onbezoldigd verrichten;

  • j.

    SROI:

    Social Return On Investment (SROI) is het bieden van arbeidsplaatsen, werkervaringsplaatsen of opleidingsplaatsen aan personen met een uitkering van de gemeente Dronten.

    De begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Algemene subsidieverordening zijn van toepassing op de begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt.

Artikel 2. Looptijd

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking en zijn alleen van toepassing op subsidies die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2016.

Artikel 3. Integriteitsbeoordeling

Het college kan een gevraagde subsidie weigeren of een verleende subsidie wijzigen of intrekken in het geval en onder de voorwaarden, als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 4. Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van een subsidie en het verstrekken van gegevens moet een aanvrager gebruik maken van het door het college vastgesteld aanvraagformulier dat op de gevraagde subsidie van toepassing is.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan, met inachtneming van de door de raad gestelde financiële kaders, subsidieplafonds vaststellen voor activiteiten binnen bepaalde categorieën subsidies en binnen bepaalde beleidsterreinen of werkvelden.

  • 2.

    De subsidieplafonds per categorie subsidie, beleidsterrein of werkveld en de verdeling van de beschikbare middelen zijn opgenomen in artikel 7, artikel 8 en artikel 9 van deze beleidsregels.

  • 3.

    Als bij het vaststellen van een subsidieplafond geen verdeling is bepaald, dan wordt de beschikbare subsidie verdeeld in de volgorde van de ontvangst van de aanvragen.

Artikel 6. Categorieën subsidies

  • 1. Het college hanteert als onderverdeling in incidentele subsidies:

    • a.

      incidentele activiteitensubsidie.

  • 2. Het college hanteert als onderverdeling in structurele subsidies:

    • a.

      basissubsidie;

    • b.

      structurele activiteitensubsidie;

  • 3. De per subsidie van toepassing zijnde aanvullende inhoudelijke regels zijn opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregels. De bijlage maakt deel uit van deze beleidsregels.

Artikel 7. Basissubsidie

  • 1. Een basissubsidie kan alleen worden aangevraagd door vrijwilligersorganisaties van wie de activiteiten zich in hoofdzaak afspelen op de volgende terreinen of werkvelden:

    • a.

      amateurkunst;

    • b.

      zorg en maatschappelijke ondersteuning;

    • c.

      ouderenwerk;

    • d.

      jongerenwerk;

    • e.

      sport.

  • 2. Basissubsidie wordt verleend aan vrijwilligersorganisaties die een vereniging zijn, statutair gevestigd in de gemeente Dronten, met minimaal 15 contributie betalende actieve leden die woonachtig zijn in de gemeente Dronten.

  • 3. Basissubsidie wordt tevens verleend aan vrijwilligersorganisaties die een stichting zijn, statutair gevestigd in de gemeente Dronten, met minimaal 15 in de gemeente Dronten woonachtige personen die deelnemen aan de activiteiten van de organisatie.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de in het tweede lid en het derde lid genoemde minimale aantallen personen.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het tweede en het derde lid kan het college een basissubsidie toekennen aan afdelingen van landelijke stichtingen of verenigingen, waarbij de afdeling geen volledige rechtsbevoegdheid heeft, maar de landelijke organisatie wel.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het tweede en het derde lid kan het college een basissubsidie toekennen aan rechtspersonen die niet statutair gevestigd zijn in Dronten, als deze rechtspersoon wel fysiek gevestigd is in Dronten en activiteiten organiseert die zich hoofdzakelijk in Dronten afspelen.

  • 7. In het geval van een omni-vereniging, waarbij meerdere zelfstandig georganiseerde verenigingsonderdelen binnen de vereniging zijn ondergebracht, kan deze vereniging in aanmerking komen voor een basissubsidie voor elk van de zelfstandige onderdelen wanneer:

    • a.

      het onderdeel volgens de subsidiebeleidsregels in aanmerking zou komen voor een basissubsidie wanneer het een zelfstandige rechtspersoon zou zijn;

    • b.

      het onderdeel, indien daartoe de mogelijkheid bestaat, is aangesloten bij een regionale of landelijke koepelorganisatie.

  • 8. Per vrijwilligersorganisatie wordt maximaal één basissubsidie per begrotingsjaar verleend.

  • 9. In het begrotingsjaar 2016 is het subsidieplafond voor basissubsidies 24.000 euro, waarbij er per aanvrager maximaal 400 euro beschikbaar is.

  • 10. Een aanvraag tot verlening van een basissubsidie moet zijn ingediend voor 1 december 2015.

  • 11. De aanvragen ingediend voor 1 december 2015 worden gelijkgesteld. Wanneer het subsidieplafond als genoemd in het negende lid wordt overschreden, dan wordt voor alle aanvragers naar rato het bedrag van de basissubsidie verlaagd.

  • 12. Voor aanvragen ingediend na 1 december 2015 wordt de rest van het beschikbare bedrag van het subsidieplafond in de volgorde van ontvangst van de aanvragen verdeeld.

  • 13. Een basissubsidie wordt direct bij verlening vastgesteld, waarbij de subsidieontvanger geen rekening en verantwoording hoeft in te dienen.

Artikel 8. Activiteitensubsidie

  • 1. Een aanvraag tot verlening van een structurele activiteitensubsidie lager dan 50.000 euro moet zijn ingediend voor 1 december 2015.

  • 2. Een aanvraag tot verlening van een structurele activiteitensubsidie hoger of gelijk aan 50.000 euro moet zijn ingediend voor 1 september 2015.

  • 3. Een incidentele activiteitensubsidie moet, tenzij het college anders besluit, tenminste twaalf weken voor het begin van de te subsidiëren activiteit zijn ingediend.

  • 4. In het begrotingsjaar 2016 zijn er de volgende subsidieplafonds voor activiteitensubsidies, waarbij de subsidieplafonds gelden voor incidentele en structurele activiteitensubsidies gezamenlijk:

    • a.

      subsidieplafond dorpsbelangen (inclusief STAD) van 15.000 euro, waarbij per aanvrager maximaal 5.000 euro subsidie wordt verleend;

    • b.

      subsidieplafond zorg en maatschappelijke ondersteuning van 20.000 euro, onderverdeeld in een maximum van 11.500 euro voor gehandicaptenzorg, maximaal 7.000 euro voor slachtofferhulp en maximaal 1.500 euro voor overige activiteiten zorg en maatschappelijke ondersteuning;

    • c.

      subsidieplafond sport van 10.000 euro, waarbij per aanvrager maximaal 1.000 euro beschikbaar is;

    • d.

      subsidieplafond Brede impuls combinatiefuncties (Buurtsportcoach) van 180.000 euro, waarbij per te realiseren fulltime functie maximaal 20.000 euro beschikbaar is;

    • e.

      subsidieplafond promotie Dronten van 15.000 euro, waarbij per aanvrager maximaal 5.000 euro beschikbaar is;

    • f.

      subsidieplafond kunst en cultuur van 7.850 euro, waarbij per aanvrager maximaal 1.500 euro beschikbaar is en waarbij nieuwe initiatieven voorrang hebben op bestaande initiatieven en publiek toegankelijke initiatieven voorrang hebben op beperkt toegankelijke initiatieven;

    • g.

      subsidieplafond verkeersveiligheid waarvan de hoogte en de verdeling door het college nader wordt vastgesteld;

    • h.

      subsidieplafond 4 mei herdenking van 9.793 euro;

    • i.

      subsidieplafond peuterspeelzaalwerk van 306.000 euro;

    • j.

      subsidieplafond Maatschappelijk Fonds waarvan de hoogte is opgenomen in de gemeentebegroting 2016 en waarvan de werkwijze en criteria zijn opgenomen in de bijlage bij deze Subsidiebeleidsregels 2016;

    • k.

      subsidieplafond jeugd van 10.000 euro;

    • l.

      subsidieplafond volwasseneneducatie (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) van 52.000 euro, waarbij 26.000 euro beschikbaar is voor gecertificeerde taalaanbieders en 26.000 euro beschikbaar is voor Huis voor Taal Dronten;

    • m.

      subsidieplafond “Het beste idee van Dronten” waarbij maximaal 22.500 euro beschikbaar is voor subsidietender 1 en maximaal 22.500 euro voor subsidietender 2;

    • n.

      voor de overige activiteitensubsidies bestaat het subsidieplafond uit het bedrag dat per ontvanger van een activiteitensubsidie in de begroting van de gemeente is opgenomen.

  • 5. De aanvragen voor een activiteitensubsidie lager dan 50.000 euro ingediend voor 1 december 2015 worden gelijkgesteld. Wanneer een subsidieplafond als genoemd in het vierde lid wordt overschreden, dan wordt voor alle aanvragers naar rato het bedrag van de activiteitensubsidie verlaagd.

  • 6. De aanvragen voor een activiteitensubsidie lager dan 50.000 euro ingediend na 1 december 2015 wordt de rest van het beschikbare bedrag van een subsidieplafond in de volgorde van ontvangst van de aanvragen verdeeld.

  • 7. De aanvragen voor een activiteitensubsidie hoger of gelijk aan 50.000 euro ingediend voor 1 september 2015 worden gelijkgesteld. Wanneer een subsidieplafond als genoemd in het derde lid wordt overschreden, dan wordt voor alle aanvragers naar rato het bedrag van de activiteitensubsidie verlaagd.

  • 8. De aanvragen voor een activiteitensubsidie hoger of gelijk aan 50.000 euro ingediend na 1 september 2015 wordt de rest van het beschikbare bedrag van een subsidieplafond in de volgorde van ontvangst van de aanvragen verdeeld.

  • 9. Structurele activiteitensubsidies kunnen jaarlijks door het college worden geïndexeerd in overeenstemming met de gemeentelijke begrotingsrichtlijnen.

  • 10. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het indexeringspercentage dat in de begrotingsrichtlijnen van de gemeente is opgenomen.

  • 11. Een activiteitensubsidie van 5.000 euro of lager wordt direct bij verlening vastgesteld, waarbij de subsidieontvanger geen rekening en verantwoording hoeft in te dienen.

  • 12. Met ontvangers van een structurele activiteitensubsidie van 100.000 euro of meer worden afspraken gemaakt over SROI.

Artikel 9. Incidentele activiteitensubsidie reductie EPC-norm woningen

  • 1. In het begrotingsjaar 2016 is er een subsidieplafond, waarvan de hoogte is opgenomen in de gemeentebegroting 2016, voor de reductie van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van woningen behorende bij de eerste fase van woonwijk De Graafschap in Biddinghuizen, waarbij per woning een subsidie van 2.500,00 euro beschikbaar is wanneer de EPC van de woning 0,1 lager is dan de wettelijke EPC-norm en per woning een subsidie van 5.000,00 euro beschikbaar is wanneer de EPC van de woning 0,2 lager is dan de wettelijke EPC-norm.

  • 2. Voor het aanvragen van subsidie als bedoeld in dit artikel moet een aanvrager gebruik maken van het aanvraagformulier subsidie reductie EPC en de aanvraag gelijktijdig indienen met de aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning.

  • 3. Voor de gereedmelding van de reductiemaatregelen moet een aanvrager gebruik maken van het gereedmeldingsformulier subsidie reductie EPC, gelijktijdig met de gereedmelding van de woning.

  • 4. De subsidie wordt na gereedmelding vastgesteld en verleend door het college en uitbetaald aan de eerste eigenaar van de kavel waar de betreffende woning gerealiseerd is.

  • 5. Het college zal voor subsidies als bedoeld in dit artikel geen gebruik maken van artikel 10, eerste lid, onder d Algemene subsidieverordening.

  • 6. Er wordt geen subsidie verleend wanneer:

    • a.

      er geen omgevingsvergunning wordt verleend;

    • b.

      de EPC van de woning niet lager of gelijk is aan de wettelijke EPC-norm minus 0,1.

  • 7. Wanneer voor een woning van de eerste fase van woonwijk De Graafschap na gereedmelding van de woning geen subsidie reductie EPC wordt verleend, of een subsidie lager dan 5.000,00 euro, dan valt het resterende budget voor die woning terug aan de grondexploitatie van De Graafschap.

Artikel 10. Subsidiabele kosten

  • 1. Het college onderscheidt de volgende subsidiabele kosten:

    • a.

      personeelskosten;

    • b.

      huisvestingskosten;

    • c.

      organisatiekosten

    • d.

      materiaalkosten;

    • e.

      activiteitenkosten;

    • f.

      afschrijvingskosten;

    • g.

      gemeentelijke belastingen en heffingen;

    • h.

      accountantskosten.

  • 2. Tenzij het college anders besluit zijn de volgende kosten geen subsidiabele kosten:

    • a.

      kosten van acties en dergelijke ter verwerving van inkomsten, inclusief ledenwerfacties en verzoeken om sponsorbijdragen;

    • b.

      kosten van consumpties, traktaties, rookwaren, geschenken en attenties voor zover deze geen directe relatie hebben met de subsidieontvanger en de activiteiten van de subsidieontvanger;

    • c.

      kosten verbonden aan festiviteiten ter gelegenheid van jubilea en dergelijke;

    • d.

      specifieke door ouders gemaakte kosten van aan activiteiten deelnemende kinderen en dergelijke;

    • e.

      materiële en financiële ondersteuning van derden;

    • f.

      kosten van barexploitatie;

    • g.

      kosten van levering van goederen en diensten aan derden, tenzij het college hiervoor vooraf schriftelijk toestemming heeft verleend;

    • h.

      BTW die door de subsidieontvanger kan worden teruggevorderd of op een andere wijze kan worden gecompenseerd;

    • i.

      onvoorziene kosten;

    • j.

      kosten van het voorbereiden en indienen van een aanvraag;

    • k.

      salariskosten boven de norm als bedoeld in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector of een vergelijkbare normering van topinkomens.

  • 3. Het college kan op de subsidiabele kosten als bedoeld in het eerste lid de volgende baten in mindering brengen:

    • a.

      eigen bijdragen van leden of deelnemers;

    • b.

      opbrengsten uit financiële tegoeden of beleggingen;

    • c.

      ontvangsten van derden voor verrichte diensten;

    • d.

      uitkeringen van verzekeringen;

    • e.

      andere inkomsten waaronder sponsoring of donaties.

Artikel 11. Afschrijvingen

  • 1. Investeringen met een individuele aanschafwaarde van 1.000 euro of meer moeten worden geactiveerd en over meerdere jaren afgeschreven.

  • 2. Investeringen van minder dan 1.000 euro kunnen rechtstreeks ten laste van het resultaat van het jaar van aanschaf worden gebracht.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen afzien van de verplichting als genoemd in het eerste lid.

  • 4. De vaste activa worden gewaardeerd op de aanschafwaarde.

  • 5. Afgeschreven wordt er over de aanschafwaarde van goederen, verminderd met de nog te verwachten restwaarde.

  • 6. Activa worden lineair afgeschreven in de volgende termijnen:

    • a.

      stenen gebouwen 40 jaar;

    • b.

      andere gebouwen 25 jaar;

    • c.

      verbouwing (uitbreiding) of renovatie 25 jaar;

    • d.

      installaties (lift, verwarming) 15 jaar;

    • e.

      overige technische installaties 10 jaar;

    • f.

      sportterreinen, met uitzondering van kunstgrasvelden 15 jaar;

    • g.

      Kunstgrasvelden: toplaag 15 jaar, onderlaag 30 jaar;

    • h.

      speelterreinen en speeltoestellen 10 jaar;

    • i.

      kantoorinrichting (inventaris) 10 jaar;

    • j.

      telefooncentrale 8 jaar;

    • k.

      vervoermiddelen 8 jaar;

    • l.

      computers en printers 3 jaar;

    • m.

      servers, actieve netwerkcomponenten en programmatuur 5 jaar.

  • 7. Subsidieontvangers kunnen alleen na schriftelijke toestemming van het college afwijken van het bepaalde in het eerste tot en met het zesde lid.

Artikel 12. Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht

  • 1.

    De subsidieontvanger beheert de tot haar beschikking staande middelen zorgvuldig en treft maatregelen ter voorkoming van vermogensschade.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht haar roerende zaken te verzekeren en verzekerd tehouden op basis van dagwaarde.

  • 3.

    De subsidieontvanger is verplicht haar onroerende zaken te verzekeren en verzekerd tehouden op basis van herbouw- of vervangingswaarde.

  • 4.

    De subsidieontvanger is verplicht het bij haar in dienst zijnde personeel en de voor haar werkzame vrijwilligers, voor zover deze vrijwilligers niet al verzekerd zijn via de vrijwilligersverzekering van de gemeente, gedurende de tijd dat deze voor haar werkzaam zijn, te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 13. Meldplicht

  • 1.

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten van desubsidieontvanger, dan wel op ontbinding van de rechtspersoon.

  • b.aanmerkelijke verschillen, waarmee in ieder geval afwijkingen van 20% of meer worden bedoeld, tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten, en de begroten uitgaven en inkomsten, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

  • c.

    wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden.

  • d.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat gemaakte afspraken voortvloeiende uit een tussen gemeente en subsidieontvanger gesloten uitvoeringsovereenkomst niet kunnen worden verwezenlijkt.

    • 2.

      Wijzigingen in de statuten, de stichtingsakte, het reglement en in de samenstelling van het bestuur van de subsidieontvanger worden op zijn laatst aan het college gemeld bij de verantwoording.

Artikel 14. Terugvordering

  • 1. Het college kan onverschuldigd betaalde subsidies terugvorderen.

  • 2. Van onverschuldigde betaling is sprake wanneer

    • a.

      de subsidie is verleend op grond van onjuiste informatie;

    • b.

      de subsidie niet of in onvoldoende mate is besteed aan de activiteit of voor het doel waarvoor subsidie is verleend;

    • c.

      de subsidie bij vaststelling wordt vastgesteld op een bedrag dat lager is dan het bedrag dat is verleend en reeds als voorschot uitbetaald;

    • d.

      de subsidie wordt ingetrokken of ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd;

    • e.

      de subsidieverlening kennelijk onjuist is of het gevolg van een onmiskenbare vergissing.

  • 3. Het college kan overige terugvorderingsgronden vaststellen.

  • 4. Het college kan besluiten om af te zien van terugvordering, wanneer de terugvordering een bedrag van 100,00 euro niet te boven gaat.

Artikel 15. Algemene reserve

  • 1. Een ontvanger van structurele subsidie kan, indien het college dat toestaat, eventuele exploitatieoverschotten in enig jaar toevoegen aan een algemene reserve, waarbij de hoogte van de algemene reserve wordt afgestemd op de omzet en het risico, met als maximum 10% van de omzet.

  • 2. Wanneer een reserve als bedoeld in het eerste lid is gevormd, dan kan de subsidieontvanger deze reserve alleen met toestemming van het college bestemmen voor bepaalde uitgaven.

  • 3. De uitgaven bedoeld in het tweede lid moeten passen binnen het doel van de verleende subsidie.

  • 4. Wanneer de ontvanger van structurele subsidie een algemene reserve heeft gevormd, dan wordt in de aanvraag tot subsidieverlening de omvang daarvan gemeld.

  • 5. Wanneer de algemene reserve hoger is dan het bepaalde in het eerste lid, dan kan het college het meerdere in mindering brengen op de subsidie voor de volgende periode.

  • 6. Het college kan afwijken van het percentage genoemd in het eerste lid wanneer daar, naar het oordeel van het college, voldoende aanleiding voor is.

Artikel 16. Bestemmingsreserve en bestemmingsfonds

  • 1. Een ontvanger van structurele subsidie kan, indien het college dat toestaat, een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds vormen.

  • 2. Wanneer een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds is gevormd, dan kan de subsidieontvanger deze reserve alleen met toestemming van het college bestemmen voor bepaalde uitgaven.

  • 3. Een verzoek tot het vormen van een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      het doel van de bestemmingsreserve of bestemmingsfonds;

    • b.

      de omvang van de bestemmingsreserve of het bestemmingsfonds en de hieraan periodiek toe te voegen bedragen;

    • c.

      een meerjarig investeringsplan of onderhoudsplan.

  • 4. De hoogte van de bestemmingsreserve of het bestemmingsfonds moet in redelijke relatie staan tot het doel van de reserve of het fonds.

  • 5. Wanneer de ontvanger van structurele subsidie toestemming heeft gekregen voor het vormen van een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds, dan mag alleen na toestemming van het college worden afgeweken van vastgelegde periodieke toevoeging van bedragen.

  • 6. Wanneer de ontvanger van structurele subsidie een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds heeft gevormd, dan wordt in de aanvraag tot subsidieverlening en in de jaarrekening de omvang daarvan gemeld.

  • 7. Het college kan aanvullende gegevens verlangen als die nodig zijn om een oordeel te vormen over de vorming van een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds.

Artikel 17. Voorziening

  • 1. Een ontvanger van structurele subsidie kan, indien het college dat toestaat, een voorziening vormen.

  • 2. Wanneer een voorziening als bedoeld in het eerste lid is gevormd, dan kan de subsidieontvanger deze voorziening alleen met toestemming van het college bestemmen voor bepaalde uitgaven.

  • 3. Een verzoek tot het vormen van een voorziening dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      het doel van de voorziening;

    • b.

      de omvang van de voorziening en de hieraan periodiek toe te voegen bedragen;

    • c.

      een meerjarig overzicht van risico’s, verplichtingen en te verwachten kosten.

  • 4. De hoogte van de voorziening moet in redelijke relatie staan tot het doel van de voorziening.

  • 5. Wanneer de ontvanger van structurele subsidie toestemming heeft gekregen voor het vormen van een voorziening, dan mag alleen na toestemming van het college worden afgeweken van vastgelegde periodieke toevoeging van bedragen.

  • 6. Wanneer de ontvanger van structurele subsidie een voorziening heeft gevormd, dan wordt in de aanvraag tot subsidieverlening en in de jaarrekening de omvang daarvan gemeld.

  • 7. Het college kan aanvullende gegevens verlangen als die nodig zijn om een oordeel te vormen over de vorming van een voorziening.

Artikel 18. Voorwaarden reserves en voorzieningen

  • 1. Tenzij het college anders bepaalt is het vormen en voeden van een algemene reserve, een bestemmingsreserve of een voorziening met gebruikmaking van gemeentelijke subsidie uitsluitend toegestaan wanneer de subsidieontvanger een jaar met positief rekeningresultaat afsluit.

  • 2. Tenzij het college anders bepaalt is het een subsidieontvanger niet toegestaan om een negatief rekeningresultaat ten laste te brengen van een bestemmingsreserve, een bestemmingsfonds of een voorziening.

  • 2. Het positief resultaat als bedoeld in het eerste lid mag niet veroorzaakt zijn door het niet of niet in zijn geheel uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 19. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als ‘Subsidiebeleidsregels 2016’.

Dronten, 17 november 2015

Het college van Dronten

R.Kool mr. A.B.L. de Jonge

secretaris burgemeester

Bijlage: aanvullende inhoudelijke bepalingen per beleidsterrein of werkveld

In de volgende programma’s zijn er aanvullende bepalingen:

2. Programma 2: verkeer, vervoer en waterstaat

2.1 Verkeersveiligheid 10

3. Programma 3: economische zaken

3.1 Reductie Energie Prestatie Coëfficiënt norm (EPC-norm) 11

4. Programma 4: onderwijs

  • 4.

    1 Onderwijsbegeleiding 12

  • 4.

    2 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 13

  • 4.

    3 Schoolmaatschappelijk werk 14

5. Programma 5: cultuur, recreatie en welzijn

  • 5.

    1 Bibliotheek 15

  • 5.

    2 Promotie activiteiten 16

  • 5.

    3 Stimulering sport 17

  • 5.

    4 Buurtsportcoach 18

  • 5.

    5 Lokale Omroep 19

  • 5.

    6 Recreatie en toerisme (VVV) 20

  • 5.

    7 Dorpsbelangen (inclusief STAD) 21

  • 5.

    8 Herdenking 4 mei 22

  • 5.

    9 De Meerpaal 23

6. Programma 6: sociale voorzieningen en maatschappelijk werk

  • 6.

    1 Cliëntenparticipatie (OBD) 24

  • 6.

    2 Algemeen Maatschappelijk Werk 25

  • 6.

    3 Sociaal Raadslieden 26

  • 6.

    4 Schuldhulpverlening 27

  • 6.

    5 Zorg en maatschappelijke ondersteuning 28

  • 6.

    6 Huursubsidie Wereldwinkel 29

  • 6.

    7 Huursubsidie Onder Dak 30

  • 6.

    8 Peuterspeelzaalwerk 31

  • 6.

    9 Vluchtelingenwerk 32

  • 6.

    10 Jeugdbeleid 33

  • 6.

    11 Maatschappelijk Fonds 34

  • 6.

    12 Subsidietender “Het beste idee van Dronten” 36

7. Programma 7: volksgezondheid

  • 7.

    1 Jeugdgezondheidszorg 38

  • 7.

    2 Zorgcoördinatie 39

  • 7.

    3 Home-Start 40

2. Programma 2: verkeer, vervoer en waterstaat

2.1 Verkeersveiligheid

1. Doel

  • a.

    Vergroten van de verkeersveiligheid in Dronten;

  • b.

    Bevorderen van het veiligheidsbewustzijn bij burgers.

2.Doelgroep:

Alle burgers van Dronten met de nadruk op leerlingen in het primair onderwijs.

3. Activiteiten

  • a.

    Verkeersexamen voor de leerlingen in het primair onderwijs;

  • b.

    Presentie bij evenementen met als doel voorlichting;

  • c.

    Verkeersvoorlichting aan burgers;

  • d.

    Educatie verkeersveiligheid;

  • e.

    Handhavingsactiviteiten verkeersveiligheid;

  • f.

    activiteiten Verkeersveiligheidslabel (VVL)

  • g.

    Overige activiteiten.

4. Subsidievorm

Activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Organisaties die actief zijn op het gebeid van verkeersveiligheid.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

RRB

3. Programma 3: Economische zaken

3.1 Reductie Energie Prestatie Coëfficiënt norm (EPC)

1. Doel

  • a.

    Stimulering van duurzame woningbouw in Dronten;

  • b.

    Reduceren van de Energie Prestatie Coëfficiënt norm (EPC), van de woningen in fase 1 van De Graafschap te Biddinghuizen, met minimaal 0,1 ten opzichte van het wettelijke vereiste.

2. Doelgroep:

  • a.

    Eerste bewoners/eigenaren van fase 1 De Graafschap te Biddinghuizen, waaronder;

    • o

      particuliere (kavel)eigenaren, of;

    • o

      commerciële ontwikkelaren, of;

    • o

      woningstichting(en)

  • b.

    Uitgesloten van deze regel zijn de woningen in het appartementengebouw aan de Harenberg (OFW);

  • c.

    Uitgesloten van deze regel zijn de 14 woningen die door Bramer Projectontwikkeling worden gebouwd aan de Harenberg/De Kooi.

3. Activiteiten

a.Het aankopen/installeren/oprichten/inwerking stellen/houden van maatregelen/installaties ten behoeve van een EPC reductie met minimaal 0,1 ten opzichte van het wettelijk vereiste (EPC-norm) zoals omschreven in het van kracht zijnde (bouw)besluit.

4. Subsidievorm

Incidentele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

  • a.

    Aanvrager;

  • b.

    Derden in opdracht van aanvrager;

  • c.

    Eerste eigenaren van woningen in fase 1 De Graafschap te Biddinghuizen;

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van de voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

REO

8. Toelichting

  • ·

    De aanvrager en ontvanger van de subsidie hoeft bij deze subsidieregel niet één persoon/instantie te zijn. In principe is het mogelijk dat de bouwer van de woning (ontwikkelaar) de aanvraag doet die toegekend en uitbetaald wordt aan de koper van de woning (gebruiker). Bij sociale huurwoningen wordt de subsidie toegekend aan de woonstichting. (uitgesloten van deze subsidie is het woongebouw aan de Harenberg);

  • ·

    De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen ten behoeve van reductie van de EPC.

4. Programma 4: onderwijs

4.1 Onderwijsbegeleiding

1. Doel

  • a.

    Verbeteren van de kwaliteit van het primair onderwijs;

  • b.

    Verbeteren van de leerling ondersteuning.

2.Doelgroep:

a.Leerlingen en personeel in het primair onderwijs;

3. Activiteiten

  • a.

    Ondersteuning van de scholen bij de uitvoering van het onderwijsbeleid;

  • b.

    Begeleiding van managers, leerkrachten, interne krachten en teams;

  • c.

    Praktijkgerichte trainingen;

  • d.

    Individuele leerlingenzorg (testen, handelingsplannen);

  • e.

    Onderwijsondersteuning zieke leerlingen;

  • f.

    Advies bij kinderen met leer- of gedragsmoeilijkheden;

  • g.

    Advies en begeleiding bij het versterken van de interne zorgstructuur;

  • h.

    Advies en begeleiding bij het implementeren van nieuwe pedagogisch-didactische werkvormen;

  • i.

    Advies over leermiddelen en achtergrondinformatie ten behoeve van kinderen met leer- en/of gedragsmoeilijkheden

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Het PO Samenwerkingsverband 24-03 ontvangt een subsidie voor het inzetten van een gedragsondersteuner in de scholen voor primair onderwijs in de gemeente Dronten.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

4.2 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

1. Doel

In een vroeg stadium (risico op) ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen signaleren en bestrijden.

2. Doelgroep

Kinderen van 2 tot 4 jaar die voldoen aan één of meer van onderstaande voorwaarden:

  • I.

    Het opleidingsniveau van de ouders is maximaal basisonderwijs / (v)so-zmlk of maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basisberoepsgerichte of kaderberoeps-gerichte leerweg (conform gewichtenregeling: gewicht van het kind is 0,3 of 1,2).

  • II.

    Nederlands is niet de thuistaal;

  • III.

    Kinderen waarvan het consultatiebureau of de voorschoolse voorziening heeft geconstateerd dat er sprake is van een risico op taal- of ontwikkelachterstanden, anders dan achterstanden als gevolg van verstandelijke of fysieke beperkingen.

3. Activiteiten

  • a.

    Gerichte signalering en aanpak van ontwikkelingsachterstanden;

  • b.

    Preventie, voorkomen dat ontwikkelingsachterstanden ontstaan;

  • c.

    Toeleiding van de doelgroep naar VVE;

  • d.

    Afstemming tussen voorschoolse voorziening en basisschool;

  • e.

    Betrekken van ouders, verzorgers of begeleiders bij de ontwikkeling van hun kind;

  • f.

    Bieden van lichte opvoedingsondersteuning;

  • g.

    Monitoren van de doelgroep.

4.Subsidievorm: structurele activiteitensubsidie

5. Uitvoerende organisatie(s)

  • a.

    Stichting Peuterspeelzaalwerk Dronten, Stichting Kinderopvang Dronten, Kinderdagverblijf Be Child en eventuele andere aanbieders van peuterspeelzaalwerk of kinderopvang;

  • b.

    Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg en andere ondersteunende organisaties.

6. Specifieke voorschriften

  • ·

    Subsidiering geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking, waar mogelijk uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

  • ·

    Subsidieverlening geschiedt onder voorbehoud van het ontvangen van rijksmiddelen voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB). De hoogte van de rijksmiddelen vormt het subsidieplafond voor onderwijsachterstandenbeleid.

  • ·

    De voorschoolse voorziening werkt met een erkend VVE-programma;

  • ·

    De voorschoolse voorziening kan aantonen dat minstens 7 geïndiceerde VVE kinderen de voorziening bezoeken;

  • ·

    Subsidie wordt alleen verstrekt aan voorschoolse voorzieningen die voldoen aan de kwaliteitseisen vastgelegd in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk’ en de geldende ‘Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen’. Dit moet blijken uit de twee meest recente inspectierapporten van de GGD.

  • ·

    Subsidie wordt alleen verstrekt aan voorschoolse voorzieningen die voldoen aan de kwaliteitseisen vastgelegd in het ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’ en aan de wettelijke eisen voor voorzieningen met een VVE-aanbod..

7. Budgethouder

MO

4.3 Schoolmaatschappelijk werk

1. Doel

  • a.

    Versterken van de ondersteuningsstructuur in het primair onderwijs;

  • b.

    Verbeteren van de aansluiting onderwijs – jeugdhulp.

2.Doelgroep:

  • a.

    De scholen voor primair onderwijs;

  • b.

    Leerlingen in het primair onderwijs en hun ouders.

3. Activiteiten

  • a.

    Monitoring en signalering;

  • b.

    Schatten van de ondersteuningsbehoefte;

  • c.

    Voorlichting, advies, instructie en ondersteuning;

  • d.

    Beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen;

  • e.

    Zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

  • a.

    Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF);

  • b.

    Andere aanbieders.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking, waar mogelijk uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst.

7. Budgethouder

MO

5. Programma 5: cultuur, recreatie en welzijn

5.1 Bibliotheek

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van burgers;

  • b.

    Het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling van burgers;

  • c.

    Overdracht van kennis, informatie en cultuur.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Het in stand houden van een laagdrempelige en toegankelijke bibliotheekvoorziening in de gemeente;

  • b.

    Het uitvoeren van het bibliotheekwerk conform de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen en de van toepassing zijnde certificeringseisen. Dit betekent dat er vijf kernfuncties worden uitgevoerd in de gemeente Dronten:

  • 1.

    Ter beschikking stellen van kennis en informatie;

  • 2.

    Bieden van mogelijkheden voor ontwikkeling en educatie;

  • 3.

    Bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur;

  • 4.

    Organiseren van ontmoeting en debat;

  • 5.

    Laten kennismaken met kunst en cultuur.

  • c.

    Actief gebruik maken van landelijke of regionale projectsubsidies op het gebied van bibliotheekvernieuwing;

  • d.

    Actief participeren in de ontwikkeling van de digitale bibliotheek;

  • e.

    Deelnemen in landelijk netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen;

  • f.

    Participeren in regionale en lokale netwerken op de terreinen van de vijf kernfuncties;

  • g.

    Participeren in lokale projecten gericht op zelfredzaamheid en participatie.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

FlevoMeer Bibliotheek.

6. Specifieke voorschriften

  • a.

    Subsidieverlening geschiedt op basis van de voorwaarden in de beschikking die worden uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    Bibliotheekactiviteiten worden uitgevoerd en aangeboden in de kernen Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant;

7. Budgethouder

MO

5.2 Promotie activiteiten

1. Doel

  • 1.

    Promotie van de gemeente Dronten;

  • 2.

    Realiseren van een divers aanbod van evenementen en activiteiten in Dronten die aantrekkelijk zijn voor een bovenlokaal en bovenregionaal publiek.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van Dronten en een bovenlokaal of – waar mogelijk – een bovenregionaal publiek.

3. Activiteiten

  • a.

    Organiseren van evenementen en activiteiten met een bovenlokale (regionale of nationale) uitstraling;

  • b.

    Presentatie van de gemeente Dronten.

4. Subsidievorm

Activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

  • a.

    Stichting Pro Dronten;

  • d.

    Overige organisaties die het doel kunnen realiseren.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

5.3 Stimulering sport

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie;

  • b.

    Het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling en de gezondheid van burgers;

  • c.

    Het bevorderen van sportactiviteiten in buurten en scholen;

  • d.

    Het versterken van de sportverenigingen.

2.Doelgroep:

  • a.

    Alle inwoners van de gemeente Dronten;

  • b.

    De vrijwilligers in de sport;

  • c.

    Sportverenigingen in Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van sportieve activiteiten in recreatief verband en in wedstrijdverband;

  • b.

    Activiteiten die gericht zijn op het laten kennis maken met een bepaalde sport.

  • c.

    Sportstimulering door het bevorderen van deelname aan sport en bewegen door specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld jeugd, ouderen en gehandicapten);

  • d.

    Bijdrage in de huurlasten van Zuiderzee zwemmers;

  • e.

    Sportontwikkeling door het versterken en ondersteunen van verenigingen;

  • f.

    Het (mede) organiseren van de lokale sportontmoeting;

  • g.

    Het in stand houden van een vraagbaak voor verenigingen;

  • h.

    Deskundigheidsbevordering;

  • i.

    Werving en behoud van vrijwilligers.

4. Subsidievorm

Activiteitensubsidie voor de sportverenigingen.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Diverse vrijwilligersorganisaties op het gebied van sportbeoefening.

6. Specifieke voorschriften

  • a.

    Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking;

  • b.

    De sportverenigingen zijn bij voorkeur aangesloten bij een regionale of landelijke koepelorganisatie op het terrein van de sport.

7. Budgethouder

MO

5.4 Activiteiten buurtsportcoach (brede impuls combinatiefuncties)

1. Doel

a.Het bevorderen van gezond bewegen door inwoners van Dronten.

2.Doelgroep:

a.Alle inwoners van de gemeente Dronten

3. Activiteiten

  • a.

    Het organiseren van sport- en beweegactiviteiten in Dronten;

  • b.

    Samenwerking met maatschappelijke organisaties en sportverenigingen.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie

5. Uitvoerende organisatie(s)

Diverse organisatie, zowel professionele als vrijwilligersorganisaties.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking en de samenwerkingsovereenkomst buurtsportcoach. Deze voorwaarden hebben betrekking op de activiteiten die de buurtsportcoach dient uit te voeren in de gefinancierde uren.

7. Budgethouder

MO

5.5 Lokale Omroep

1. Doel

Het conform de Mediawet in stand houden van een lokale publieke media-instelling voor de gemeente Dronten met een toereikend media aanbod.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Verzorgen van een media aanbod gericht op de gemeente Dronten dat voldoet aan artikel 2.1 en 2.70 Mediawet en aan de “Spelregels voor de lokale publieke omroep in Nederland” van het Commissariaat voor de Media”. Dit betekent onder meer:

  • ·

    Minimaal 50% van de toetsingstijd (de uren tussen 7.00 en 23.00 uur) wordt besteed aan een aanbod op het terrein van informatie, cultuur en educatie (ICE). De toetsingstijd is 16 uur per dag, dus minimaal 8 uur per dag moet een aanbod op het gebied van ICE;

  • ·

    Van deze 50% moet minimaal 60% (4,8 uur of 288 minuten per dag) een lokaal informatief en educatief karakter bezitten, zoals nieuws, sportberichten, interviews, raadsvergaderingen, verslaggeving over gebeurtenissen in de gemeente. De overige 40% mag bestaan uit concerten, kerkdiensten, verzoekplatenprogramma’s, spelprogramma’s et cetera;

  • ·

    Minimaal 50% van de toetsingstijd (8 uur per dag) dient te bestaan uit programma’s die in eigen beheer zijn geproduceerd (eigen techniek, regie, redactie, presentatie etc.);

  • ·

    Herhalingen en reclameboodschappen tellen niet mee;

  • b.

    Uitdragen van lokaal nieuws en lokale informatie (zoals verslaggeving bij lokale evenementen);

  • c.

    In stand houden van een representatief “beleidsbepalend orgaan”.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

De rechtspersoon die door het Commissariaat voor de Media is aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Dronten.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

5.6 Recreatie en toerisme

1. Doel

Bevorderen van toerisme en recreatie in de gemeente Dronten.

2.Doelgroep:

  • a.

    Iedereen die recreatief of toeristisch Dronten wil bezoeken of in Dronten wil verblijven;

  • b.

    ondernemers in de sector toerisme en recreatie;

  • b.

    Alle inwoners van Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Geven van informatie en advies over toerisme en recreatie;

  • b.

    In stand houden van een koppeling met de landelijke database en het actueel houden van de informatie in deze database.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

FlevoMeer Bibliotheek;

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking, eventueel uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst.

7. Budgethouder

REO

5.7 Dorpsbelangen en STAD

1. Doel

Het bevorderen van zelfredzaamheid, participatie en leefbaarheid in de woonkernen van de gemeente Dronten.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de drie dorpen in de gemeente Dronten.

3.1 Activiteiten dorpsbelangen

  • a.

    Advisering van de gemeente over de ontwikkelingen in de dorpen;

  • b.

    Organiseren van activiteiten en evenementen voor inwoners van de dorpen;

  • c.

    Bij toerbeurt organiseren van de nieuwjaarsbijeenkomst;

  • d.

    Belangenbehartiging;

  • e.

    Begeleiden vrijwilligers;

  • f.

    Participeren in een relevant netwerk (bedrijven, verenigingen, wijk- en buurtbeheer, zorg, woningbouw, etc.);

  • g.

    Signalering en doorverwijzen.

3.2 Activiteiten Stichting Activiteiten Dronten (STAD)

  • a.

    Organiseren van activiteiten en evenementen voor inwoners van de dorpen;

  • b.

    Begeleiden vrijwilligers;

  • c.

    Participeren in een relevant netwerk.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

  • a.

    Dorpsbelangen Swifterbant;

  • b.

    Dorpsbelangen Biddinghuizen;

  • c.

    Stichting Activiteiten Dronten.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

RRB

5.8 Herdenking 4 mei

1. Doel

  • a.

    De herinnering aan de tweede wereldoorlog levend houden;

  • b.

    Bevorderen van de persoonlijke en sociale ontwikkeling van burgers.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Iedere 4 mei wordt er op de Rede een dodenherdenking georganiseerd;

  • b.

    Ontvangst “airgunners”;

  • c.

    Uitnodigen van vertegenwoordigers voor het bijwonen van de dodenherdenking;

  • d.

    Organiseren van de adoptie van het vliegeniersmonument door een basisschool;

  • e.

    Hanteren van een draaiboek voor de herdenking op 4 mei;

  • f.

    Informatie over de herdenking verspreiden.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Stichting 4 mei herdenking

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

CD

5.9 De Meerpaal

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van burgers;

  • b.

    Het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling van burgers;

  • c.

    Het bieden van maatschappelijke ondersteuning aan inwoners;

  • d.

    Het voorzien in een ondersteuningsfunctie voor vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties;

  • d.

    Stimuleren van de creatieve ontwikkeling van kinderen;

  • e.

    Beschikbaar hebben van zinvolle vrije tijd besteding in de gemeente;

  • f.

    In stand houden en vernieuwen van de culturele infrastructuur in de gemeente;

  • g.

    Ondersteunen van de amateurkunst in de gemeente.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten en de vrijwilligersorganisaties in de gemeente.

3. Activiteiten

  • a.

    Divers aanbod van activiteiten gericht op het bereiken van zelfredzaamheid en participatie (in verschillende accommodaties, waaronder De Meerpaal en de dorpshuizen in Swifterbant en Biddinghuizen). Het aanbod moet aansluiten bij het gemeentelijk beleid in het kader van Wmo, Jeugdwet en Participatiewet;

  • b.

    Educatieve en culturele activiteiten gericht op persoonlijke en sociale ontplooiing;

  • c.

    Signaleren wanneer er bij burgers behoefte is aan maatschappelijke ondersteuning en overige advisering. Waar nodig doorverwijzen naar andere organisaties;

  • d.

    Het opbouwen en onderhouden van relevante netwerken en afstemming van activiteiten met andere organisaties.

  • e.

    Het bieden van vrijetijd cultuuronderwijs in de disciplines dans, beeldende vormgeving, muziek en theater;

  • f.

    Het bieden van cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs (Kunstwerkplaats);

  • g.

    Ondersteunen amateurkunst buiten De Meerpaal;

  • h.

    Ontmoetingsplaats en informatiepunt voor kunst en cultuur;

  • i.

    Organiseren en coördineren van een preventief cursusaanbod op de scholen conform de separate afspraken hierover met de gemeente;

  • j.

    Beheer gebouw De Meerpaal en dorpshuizen Het Koetshuis en De Steiger.

4. Subsidievorm

a.Structurele activiteitensubsidie voor De Meerpaal;

5. Uitvoerende organisatie(s)

a.De Meerpaal;

6. Specifieke voorschriften

a.Subsidieverlening geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking die worden uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

7. Budgethouder

MO

6. Programma 6: sociale voorzieningen en maatschappelijk werk

6.1 Cliëntenparticipatie (OBD)

1. Doel

  • a.

    Bevorderen dat belanghebbenden bij de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet door zelforganisatie betrokken worden bij de beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en evaluatie van het gemeentelijke beleid;

  • b.

    Bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van burgers.

2.Doelgroep:

Belanghebbenden bij Participatiewet, WMO en Jeugdwet.

3. Activiteiten

  • a.

    Belangenbehartiging;

  • b.

    Advisering;

  • c.

    Deskundigheidsbevordering;

  • d.

    Participeren in een relevant netwerk;

  • e.

    Vertegenwoordiging in regionale organisaties die werkzaam zijn op hetzelfde terrein;

  • f.

    Overleg met relevante organisaties en personen.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Overlegorgaan Belangenbehartiging Dronten (OBD).

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking en op basis van de Verordening cliëntenparticipatie.

7. Budgethouder

MO

6.2 Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid van burgers;

  • b.

    Het voorzien in een ondersteuningsfunctie voor burgers met psychosociale problemen.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten, met het accent op burgers die niet in staat zijn om zelf een oplossing te vinden voor hun problemen.

3. Activiteiten

  • a.

    Psychosociale hulpverlening;

  • b.

    Informatie en advieswerk;

  • c.

    Preventie (het voorkomen van gezondheids‐ en welzijnsproblemen)

  • d.

    Voorlichting en training;

  • e.

    Dienstverlening en consultatie;

  • f.

    Opbouwen van expertise op het terrein van maatschappelijk werk;

  • g.

    Participatie binnen netwerken;

  • h.

    Signalering en doorverwijzen.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF).

6. Specifieke voorschriften

  • a.

    Subsidieverlening geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking die worden uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    Over de subsidieverlening worden afspraken gemaakt met de gemeenten Zeewolde en Lelystad.

7. Budgethouder

MO

6.3 Sociaal Raadslieden

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid van burgers;

  • b.

    Het voorzien in een ondersteuningsfunctie voor burgers die niet zelf hun weg weten te vinden in het stelsel van zorg, sociale zekerheid, en maatschappelijke ondersteuning.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten, met het accent op burgers die niet in staat zijn om zelf een weg te vinden door het woud van wet- en regelgeving en instanties.

3. Activiteiten

  • a.

    Informatie en advieswerk;

  • b.

    Voorlichting en training;

  • c.

    Dienstverlening en consultatie;

  • d.

    Opbouwen van expertise op het terrein van sociaal raadsliedenwerk;

  • e.

    Participatie binnen netwerken;

  • f.

    Signalering en doorverwijzen.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF).

6. Specifieke voorschriften

  • a.

    Subsidieverlening geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking die worden uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    Over de subsidieverlening worden afspraken gemaakt met de gemeenten Zeewolde en Lelystad.

7. Budgethouder

MO

6.4 Schuldhulpverlening

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid van burgers;

  • b.

    Het voorzien in een ondersteuningsfunctie voor burgers die niet zelf een oplossing weten te vinden voor hun financiële problemen.

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten met problematische financiële schulden.

3. Activiteiten

  • a.

    Informatie en advieswerk;

  • b.

    Voorlichting en training;

  • c.

    Schuldbemiddeling en schuldsanering;

  • d.

    Budgetbegeleiding en budgetbeheer;

  • e.

    Uitvoering Wet schuldsanering natuurlijke personen;

  • f.

    Bewindvoering;

  • g.

    Preventie activiteiten (voorkomen van financiële problemen)

  • h.

    Opbouwen van expertise op het terrein van schuldhulpverlening;

  • i.

    Participatie binnen netwerken;

  • j.

    Signalering en doorverwijzen;

  • k.

    Projecten en innovatie (bijvoorbeeld “outreachend” werk).

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF).

6. Specifieke voorschriften

  • a.

    Subsidieverlening geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking die worden uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    Over de subsidieverlening worden afspraken gemaakt met de gemeenten Zeewolde en Lelystad.

7. Budgethouder

MO

6.5 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van zelfredzaamheid van burgers;

  • b.

    Het bevorderen en beschermen van gezondheid en het bevorderen van gelijke toegang tot de gezondheidszorg;

  • c.

    Bieden van ondersteuning en hulp bij gezondheidsproblemen;

  • d.

    Stimuleren van een integrale aanpak in de zorg (ketensamenwerking).

2.Doelgroep:

Alle inwoners van de gemeente Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Preventieve activiteiten die passen binnen het lokale gezondheidsbeleid;

  • b.

    Eerste hulp bij ongelukken;

  • c.

    Advisering en ondersteuning van gehandicapten en chronisch zieken;

  • d.

    Hulpverlening aan slachtoffers;

  • e.

    Psychosociale hulpverlening;

  • f.

    Informatie en advieswerk;

  • g.

    Dienstverlening en consultatie;

  • h.

    Participeren in een relevant netwerk;

  • i.

    Signalering en doorverwijzen.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

  • a.

    Stichting Slachtofferhulp Flevoland;

  • b.

    Stichting Onder Dak;

  • c.

    Overige organisaties actief op het terrein van de genoemde doelstellingen.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

6.6 Huursubsidie Wereldwinkel

1. Doel

Mogelijk maken dat de Wereldwinkel adequaat gehuisvest is.

2.Doelgroep:

De Wereldwinkel Dronten;

3. Activiteiten

Deels subsidiëren van de huur van de vestiging in De Meerpaal.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

De Wereldwinkel Dronten.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

6.7 Huursubsidie Stichting Onder Dak

1. Doel

Mogelijk maken dat Stichting Onder Dak adequaat gehuisvest is.

2.Doelgroep:

Stichting Onder Dak.

3. Activiteiten

Subsidiëren van de huur voor de locatie Lancasterdreef Dronten.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Stichting Onder Dak.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking;

7. Budgethouder

MO

6.8 Peuterspeelzaalwerk

1. Doel

  • a.

    Bieden van stimulerende speelgelegenheid aan peuters;

  • b.

    Stimuleren van de ontwikkeling van het kind;

  • c.

    Signaleren van ontwikkelingsachterstanden.

2. Doelgroep

a.Kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar woonachtig binnen de gemeente Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Het bieden van regulier peuterspeelzaalwerk voor maximaal 2 dagdelen per week per deelnemer;

  • b.

    Het creëren van optimale ontwikkelingskansen door het aanbieden van gevarieerde, uitdagende en bij de ontwikkelingsbehoefte aansluitende speelmogelijkheden;

  • c.

    Afstemming van activiteiten met de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en met de basisscholen (doorgaande ontwikkelingslijn);

  • d.

    Het bieden van lichte opvoedingsondersteuning aan ouders, verzorgers of begeleiders.

  • e.

    Deelname aan de Dronter Koers, het netwerk jeugd en het integraal ondersteuningsteam 0-5.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Stichting Peuterspeelzaalwerk Dronten en eventuele andere aanbieders van peuterspeelzaalwerk.

6. Specifieke voorschriften

  • a.

    Subsidieverlening geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking die worden uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    Er wordt voldaan aan de eisen van de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ en de ‘Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen’;

  • c.

    Subsidieverlening is alleen mogelijk wanneer de aanvrager peuterspeelzaalwerk aanbiedt aan tenminste 3 groepen met een groepsgrootte van minimaal 13 en maximaal 16 kinderen;

  • d.

    Subsidieverlening is alleen mogelijk wanneer de aanvrager peuterspeelzaalwerk aanbiedt dat toegankelijk is voor alle peuters uit de gemeente Dronten;

  • e.

    Subsidieverlening is alleen mogelijk wanneer de aanvrager, naar oordeel van het college, actief meewerkt aan het door het gemeentebestuur vastgestelde VVE-beleid;

  • f.

    De peuterspeelzaal is minimaal 40 weken per jaar open;

  • g.

    De aanbieder hanteert inkomensafhankelijke tarieven, waarbij de minima minder betalen dan de hogere inkomens;

  • h.

    Indien het beschikbare budget wordt overvraagd, wordt bij een verdere gelijke inhoudelijke beoordeling, het budget naar rato van het aantal peuterplaatsen over de aanvragers verdeeld.

7. Budgethouder

MO

6.9 Vluchtelingenwerk

1. Doel

Het bieden van juridische begeleiding van asielzoekers/vluchtelingen en statushouders in de gemeente Dronten.

2. Doelgroep:

Asielzoekers/vluchtelingen en statushouders in de gemeente Dronten.

3. Activiteiten

  • a.

    Juridische begeleiding tijdens de asielprocedure en de verblijfsperiode;

  • b.

    Begeleiding tijdens gezinshereniging;

  • c.

    Inloopspreekuur.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Vluchtelingen Werk Midden Nederland, afdeling Dronten.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking. De juridische begeleiding wordt in samenhang met de maatschappelijke begeleiding (door de gemeente ingekocht) uitgevoerd.

7. Budgethouder

MO

6.10 Jeugdbeleid

1. Doel

  • a.

    Het bevorderen van participatie door jongeren;

  • b.

    Het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling en de gezondheid van jongeren;

  • c.

    Tegengaan van overlast door jongeren.

2. Doelgroep:

Alle kinderen en jongeren in de gemeente Dronten van 0 tot 23 jaar.

3. Activiteiten

  • a.

    Het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van sportieve en culturele activiteiten in recreatief verband;

  • b.

    Activiteiten die bijdragen aan een zinvolle vrijetijdsbesteding;

  • c.

    Activiteiten die bijdragen aan een gezonde leefstijl;

  • d.

    Activiteiten op het gebied van ontmoeten.

4. Subsidievorm

Incidentele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Diverse organisaties werkzaam op de terreinen jeugd, sport en cultuur..

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

6.11 Maatschappelijk Fonds

1. Doel

Het ondersteunen van maatschappelijke organisaties met een eenmalige financiële bijdrage (incidentele activiteitensubsidie) wanneer er sprake is van een incidentele noodzakelijke uitgave die de draagkracht van de organisatie te boven gaat.

2. Doelgroep

Maatschappelijke organisaties, zoals stichtingen en verenigingen, zonder winstoogmerk, die activiteiten organiseren voor de inwoners van Dronten en die hoofdzakelijk met vrijwilligers werken.

3. Werkwijze

  • a.

    Het college bepaalt welke maatschappelijke organisaties een eenmalige subsidie ontvangen uit het Maatschappelijk Fonds;

  • b.

    Een ambtenaar van de afdeling MO zorgt voor een marginale toets (zie de criteria) en stelt een beschikking subsidieverlening op, met daarin de voorwaarden van de subsidieverlening en de verplichtingen van de subsidieontvanger;

  • c.

    De subsidie wordt verstrekt met gebruikmaking van de hardheidsclausule uit de Algemene subsidieverordening waarmee de verplichting om een subsidieaanvraag in te dienen buiten werking wordt gelaten.

  • d.

    De subsidie wordt bij verlening meteen vastgesteld, waardoor het niet nodig is dat de subsidieontvanger verantwoording aflegt over de besteding van de subsidie.

  • e.

    Bij de start kent het Maatschappelijk Fonds een omvang van 50.000,00 euro. Er kunnen subsidies uit het fonds worden verstrekt totdat het fonds is uitgeput. Een eventueel overschot aan het einde van het jaar wordt overgeheveld naar het volgende jaar.

4. Criteria

  • a.

    In aanmerking voor een eenmalige subsidie uit het Maatschappelijk Fonds komen maatschappelijke organisaties, zonder winstoogmerk, die hoofdzakelijk met vrijwilligers werken.

  • b.

    Natuurlijke personen komen niet in aanmerking voor een bijdrage. Een natuurlijke persoon is immers geen ‘maatschappelijke organisatie’. Bovendien kan een bijdrage aan een natuurlijke persoon door de Belastingdienst worden gezien als inkomen.

  • c.

    De activiteiten van de maatschappelijke organisatie moeten gericht zijn op de gemeente Dronten en/of de inwoners van de gemeente Dronten en zijn onder te brengen in één of meer van de volgende categorieën:

    • ·

      Zorg;

    • ·

      Maatschappelijke ondersteuning;

    • ·

      Welzijn;

    • ·

      Cultuur;

    • ·

      Sport.

  • d.

    Een eenmalige subsidie is mogelijk voor een incidentele noodzakelijke uitgave die de draagkracht van de organisatie te boven gaat. Dit betekent dat er bij de organisatie geen eigen vermogen of voldoende andere inkomsten aanwezig zijn, die gebruikt kunnen worden om de uitgave te doen. Het college kan hiervan afwijken wanneer de maatschappelijke organisatie voor het eigen vermogen of de andere inkomsten een acceptabele andere bestemming heeft.

  • e.

    De noodzakelijke eenmalige uitgave van de maatschappelijke organisatie kan het gevolg zijn van kosten van activiteiten of van andere kosten (zoals materialen).

  • f.

    De eenmalige subsidie is maximaal 5.000,00 euro per maatschappelijke organisatie en wordt per organisatie maximaal eenmaal verstrekt gedurende alle kalenderjaren dat het fonds bestaat. Er zal een registratie worden bijgehouden van verstrekte subsidies.

  • g.

    Het college zal terughoudend zijn met het verstrekken van een eenmalige subsidie uit het Maatschappelijk Fonds aan ontvangers van een structurele activiteitensubsidie. Voor ontvangers van een structurele activiteitensubsidie is de reguliere subsidieverlening een ‘voorliggende voorziening’.

  • h.

    Het Maatschappelijk Fonds wordt in het leven geroepen met ingang van 1 januari 2013 en zal blijven bestaan tot het fonds is uitgeput.

  • i.

    Bij onduidelijkheid over de toepassing van de criteria beslist het college.

5. Budgethouder

MO

6.12 Subsidietender “Het beste idee van Dronten”

1. DoelVrijwilligersinitiatieven éénmalig ondersteunen om een nieuw initiatief op te zetten voor inwoners met een laag inkomen en/of inwoners met schulden.

2.DoelgroepMaatschappelijke organisaties (zoals verenigingen en stichtingen) en/of particulieren, zonder winstoogmerk, die activiteiten organiseren voor inwoners van de gemeente Dronten die te maken hebben of krijgen met armoede en/of schulden, waarbij hoofdzakelijk met vrijwilligers wordt gewerkt.

3. Werkwijze

  • a.

    Subsidie wordt verstrekt via een subsidietender waarbij de selectie van subsidieontvangers plaatsvindt op basis van vooraf bekend gemaakte beoordelingscriteria en de gewogen afweging daarvan.

  • b.

    Een aanvraag wordt ingediend via het daarvoor vastgestelde formulier.

  • c.

    Een medewerker van de afdeling MO zorgt voor een marginale toets en scheidt de aanvragen die in behandeling worden genomen van de aanvragen die niet voldoen aan de hieronder genoemde criteria (zie onder 4). Aanvragen die niet voldoen aan de criteria worden afgewezen.

  • d.

    De initiatiefnemers van de in behandeling genomen aanvragen worden uitgenodigd om een presentatie te geven voor een selectiecommissie om hun initiatief toe te lichten.

  • e.

    De selectiecommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria die hieronder zijn opgenomen onder 4.

  • f.

    Alle aanvragen worden na sluiting van de aanvraagperiode tegelijk beoordeeld door de selectiecommissie.

  • g.

    De aanvragen met de hoogste score in de beoordeling krijgen subsidie totdat het beschikbare bedrag is besteed, met inachtneming van het bepaalde onder 4, sub c.

  • h.

    Indien aanvragen bij de beoordeling gelijk scoren en het budget ontoereikend is, wordt de rangorde bepaald via loting.

  • i.

    De gehonoreerde aanvragen krijgen een beschikking waarin de verleende subsidie en de bijbehorende voorwaarden staan.

  • j.

    De subsidie wordt bij verlening meteen vastgesteld, waardoor het indienen van een verantwoording niet nodig is. Wel is de subsidieontvanger verplicht een korte inhoudelijke evaluatie van het project in te dienen.

  • k.

    In 2016 wordt de tender tweemaal georganiseerd.

  • l.

    In 2016 is het maximaal beschikbare budget per tender € 22.500,-.

4. Criteria

  • a.

    Maatschappelijke organisaties en particulieren, zonder winstoogmerk, kunnen in aanmerking komen voor een incidentele subsidie.

  • b.

    De activiteit wordt georganiseerd voor inwoners van de gemeente Dronten die te maken hebben of krijgen met armoede en/of schulden.

  • c.

    De incidentele subsidie is maximaal € 5.000,- per aanvrager per jaar. Indien er bij de tweede tender 2016 minder dan tien aanvragen zijn die gehonoreerd kunnen worden, kan het maximum per aanvrager naar boven worden bijgesteld.

  • d.

    De activiteiten moeten gericht zijn op het tegengaan of voorkomen van armoede en schulden.

  • e.

    Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier waarin een omschrijving van de activiteit en de daarmee beoogde doelstelling staan vermeld, aangevuld met de begrote inkomsten en uitgaven van de activiteit.

  • f.

    Maatschappelijke organisaties en particulieren kunnen maximaal eenmaal per jaar meedoen aan de subsidietender.

  • g.

    Voor een activiteit kan maximaal eenmaal subsidie worden verleend.

  • h.

    De initiatieven worden, op basis van een presentatie, beoordeeld op de volgende criteria: - Bevorderen van de sociale cohesie; - Bevorderen van eigen kracht; - Evenwichtige verdeling van initiatieven onder de wijknetwerken; - Duurzaam initiatief (hoe wordt voorzien in het voortbestaan van het initiatief); - Bijdrage leveren aan het ‘in beweging’ brengen van inwoners van Dronten die te maken hebben of krijgen met armoede en/of schulden; - Hoe worden de inwoners van Dronten die te maken hebben of krijgen met armoede en/of schulden benaderd en bereikt? - Samenwerking met andere partijen; - Kwaliteit van presentatie/bevlogenheid/enthousiasme; - Kwaliteit van begroting; - Onderdelen in het plan gericht op kinderen of het voorkomen van schulden leveren extra punten op.

  • i.

    De activiteit gaat uiterlijk 3 maanden na toekenning van de subsidie van start.

  • j.

    Bij onduidelijkheid over de toepassing van de criteria beslist het college.

  • 5.

    BudgethouderAfdeling MO

7. Programma 7: volksgezondheid

7.1 Jeugdgezondheidszorg

1. Doel

  • a.

    Bevorderen van de gezondheid van jongeren;

  • b.

    Bevorderen van zelfredzaamheid van jongeren en hun ouders;

  • c.

    Voorkomen van gezondheidsproblemen bij jongeren (preventie).

2.Doelgroep:

Alle kinderen van 0 – 4 jaar.

3. Activiteiten

  • a.

    Uitvoeren van het basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in de gemeente Dronten:

  • ·

    Uniform deel;

  • ·

    Maatwerk, zoals het versterken van de ondersteuningsstructuur.

  • a.

    Prenatale ondersteuning:

    • ·

      prenatale voorlichting;

    • ·

      huisbezoeken;

  • c.

    Samenwerking met partners in het CJG.

  • d.

    Samenwerking met voorschoolse voorzieningen en de GGD in de doorgaande ontwikkelingslijn.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Icare JGZ.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking, eventueel verder uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst.

7. Budgethouder

MO

7.2 Zorgcoördinatie

1. Doel

Verminderen van het aantal jongeren met ontwikkelingsproblemen of leerproblemen.

2.Doelgroep:

Jongeren van 0 – 19 jaar.

3. Activiteiten

  • a.

    Ontwikkelingsproblemen bij jongeren signaleren;

  • b.

    Leerproblemen bij leerlingen opsporen (vroegsignalering);

  • c.

    Trajecten uitstippelen voor het wegnemen van ontwikkelingsproblemen of leerproblemen;

  • d.

    Adviseren van docenten, ouders, verzorgers;

  • e.

    Afstemming met leerlingenzorg en Jeugdgezondheidszorg GGD;

  • f.

    Samenwerking met Icare Jeugdgezondheidszorg (zorgcoördinatie 0 – 4 jarigen).

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

GGD Flevoland.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO

7.3 Home-Start (Preventief aanbod CJG)

1. Doel

Preventief ondersteunen van gezinnen met tenminste 1 kind in de leeftijd van 0-6 jaar, die dreigen vast te lopen bij de opvoeding of opvoedvragen hebben.

2.Doelgroep:

Gezinnen met tenminste 1 kind in de leeftijd van 0-6 jaar.

3. Activiteiten

  • a.

    Inzet van vrijwilligers voor een dagdeel per week in gezinnen.

  • b.

    Werven en scholen van vrijwilligers.

  • c.

    Contacten leggen en onderhouden met gezinnen.

  • d.

    Evaluatie en monitoring van het project.

  • e.

    PR activiteiten en coördinatie van het project.

  • f.

    Contacten leggen en onderhouden met CJG netwerkpartners.

4. Subsidievorm

Structurele activiteitensubsidie.

5. Uitvoerende organisatie(s)

Humanitas.

6. Specifieke voorschriften

Subsidiëring geschiedt op basis van voorwaarden in de beschikking.

7. Budgethouder

MO