Regeling vervallen per 31-12-2005

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2005

Geldend van 31-12-2005 t/m 30-12-2005

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2005

De raad van de gemeente Dronten,

op voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 9 november 2004, no. B04.001416;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie Algemene Zaken van 9 december 2004;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2005 (Verordening Hondenbelasting 2005).

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2. Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de “Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland” als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in en bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    politiehonden, door ambtenaren van politie gehouden ter verrichting van opsporingsdiensten;

  • f.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5. Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 46,80;

    • b.

      voor iedere volgende hond € 79,80.

  • 2. In afwijking in zoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 210,60 per kennel.

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8. Penning

  • 1. Voor elke hond waarvoor aangifte is gedaan wordt kosteloos een penning uitgereikt.

  • 2. De penning moet worden ingeleverd bij de beëindiging van het houderschap van de betreffende hond.

  • 3. Het model van de penning wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. Voor honden, gehouden in kennels, die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland, kan het college van burgemeester en wethouders een afwijkend model van de penning vaststellen.

  • 5. Indien een uitgereikte penning verloren is, wordt op aanvraag van de belastingplichtige aan het college van burgemeester en wethouders, tegen betaling van € 5,00, een nieuwe penning afgegeven.

  • 6. De belastingplichtige is verplicht ervoor te zorgen dat de in het eerste lid bedoelde penning door de hond, wanneer deze zich op de openbare weg bevindt, duidelijk zichtbaar aan de hals wordt gedragen. Het is verboden de penning aan anderen af te geven of in gebruik te geven of te doen dragen door een hond waarvoor geen aangifte is gedaan. Op de eerste vordering van de daartoe bevoegde ambtenaren is de geleider van een hond verplicht halt te houden, teneinde bedoelde ambtenaren gelegenheid te geven tot controle.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat, na inlevering van de penning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening, aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 7,80.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 7,80 worden niet geheven.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder dan € 2.000,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Gecontinueerde belastingplicht

Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij de belastingplichtige aantoont dat het bedoelde aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan of blijkt dat de belastingplicht voor de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend voor de tweede en volgende hond(en).

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Hondenbelasting 2004" van 27 november 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Hondenbelasting 2005".

Ondertekening

Dronten, 23 december 2004.

De raad van Dronten,

voorzitter
griffier