Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Duiven houdende regels omtrent mandaat 1Stroom (Mandaatregeling 1Stroom)

Geldend van 15-06-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Duiven houdende regels omtrent mandaat 1Stroom (Mandaatregeling 1Stroom)

De colleges van burgemeester en wethouders van Duiven en Westervoort, de burgemeesters van Duiven en Westervoort, het dagelijks bestuur van 1Stroom, de voorzitter van 1Stroom en de directie van 1Stroom, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat per 1 januari 2018 door burgemeester en wethouders en burgemeesters van Duiven en Westervoort de gemeenschappelijke regeling 1Stroom is opgericht;

Overwegende het gestelde in artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling 1Stroom waarin is opgenomen dat de gemeenten alle bevoegdheden die samenhangen met de taakgebieden zoals vermeld in artikel 4 van de regeling in algemene dan wel afzonderlijke mandaat- en volmachtbesluiten mandateren aan de directie of medewerkers van het openbaar lichaam;

Gelet op de besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van Duiven en Westervoort, het dagelijks bestuur, de voorzitter en directie van 1Stroom, op 2 januari 2018;

Gelet op artikel 10:3 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen de Mandaatregeling 1Stroom, waarvan bijlage 1 een integraal onderdeel uitmaakt;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    1Stroom: de door de gemeentes Duiven en Westervoort opgerichte gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8

  • 1.

    lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • c.

    de burgemeester: de (loco-) burgemeester van de gemeente als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte;

  • d.

    de gemeentesecretaris: de (loco-)gemeentesecretaris van de gemeente;

  • e.

    de directie: een van beide directeuren afzonderlijk of beide directeuren gezamenlijk van 1Stroom;

  • f.

    gemeente: een van de deelnemende gemeenten (Duiven of Westervoort), waaronder zowel de publiekrechtelijke rechtspersoon als de daartoe behorende bestuursorganen kunnen zijn begrepen;

  • g.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente;

  • h.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • i.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • j.

    gemandateerde: degene die de bevoegdheid heeft om namens het bestuursorgaan besluiten te nemen en andere (rechts)handelingen te verrichten;

  • k.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • l.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • m.

    ambtenaar: degene bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Ambtenarenwet en werkzaam voor 1Stroom. Daarmee worden gelijk gesteld uitzendkrachten, gedetacheerden, zzp’-ers en zij die op andere privaatrechtelijke basis in dienst zijn van 1Stroom;

  • n.

    teamregisseur: degene, die werkzaam is voor de gemeenschappelijke regeling 1Stroom en die als zodanig is benoemd;

Artikel 2 Inhoud mandaat

  • 1.

    Het mandaat omvat naast het nemen van besluiten, tevens het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, waaronder in ieder geval:

    • a.

      het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;

    • b.

      het verzenden van ontvangstbewijzen;

    • c.

      het voeren van overige correspondentie;

    • d.

      het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen;

    • e.

      het verzorgen van publicaties.

  • 2.

    In de gevallen dat geen (onder)mandaat geldt, is de ambtenaar wel gemachtigd tot het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, voor zover het geen ontwerpbesluiten of voorontwerpen en dergelijke betreft.

Artikel 3 Schakelbepaling volmacht en machtiging

Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, dient - tenzij anders is bepaald - daaronder tevens te worden begrepen volmacht en machtiging.

Artikel 4 Algemeen mandaat van colleges en burgemeesters aan de directie

  • 1. De colleges en de burgemeesters van de gemeenten verlenen aan de directie, en bij afwezigheid van de directie aan de adjunct-directeur, het mandaat om alle besluiten te nemen en alle rechtshandelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van aan de colleges en burgemeesters opgedragen taken en bevoegdheden nodig zijn met inachtneming van de voorwaarden genoemd in artikel 7.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde mandaat omvat de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaat, tenzij de bevoegdheid is opgenomen in bijlage 1 onderdeel B.

  • 3. Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid het in het eerste en tweede lid bedoelde besluit te ondertekenen.

  • 4. De bevoegdheden genoemd in bijlage 1 onderdeel A zijn uitgezonderd van mandaat.

Artikel 5 Algemeen mandaat van dagelijks bestuur en voorzitter aan de directie

  • 1. Het dagelijks bestuur en de voorzitter van 1Stroom verlenen aan de directie, en bij afwezigheid van de directie aan de adjunct-directeur, het mandaat om namens hen alle besluiten te nemen en alle rechtshandelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van de op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke Regeling 1Stroom aan het dagelijks bestuur en de voorzitter opgedragen taken en bevoegdheden nodig zijn met in achtneming van de voorwaarden genoemd in artikel 7.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde mandaat omvat de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaat, tenzij de bevoegdheid is opgenomen in bijlage 1 onderdeel B.

  • 3. Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid het in het eerste en tweede lid bedoelde besluit te ondertekenen.

  • 4. De bevoegdheden genoemd in bijlage 1 onderdeel A zijn uitgezonderd van mandaat.

Artikel 6 Ondermandaat van directie aan ambtenaren

  • 1. De directie verleent de ambtenaar of diens plaatsvervanger het ondermandaat om namens de colleges en burgemeesters van de gemeenten en het dagelijks bestuur en de voorzitter van 1Stroom alle besluiten te nemen en alle rechtshandelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van de aan de colleges en burgemeesters en het dagelijks bestuur en de voorzitter opgedragen taken en bevoegdheden nodig zijn met in achtneming van de voorwaarden genoemd in artikel 7.

  • 2. Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid het in het eerste lid bedoelde mandaatbesluit te ondertekenen.

Artikel 7 Voorwaarden mandaatverlening

  • 1. Het in het artikel 4, 5 en 6 bedoelde mandaat komt de gemandateerde slechts toe, voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van het team waarbinnen de ambtenaar werkzaam is en met de taken en verantwoordelijkheden zoals deze aan de ambtenaar zijn toebedeeld. Hierbij geldt dat het mandaat ook toekomt aan de teamregisseur indien de behandelend ambtenaar dat wenst.

  • 2. De gemandateerde is niet bevoegd om in (onder)mandaat te besluiten, indien:

    • a.

      het een besluit betreft waarmee algemeen verbindende voorschriften (zoals verordeningen), beleidsregels of beleid worden vastgesteld dan wel anderszins bevoegdheden betreft waarvoor ingevolge de Algemene wet bestuursrecht of in enig ander wettelijk voorschrift is bepaald dat mandaat niet kan worden verleend;

    • b.

      het voorgenomen besluit een afwijking zou inhouden van beleidsregels, richtlijnen of voorschriften en het voorgenomen besluit (interne) afstemming behoeft, tenzij geen sprake is van grote financiële consequenties en geen precedentwerking;

    • c.

      het voorgenomen besluit of de voorgenomen privaatrechtelijke rechtshandeling een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel politieke consequenties kan hebben of een groot financieel risico met zich brengt;

    • d.

      het een bevoegdheid betreft die in de Gemeenschappelijke Regeling 1Stroom expliciet wordt genoemd en derhalve geacht wordt voorbehouden te zijn aan het desbetreffende orgaan aan wie het is toebedeeld;

    • e.

      het voorgenomen besluit dusdanige gevolgen heeft voor de rechtspositie van een of meerdere ambtenaren dat besluitvorming door het dagelijks bestuur vereist is;

    • f.

      het een voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift anders dan het aangaan van een dienstverband of het een benoeming en/of ontslag van leden van een (advies)commissie of extern bestuur(sorgaan) betreft;

    • g.

      de directie of teamregisseur heeft aangegeven het voorstel aan de mandaatgever te willen voorleggen of de directie heeft aangegeven dat in dit geval geen ondermandaat geldt;

    • h.

      de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten;

    • i.

      de bevoegdheid op grond van een ander besluit/andere regeling aan een andere persoon is gemandateerd

  • 3. De gemandateerde volgt eventuele instructies van de mandaatgever op.

  • 4. Het bepaalde in lid 2 onder b en c geldt niet voor de directie als het de bedrijfsvoering van 1Stroom betreft.

  • 5. De directie informeert de mandaatgevers indien gewenst op nader vast te stellen wijze over de uitoefening van het mandaat.

Artikel 8 Ondertekeningswijze bij mandaat

Uit de formulering van het besluit, de overeenkomst, brief enzovoorts moet blijken dat de bevoegdheid om te beslissen/ondertekenen is gebaseerd op mandaat. Daartoe wordt vermeld namens welk bestuursorgaan is beslist/ondertekend.

Artikel 9 Mandaat aan derden

  • 1. Bevoegdheden die via een gemeenschappelijke regeling of op andere wijze aan een ander bestuursorgaan of persoon werkzaam daarvoor zijn gemandateerd vallen niet onder deze regeling.

  • 2. Bevoegdheden die door middel van een specifiek mandaat of een overeenkomst aan een derde zijn gemandateerd vallen niet onder deze regeling.

Artikel 10 Intrekking oude regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a.

    Het Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit 2013 gemeente Duiven met daarbij behorend register, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 9;

  • b.

    Het Mandaat-, machtiging- en volmachtbesluit gemeente Westervoort 2015 met daarbij behorend register;

  • c.

    Het Reglement mandaat, machtiging en volmacht Wmo 2015 en Jeugdwet met daarbij behorende bijlagen I en II.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018 en wordt aangehaald als: Mandaatregeling 1Stroom.

Ondertekening

het college van Duiven,

secretaris

ing. C.J. Papjes

burgemeester

drs. H.B.I. de Lange

de burgemeester van Duiven,

burgemeester

drs. H.B.I. de Lange

het college van Westervoort,

secretaris

P.J.E. Breukers

burgemeester

drs. A.J. van Hout

de burgemeester van Westervoort,

burgemeester

drs. A.J. van Hout

het dagelijks bestuur van 1Stroom,

voorzitter

secretaris

de voorzitter van 1Stroom,

voorzitter

de directie van 1Stroom,

directeur

ing. C.J. Papjes

directeur

P.J.E. Breukers 

Bijlage 1

Onderdeel A

Uitgezonderd van mandaat zijn de volgende bevoegdheden (art. 4 lid 4 en 5 lid 4)

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad of het algemeen bestuur

  • 2.

    Het indienen van een zienswijze of bezwaarschrift, het instellen van (hoger) beroep of het aangaan van civiele procedures inclusief het instellen van hoger beroep of cassatie

  • 3.

    Beslissen op een bezwaarschrift, tenzij het een belastingzaak betreft

  • 4.

    verhalen van schade vanwege wanprestatie of onrechtmatige daad indien de zaak geen routinematig karakter heeft

  • 5.

    Handhavingsbesluiten als bedoeld in hoofdstuk 5 Algemene wet bestuursrecht, waarbij tot en met de vooraankondiging mandaat geldt, met uitzondering van de bestuurlijke boete

  • 6.

    Beslissen op verzoeken om planschade en nadeelcompensatie met uitzondering van het niet-ontvankelijk verklaren of niet in behandeling nemen van het verzoek

  • 7.

    Het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten etc.

  • 8.

    Het aangaan van overeenkomsten/verplichtingen waarover de gemeenteraad of het algemeen bestuur moet worden geïnformeerd of waarover de gemeenteraad of het algemeen bestuur in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college of het dagelijks bestuur te brengen

  • 9.

    Besluiten tot oprichting van of deelneming in privaatrechtelijke rechtspersonen

  • 10.

    Besluiten tot het doen van een schenking

  • 11.

    Het aanstellen, schorsen en ontslaan van de directeuren en adjunct-directeur

  • 12.

    Bevoegdheden van de burgemeester terzake de handhaving van de openbare orde en veiligheid, waaronder de bestrijding van brand, ongevallen en rampen, met uitzondering van het beslissen op aanvragen voor een evenementenvergunning

  • 13.

    Het beslissen op aanvragen voor een vergunning op grond van de Drank- en horecawet, met uitzondering van wijzigingen in aanhangsels

  • 14.

    De naamgeving van openbare ruimte

  • 15.

    Het verkopen van bedrijfskavels

  • 16.

    Vaststellen van het intern controleplan

  • 17.

    Beslissen tot het afboeken van niet verhaalbare vorderingen

  • 18.

    De volgende bevoegdheden op grond van de Kieswet: benoemen leden stembureau, aanwijzen stemlokalen, indelen gemeente in stemdistricten, vaststelling vergoeding voorzitter en leden stembureaus en voor gebruik stemlokalen, taken burgemeester als voorzitter stembureau

  • 19.

    Beslissen op een aanvraag voor een Wabo-vergunning waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken

  • 20.

    Het aangaan van de kermisovereenkomst

Onderdeel B

Uitgezonderd van de mogelijkheid van ondermandaat en dus voorbehouden aan de directie (art. 4 lid 2 en art. 5 lid 2)

  • 1.

    Aanstellen, schorsen en ontslaan van personeel

  • 2.

    Besluiten over rechtspositionele en overige personeelsaangelegenheden

  • 3.

    Vaststellen van personeelsbeoordelingen