Beleidsregels Schuldhulpverlening

Geldend van 21-02-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Duiven

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven;

  • b.

    de wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • c.

    WSNP de Wet Sanering Natuurlijke Personen;

  • d.

    Inwoner: Ingezetene die op basis van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Duiven is ingeschreven.

  • e.

    Schuldhulpverlening: Het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden, indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.

  • f.

    Bedreigende situatie: Een situatie zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 van de wet.

    Artikel 2 Doelgroep

    Inwoners van de gemeente Duiven van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

    Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

    • 1.

      Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college dit noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht, kan een aanvraag afgewezen worden.

    • 2.

      De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      psycho-sociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van de verzoeker (motivatie);

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

    Artikel 4 Verplichtingen

    • 1.

      Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem op redelijkerwijze duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

    • 2.

      Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. Het gaat hierbij om:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldhulpverleningsovereenkomst.

    Artikel 5 Weigeren en beëindigen

    • 1.

      Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, lid 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

    • 2.

      Alvorens te besluiten tot weigering, dan wel beëindiging ingevolge het eerste lid, wordt verzoeker eenmaal een hersteltermijn geboden, om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen en/of informatie te verstrekken.

    Artikel 6 Afwijzings- en beëindigingsgronden

    • 1.

      Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      verzoeker zelfstandig ondernemer is en ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel;

    • c.

      verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • d.

      de verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor het aflossen van zijn schulden;

    • e.

      de geboden schuldhulpverlening niet langer passend is, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker;

    • f.

      achteraf blijkt dat op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de aanvraag bekend was geweest bij het college, een ander besluit zou zijn genomen;

    • g.

      verzoeker zich misdraagt jegens medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject;

    • h.

      de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht.

    • i.

      de verzoeker is toegelaten tot de WSNP, dan wel het faillissement is uitgesproken.

    • 2.

      Niet in aanmerking komen in ieder geval verzoekers met schulden die ontstaan zijn door fraude, als bedoeld in artikel 3, derde lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

    Artikel 7 Recidive – hernieuwde aanvraag

    Het college wijst een aanvraag af:

    • a.

      Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een aanvraag voortijdig is beëindigd door toedoen van de verzoeker en er geen gewijzigde omstandigheden zijn;

    • b.

      Indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend de WSNP van toepassing is verklaard, terwijl het traject niet met een schone lei is afgerond en er ook geen gewijzigde omstandigheden zijn;

    • c.

      Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een schone lei in het kader van de WSNP is verleend;

    • d.

      Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een minnelijk traject is afgerond.

    Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

    • 1.

      Het bestuur kan in bijzondere omstandigheden gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

    • 2.

      In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

    Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking ervan en wordt

    aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Duiven”.

    Toelichting Beleidsregels schuldhulpverleninggemeente Duiven

    De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is per 1 juli 2012 in werking getreden getreden. Deze wet heeft als doel de effectiviteit van de schuldhulpverlening te vergroten. In de wet is opgenomen dat gemeenten de aanpak van schuldhulpverlening in een plan vastleggen.

    Op 24 september 2012 heeft de gemeenteraad het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016 vastgesteld.

    Dit plan bevat de hoofdlijnen van het beleid op de drie onderdelen waar de gemeente wettelijk verantwoordelijk voor is: preventie, schuldhulpverlening en nazorg.

    Met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening valt de schuldhulpverlening onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht.

    Daarom is het van belang om in beleidsregels goed vast te leggen wanneer een inwoner van Duiven toegang heeft tot schuldhulpverlening en wat de gronden zijn voor het weigeren en beëindigen van schuldhulpverlening.

    Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

    In lid 1 is vormgegeven aan het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Het college verleent alleen schuldhulpverlening indien dit nodig wordt geacht. Indien het college de burger in staat acht om zelf de (dreigende) schuldenproblematiek te regelen, dan kan schuldhulpverlening achterwege blijven.

    Een ander uitgangspunt is maatwerk. Omdat schuldhulpverlening maatwerk is, kan het per inwoner en per situatie verschillen welke instrumenten van schuldhulpverlening worden ingezet om aan de hulpvraag van de burger te voldoen.

    Vanuit de integraliteitsgedachte is het voor het effectief kunnen inzetten van schuldhulpverlening soms noodzakelijk dat een burger de juiste aanpalende hulpverlening, zoals bijvoorbeeld verslavingszorg, ontvangt.

    Ook zal de burger actief moeten meewerken aan zijn schuldhulpverlening.

    Artikel 4 Verplichtingen

    In dit artikel zijn de verplichtingen van de verzoeker opgenomen. Het artikel is gebaseerd op artikel 6 en 7 van de Wet gemeentelijk schuldhulpverlening en geeft vorm aan de eigen verantwoordelijkheid van de burgers.