Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening Cliëntenplatform WWB en WIJ gemeente Druten 2010

Geldend van 22-07-2010 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Verordening Cliëntenplatform WWB en WIJ gemeente Druten 2010

De raad van de gemeente Druten;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 mei 2010,

gelet op artikel 147 Gemeentewet en het artikel 47 van de Wet werk en bijstand, alsmede artikel 12, eerste lid, onderdeel d en tweede lid van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

Besluit:

vast te stellen de Verordening Cliëntenplatform WWB en WIJ gemeente Druten 2010 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de WIJ: de Wet investeren in jongeren;

b. de WWB: de Wet werk en bijstand;

c. de gemeente: de gemeente Druten;

d. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Druten;

e. cliënten: 

- personen die een uitkering op grond van de WWB ontvangen (inclusief IOAW/IOAZ) van de gemeente Druten;  

- jongeren die een werkleeraanbod al dan niet gecombineerd met een inkomensvoorziening op grond van de WIJ van de gemeente Druten ontvangen; 

- personen die een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (hierna: Anw) ontvangen alsmede  niet-uitkeringsgerechtigden (hierna: nuggers), voor wiens arbeidsinschakeling het college verantwoordelijk is;

f. vertegenwoordigers van belangenorganisaties: het betreft hier bij voorkeur vertegenwoordigers die een binding hebben met de cliënten door in de gemeente Druten werkzaam te zijn dan wel lid of vrijwilliger te zijn van een Drutense vereniging of organisatie. De instellingen maken direct of indirect deel uit van het dagelijkse leven van de cliënten;

g. cliëntenplatform: overlegorgaan bestaand uit cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening;

h. alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de WIJ, de WWB en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Hoofdstuk 2 Organisatie cliëntenplatform

Artikel 2 Doelstelling, taak en bevoegdheden

  • 1 Met de instelling van het cliëntenplatform wordt beoogd dat:

    a. cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van sociale zaken;

    b. de communicatie tussen cliënten en gemeente bevorderd wordt;

    c. de belangen van de cliënten in het algemeen worden behartigd;

    d. een bijdrage geleverd wordt aan de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de WWB, Ioaw, Ioaz en de WIJ;

    e. een bijdrage geleverd wordt aan initiatieven en activiteiten die afstemming behoeven met andere gemeentelijke adviesraden.

  • 2 Het cliëntenplatform geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid op het terrein van de WWB en WIJ betreffen.

  • 3 Het cliëntenplatform is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de daarbij gehanteerde algemene procedures en regelingen. Daarnaast is uitgesloten advisering over het personeels- en organisatorisch beleid van de gemeente.

Artikel 3 Werkwijze

  • 1 Ingeval het college beleid vaststelt in het kader van de sociale zekerheidswetten, wordt het advies op een zodanig tijdstip gevraagd dat het uitgebrachte advies met een ambtelijke reactie hierop van de cluster sociale zaken toegevoegd kan worden aan de aan burgemeester en wethouders ter beschikking te stellen stukken.

  • 2 Van het onder het eerste lid gestelde kan alleen worden afgeweken indien advisering vooraf tot een ongewenste vertraging leidt in het besluitvormingsproces. In dat geval zal een en ander achteraf in het cliëntenplatform aan de orde worden gesteld.

  • 3 De aan het cliëntenplatform gevraagde adviezen worden binnen vier weken schriftelijk uitgebracht. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd.

  • 4 Op adviezen van het cliëntenplatform als bedoeld in lid 1 reageert het college gemotiveerd binnen drie maanden na de datum van verzending van het advies indien en voor zover het advies niet is overgenomen. In alle andere gevallen vindt een korte schriftelijke terugkoppeling plaats.

  • 5 De reguliere vergaderingen van het cliëntenplatform vinden minimaal tweemaal per jaar plaats en worden minimaal 4 weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

  • 6 Op verzoek van twee of meer van de leden van het cliëntenplatform of op verzoek van het college kan er tussentijds een vergadering plaatsvinden. Zo een ingelaste vergadering wordt minimaal twee weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

  • 7 De op de vergadering betrekking hebbende stukken worden minimaal een week voor de vergadering bij de leden bezorgd.

  • 8 Als aanspreekpunt geldt voor het cliëntenplatform de voorzitter en de secretaris. Vanuit de gemeente is dit de coördinator en beleidsmedewerker cluster sociale zaken.

  • 9 De gemeente kan voor een met name te noemen tijdsduur geheimhouding vragen bij het verstrekken van informatie en het vragen van advies. Het cliëntenplatform zal zich hieraan voor de gestelde termijn houden.

  • 10 Het cliëntenplatform kan een huishoudelijk reglement opstellen aangaande zaken die niet in deze verordening zijn geregeld. Een dergelijk reglement wordt ter goedkeuring aan het college voorgelegd.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1 Het cliëntenplatform bestaat uit cliënten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, het aantal leden bedraagt minimaal 5 en maximaal 10 personen.

  • 2 De samenstelling van het cliëntenplatform dient zoveel mogelijk een afspiegeling te zijn van de (vertegenwoordigers van) onderscheiden doelgroepen als genoemd in artikel 1 onder e.

  • 3 Het college streeft naar een verhouding van 3:1 inzake de verdeling tussen het aantal cliënten en het aantal vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in het cliëntenplatform.

  • 4 Het lidmaatschap van het cliëntenplatform is niet verenigbaar met het lidmaatschap van:

    a. de gemeenteraad;

    b. een andere binnen de gemeente Druten ingesteld adviesorgaan.  

  • 5 De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris.

  • 6 De leden van het cliëntenplatform worden benoemd door het college

  • 7 De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen worden herbenoemd

Artikel 5 Beëindigen en vervallen van het lidmaatschap

  • 1 Het lidmaatschap van het cliëntenplatform eindigt indien:

    a. het lid geen cliënt of vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie meer is;

    b. indien het lid aftreedt;

    c. de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, zevende lid is verlopen.  

  • 2 In de gevallen, bedoeld in het eerste lid onder a en b, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, dit tot een maximale termijn van zes maanden.

  • 3 Het college kan het lidmaatschap voor vervallen verklaren op voorstel van het cliëntenplatform met een meerderheid van stemmen, indien een lid:

    a. handelt in strijd met deze verordening;

    b. herhaaldelijk verzuimt aan de vergaderingen deel te nemen of de vergaderorde verstoort;

    c. expliciet afgesproken geheimhouding schendt;

    d. aanleiding geeft voor het bestaan van onvoldoende vertrouwen in zijn/haar functioneren. 

  • 4 Het onder het derde lid betreffende lid dient eerst in de gelegenheid te zijn gesteld zich door het college te laten horen.  

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1 Ten behoeve van het cliëntenplatform wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen. Ten laste van dit budget kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met gemaakte onkosten, kosten voor deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

  • 2 Jaarlijks dient het cliëntenplatform ten behoeve van zijn werkzaamheden een begroting van de te verwachte kosten in. Tevens wordt jaarlijks aan het college verslag uitgebracht van de activiteiten en bevindingen van het cliëntenplatform over het afgelopen jaar.

  • 3 De leden van het cliëntenplatform ontvangen een persoonlijke onkostenvergoeding voor hun aanwezigheid tijdens vergaderingen. Hiervoor geldt een maximum van 6 vergaderingen per jaar.

  • 4 De gemeente stelt vergaderruimte beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het cliëntenplatform.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening als de toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag ná die van bekendmaking en werkt terug tot 1 oktober 2009. Met het inwerkingtreden van deze verordening komt de ‘Verordening Cliëntenparticipatie WWB’ van de gemeente Druten te vervallen.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Cliëntenplatform WWB en WIJ gemeente Druten 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 juli 2010.De raad voornoemd,
De raadsgriffier,        De voorzitter,drs. J.W. Meerbeek  drs. L.J.E.M. van Riswijk 

1 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De verordening regelt niet alleen cliëntenparticipatie voor de Wet werk en bijstand maar ook vooruitkeringsgerechtigden met een Ioaw- en Ioaz-uitkering, zie hetgeen vermeld staat onder lid 1sub d.

Het begrip cliënt behelst naast uitkeringsgerechtigden ook personen aan wie het collegeondersteuning verleent voor re-integratie op grond van artikel 7 WWB. Op deze wijze worden ook debelangen van Anw-gerechtigden en niet uitkeringsgerechtigden (nuggers) behartigd.

De doelgroep van cliëntenparticipatie is dus groter dan de bijstandsgerechtigden. Immers, op grondvan artikel 7 van deze wet kunnen als direct belanghebbenden worden aangemerkt:

a. personen die algemene bijstand ontvangen;

b. personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Anw;

c. niet-uitkeringsgerechtigden;

d. personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot de zojuistgenoemde personen behoren.

Sinds de wijziging van de Wet sociale werkvoorziening valt ook cliëntenparticipatie in het kader vandie wet onder deze verordening. Voor deze doelgroep bestaat er een regionale WSW cliëntenraad. Nu is dan ook de doelgroep vallend onder de WIJ toegevoegd aan de doelgroep van cliëntenparticipatie.

Ten einde de continuïteit van het cliëntenplatform te waarborgen is een brede samenstelling gewenst. Dit betekent dat niet alleen uitkerings- en/of re-integratiegerechtigden participeren maar dat ookvertegenwoordigers van belangenorganisaties bij het cliëntenplatform worden betrokken.

Artikel 2

Het doel van cliëntenparticipatie is dat belanghebbenden en vertegenwoordigers vanmaatschappelijke organisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op hetterrein van sociale zaken. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het levengeroepen die zal opereren onder de naam van het cliëntenplatform. Het cliëntenplatform zorgt voor collectieve belangenbehartiging bij de lokale invulling van het gehele beleidsveld van de cluster sociale zaken, variërend van WWB-uitkeringen tot minima- en re-integratiebeleid. Het kan hierbij gaan om advisering inzake beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, de uitvoering van wetgeving, beoordeling van evaluaties, benchmarkresultaten e.d.

Het hierboven genoemde geldt ook voor de nieuwe doelgroep: de jongeren.Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met het cliëntenplatform gehoudenomdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren.

Artikel 3

Het college draagt er zorg voor dat relevante zaken voorafgaande aan de besluitvorming teradvisering worden voorgelegd aan het cliëntenplatform. Het college zorgt voor tijdige toezending van stukken welke ter advisering worden voorgelegd. Het opstellen van nota’s en verordeningen, vaststelling en implementatie dient vaak in een strak tijdpad te gebeuren. Ten einde het totale tijdsbeslag in beeld te kunnen brengen is een adviestermijn voor het cliëntenplatform opgenomen. Deze is op vier weken gesteld met een eenmalige maximale verlenging van nog eens vier weken.

In lid 9 is de mogelijkheid opgenomen dat het cliëntenplatform zelf een huishoudelijk reglement opstelt om zaken onderling te regelen, bijvoorbeeld voorzitterschap, secretariaat en penningmeesterschap. Ook kan gedacht worden aan het stellen van een minimum aantal leden om te kunnen vergaderen en aan het vereiste dat adviezen richting college een van tevoren bepaalde gekwalificeerde meerderheid van stemmen behoeven.

 

Artikel 4

Niet alleen uitkerings- en/of re-integratiegerechtigden participeren maar ook vertegenwoordigers vanbelangenorganisaties worden bij het cliëntenplatform betrokken. Cliënten kunnen in de praktijk een minder constante factor in cliëntenorganisaties zijn, met name ook omdat immers het belangrijkste doel van de WWB is dat cliënten zo snel mogelijk uitstromen naar de arbeidsmarkt. Tevens is het van belang om de te bespreken problematiek in een breder kader te zien.Om deze redenen worden ook belangenorganisaties bij de cliëntenparticipatie betrokken. Kandidaten worden voorgedragen door de organisatie die zij in het cliëntenplatform moeten vertegenwoordigen.Ten einde een organisatorisch overzichtelijk geheel te houden is het maximum aantal leden van het cliëntenplatform gesteld op tien personen.

Artikel 5

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6

Het budget is ter vrije besteding van het cliëntenplatform, uiteraard binnen het kader van de voor het cliëntenplatform vastgestelde taken en bevoegdheden. Het cliëntenplatform dient jaarlijks een begroting ter goedkeuring in te dienen. In dit artikel wordt geregeld dat het cliëntenplatform jaarlijks verslag doet over het afgelopen jaar. Hierbij kan worden gedacht aan uitgevoerde activiteiten, aantal gevraagde en ongevraagde adviezen, aantal vergaderingen en vormen van deskundigheidsbevordering. Daarnaast wordt hier ook bedoeld het verantwoording afleggen over het toegekende budget.Voor wat betreft de hoogte van de onkostenvergoeding voor elke bijgewoonde vergadering, wordt aansluiting gezocht bij de onkostenvergoedingen voor commissieleden zoals neergelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (met hierop aanvullende circulaires van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Artikel 7

Dit artikel behoefte geen nadere toelichting.

Artikel 8

Dit artikel behoefte geen nadere toelichting.

Artikel 9

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.