Regeling vervallen per 28-12-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Dronten houdende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.

Geldend van 18-12-2018 t/m 27-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Dronten houdende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 9 oktober 2018, no. B18.002547;

gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2018;

overwegende dat aanpassing van bestaande Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats 2015 nodig is;

B E S L U I T:

De volgende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats 2019 vast te stellen:

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: begraafplaats De Wissel;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • j. foetus: een menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken levenloos ter wereld is gekomen;

  • k. foetusveld: het deel van de begraafplaats waar de gelegenheid wordt geboden tot het (doen) begraven van foetussen;

  • l. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • m. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • n. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • o. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een particulier graf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: een particuliere urnennis.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 3. Het aanbrengen en verwijderen van grafbedekkingen is uitsluitend toegestaan op maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur, maar niet op erkende feestdagen.

  • 4. Van het voornemen van de in het derde lid genoemde werkzaamheden dient de begraafplaatsbeheerder minimaal 1 werkdag van tevoren in kennis te worden gesteld.

  • 5. Het verstrooien van as op begraafplaats De Wissel geschied alleen op afspraak en in het bijzijn van de begraafplaatsbeheerder.

  • 6. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 7. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 8. De begraafplaats is verboden voor honden.

  • 9. Het college kan ontheffing verlenen van de in dit artikel genoemde verboden.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 24 uur van te voren schriftelijk kennis aan de beheerder. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 3.

    In afwijking van het vorige lid wordt de gelegenheid tot het begraven van een foetus op het foetusveld uitsluitend verleend aan de ouders. De beheerder bepaalt in overleg met de ouders de tijd en procedure van de begraving.

  • 4.

    Op verzoek van de ouders kan een foetus begraven worden in een kindergraf of graf voor een volwassene. In dat geval gelden de bepalingen / eisen zoals die gelden voor het betreffende type graf.

Artikel 8. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat aan de beheerder het verlof tot begraven is overgelegd of, in geval van het begraven van een foetus, een doktersverklaring waaruit blijkt dat de begraving een foetus betreft.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met tenminste 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen in de zomer (periode dat zomertijd geldt) van 10.00 tot 16.00 uur; in de winter (periode dat de wintertijd geldt) van 10.00 tot 15.00 uur; en op zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur;

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnennissen.

  • 2.

    In particuliere graven kunnen twee lijken en twee asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 3.

    Het is niet toegestaan een urn of asbus (al dan niet nagelvast) op een graf of gedenkteken te plaatsen. Indien een urn of asbus op een graf of gedenkteken wordt aangetroffen dient deze op last van de beheerder verwijderd te worden.

  • 4.

    Het college stelt de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven vast. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 5.

    In afwijking van voorgaande leden geldt voor de begraafplek van een foetus op het foetusveld geen uitgifteduur en/of grafrusttermijn. Opheffing van een begraafplek vindt plaats naar het oordeel van de beheerder.

Artikel 11. Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kunnen twee lijken worden begraven voor een periode van maximaal tien jaar.

Artikel 12. Volgorde van uitgifte

Particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

Artikel 13. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14. Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar, met een maximum van 20 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Voor een begraafplek op het foetusveld wordt geen recht verleend.

Artikel 15. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende.

Artikel 17. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Voor een grafbedekking op een begraafplek op het foetusveld wordt geen vergunning verstrekt.

  • 3.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. Voor een algemeen graf is dit de bij de gemeente geregistreerde belanghebbende.

  • 4.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 5.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19. Onderhoud door de gemeente

  • 1. Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken.

  • 2. Het college voorziet in het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

Artikel 20. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Een eventueel verwijderd blijvend gedenkteken blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 21. Niet-blijvende grafbeplanting

  • 1. Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

  • 2. Niet-blijvende grafbeplanting, bloemen, linten, kransen, lantaarntjes en dergelijke zijn niet toegestaan op de begraafplek van een foetus.

Artikel 22. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door de beheerder worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. Daar grafbedekking in enige vorm op een begraafplek voor een foetus niet is toegestaan wordt eventueel aangetroffen grafbedekking direct, zonder aanspraak op schadevergoeding, door de beheerder verwijderd.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders

  • 5.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 6.

    Dit artikel is niet van toepassing op een begraafplek voor een foetus op het foetusveld.

HOOFDSTUK 7. INRICHTING REGISTER

Artikel 25. Register

  • 1. Het register van de begraven lijken vermeldt: naam, adres, grafnummer en de leeftijd van de overledene.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN

Artikel 26. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2015, vastgesteld op 26 maart 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2015 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2015 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 28. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 29. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 30. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.

Ondertekening

Dronten, 29 november 2018.

De raad voornoemd,

E.A. van den Brink

griffier

I.A. Bakker

voorzitter