Regeling vervallen per 17-06-2020

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 01-01-1997 t/m 16-06-2020

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad van de gemeente Dronten,

op voorstel van burgemeester en wethouders van Dronten, d.d. 19 november 1996, no. 103314/wb;

gelet op artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet;

gehoord het advies van de Commissie "Algemene en Bestuurlijke Zaken" d.d. 12 november 1996;

overwegende dat:

burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

  • a.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

de uitvoering van de werkzaamheden terzake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet tot de taak van de brandweer behoort;

burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hiervoren bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

de Brandbeveiligingsverordening 1973 voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voorzover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

de Bouwverordening van de gemeente Dronten 1996 voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende "Verordening brandveiligheid en hulpverlening";

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:

    • 1.

      het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • 3.

      de uitvoering van de werkzaamheden terzake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

  • b.

    preventieve taken:

    • 1.

      het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      de uitvoering van werkzaamheden terzake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

    • 3.

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en standplaatsen;

    • 4.

      de uitvoering van de Brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2. Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3. Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • a.

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

  • b.

    andere dan de onder a. genoemde werkzaamheden, voorzover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

    • 1.

      het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

    • 2.

      het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen.

Artikel 4. Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per 10 jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven. Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5. Regionale taken

Naast de in artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:

a.de alarmering van de gemeentelijke brandweer.

Artikel 6. Personeel

Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken bestaat uit:

  • a.

    een commandant;

  • b.

    een onderommandant

en ten minste:

  • a.

    twee officieren;

  • b.

    acht onderofficieren;

  • c.

    47 brandwachten en

  • d.

    een functionaris belast met preventie en preparatie.

Artikel 7. Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8. Brandraad

  • 1. De commandant, de ondercommandant, de overige officieren, de bevelvoerders en de plaatsvervangend bevelvoerders vormen tezamen de brandraad.

  • 2. De commandant is voorzitter van de brandraad, de secretaris van de brandraad wordt door burgemeester en wethouders op voordracht van de brandraad benoemd.

  • 3. De commandant neemt geen besluiten over aangelegenheden die het beleid inzake de brandweer betreffen, dan nadat hij de brandraad heeft geraadpleegd.

  • 4. De commandant neemt besluiten aangaande operationele aangelegenheden die de brandweer betreffen in overleg met de brandraad.

Artikel 9. Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 10. Materieel

  • 1. Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:

    • a.

      vier bluseenheden;

    • b.

      een hulpverleningsvoertuig;

    • c.

      twee motorspuitaanhangers;

    • d.

      een poederaanhanger;

    • e.

      een schuimblusaanhanger;

    • f.

      een lichtaanhanger;

    • g.

      een afzetbak met watertank (5.000 liter) en

    • h.

      een motorboot op trailer.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 11. Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 12. Citeertitel en in werking treden

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

  • 3. Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de Verordening betreffende de organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 31 januari 1974, zoals deze sedertdien is gewijzigd.

Ondertekening

Dronten, 28 november 1996.

De raad van Dronten,

voorzitter
secretaris