Verordening, regelende de samenstelling, de taak, de bevoegdheden en de werkwijze van de bestuurscommissie Leste Mert

1 De commissie bestaat uit 7 leden, waarvan 2 leden uit de gemeenteraad, alsmede één door burgemeester en wethouders uit hun midden aan te wijzen lid die als voorzitter van de commissie optreedt.

2 a. De leden van de commissie worden door de gemeenteraad benoemd.b. De benoeming van de leden uit de raad vindt zo spoedig mogelijk plaats, doch in ieder geval binnen zes weken na de datum waarop na een verkiezing van de leden van de raad, de nieuw gekozen raad voor het eerst samenkomt en geschiedt voor de duur van de zittingsperiode van de raad.c. De overige leden worden door de gemeenteraad zo spoedig mogelijk benoemd en deze benoeming geldt voor de zittingsperiode van de raad als genoemd onder punt b.Burgemeester en wethouders doen hiertoe een voorstel.

3 In tussentijdse vakatures voorziet de gemeenteraad zo spoedig mogelijk. De alsdan benoemde leden hebben zitting tot het tijdstip waarop zij, wier plaats zij innemen, zouden hebben moeten aftreden.

4 De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij zenden dit ontslag schriftelijk in bij de gemeenteraad.

Behoudens het geval, dat zij ophouden raadslid te zijn, blijven de leden van de commissie, indien zij tussentijds ontslag nemen in functie, totdat hun opvolgers de benoeming hebben aangenomen.

5 Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door een door burgemeester en wethouders uit hun midden aan te wijzen ander lid.

1 Secretaris van de commissie is de gemeentesecretaris of een door hem aan te wijzen ambtenaar;

2 De secretaris heeft in de commissie een adviserende stem.

3 Hij woont de vergadering van de commissie bij, maakt een beknopte weergave van de zakelijke inhoud van het besprokene en tekent met de voorzitter alle van de commisssie uitgaande stukken.

1 De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden hun verlangen daartoe met opgaaf van redenen aan de voorzitter kenbaar maken. De laatstbedoelde vergadering wordt gehouden binnen zeven dagen na daartoe gedaan verzoek.

2 De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering. Hij zorgt dat elk lid - spoedeisende gevallen uitgezonderd – tenminste vijf dagen voor het houden van de vergadering schriftelijk wordt uitgenodigd. Op de convocatie worden de te behandelen agendapunten vermeld.

De op de vergadering betrekking hebbende stukken liggen – zoveel doenlijk - tenminste vijf dagen vóór het tijdstip der vergadering op het gemeentehuis voor de leden ter lezing.

3 De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt met gesloten deuren te vergaderingen.

4 Bij verhindering om de vergadering bij te wonen dienen de leden daarvan aan de secretaris kennis te geven.

5 De commissie mag niet beraadslagen of besluiten indien er buiten de voorzitter minder dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

6 Indien als gevolg van het gestelde onder lid 5 een vergadering geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering, die dan uiterlijk 24 uur tevoren moet zijn uitgeschreven.

In deze vergadering wordt over de in de convokatie vermelde zaken een besluit genomen door de aanwezige leden.

7 Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

8 De stemming over personen geschiedt schriftelijk. Bij het staken van stemmen wordt éénmaal herstemd. Indien ook dan de stemmen staken, beslist terstond het lot tussen de personen die bij herstemming de meeste stemmen hebben gekregen.

9 Het standpunt van elk der leden wordt, zo zij dit wensen, aan burgemeester en wethouders meegedeeld.

1 De voorzitter en de overige leden van de commissie zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan de raad verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur en beleid.

2 Zij geven aan de raad alle informatie die voor een juiste beoordeling van het gevoerde beleid en te voeren bestuur en beleid nodig is en geven, tezamen dan wel ieder afzonderlijk aan de raad, wanneer de raad of één of meer leden daarvan hierom verzoeken, alle inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.

3 De commissie verstrekt aan burgemeester en wethouders, waarvan zij bevoegdheden heeft overgedragen gekregen, de door één of meer leden daarvan verlangde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.

1 De artikelen 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een commissielid, dat niet tevens raadslid is.

2 Van het bepaalde in artikel 15, eerste lid onder d, van de Gemeentewet kan de raad ontheffing verlenen.