Regeling vervallen per 04-06-2015

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Geldend van 02-10-2014 t/m 03-06-2015

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

De raad van de gemeente Druten gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

b. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

c. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

d. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

e. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

f. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

g. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

h. raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

i. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

j. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads¬- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor inwonersklassen 3 (14.001 – 24.000, inwonertal) vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1 De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor inwonersklassen 3 (14.001 – 24.000, inwonertal), vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2 Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor inwonersklassen 3 (14.001 – 24.000, inwonertal), vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- ¬en commissieleden

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1 Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2 De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten (lokale regeling)

  • 1 Een raadslid, dat een gemeentelijk bestuursorgaan vertegenwoordigt in een bestuursorgaan van een gemeenschappelijke regeling (of een andere samenwerkingsvorm), heeft recht op vergoeding van de reiskosten. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan die, waarop ambtenaren in dienst van de gemeente Druten recht hebben.

  • 2 Het in het vorige lid bepaalde is niet van toepassing indien het raadslid de mogelijkheid heeft om bij het betreffende bestuursorgaan van de gemeenschappelijke regeling de reiskosten in rekening te brengen.

  • 3 Indien de hoogte van de vergoeding als in lid 2 bedoeld minder is dan hetgeen in lid 1 is bepaald, heeft het raadslid recht op aanvulling tot het in lid a bepaalde bedrag.

Artikel 6 Verblijfkosten

(Niet van toepassing)

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2 Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, kan hiervoor gebruik maken van het fractiebudget.

Artikel 8 Computer en internetverbinding (lokale regeling, bijlage 6)

  • 1 Het betreft een PC, een personal computer met aanverwante apparatuur, zoals printer, modem, cd-brander, en scanner.

  • 2 In de aanschaf van het configuratie-pakket wordt de voorwaarde gesteld dat gecommuniceerd kan worden met de gemeente via Internet / e-mail.

  • 3 De periode van aanschaf van een pc-configuratie tot afboeking betreft vier jaren. Na 4 jaar (48 maanden) kan de deelnemer opnieuw gebruik maken van de regeling.

  • 4 De totale kosten van de configuratie en toebehoren worden per raadsperiode door het college van burgemeester en wethouders nader vastgesteld. Als het totaalbedrag van de keuze het vastgestelde bedrag te boven gaat, wordt het meerdere in rekening gebracht bij de desbetreffende deelnemer.

  • 5 De totale computerconfiguratie dient in één keer te worden aangeschaft.

  • 6 De totale computerconfiguratie (PC en/of lap-top met eventuele randapparatuur en software) wordt door het cluster Automatisering van de gemeente Druten samengesteld en aangeboden. De totale computerfiguratie, wordt na aanbesteding, geleverd door één leverancier. Deze leverancier dient te zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel

  • 7 De leverancier levert tenminste gedurende 1 jaar na levering van de apparatuur via een help-desk functie de ondersteuning op het gebied van het werken met de geleverde apparatuur en de software.

  • 8 De leverancier levert op kosten van de gemeente gedurende de volledige raadsperiode onderhoud en reparatie van de geleverde hardware.

  • 9 De leverancier levert de pc-configuratie met de gebruikelijke garantiebepalingen.

  • 10 De kosten van aanschaf wordt door de gemeente voldaan aan de leverancier.

  • 11 Op de factuur/rekening van de leverancier moet de naam van de desbetreffende deelnemer vermeld worden.

  • 12 De computer wordt vanaf het moment van aankoop aan de deelnemer in bruikleen gegeven.

  • 13 Onderhoud van en reparatie van beschadigde hardware zijn voor rekening en risico van de gemeente

  • 14 Alle andere onkosten zijn voor rekening van de deelnemer.

  • 15 De gemeente is niet aansprakelijk wanneer ten behoeve van derden met behulp van de PC software wordt gekopieerd en gedistribueerd en/of verhandeld.

  • 16 Het protocol internet en e-mail gebruik gemeente Druten is op het gebruik van toepassing.

  • 17 Door tussenkomst van de raadsgriffier worden aan de raadsleden om niet cartridges en papier ter beschikking gesteld.

  • 18 Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 19 Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Kinderopvang

(Vervallen)

Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3 Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling of bij een andere werkgever een spaarloonregeling heeft lopen.

  • 4 Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10a Fietsregeling

(Niet van toepassing)

Artikel 11 Samenloop tussen vergoeding raadslid en een WAO/WIA-uitkering (lokale regeling, bijlage 1)

  • 1 Indien een raadslid op grond van gedeeltelijke of gehele arbeidsongeschiktheid een uitkering ontvangt, kan hij een verzoek indienen tot verlaging van de vergoeding.

  • 2 Om in aanmerking te komen voor deze vergoeding dient het raadslid een schriftelijk verzoek in bij burgemeester en wethouders en is hij verplicht om al die bescheiden te overleggen, welke nodig zijn om de juiste hoogte van de vergoeding van het raadslid te bepalen.

  • 3 Bij toekenning c.q. wijziging van de uitkering dient het raadslid dit schriftelijk aan te geven bij burgemeester en wethouders

Artikel 11a Vervallen

vervallen

Artikel 11b Uitkering bij overlijden (lokale regeling, bijlage 1)

  • 1 Aan de wettelijk nabestaande (n) van een overleden raadslid wordt een uitkering toegekend.

  • 2 De uitkering komt overeen met een bedrag gelijk aan de vergoeding voor een raadslid over een periode van 3 maanden, de tegemoetkoming in de kosten daaronder niet begrepen.

  • 3 De uitkering wordt binnen 2 maanden na het overlijden uitbetaald in de vorm van een eenmalig bedrag.

Artikel 12 Samenloop tussen vergoeding raadslid en een WW-uitkering

  • 1 Indien een raadslid op grond van de Werkloosheidswet een uitkering ontvangt en daarop een korting wordt toegepast in verband met het raadslidmaatschap, wordt het hierdoor ontstane negatieve inkomenseffect gecompenseerd.

  • 2 De compensatie vindt plaats door een verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid tot het bedrag dat te veel wordt gekort.

  • 3 Om in aanmerking te komen voor deze compensatie dient het raadslid een schriftelijk verzoek in bij burgemeester en wethouders en is hij verplicht om al die bescheiden te overleggen, welke nodig zijn om bij de juiste hoogte van de compensatie te kunnen berekenen.

  • 4 Een raadslid, aan wie een compensatie is toegekend, is verplicht om aan burgemeester en wethouders onmiddellijk mededeling te doen van omstandigheden, welke moeten leiden tot aanpassing van het compensatiebedrag dan wel tot beëindiging van de compensatie.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1 Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3

Artikel 13a Ziektekostenvoorziening

  • 1 De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175,00 per jaar.

  • 2 In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3 De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1 De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2 De artikelen 1 tot en met 7 en 11 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor inwonersklassen 3, (14.001 – 24.000, inwonertal), vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

(Niet van toepassing)

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

  • 1 Aan de wethouder worden reiskosten vergoed die gemaakt zijn voor dienstreizen. De vergoeding betreft:

    a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;

Artikel 17 Dienstauto

(Niet van toepassing)

Artikel 18 Verblijfkosten

(Vervallen)

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1 Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2 Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2 De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21 Computer en internetverbinding

  • 1 Het betreft een PC, een personal computer met aanverwante apparatuur, zoals printer, modem, cd-brander, en scanner .

  • 2 In de aanschaf van het configuratie-pakket wordt de voorwaarde gesteld dat gecommuniceerd kan worden met de gemeente via Internet / e-mail.

  • 3 De periode van aanschaf van een pc-configuratie tot afboeking betreft vier jaren. Na 4 jaar (48 maanden) kan de deelnemer opnieuw gebruik maken van de regeling

  • 4 De totale kosten van de configuratie en toebehoren worden per raadsperiode door het college van burgemeester en wethouders nader vastgesteld. Als het totaalbedrag van de keuze het vastgestelde bedrag te boven gaat, wordt het meerdere in rekening gebracht bij de desbetreffende deelnemer.

  • 5 De totale computerconfiguratie dient in één keer te worden aangeschaft.

  • 6 De totale computerconfiguratie (PC en/of lap-top met eventuele randapparatuur en software) wordt door het cluster Automatisering van de gemeente Druten samengesteld en aangeboden. De totale computerfiguratie, wordt na aanbesteding, geleverd door één leverancier. Deze leverancier dient te zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 7 De leverancier levert tenminste gedurende 1 jaar na levering van de apparatuur via een help-desk functie de ondersteuning op het gebied van het werken met de geleverde apparatuur en de software.

  • 8 De leverancier levert op kosten van de gemeente gedurende de volledige raadsperiode onderhoud en reparatie van de geleverde hardware.

  • 9 De leverancier levert de pc-configuratie met de gebruikelijke garantiebepalingen.

  • 10 De kosten van aanschaf wordt door de gemeente voldaan aan de leverancier.

  • 11 Op de factuur/rekening van de leverancier moet de naam van de desbetreffende deelnemer vermeld worden.

  • 12 De computer wordt vanaf het moment van aankoop aan de deelnemer in bruikleen gegeven.

  • 13 Onderhoud van en reparatie van beschadigde hardware zijn voor rekening en risico van de gemeente

  • 14 Alle andere onkosten zijn voor rekening van de deelnemer.

  • 15 De gemeente is niet aansprakelijk wanneer ten behoeve van derden met behulp van de PC software wordt gekopieerd en gedistribueerd en/of verhandeld.

  • 16 Het protocol internet en e-mail gebruik gemeente Druten is op het gebruik van toepassing.

  • 17 Door tussenkomst van de raadsgriffier worden aan de raadsleden om niet cartridges en papier ter beschikking gesteld.

  • 18 De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 19 Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1 Op aanvraag wordt aan de wethouder een mobiele telefoon als 2e telefoon beschikbaar gesteld (artikel 40 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001)

  • 2 Voorwaarde aan het gestelde in lid 1 is dat de wethouder (privé) al een abonnement heeft op een telefoonaansluiting.

  • 3 Als wordt voldaan aan lid 2 dan worden de abonnementskosten en de (zakelijke) gesprekskosten door de gemeente betaald.

  • 4 De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 5 Nadere voorwaarden met betrekking tot de mobiele telefoon zijn geregeld in de bruikleenovereenkomst.

  • 6 Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 23 Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1 De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2 De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3 Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4 Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak openige vergoeding van de gemeente.

Artikel 23a Fietsregeling

  • 1 De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2 Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 24 Reis- pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders .

Artikel 25 Kinderopvang

(Vervallen)

Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1 De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 2 (10.001 – 20.000 inwonertal) vastgestelde maximum.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3 De vergoeding als genoemd in het tweede lid bedraagt voor de voorzitter, en bij afwezigheid daarvan diens plaatsvervanger, van de Commissie voor de Behandeling van Bezwaarschriften € 185,-- (peildatum 1 januari 2009) per hoorzitting.

    De vergoeding als genoemd in het tweede lid bedraagt voor een lid van de Commissie voor de Behandeling van Bezwaarschriften € 145,-- (peildatum 1 januari 2009) per hoorzitting.

     

  • 4 De vergoeding genoemd in het tweede lid bedraagt voor overige vergaderingen/bijeenkomsten van de Commissie voor de Behandeling van Bezwaarschriften de helft van de bedragen genoemd in het derde lid.

  • 5 De vergoedingen, genoemd in het derde en vierde lid worden jaarlijks geïndexeerd conform het prijsindexcijfer lonen en salarissen op basis van de gemeentelijke begroting.

  • 6 Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    a. als raadslid of wethouder;

    b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 7 Voor werkzaamheden die vallen buiten de reguliere raadswerkzaamheden kan de raad een bijzondere raadscommissie instellen.

  • 8 Door middel van een raadsbesluit beslist de raad bij het instellen van een bijzondere raadscommissie of er een vergoeding van 5% aan de leden ervan wordt toegekend. De vergoeding voor deze ingestelde bijzondere raadscommissie bedraagt 5% (maximaal) van de maandelijkse vergoeding voor raadsleden, exclusief onkostenvergoeding.

  • 9 Reguliere raadscommissies die zijn ingesteld ter voorbereiding van de besluitvorming in de gemeenteraad op grond van artikel 82 van de Gemeentewet, vormen geen grond om de genoemde vergoeding in lid 8 toe te kennen.

  • 10 De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste X% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van:

    a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    b. een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

     

Artikel 27 Reis- en verblijfkosten

  • 1 Aan het lid van de Commissie voor de Behandeling van Bezwaarschriften, dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd, worden de reiskosten voor het bijwonen van de hoorzittingen en vergaderingen vergoed.

  • 2 De vergoeding betreft:

    a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijk reiskosten;

    b. bij gebruik van een eigen vervoersmiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten gelijk aan die, waarop de ambtenaren in dienst van de gemeente Druten recht hebben.

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

(Niet van toepassing)

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

(Niet van toepassing)

Artikel 30 Computer en internetverbinding

(Niet van toepassing)

Hoofdstuk 5 De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

a. betaling uit eigen middelen; of

b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1 Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 16, 19 en 24 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2 Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1 De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

Artikel 34 Gebruik creditcard

  • 1 (Niet van toepassing)

Hoofdstuk 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Intrekking oude regeling

De verordening “secundaire voorzieningen raads- en commissieleden” wordt ingetrokken.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2007 en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 13 en 26 tot en met 30 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 16 tot en met 25 ten aanzien van de op 18 april 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de dag van hun beëdiging. De artikelen 31 tot en met 33 werken voor zover het betreft de leden van de raads- en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen 31 tot en met 34 werken voor zover het de op 18 april 2006 beëdigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun beëdiging.

  • 2 Met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 treedt in werking artikel 13a (ziektekostenvoorziening)

  • 3 Met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 treedt gewijzigd in werking

    artikel 26 en 27.

     

  • 4 Met ingang van 1 april 2010 treedt gewijzigd in werking artikel 8 en 21.

  • 5 Met ingang van 1 januari 2010 treedt gewijzigd in werking artikel 23a.

  • 6 Met ingang van 1 januari 2009 treedt gewijzigd in werking artikel 26.

  • 7 Met ingang van 1 januari 2009 treedt gewijzigd in werking artikel 2,3 en 14.

Artikel 37 Citeertitel

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden”.

  • 2 Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 20 december 2007

  • 3 Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 23 april 2009

  • 4 Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 22 april 2010

  • 5 Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 07 oktober 2010

  • 6 Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 december 2011

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van d.d. 15 december 2011
de raadsgriffier,        de voorzitter,
drs. J.W. Meerbeek  drs. L.J.E.M. van Riswijk

Toelichting 1