Regeling vervallen per 01-01-2021

Aansluitverordening riolering 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Aansluitverordening riolering 2020

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 8 oktober 2019, nr. B19.002127;

gezien het advies van de raadscommissie van 14 november 2019;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende Aansluitverordening riolering 2020:

AFDELING 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aansluitleiding: de buisleiding voor de afvoer van water tussen het openbaar riool en de perceelsafvoerleiding;

  • b.

    afvalwater: het water afkomstig van een perceel, uitgezonderd bronneringswater, hemelwater en drainagewater;

  • c.

    bronneringswater: water aan de grond onttrokken voor tijdelijke verlaging van de grondwaterstand;

  • d.

    drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizenstelsel;

  • e.

    gebruiker: degene die krachtens zakelijk of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel;

  • f.

    gemengd stelsel: openbaar riool voor de afvoer van afvalwater en hemelwater;

  • g.

    gescheiden stelsel: rioolstelsel waarbij het hemelwater, al dan niet door het openbaar riool, gescheiden van het buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater wordt afgevoerd;

  • h.

    hemelwater: van neerslag afkomstig water;

  • i.

    lozingstoestel: toestel waardoor afvalwater wordt afgevoerd naar de perceelsafvoerleiding, zoals een put, wasbak of toiletpot;

  • j.

    openbaar riool: buizenstelsel bij de gemeente in eigendom en beheer voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en drainagewater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen;

  • k.

    perceelsafvoerleiding: binnen de grenzen van een perceel gelegen buisleidingenstelsel voor de afvoer van water;

  • l.

    rechthebbende: de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een perceel, dan wel diens rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel.

AFDELING 2. DE VERGUNNING

Artikel 2. Aansluitvergunning

Het is de rechthebbende verboden zonder vergunning een aansluiting van een perceelsafvoerleiding op het openbaar riool te maken, te hebben of te wijzigen.

Artikel 3. Vergunningaanvraag, termijn beschikking

  • 1.

    De rechthebbende van het aan te sluiten perceel vraagt de vergunning schriftelijk aan.

  • 2.

    Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, houdt het college de aanvraag aan indien er geen reden is om de vergunning te weigeren:

    • a.

      gedurende de tijd die benodigd is voor het afgeven van een vergunning dan wel het nemen van een beslissing op een melding op grond van de Woningwet aangaande op het perceel te verrichten bouwwerkzaamheden;

    • b.

      gedurende de tijd die benodigd is voor het afgeven van een vergunning dan wel het nemen van een beslissing op een melding op grond van de Wet milieubeheer aangaande een op het perceel te vestigen of te wijzigen inrichting.

Artikel 4. Weigering van de aansluitvergunning

  • 1.

    Een aansluitvergunning kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van milieuwaarden, de volksgezondheid of wanneer het om technische redenen bezwaarlijk is de gevraagde aansluiting te realiseren.

  • 2.

    Er is in elk geval sprake van strijd met het belang van de bescherming van milieuwaarden, indien

    • a.

      de aansluiting zou worden gebruikt voor de lozing van water in strijd met regels gesteld bij of krachtens de Wet milieubeheer;

    • b.

      door de aansluiting gemeenschappelijke lozing zou plaatsvinden van afvalwater, bronneringswater, hemelwater of drainagewater op een gescheiden stelsel.

  • 3.

    Er is in elk geval sprake van technische bezwaren indien:

    • a.

      realisering van bouwwerkzaamheden op het perceel in strijd zou zijn met regels gesteld bij of krachtens de Woningwet;

    • b.

      het verschil tussen de ligging van de binnenonderzijde van de perceelsafvoerleiding en de binnenbovenzijde van het openbaar riool minder is dan 200 mm vermeerderd met het benodigde afschot van de aansluitleiding;

    • c.

      de bovenzijde van een lozingstoestel lager ligt dan 150 mm boven de kruin van de weg waaronder het openbaar riool ligt, tenzij maatregelen worden getroffen om terugvloeien van het water in een lozingstoestel te voorkomen;

    • d.

      anders dan in een nieuw aangelegde omgeving de capaciteit van het openbaar riool onvoldoende is voor de voorziene lozing;

    • e.

      aansluiting wordt aangevraagd voor de permanente lozing van niet-verontreinigd drainage- of bronneringswater in een deel van de gemeente waar het openbaar riool niet is bestemd voor de afvoer van drainage- of bronneringswater;

    • f.

      aansluiting wordt gevraagd voor de lozing van hemelwater in een deel van de gemeente waar het openbaar riool niet is bestemd voor de afvoer van hemelwater.

Artikel 5. Voorschriften

Het college kan aan de vergunning voorschriften verbinden ter bescherming van de in artikel 4 bedoelde belangen.

AFDELING 3. DE AANSLUITING

Artikel 6. Het verzoek tot aanleg of wijziging aansluitleiding

  • 1.

    Uitsluitend op schriftelijk verzoek van de rechthebbende aan wie ingevolge afdeling 2 een aansluitvergunning is verleend, verzorgt de gemeente de aanleg of wijziging van een aansluitleiding.

  • 2.

    De rechthebbende stelt het verzoek ten minste vier weken voor de gewenste uitvoeringsdatum op een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 7. Kosten van de aansluiting

Voor zover de kosten niet zijn verrekend in een eerder met de gemeente aangegane overeenkomst, worden deze bij de aanvrager in rekening gebracht volgens de bij deze verordening behorende bijlage.

Artikel 8. Uitvoering van de aansluiting

  • 1.

    Aan het verzoek wordt uitvoering gegeven nadat de kosten van de aanleg of wijziging zijn voldaan.

  • 2.

    Geen aansluiting of wijziging vindt plaats indien de perceelsafvoerleiding niet voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening van de gemeente Dronten 2002 te stellen eisen.

AFDELING 4. BEHEER EN ONDERHOUD

Artikel 9. Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Reparatie, onderhoud en vervanging van de aansluitleiding geschiedt door en voor rekening van de gemeente. Schade en kosten door onjuist gebruik van de leiding zijn voor rekening van de gebruiker (bewoner en/of eigenaar).

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het lozen van stoffen die vanwege hun aard en samenstelling verstoppingen in de aansluitleiding of het openbaar riool kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die door hun aard of concentratie de constructie van de aansluitleiding of het openbaar riool kunnen aantasten.

Artikel 10. Calamiteiten

  • 1.

    Bij onvoldoende functioneren van een lozingstoestel onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping dan wel een storing betreft in het lozingstoestel dan wel de perceelsafvoerleiding.

  • 2.

    Indien uit het onderzoek blijkt dat

    • de storing is opgetreden in de aansluitleiding of het openbaar riool en

    • deze niet veroorzaakt is door onjuist gebruik van de leiding

  • vergoedt de gemeente de kosten van het onderzoek.

AFDELING 5. ONDERHOUD AANSLUITING, INTREKKING VERGUNNING

Artikel 11. Zorgplicht

  • 1.

    Bij werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, treft de rechthebbende voorzieningen aan de perceelsafvoerleiding ter voorkoming van verzanding van het openbare riool en de aansluitleiding.

  • 2.

    Indien de rechthebbende niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, kan de gemeente op diens kosten de aansluiting op het openbaar riool afsluiten.

  • 3.

    De rechthebbende stelt de gemeente op de hoogte van beëindiging van het gebruik van de aansluiting op het riool.

Artikel 12. Intrekking en vervallen vergunning

  • 1.

    De vergunning kan worden ingetrokken wanneer daarvan gedurende zes maanden geen gebruik is gemaakt.

  • 2.

    De vergunning vervalt van rechtswege na ontvangst van de mededeling dat het gebruik van de aansluiting op het riool wordt beëindigd.

  • 3.

    De kosten van verwijdering van de aansluitleiding worden bij de aanvrager in rekening gebracht volgens de bij deze verordening behorende bijlage.

AFDELING 6. OVERGANG- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 13. Strafbepaling

  • 1.

    Het is verboden bronneringswater, drainagewater of hemelwater te lozen op de voor afvalwater bestemde afvoerbuis van een gescheiden stelsel.

  • 2.

    Het is verboden om andere stoffen dan niet-verontreinigd hemelwater of niet-verontreinigd grondwater te lozen op de voor hemelwater bestemde afvoerbuis van een gescheiden stelsel.

  • 3.

    Overtreding van de bepaling van het eerste lid wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 14. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de ambtenaren van het bouw- en woningtoezicht belast.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 16. Overgangsrecht

  • 1.

    Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die nog niet zijn afgedaan, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdelingen 4, 5 en 6 van deze verordening van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van bepalingen in deze verordening en die in een overeenkomst tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomst.

Artikel 17. Intrekking

De Aansluitverordening riolering 2019 van 29 november 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Aansluitverordening riolering 2020.

Dronten, 28 november 2019.

De raad voornoemd,

E.M. Geldorp

griffier

drs. J.P. Gebben

voorzitter

Ondertekening

Bijlage bij de Aansluitverordening riolering 2020

HOOFDSTUK 1. AANSLUITKOSTEN WONINGEN

1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Aansluitverordening riolering en voor het maken van een aansluiting van een woning

1.1.

op een gescheiden stelsel

1.1.1

met twee aansluitleidingen met een diameter van 125 mm

1.806,15

1.1.2

met twee aansluitleidingen met een diameter van 160 mm

1.998,30

1.1.3

met één aansluitleiding met een diameter van 125 mm

1.203,90

1.1.4

met één aansluitleiding met een diameter van 160 mm

1.334,10

1.2.

op een gemengd stelsel

1.2.1

met een aansluitleiding met een diameter van 125 mm

1.203,90

1.2.2

met een aansluitleiding met een diameter van 160 mm

1.334,10

1.3

In geval van een PPS-constructie (Publiek-Private Samenwerking), per woning

170,25

HOOFDSTUK 2. AANSLUITKOSTEN APPARTEMENTENCOMPLEXEN

2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Aansluitverordening riolering en voor het maken van een aansluiting van een appartementencomplex, per aansluitleiding

2.1

met een aansluitleiding met een diameter van 125 mm

1.203,90

2.2

met een aansluitleiding met een diameter van 160 mm

1.334,10

2.3

met een aansluitleiding met een diameter van 200 mm

2.030,55

HOOFDSTUK 3. AANSLUITKOSTEN WONINGEN OP BEDRIJVENTERREINEN

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Aansluitverordening riolering voor het

maken van een aansluiting van een woning op een bedrijventerrein, welke in het bestemmingsplan ook als bedrijventerrein is bestemd, met een aansluitleiding:

de kosten die de aannemer aan de gemeente in rekening brengt, verhoogd met 22,85% met een minimum van € 235,30.

3.2

De werkelijk kosten worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

3.3

Indien een begroting als bedoeld in 3.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

HOOFDSTUK 4. AANSLUITKOSTEN BEDRIJVEN

4.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Aansluitverordening riolering en voor het maken van een aansluiting van een bedrijf met een aansluitleiding: de kosten die de aannemer aan de gemeente in rekening brengt, verhoogd met 22,85% met een minimum van € 235,30.

4.2

De werkelijk kosten worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

4.3

Indien een begroting als bedoeld in 4.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

HOOFDSTUK 5. AANSLUITKOSTEN KETEN

5.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Aansluitverordening riolering en voor het maken van een aansluiting van een keet

1.203.90

HOOFDSTUK 6. KOSTEN VERWIJDEREN AANSLUITLEIDING

6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Aansluitverordening riolering en voor het verwijderen van een aansluiting: de kosten die de aannemer aan de gemeente in rekening brengt, verhoogd met 22,85% met een minimum van € 235,30.

6.2

De onderdelen 3.2 en 3.3 zijn van overeenkomstige toepassing.

.

Behoort bij raadsbesluit van 28 november 2019,

E.M. Geldorp

griffier

.