Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Duiven houdende regels omtrent de gezamenlijke rekenkamer Verordening op de gezamenlijke Rekenkamer Gemeenten Duiven, Doesburg en Westervoort 2018

Geldend van 12-12-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Duiven houdende regels omtrent de gezamenlijke rekenkamer Verordening op de gezamenlijke Rekenkamer Gemeenten Duiven, Doesburg en Westervoort 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    wet: Gemeentewet;

  • b)

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c)

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d)

    rekenkamer: de rekenkamer van de gemeenten Duiven, Doesburg en Westervoort;

  • e)

    de raden: de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1. Er is een gezamenlijke rekenkamer voor de gemeenten Duiven, Doesburg en Westervoort.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit drie externe leden: een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die ieder ook onderzoeker zijn.

Artikel 3 Taak van de rekenkamer

De rekenkamer heeft tot taak het onderzoeken van en het adviseren aan de gemeenteraden over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door de gemeentebesturen gevoerde beleid en beheer.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1. De raden benoemen de drie externe leden van de rekenkamer en besluiten daarbij over de functie van ieder van de leden in de rekenkamer.

  • 2. Elk lid wordt door de raden benoemd tot contactpersoon voor een van de deelnemende gemeenten.

  • 3. De leden van de rekenkamer worden benoemd voor de duur van zes jaar.

  • 4. Het maximaal aantal zittingsperiodes is twee.

  • 5. De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een van de andere leden van de rekenkamer.

Artikel 5 Eed of belofte

Conform artikel 81g Gemeentewet leggen de leden in de raadsvergaderingen van alle deelnemende gemeenten de eed of belofte af.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

Het lidmaatschap van de rekenkamer vervalt, behalve door het gestelde in artikel 4 lid 3 en 4 van deze verordening voorts door:

  • 1.

    een desbetreffend, met redenen omkleed, besluit van de gemeenteraad;

  • 2.

    ontslagname op eigen verzoek.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer en voor onderzoekswerk.

  • 2. De vergoedingen genoemd in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

  • 3. De hoogte van de vergoedingen genoemd in het eerste lid wordt door de raden van de deelnemende gemeenten vastgesteld.

Artikel 8 Klankbordgroep

  • 1. Er is een klankbordgroep, gevormd van raadsleden uit de deelnemende raden.

  • 2. Elke raad vaardigt één raadslid uit de oppositie en één raadslid uit de coalitie af.

  • 3. De klankborgroep kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 4. De klankbordgroep wordt ondersteund door de griffie van Duiven.

Artikel 9 Taken van de klankbordgroep

  • 1. De klankbordgroep komt twee maal per jaar met de rekenkamer bijeen om hen te adviseren over het onderzoeksprogramma en de onderzoeksopzetten, inclusief urenraming.

  • 2. De klankbordgroep spreekt minimaal één maal per jaar met de rekenkamer over de kwaliteit van de rapporten en het functioneren van de leden.

Artikel 10 Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitoefening van haar taken. De griffier van Duiven voert de betalingen uit.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a)

      de vergoedingen aan de leden en de voorzitter;

    • b)

      interne onderzoekmedewerkers van de gemeenten;

    • c)

      externe deskundigen die door de rekenkamer worden ingeschakeld;

    • d)

      eventuele andere uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van zijn taak.

  • 3. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraden. Overleg hierover vindt plaats met de klankbordgroep.

Artikel 11 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. Elk lid van de rekenkamer bezoekt twee maal per raadsperiode iedere fractie van zijn contactgemeente. Dan wordt in ieder geval gesproken over wensen van de fractie m.b.t. onderzoeksonderwerpen.

  • 2. De rekenkamer bepaalt onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast met een raming van het aantal benodigde onderzoeksuren en zendt dit naar de klankbordgroep. Bij overschrijding van het aantal uren is akkoord van de klankbordgroep nodig.

  • 3. Inwoners van de gemeenten kunnen onderwerpen voor onderzoek aandragen.

  • 4. De rekenkamer stelt jaarlijks mede aan de hand van de aangedragen onderwerpen een onderzoeksplanning vast en stuurt deze uiterlijk in december van het voorafgaande jaar naar de raden.

  • 5. Onderzoeken moeten evenwichtig verdeeld zijn over de gemeenten, maar het is niet nodig dat alle onderzoeken alle deelnemende gemeenten aangaan. Als een onderzoek meer dan één gemeente betreft dan worden conclusies en aanbevelingen per gemeente uitgesplitst. Als een gemeente een extra onderzoek wenst kan dat. De rekenkamer komt dan met een onderzoeksvoorstel met bijbehorend kostenplaatje. De betreffende raad zal dan extra budget beschikbaar moeten stellen.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. De rekenkamer vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van de procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de andere leden.

  • 3. De rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar; op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan, als geheim aanmerken.

  • 4. De rekenkamer kan openbare, informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5. De rekenkamer stelt ieder jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar en zendt dat aan de raden.

  • 6. De rekenkamer is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 7. Het gemeentebestuur en de onder zijn verantwoordelijkheid ressorterende ambtenaren verstrekken desgevraagd en binnen de door de rekenkamer gestelde termijn alle inlichtingen die de rekenkamer voor de vervulling van haar taak nodig acht.

  • 8. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het zesde lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde, dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

  • 9. Het college verstrekt aan de rekenkamer de planning en de resultaten van onder haar verantwoordelijkheid uitgevoerde doelmatigheids-, doeltreffendheid- en rechtmatigheidsonderzoeken.

  • 10. De rekenkamer is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode onderzoek te doen instellen bij:

    • a)

      Openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b)

      Privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

    De rekenkamer is bevoegd mondeling of schriftelijk informatie in te winnen bij de onder lid a en b genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de rekenkamer gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd zijn bevoegdheid tot eigen onderzoek.

  • 11. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet verstrekt desgevraagd aan de rekenkamer controleprogramma’s en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 12. Indien door of namens het gemeentebestuur onvoldoende medewerking wordt verleend aan het onderzoek, afspraken niet worden nagekomen dan wel de overeengekomen onderzoekscapaciteit niet, onvoldoende of niet tijdig wordt geleverd, wordt hiervan onmiddellijk mededeling gedaan aan de gemeenteraad.

  • 13. De raden stellen een onderzoeksprotocol vast waarin in ieder geval wordt vastgelegd waaruit het archief van de rekenkamer minimaal moet bestaan.

Artikel 13 Rapportage

  • 1. De rekenkamer past ambtelijk en bestuurlijk hoor en wederhoor toe.

  • 2. De rekenkamer stelt de betrokkenen in het kader van het ambtelijk hoor en wederhoor in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 3. De rekenkamer stelt de colleges van burgemeester en wethouders in het kader van het bestuurlijk hoor en wederhoor in de gelegenheid om binnen een termijn van vier weken hun zienswijze op een concept onderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken.

  • 4. Binnen de termijn genoemd in lid 3 kan een college verzoeken deze termijn met twee weken te verlengen.

  • 5. Wordt door de rekenkamer geen reactie binnen de in lid 3 of binnen de verlengde termijn krachtens lid 4 ontvangen, dan wordt geacht dat het desbetreffende college geen gebruik heeft willen maken van de mogelijkheid om te reageren.

  • 6. De rekenkamer deelt aan de raden, colleges en, indien van toepassing, aan de betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raden of de colleges kan zij terzake voorstellen doen.

  • 7. De rapporten van de rekenkamer zijn openbaar. Op grond van belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raden worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 8. Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raden aangeboden.

Artikel 14 Intrekkingsbepaling

Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening rekenkamercommissie Duiven (laatst gewijzigd op 25 september 2006) ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2018.

Artikel 16 Citeerartikel

De verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de gezamenlijke Rekenkamer Gemeenten Duiven, Doesburg en Westervoort 2018

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad voornoemd d.d. 10 oktober 2017,

de griffier

G.J. van Buren- van den Berg

de voorzitter,

drs. H.B.I. de Lange