Verordening Winkeltijden gemeente Duiven 2013

Geldend van 01-10-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening Winkeltijden gemeente Duiven 2013

VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE DUIVEN 2013

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 23 september 2013

Versie geldig met ingang van 1 oktober 2013

Aan deze versie kunnen geen rechten worden ontleend

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • -

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet.

Artikel 2 Vrijstelling voor zon- en feestdagen

  • 1. De verboden, bedoeld in artikel 2 van de wet, gelden niet.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing dagelijks voor 06.00 uur en na 22.00 uur.

  • 3. Het college kan in incidentele gevallen, voor bijzondere situaties, op daartoe strekkend verzoek ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 3 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2013.

  • 2. De Verordening Winkeltijden Gemeente Duiven 2009 wordt per datum, bedoeld in lid 1, ingetrokken.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Winkeltijden Gemeente Duiven 2013”.

TOELICHTING VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE DUIVEN 2013

Algemene toelichting

1.Oude Winkeltijdenwet

De oude Winkeltijdenwet, zoals deze gold tot 1 juli 2103 bevat de volgende hoofdlijnen:

  • 1.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 2.

    Gedurende de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen evenwel vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december, 4 mei en Goede Vrijdag gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

  • 3.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk als in een gemeente sprake is van toeristische aantrekkingskracht van substantiële omvang, die niet gelegen is in de verkoopactiviteiten die door een ontheffing of vrijstelling mogelijk worden gemaakt. Hiervan is in Duiven op dit moment geen sprake.

  • 2.

    Nieuwe regelgeving

Per 1 juli 2013 geldt de nieuwe, gewijzigde Winkeltijdenwet. In die wet zijn de volgende verruimingen opgenomen:

    • -

      de raad kan besluiten de zondagsopening te verruimen tot alle zon- en feestdagen. Nu geldt (in beginsel) een beperking tot 12 koopzondagen per jaar. De raad kan bij verordening vrijstelling verlenen voor zon- en feestdagopenstelling, of aan het college de bevoegdheid geven ontheffingen te verlenen.

    • -

      de zogenoemde toeristenbepaling vervalt. Voor een ruimere openstelling is geen beroep op deze bepaling meer nodig.

    • -

      de beperking van het aantal avondwinkels/supermarkten en nachtwinkels (maximaal 1 per 15.000 inwoners) vervalt.

    • -

      de wettelijke verplichte afweging tussen verschillende betrokken belangen vervalt.

    • 3.

      Gemeente Duiven

In oktober 2012 hebben Ikea, Intratuin en 7 andere winkeliers op bedrijventerreinen Nieuwgraaf en Graafstaete verzocht om openstelling op alle zon- en feestdagen mogelijk te maken. Vanwege het ontbreken van substantiële toeristische aantrekkingskracht (vereist onder de huidige Winkeltijdenwet) was het op dat moment niet mogelijk daaraan mee te werken. Gelet op de nieuwe regelgeving die zich lijkt aan te dienen, die de regulering van de openstelling van winkels op zon- en feestdagen aan gemeenten overlaat, zijn de winkeliers in Duiven op 22 januari 2013 naar hun standpunt ten aanzien van de koopzondagen gevraagd. 84 ondernemers zijn aangeschreven. Daarnaast heeft een overleg met de vijf supermarkten (C1000, AH, Lidl, Coop en Jumbo) plaatsgevonden. Het verzoek van Ikea c.s. en het resultaat van het overleg met de supermarkten meegenomen zijn de reacties in drie groepen in te delen:

  • a.

    Van de 11 winkels op bedrijventerreinen Nieuwgraaf en Graafstaete die hebben gereageerd, willen er 8 de mogelijkheid hebben alle zon- en feestdagen open te gaan, 1 winkel opteert voor 22 zondagen, 1 winkel heeft een voorkeur voor 12 koopzondagen plus de feestdagen en 1 winkel wenst 12 koopzondagen.

  • b.

    De vijf supermarkten zijn eensgezind. Men wil zo ruim mogelijke openingstijden op de zon- en feestdagen. Indien gewenst maakt men onderling nadere afspraken.

  • c.

    De 25 winkeliers in het centrum van Duiven en Groessen die gereageerd hebben zijn het eens over een openstelling op alle zon- en feestdagen: hier heeft men geen belangstelling voor. Het aantal gewenste koopzondagen ligt echter wel uiteen: het varieert van 0 tot 14. De Ondernemersvereniging Centrum Duiven (OCD) wel adviseert tot ruime mogelijkheden, waarbij wordt aangegeven dat het natuurlijk de beslissing van de individuele winkelier is om al dan niet open te gaan. Opgemerkt wordt dat niet aan de winkeliers is gevraagd of zij wel ruime mogelijkheden zouden willen hebben, om die vervolgens verder zelf in te vullen. Op 21 mei 2013 is de zondagopenstelling aan de orde geweest in de Algemene ledenvergadering van OCD. Men heeft toen besloten dat men wel graag de ruime mogelijkheden van de vrijstelling voor alle zon- en feestdagen wil en dat men verder onderling afspraken maakt over de concrete invulling.

  • 4.

    Belangenafweging winkeliers/werkgevers, werknemers, consumenten/burgers

Hoewel de expliciete wettelijke plicht tot afweging van bepaalde specifieke belangen (kleine winkeliers, zondagsrust, werken op zondag) vervalt, hebben de initiatiefnemers tot het wetsvoorstel in een brief van 29 oktober 2012 aan de Tweede Kamer (TK 2012-2013, 32 412, nr. 18) aangegeven dat aan een besluit tot verruiming van het aantal koopzondagen een zorgvuldige belangenafweging vooraf dient te gaan. Ook zonder deze toevoeging van de initiatiefnemers is het bepaalde van artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat artikel schrijft voor dat besluitvorming is gebaseerd op een zorgvuldige voorbereiding, afweging van betrokken belangen en een deugdelijke motivering.

In dat kader is het volgende op te merken over het belang van winkeliers, het belang van werknemers en werkgevers, en eerbiediging van zondagsrust.

a.belang van winkeliers/ondernemers

Winkeliers zonder (of met weinig) personeel in dienst hebben minder mogelijkheden om hun werktijden te verruimen dan winkelbedrijven met (veel) personeel. Dit blijkt ook uit de peiling die onder de winkeliers is gehouden. De winkeliers in het centrum geven bijna allemaal aan dat de kosten niet opwegen tegen de baten, dat er te weinig belangstelling van klanten is om rendabel te zijn. De verwachting is dan ook niet dat ondanks de verleende vrijstelling de winkeliers in het centrum iedere zondag open zullen zijn. Dit wordt echter aan de winkeliers zelf overgelaten. Een aantal grote winkels op de bedrijventerreinen geven aan juist in te willen spelen op de wensen van de klanten door zo ruim mogelijk open te zijn. Ook wordt door veel winkeliers, die positief tegenover openstelling staan, aangegeven dat in andere gemeenten de ervaringen met de zondagopenstelling goed zijn. Daarnaast spelen concurrentiebelangen ook een rol: men wil niet achterblijven bij gemeenten als Arnhem of andere omliggende gemeenten en voorkomen dat klanten naar die plaatsen uitwijken.

b.belang van werknemers/werkgevers

Bij de behandeling van het initiatief wetsvoorstel in de EK zijn aan de regering vragen gesteld over de positie van werknemers en arbeid op zondag en goed werkgeverschap. Bij brief van 14 januari 2013 ( EK 32 412 C ) antwoordt de minister van Economische Zaken op de gestelde vragen met het volgende citaat:

“De leden van de PvdA-fractie uiten hun zorgen over het risico dat de toeslagen voor zondag arbeid onder druk komen te staan en vroegen of de regering dit risico onderkent. Leef- en arbeidspatronen wijzigen en daarmee kunnen ook de daaraan verbonden afspraken veranderen. De (overwerk)toeslagen en vergoedingen die werknemers ontvangen voor werk op bijzondere dagen of tijden worden in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) door cao-partijen (werkgevers en vakbonden) bepaald. Zij bepalen, ook bij wijzigingen, in de cao wat de bijzondere dagen of tijden zijn en welke specifieke aanvullende beloning daar bij past. De overheid is daarbij geen partij. De vormgeving van toeslagen op zondagarbeid is dan ook iets tussen werkgevers en vakbonden. Op grond van de Arbeidstijdenwet heeft arbeid op zondag overigens een bijzondere positie. Behalve als het gaat om arbeid ten behoeve van publieke voorzieningen (ziekenhuizen, brandweer, politie, energiecentrales, e.d.), is arbeid op zondag alleen toegestaan als de bedrijfsomstandigheden daartoe nopen en als er toestemming is van zowel de Ondernemingsraad en/of de personeelsvertegenwoordiging als van de individuele werknemer. In het Burgerlijk Wetboek is expliciet geregeld dat weigering om op zondag te werken niet mag leiden tot ontslag. Deze bijzondere positie van arbeid op zondag op grond van de Arbeidstijdenwet blijft bestaan, waardoor er vooralsnog geen reden is om te veronderstellen dat aanpassing van de Winkeltijdenwet er toe zal leiden dat arbeid op zondag even normaal zal worden als op doordeweekse dagen en daarmee alle toeslagen voor deze arbeid zullen verdwijnen. Ik ben bereid het punt van toeslagen voor zondagarbeid op korte termijn met werkgeversorganisaties te (laten) bespreken, zodat er tijdens de behandeling meer duidelijkheid is over het standpunt van werkgeversorganisaties ten aanzien van de (toekomstige) toeslagen voor zondagarbeid.”

( -------- )

“Daarnaast zijn er ook andere wetten van belang voor de borging van de belangen van winkeliers en werknemers.

Hierbij kan aan Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek betreffende het verbintenissenrecht worden gedacht. Het is aan partijen zelf om de inhoud van overeenkomsten te bepalen. Bij niet nakoming van een overeenkomst staat de gang naar de burgerlijke rechter open. Daarnaast is, zoals ook al aangegeven in antwoord op vragen van de leden van de PvdA-fractie, de bescherming van werknemers voor het werken op zondag in de Arbeidstijdenwet geregeld. Het is, vanuit het beginsel van goed werkgeverschap, belangrijk dat over het werken op zondag goede afspraken worden gemaakt tussen werkgevers en werknemers. Het uitoefenen van druk op personeel om op zondag te werken en het dreigen met ontslag is uiteraard ongewenst. Werknemers die hiermee te maken krijgen kunnen zich beroepen op de Arbeidstijdenwet (artikel 5:6) en het Burgerlijk Wetboek. In artikel 7:670, negende lid, Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat de werknemer niet ontslagen mag worden vanwege het enkele feit dat hij weigert op zondag arbeid te verrichten in geval bedrijfsomstandigheden hiertoe nopen. Wordt hij toch ontslagen, dan is er sprake van onrechtmatig handelen. Werknemers die onder druk worden gezet om op zondag te werken kunnen zich op deze wetten beroepen. De vakbond of belangenorganisatie kan hierbij een ondersteunende rol spelen.”

Opgemerkt wordt verder dat in het gezamenlijk verzoek van de winkeliers van de Nieuwgraaf en Graafstaete bovendien wordt aangegeven dat de zondagopenstelling de werkgelegenheid ten goede komt. Men geeft aan dat in het personeelsbeleid van in ieder geval Ikea en Intratuin een goede balans tussen werk en privéleven prioriteit heeft en men in overleg met de werknemers treedt.

c.belang van burgers/consumenten, eerbiediging van de zondagsrust

Burgers/consumenten hebben een belang bij een goed voorzieningenniveau dat op zoveel mogelijk uren te gebruiken is. Winkeliers/ondernemers hebben behoefte aan opening op door de consument/klant gewenste tijden. Dit wordt ook veelvuldig als argument genoemd door de winkeliers die de mogelijkheid willen hebben alle zon- en feestdagen open gaan, “de klant heeft er behoefte aan”. Verstoring van de zondagsrust is soms een argument om geen koopzondagen te wensen of deze te beperken. Tegenover het belang van de zondagsrust staat echter een steeds groter aantal inwoners dat gebruik maakt van koopzondagen.

Indieners van initiatief wetsvoorstel wijzen er op dat op lokaal niveau vaak grote verschillen aanwezig zijn in de voorkeuren van mensen over de koopzondag. De diversificatie van leef- en arbeidspatronen in de Nederlandse samenleving heeft tot gevolg gehad dat verschillende bevolkingsgroepen er verschillende behoeften en preferenties in hun koopgedrag op nahouden. Met name bevolkingsgroepen zoals jongeren en gezinnen met tweeverdieners ervaren de koopzondag als prettig. Velen van hen zien het als een mogelijkheid om uitgebreider te winkelen dan voor hen doordeweeks mogelijk is.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 2 Vrijstelling zon- en feestdagen

In dit artikel wordt de nieuwe regeling opgenomen voor zon-, feest- en werkdagen. Het vrijlaten van de zon- en feestdagen komt zoveel mogelijk tegemoet aan de wensen van de winkeliers in de gemeente Duiven zoals die zijn gebleken uit de peiling, het verzoek van de winkelbedrijven van de Nieuwgraaf en Graafstaete uit oktober 2012, het gesprek met de supermarkten en de Algemene ledenvergadering van OCD op 21 mei 2013.

In de verordening is een vrijstelling opgenomen voor de gehele gemeente, zodat de winkels van de hele gemeente op alle zon- en feestdagen open kunnen gaan. De openingstijden van de winkels wordt aan de winkels zelf overgelaten. Het verlenen van een vrijstelling levert in vergelijking met het werken met ontheffingen ambtelijk tijdswinst op doordat geen afzonderlijke ontheffingen meer te hoeven worden verleend. Daarnaast staat tegen ontheffingen bezwaar en beroep open voor belanghebbenden.

De opgenomen vrijstelling lijkt ruimer dan de wens van de winkeliers in het centrum van Duiven. Er is hier echter voor gekozen, omdat de winkeliers toch in de Algemene ledenvergadering hebben aangegeven een vrijstelling te willen,die zij dan zelf in onderling overleg verder invullen.

In een eerder concept van de verordening werden alle verboden uit artikel 2 van de wet buiten toepassing verklaard. Tijdens de raadsvergadering van 1 juli 2103 is gebleken dat het niet de bedoeling van het college en de raad was om ook de avond en nacht vrij te geven. Vandaar dat in het tweede lid van artikel 2 is bepaald dat de vrijstelling niet geldt voor de periode tussen 22.00 en 06.00 uur.

Om de mogelijkheid open te houden om in voorkomende, incidentele situaties een winkel toe te staan ’s avonds of ’s nachts open te zijn voor publiek wordt het college van burgemeester en wethouders in het derde lid de bevoegdheid verleend om ontheffing te verlenen van het verbod uit het tweede lid. De grondslag hiervoor ligt in artikel 3, tweede lid, van de wet.

Artikel 3 Inwerkingtreding

In artikel 139 tot en met 144 Gemeentewet zijn de bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden geregeld. De bepalingen over bekendmaking en mededeling van besluiten zoals genomen in afdeling 3.6 Awb zijn niet van toepassing op algemeen verbindende voorschriften (zie artikel 3:1 Awb).

Artikel 139 van de Gemeentewet bepaalt onder meer dat verordeningen niet in werking treden, voordat ze zijn bekendgemaakt. De bekendmaking geschiedt door middel van integrale publicatie van de tekst van de verordening in een van gemeentewege uitgegeven blad, dan wel op de in de gemeente gebruikelijke wijze, te weten in het huis-aan-huisblad.

Volgens artikel 142 van de Gemeentewet treden verordeningen op de achtste dag na bekendmaking in werking, tenzij een ander tijdstip is aangewezen. In dit geval is er voor gekozen om de datum van inwerkingtreding vast te stellen op 1 oktober 2013. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat hiermee voor alle winkeliers in de gemeente duidelijk is vanaf welke datum de ruimere openingsmogelijkheden bestaan.

De verordening zal daags na de vaststelling worden gepubliceerd in de DuivenPost.

Voorts zal de verordening conform de daarvoor geldende regeling worden geplaatst op www.overheid.nl.