Verordening Vertrouwd wonen

Geldend van 01-02-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening Vertrouwd wonen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Eigenaar: een natuurlijke persoon die tevens eigenaar is van een woning; voor de toepassing van deze verordening wordt tevens als eigenaar aangemerkt: de erfpachter, de opstaller of de vruchtgebruiker van een woning;

  • b.

    Eigenaar-bewoner: de eigenaar die tevens zelf in de woning woonachtig is;

  • c.

    Koopwoning: een gebouwde onroerende zaak, niet zijnde een woonwagen of een standplaats voor een woonwagen die als zelfstandige woning als bedoeld in artikel 7:234 Burgerlijk Wetboek door de eigenaar permanent wordt bewoond;

  • d.

    Opplussen: de door burgemeester en wethouders vast te stellen maatregel(en) / aanpassing(en) gericht op het beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger maken van de woning.

  • e.

    Lijst van Opplusmaatregelen: een door burgemeester en wethouders vastgestelde lijst met maatregel(en) die in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 1.2 Subsidieplafond

1.De gemeenteraad stelt jaarlijks een subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht vast voor het navolgende jaar voor de op grond van deze verordening te verstrekken subsidies.

Artikel 1.3 Werkingssfeer

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Duiven.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op alle bestaande koopwoningen op het gehele grondgebied van de gemeente Duiven.

  • 3. Deze verordening is van toepassing voor alle eigenaar-bewoners die op het moment van de subsidieaanvraag 55 jaar of ouder zijn.

Artikel 1.4 Bevoegdheid verlenen subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van het opplussen van een koopwoning met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie te verlenen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van subsidie voorschriften verbinden.

Artikel 1.5 Verslag

De werking van artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgesloten.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en verlenen subsidie

Artikel 2.1 Subsidiabele maatregel(en)

Aan de eigenaar-bewoner kan subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten van het aanbrengen van maatregel(en) zoals opgenomen in de jaarlijks door burgemeester en wethouders vast te stellen Lijst van Opplusmaatregel(en) om bestaande koopwoningen in de gemeente Duiven beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger te maken.

Artikel 2.2 Advies

  • 1. Burgemeester en wethouders leggen alle aanvragen om een beschikking tot subsidieverlening of een beschikking tot subsidievaststelling voor het aanbrengen van maatregel(en) in een koopwoning voor advies voor aan een door hen aangewezen persoon.

  • 2. Deze persoon brengt binnen zes weken na de adviesaanvraag advies uit aan burgemeester en wethouders.

Artikel 2.3 Aanvragen van subsidie

  • 1. De aanvraag om subsidie voor het aanbrengen van maatregel(en) als bedoeld in artikel 2.1 wordt gedaan door de eigenaar-bewoner met een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld ‘Subsidieaanvraagformulier Vertrouwd Wonen’.

  • 2. De aanvraag tot het verlenen van subsidie op basis van deze verordening wordt ingediend ter attentie van burgemeester en wethouders.

  • 3. Aanvragen voor subsidie kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend en worden op volgorde van ontvangst behandeld.

  • 4. Bij de vaststelling van de volgorde als bedoeld in het derde lid telt een aanvraag pas mee als deze door het college van B&W volledig is bevonden.

Artikel 2.4 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen een termijn van 12 weken na ontvangst van een volledige aanvraag tot verlening van de subsidie.

  • 2. De beslissing als bedoeld in het vorige lid kan éénmaal met ten hoogste drie weken worden verdaagd.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • 1.

    Aan de koopwoning in de afgelopen drie jaar maatregel(en) als bedoeld in artikel 2.1 zijn aangebracht met de maximale subsidie op grond van deze verordening.

  • 2.

    Met het aanbrengen van de maatregel(en) is begonnen voordat de door burgemeester en wethouders aangewezen persoon als bedoeld in artikel 2.2 een opname heeft gemaakt van de bestaande situatie.

  • 3.

    De subsidie wordt aangevraagd voor maatregel(en) die niet zijn opgenomen op de door burgemeester en wethouders vastgestelde Lijst van Opplusmaatregelen;

  • 4.

    De eigenaar-bewoner op het moment van de subsidieaanvraag jonger is dan 55 jaar.

  • 5.

    De subsidie op basis van deze regeling dan wel een andere (gemeentelijke) regeling met dezelfde doelstelling en dezelfde maatregel(en) al eens verstrekt is.

  • 6.

    De gevraagde maatregel(en) reeds in de woning aanwezig is (zijn).

    Artikel 2.6 Voorschriften

    Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen de navolgende voorschriften worden verbonden:

    • 1.

      a. Het aanbrengen van de maatregel(en) wordt uitgevoerd door een erkend en geregistreerd aannemers-, loodgieters- of installatiebedrijf.

    • b.

      Indien de maatregel(en) door de eigenaar-bewoner zelf worden aangebracht en

      niet door een geregistreerd aannemers-, loodgieters-, of installatiebedrijf, komt

      uitsluitend de aanschaf van materiaal in aanmerking voor subsidie.

    • c.

      Aan de namens burgemeester en wethouders met controle belaste persoon op de

      door deze te bepalen tijdstippen:

    • -

      toegang verlenen tot de woning;

    • -

      inzage verlenen op bescheiden die betrekking hebben op de aan te

      brengen maatregel(en);

    • -

      gegevens verstrekken over de aan te brengen maatregel(en);

    • -

      gelegenheid geven tot het controleren van de gegevens die betrekking hebben op de aan te brengen maatregel(en);

    • d.

      Aan alle voorwaarden zoals genoemd binnen deze verordening moet worden voldaan

    • e.

      De maatregel(en) moet binnen 12 maanden na de subsidieverlening zijn voltooid.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieverlening nadere voorschriften

    verbinden.

    Artikel 2.7 Subsidiebedragen en eenmaligheid

    • 1.

      De subsidie zoals bedoeld in artikel 1 wordt verleend voor maatregel(en) die zijn opgenomen op een door burgemeester en wethouders vast te stellen Lijst van Opplusmaatregelen en bedraagt 20% van de totale subsidiabele kosten (inclusief BTW) met een maximaal subsidiebedrag van € 1.000,- per aanvraag.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders kunnen van het in lid 1 bedoeld percentage afwijken om desbetreffende maatregel(en) extra te promoten door middel van een campagne.

    • 3.

      Subsidie op basis van deze regeling dan wel een andere (gemeentelijke) regeling met dezelfde doelstelling en dezelfde maatregel(en) kan maximaal één maal per woning worden verleend.

Artikel 2.8 Het vaststellen en betalen van subsidie

  • 1. Binnen 4 weken na de voltooiing van de werkzaamheden meldt de subsidieaanvrager aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.

  • 2. De gereedmelding is tevens een aanvraag voor de definitieve vaststelling van de subsidie.

  • 3. Binnen vier weken na ontvangst van de gereedmelding beslissen burgemeester en wethouders of zij met de gereedmelding instemmen en stellen zij de hoogte van de subsidie vast overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit, als bedoeld in het derde lid, eenmaal met vier weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

  • 5. Na de definitieve vaststelling van de subsidie wordt een beschikking gemaakt waarna het bedrag binnen vier weken wordt uitbetaald aan de aanvrager.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing gelet op het belang van het opplussen, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in de deze verordening.

Artikel 3.2 Overgangsregeling

Op een aanvraag die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze wijzigingsverordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de Subsidieregeling Vertrouwd Wonen van toepassing, zoals die luidden vóór de onderhavige wijziging.

Artikel 3.3 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2014 en kan aangehaald worden als ‘Subsidieregeling Vertrouwd Wonen’.

Verordening Vertrouwd Wonen

Toelichting Verordening Subsidieregeling Vertrouwd Wonen duiven

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Lid c Onder een koopwoning wordt in dit verband niet verstaan een zomerwoning, seizoenverblijf, vakantiewoning en een tweede woning die na verbetering ook als tweede woning wordt gebruikt.

Artikel 1.3 Werkingssfeer

Lid 3

De eigenaar-bewoner (zijnde de aanvrager van de subsidie) moet 55 jaar of ouder zijn. De datum van ontvangst van de aanvraag wordt gebruikt als peildatum om te bepalen op de eigenaar-bewoner 55 jaar of ouder is.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en verlenen van de subsidie

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten

Gekozen is voor een door burgemeester en wethouders vastgestelde Lijst van Opplusmaatregelen. Op die wijze kan voor wat betreft de maatregel(en), binnen de kaders van de verordening, slagvaardig worden gereageerd op ervaringen met en ontwikkelingen op het gebied van het opplussen.

Artikel 2.2 Advies

Met een door burgemeester en wethouders aangewezen persoon wordt een adviseur Vertrouwd Wonen bedoeld. Deze adviseur is opgeleid voor het afleggen van huisbezoeken en voor het adviseren conform ‘de Huistest Vertrouwd Wonen Duiven-Westervoort’ op www.vertrouwdwonen.net.

Artikel 2.3 Aanvragen van subsidie

Lid 1, 2, 3 en 4

Met de aanvraag wordt een volledig ingevuld en ondertekend subsidieaanvraagformulier Vertrouwd Wonen bedoeld, voorzien van de door burgemeester en wethouders voorgeschreven bijlagen.

Lid 3

Niet gekozen is voor het systeem om een bepaalde einddatum te stellen waarbinnen in een bepaald jaar de subsidieaanvragen binnen moeten zijn. Dit kan dus het gehele jaar door en de afhandeling vindt plaats op volgorde van datum van binnenkomst.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

Lid 1 Met de voorwaarde dat de woning niet binnen twee jaar voor de subsidieaanvraag op grond van deze verordening beter toegankelijk, beter bruikbaar of veiliger is gemaakt, wordt het opplussen met meerdere maatregel(en) tegelijk gestimuleerd.

Artikel 2.7 Subsidiebedragen en eenmaligheid

Lid 1

Met subsidiabele kosten wordt bedoeld:

  • 1.

    indien de maatregel(en) worden aangebracht door een geregistreerd aannemers- loodgieters- of installatiebedrijf: de kosten van het materiaal én het arbeidsloon.

  • 2.

    indien de maatregel(en) worden aangebracht door de eigenaar-bewoner, een vrijwilliger of door een niet- geregistreerd aannemers-, loodgieters-, installateurs- of klussenbedrijf: de kosten van het materiaal.

Lid 2

Burgemeester en wethouders kunnen bijvoorbeeld bepalen dat het geldende subsidiepercentage van 20 voor een aantal maatregelen uit de Lijst met Opplusmaatregelen tijdens een campagne tijdelijk verhoogd wordt naar 50%, met een maximum van € 1.000,- per aanvraag.

Artikel 2.8 Het vaststellen en betalen van de subsidie

Lid 3

Met gereedmelding wordt een volledig ingevuld en ondertekend gereedmeldingsformulier Vertrouwd Wonen bedoeld, voorzien van de door burgemeester en wethouders voorgeschreven bijlagen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Op grond van deze hardheidsclausule kunnen burgemeester en wethouders voor bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken.