Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent lijkbezorging (Uitvoeringsregels Wet op Lijkbezorging)

Geldend van 11-10-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent lijkbezorging (Uitvoeringsregels Wet op Lijkbezorging)

Uitvoeringsregels Wet op lijkbezorging

Aanleiding

De Wet op de Lijkbezorging (Wlb) is in Duiven ooit belegd bij afdeling Sociale zaken.

De uitvoering ligt nu bij het team loket WWZ, belast met uitvoering minimaregelingen en bijzondere bijstand. De uitvoering van deze wet hoort in feite niet bij deze afdeling thuis, maar bij afdeling Burgerzaken. In de meeste gemeenten is de uitvoering van de Wlb ook bij de afdeling Burgerzaken belegd. In Westervoort is dit na de ambtelijke fusie nergens meer belegd. Reden om de uitvoering van de Wlb voor beide gemeenten goed te beleggen bij de juiste afdeling.

Middels een collegevoorstel (ter vaststelling van deze uitvoeringsregels Wlb) wordt voorgesteld om de uitvoering voor zowel Duiven als Westervoort bij de afdeling Burgerzaken van 1stroom te beleggen. Wel moeten voor de uitvoering van Wlb een aantal zaken beleids- of uitvoeringsregels worden opgesteld, waar dit document voor is bedoeld. Omdat de uitvoering op termijn bij de afdeling Burgerzaken moet worden belegd, wordt de afdeling burgerzaken ook bij de opstelling hiervan betrokken. In zowel Duiven als Westervoort komt het niet vaak voor maar wel af en toe, zodat het noodzakelijk is hier nadere beleids/uitvoeringsregels voor op te stellen. Omdat het hier vooral gaat om de praktische uitvoering van de Wet op de lijkbezorging spreken we van uitvoeringsregels en niet van beleidsregels.

Inleiding

De Wet op de Lijkbezorging bevat voorschriften en aanwijzingen over de manier waarop de lijkbezorging moet en kan plaatsvinden. Het gaat dan o.a. over lijkbeschouwing en identificatie, de voorwaarden waaraan begraving of crematie moet voldoen en de termijn waarbinnen begraving of crematie moet plaatsvinden.

Definitie lijkbezorging: het geven van een eindbestemming aan het lichaam van een overledene.

In de Wet op de Lijkbezorging (artikel 20 tot en met 22: zie bijlage 1) is vastgelegd dat - als niemand maatregelen neemt om de lijkbezorging te realiseren, de burgemeester daarvoor verantwoordelijk is. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van de gemeente. Het regelen van een uitvaart door de gemeente vormt een vangnet als nabestaanden of derden geen zorg (willen) dragen voor de uitvaart van de overledene. Er is in deze wet weinig geregeld waardoor de gemeente veel vrijheid heeft om invulling te geven aan het werkproces rond lijkbezorging. De gemeente moet zelf bepalen welke inspanningen worden verricht om nabestaanden op te sporen, hoe de uitvaart wordt gerealiseerd en welke maatregelen de gemeente neemt om de bezittingen van de overledene te beheren en de belangen van nabestaanden te behartigen. Daarvoor dienen onderstaande uitvoeringsregels.

De burgemeester is bevoegd tot het stellen van beleids/uitvoeringsregels. Wanneer het gaat om het verhaal van de kosten van de uitvaart, is het college van B&W het bevoegde bestuursorgaan.

Doel uitvoeringsregels Wlb

Deze uitvoeringsregels zijn bedoeld als handleiding, gericht op de praktische afhandeling van de aanvragen/meldingen in het kader van de Wlb.

Uitgangspunten Wet op de lijkbezorging (Wlb)

  • Een van de uitgangspunten van de Wlb is dat lijkbezorging primair geen taak is van de overheid maar een zaak is van burgers als zorgdragers voor elkaar. In de eerste plaats zijn dat de naaste familieleden. De wetgever heeft er nadrukkelijk niet voor gekozen om een specifiek persoon aan te wijzen die aansprakelijk en verantwoordelijk is voor de uitvaart. Evenmin is bepaald wie de meest aangewezen nabestaande zou zijn om de uitvaart te regelen.

  • Leidend principe van de Wlb is dat de gemeente in het belang van de volksgezondheid en openbare orde voor de lijkbezorging zorg draagt en dat de nabestaanden de kosten voor hun rekening nemen en deze niet afwentelen op de belastingbetaler.

  • Pas als werkelijk niemand in de lijkbezorging voorziet, moet de burgemeester hiervoor zorg dragen. De kosten van een dergelijke lijkbezorging komen voor rekening van de gemeente, die het wettelijk recht heeft deze kosten te verhalen op de nalatenschap en de nabestaanden.

  • Op grond van de Wlb dient lijkbezorging in beginsel binnen zes werkdagen na het overlijden plaats te vinden. De burgemeester kan met een geneeskundige verklaring deze termijn verlengen.

Welke gemeente is verplicht de uitvaart te regelen?

Uitgangspunt van de Wlb is dat de burgemeester van de gemeente waar de overledene zich bevindt, op het moment dat niemand opdracht geeft tot de lijkbezorging, de verantwoordelijkheid heeft voor de uitvaart. Dat kan dus een andere gemeente zijn dan waar de overledene woonachtig was.

Uitvoeringsregels/ procesbeschrijving lijkbezorging

Hoe verloopt het proces van lijkbezorging, welke stappen moet de gemeente zetten en welke keuzes moeten worden gemaakt? Het proces gaat van start met een melding dat er een overledene is waarover niemand zich ontfermt. Dan worden de volgende stappen doorlopen, die hierna verder uitgewerkt worden:

  • Vaststellen identiteit overledene

  • Overbrengen overledene naar mortuarium

  • Onderzoek nabestaanden

  • Nabestaanden verzoeken de uitvaart te regelen

  • Eventueel beheersmaatregelen

  • Onderzoek naar testament of codicil

Proces

  • 1.

    Het proces gaat van start met een melding dat er een overledene is, waarover niemand zich ontfermt, hoogstwaarschijnlijk afkomstig van hulpverleners, zoals huisarts, verpleeg- of verzorgingshuis, ziekenhuis, politie, uitvaartondernemers e.d. Volgens artikel 20 Wlb moet de melding uiterlijk op de derde dag na het overlijden worden gedaan.

    • Eerste check of de Wlb inderdaad van toepassing is. Is er sprake van een uitvaartverzekering en iemand uit de omgeving van de overledene die opdracht tot uitvaart (via de verzekering) kan verstrekken, dan is de uitvoering van de Wlb niet van toepassing.

    • Vaststellen dat er een gemeentelijke verantwoordelijkheid is voor de uitvaart.

  • Hierna de volgende stappen:

  • 2.

    Inschakelen van een uitvaartonderneming; in Duiven en Westervoort wordt gekozen voor de in Arnhem gevestigde Sociale Uitvaartzorg Nederland. Hiervoor wordt een overeenkomst afgesloten. Deze uitvaartonderneming is gespecialiseerd in uitvaarten van overledenen met een klein of geen sociaal netwerk. Zij bieden een respectvolle, persoonlijke en betaalbare uitvaart aan.

  • 3.

    Vaststellen doodsoorzaak en identiteit overledene;

    • -

      Vaststellen doodsoorzaak overledene. Door behandelend geneeskundige. Als behandelend geneeskundige onbekend is, dan wordt de lijkschouw gedaan door gemeentelijke lijkschouwer.

      Natuurlijke dood dan: gemeentelijk vervolg. Bij een (vermoeden van) niet natuurlijke dood: lijkschouwer rapporteert aan de Officier van Justitie en waarschuwt ambtenaar van de burgerlijke stand (artikel 76 van de wet op de lijkbezorging).

    • -

      Vaststellen identiteit overledene: door de gemeente. Bij vermoeden van niet natuurlijke dood volgt strafrechtelijk onderzoek via officier van justitie.

      Als gemeente identiteit niet vastgesteld krijgt, dan draagt burgemeester er zorg voor dat door arts (of onder verantwoordelijkheid van een arts) lichaamsmateriaal afgenomen wordt.

  • 4.

    Overbrengen overledene naar mortuarium; zo spoedig mogelijk. De gemeente maakt afspraak met de hiervoor aangewezen uitvaartondernemer (Sociale Uitvaartzorg te Arnhem). Als na de melding van overlijden nog niet duidelijk is of en zo ja, wie opdracht geeft tot lijkbezorging, maakt gemeente de afspraak met de uitvaartverzorger alleen te zorgen voor verplaatsing van de overledene naar een mortuarium en alleen de eerste verzorging te realiseren.

  • 5.

    Onderzoek nabestaanden;

  • Onderzoek naar nabestaanden en deze verzoeken uitvaart te regelen: met collega’s van Burgerzaken en aan de hand van gemeentelijke basisregistraties personen (BRP) en registers van de burgerlijke stand >> overzicht maken van meest directe nabestaanden.

  • Gemeente zoekt niet verder dan tot en met 1e en 2e graad bloedverwantschap. Van de gemeente mogen geen bovenmatige inspanningen worden verwacht om nabestaande op te sporen. De inspanningen die worden geleverd voor het opsporen en benaderen van nabestaanden worden geregistreerd, zodat het achteraf mogelijk is verantwoording af te leggen aan alsnog opgespoorde nabestaanden over de geleverde inspanningen.

  • Indien nabestaanden aanwezig; nabestaanden verzoeken de uitvaart te regelen; als het nabestaande betreffen met weinig of geen financiële draagkracht, kunnen ze gewezen worden op de mogelijkheid bijzondere bijstand aan te vragen voor de uitvaartkosten in de gemeente waar zij woonachtig zijn.

  • Indien geen nabestaanden aanwezig: onderzoek naar testament, codicil of nogmaals uitvaartverzekering. Gemeente kan via Landelijk testamentregister nagaan of er een testament is opgesteld. Via het testament kunnen nabestaanden eventueel alsnog worden achterhaald en duidelijk worden of er iets is geregeld voor de uitvaart en nalatenschap.

  • Gemeente zorgt voor uitvaart als geen nabestaanden aanwezig zijn en gaat uit van een begrafenis, indien geen wensen bekend zijn. Als de wensen van de overledene wel beschreven staan in testament, of codicil, worden deze in acht genomen.

  • 6.

    De gemeente vergoedt in beginsel de volgende kosten:

    • overbrengen overledene van plaats van overlijden naar mortuarium;

    • huur ‘bewaarplaats’ in mortuarium;

    • ‘kosten’ overledene;

    • aanschaf eenvoudige kist;

    • verzorgen noodzakelijke formaliteiten (zoals verklaring van overlijden);

    • indien nodig rouwauto op de dag van de uitvaart;

    • begraven in algemeen graf, zonder grafmonument;

    • bij crematie: bewaren as in asbus gedurende een maand en asverstrooïng op het terrein van het crematorium.

      Hierbij geldt het uitgangspunt dat de uitvaart plaatsvindt op de minst kostbare maar wel respectvolle wijze.

  • 7.

    Eventueel beheersmaatregelen;

  • De gemeente verstrekt opdracht aan Rijksvastgoedbeheer. Zij doen middels een ‘quick scan’ onderzoek naar beheerde of onbeheerde nalatenschappen.

  • Indien het een onbeheerde nalatenschap betreft zal het Rijksvastgoedbeheer nagaan of men mogelijkheden ziet om de nalatenschap af te wikkelen. Indien het beheerde nalatenschappen betreft geschiedt afhandeling door erfgenamen.

  • Zie bijlage 2 voor uitgebreide informatie over de functie van Rijksvastgoedbeheer.

  • 8.

    Verhaal op nalatenschap

  • Soms blijkt na afloop van de afwikkeling rond lijkbezorging dat zich alsnog nabestaanden melden. In dat geval kan de gemeente de kosten op de dan bekende nabestaanden verhalen. Is de nalatenschap onvoldoende om de kosten te dekken dan heeft de gemeente verhaalsrecht op bloed- en aanverwanten. Het College neemt besluit, waarbij maatschappelijke opvattingen moeten worden meegewogen. Het verhaal op bloed- en aanverwanten moet wel redelijk zijn.

  • Had de overledene een levensverzekering afgesloten dan kan de gemeente de kosten van de uitvaart (deels) verhalen op deze verzekering. Als nabestaanden de polis niet meer kunnen vinden kan de gemeente via het Verbond van verzekeraars achterhalen of de overledene verzekerd was.

Ondertekening

Bijlage 1

Relevante wetsartikelen Wet op lijkbezorging

Hieronder de in de Wet genoemde artikelen waarin verplichtingen voor de gemeenten genoemd staan.

Artikel 11

Geen begraving of crematie van ene lijk geschiedt zonder schriftelijk verlof van de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat kosteloos wordt afgegeven. Het formulier voor dit verlof wordt door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld.

Artikel 16

Begraving of crematie geschiedt niet eerder dan 36 uren na het overlijden

Artikel 18

  • 1.

    In de lijkbezorging wordt voorzien door degene, die het in artikel 11 bedoelde verlof aanvraagt, dan wel door degene, die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. De lijkbezorging geschiedt overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene, tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden.

  • 2.

    Onder lijkbezorging wordt voor de toepassing van deze paragraaf begrepen het geven van bestemming aan de as van een gecremeerd lijk.

Artikel 20

Ingeval niemand maatregelen neemt tot lijkschouwing of lijkbezorging overeenkomstig de wet, waarschuwt degene, die het lijk onder zijn berusting heeft, de burgemeester en wel uiterlijk op de derde dag na het overlijden.

Artikel 21

  • 1.

    Indien niemand voorziet in lijkschouwing en lijkbezorging overeenkomstig de wet, draagt de burgemeester daarvoor zorg. Aan hoofdstuk V wordt in dat geval geen toepassing gegeven, tenzij de overledene zijn lijk uitdrukkelijk tot ontleding heeft bestemd.

  • 2.

    Indien de toepassing van het voorgaand lid wordt verhinderd, doordat het lijk zich in een woning bevindt en de afgifte van het lijk of de toegang tot de woning wordt geweigerd, heeft de burgemeester of een ambtenaar van politie toegang tot die woning zonder toestemming van de bewoner, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

  • 3.

    Indien de identiteit van het lijk niet kan worden vastgesteld, draagt de burgemeester er, uitsluitend ten behoeve van de identificatie en opsporing van vermiste personen, zorg voor dat door of onder verantwoordelijkheid van een arts daarvan lichaamsmateriaal wordt afgenomen.

  • 4.

    Zo nodig kan tevens door of onder verantwoordelijkheid van een arts onderzoek in het lichaam worden verricht of een gebitsstatus worden opgemaakt of kunnen door een daartoe bevoegd ambtenaar van politie afdrukken van lichaamsdelen worden afgenomen.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien het de burgemeester bekend is dat daarin genoemde handelingen reeds in opdracht van de officier van justitie hebben plaatsgevonden.

  • 6.

    Een lijk als bedoeld in het derde lid wordt begraven.

Artikel 22

De kosten, verbonden aan de bezorging van lijken waarvoor de burgemeester zorg draagt, daaronder begrepen lijken die uit zee worden aangebracht, komen ten laste van de gemeente. Voor zover zij door de bij de lijken gevonden, niet klaarblijkelijk aan anderen toebehorende goederen of gelden niet kunnen worden gedekt, kan de gemeente de kosten verhalen op de nalatenschap en, bij ongenoegzaamheid van deze, op de bloed- en aanverwanten, die krachtens de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest, dan wel de reder indien en voor zover kosten van de lijkbezorging op grond van artikel 416 Wetboek van Koophandel voor diens rekening komen. Paragraaf 6.5 van de Participatiewet is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Bijlage 2

Wat doet Rijksvastgoedbeheer?

  • Gemeente zend een kopie van de akte van overlijden of de persoonsgegevens van de overledene en alle andere relevante informatie naar Rijksvastgoedbeheer met het verzoek onderzoek te doen naar de nalatenschap van de overleden persoon en deze indien mogelijk af te wikkelen..Het Rijksvastgoedbedrijf gaat dan onderzoeken in hoeverre de nalatenschap onbeheerd en/of positief is.

  • Het Rijksvastgoedbedrijf neemt namens de Staat vermoedelijk onbeheerde nalatenschappen in behandeling, met als doel eventuele goederen en/of gelden uit een onbeheerde nalatenschap ten gunste van traceerbare erfgenamen of rechthebbenden te doen toekomen.

  • Nadat een onbeheerde nalatenschap bij het Rijksvastgoedbedrijf is aangemeld, onderzoekt het Rijksvastgoedbedrijf door middel van een vooronderzoek, de zogenoemde "quick scan", of de nalatenschap (vermoedelijk) onbeheerd is. Hierbij wordt met name verkend of er erfgenamen of familieleden bekend zijn die de afwikkeling van de nalatenschap op zich kunnen nemen.

  • Als uit de 'quick scan' blijkt dat er potentiële erfgenamen zijn, dan neemt het Rijksvastgoedbedrijf de nalatenschap niet in behandeling. Hij stelt de potentiële erfgenamen in kennis van het overlijden en het openvallen van de nalatenschap en laat hen weten welke organisatie de vermoedelijk onbeheerde nalatenschap bij het Rijksvastgoedbedrijf heeft aangemeld.

  • De gemeente wordt hiervan op de hoogte gesteld. Namen en adressen van de potentiële erfgenamen worden overigens niet door het Rijksvastgoedbedrijf aan derden verstrekt.

  • De potentiële erfgenamen kunnen vervolgens uit eigen beweging contact opnemen met de betrokken organisatie(s) en de afwikkeling van de nalatenschap op zich nemen. Het Rijksvastgoedbedrijf zal verder geen werkzaamheden meer verrichten ten aanzien van de afwikkeling van de nalatenschap.

  • Taxaties en ontruimingen worden uitsluitend verricht als op basis van alle beschikbare gegevens hiertoe aanleiding is. Hetzelfde geldt voor uitgebreide erfgenamenonderzoeken.

  • Alléén als vaststaat dat er geen erfgenamen zijn of als de potentiële erfgenamen besluiten om de nalatenschap ongemoeid te laten zal het Rijksvastgoedbedrijf nagaan of hij mogelijkheden ziet om de nalatenschap af te wikkelen. Het besluit wordt genomen aan de hand van alle informatie waarover het Rijksvastgoedbedrijf op dat moment beschikt en de vraag of de nalatenschap voldoende positief saldo biedt om hieruit de kosten voor de afwikkeling van de nalatenschap te kunnen voldoen.

  • Voertuigen dienen zo spoedig mogelijk te worden verwijderd. Derhalve wordt bijvoorbeeld een auto wel verkocht en, na aftrek van de kosten van het Rijksvastgoedbedrijf, de eventuele restopbrengst op grond van zaakwaarneming geconsigneerd. Daartoe wordt, ongeacht de waarde van het voertuig, een ophaalopdracht aan de Domeinen Roerende Zaken gegeven.

Voor algemene informatie over onze werkwijze zie website:

www.rijksvastgoedbedrijf.nl/nalatenschappen

Bijlage 3

Stappenplan bij uitvoering Wet op Lijkbezorging

Actie

(wat)

Actie door

(functie- omschrijving)

Bijzonderheden

Aannemen eerste melding

Via KCC naar daartoe aangewezen medewerker afdeling Burgerzaken

Degene die overledene onder haar berusting heeft moet uiterlijk op de derde dag na overlijden de gemeente waarschuwen.

Kan telefonisch, via mail,

Check; waar bevindt de overledene zich

De gemeente waar de overledene zich bevindt, is verantwoordelijk voor de uitvaart.

Dat kan dus een andere gemeente zijn dan waar de overledene zijn woonplaats had.

Start zaak in registratiesysteem

Informatiebeheer

In Join. Dit is startpunt van de gemeentelijke verantwoordelijkheid

Bepalen of gemeente verantwoordelijk is voor uitvaart

Daartoe aangewezen medewerker afdeling Burgerzaken

  • Zo ja: geen wettelijke termijn voor ondernemen van actie. Algemene regel: geen uitvaart binnen 36 uur en uitvaart in beginsel binnen zes werkdagen na overlijden. Opdracht daartoe uiterlijk op vierde of vijfde werkdag. Burgemeester bevoegd om wettelijke termijn te verkorten of verlengen na raadpleging arts (bv bij vermoeden niet natuurlijke dood of onduidelijkheid identiteit van de overledene). Hiervoor gelden regels uit Awb.

  • Bij bepalen moment opdracht uitvaart: zoeken nabestaanden,

Als gemeente verantwoordelijk is dan:

Vaststellen doodsoorzaak overledene / lijkschouw

Door behandelend geneeskundige.

Gemeente moet als alternatief wel gemeentelijk lijkschouwer hebben.

Bij vermoeden van niet natuurlijke dood dient geneeskundige de gemeentelijke lijkschouwer te verzoeken onderzoek te doen naar de doodsoorzaak. Ook rapporteert geneeskundige dan aan de Officier van Justitie en waarschuwt hij de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Vaststellen identiteit overledene

Als identiteit niet vastgesteld kan worden: burgemeester verantwoordelijk voor het afnemen van lichaamsmateriaal onder verantwoordelijkheid van een arts

Gemeentelijke verantwoordelijkheid, tenzij strafrechtelijk onderzoek of niet-natuurlijke dood.

Via documenten, verklaringen van hulpverleners of andere derden. Soms naderonderzoek nodig

Verklaring van overlijden bij natuurlijke dood

Door geneeskundige

Bij vermoeden niet natuurlijke dood

Gemeentelijk lijkschouwer doet onderzoek naar de doodsoorzaak

Conclusie van geen natuurlijke dood: dan rapporteert lijkschouwer aan Officier van Justitie + waarschuwing ambtenaar van de burgerlijke stand.

OvJ verzoekt om nader onderzoek: dan opsporingsonderzoek. Na opsporingsonderzoek wordt stoffelijk overschot ter beschikking gesteld aan nabestaanden of gemeente. Als OvJ verklaring van geen bezwaar afgeeft, kan verlof tot uitvaart worden aangevraagd bij burgerlijke stand.

Aangifte van overlijden bij ambtenaar van de burgerlijke stand + verlofaanvraag voor uitvaart

Nabestaanden

Wie? Burgemeester of daartoe aangewezen medewerker afdeling Burgerzaken

Als nabestaanden bekend zijn: dan doen zij aangifte (al dan niet via uitvaartondernemer).

Als nabestaanden geen opdracht geven voor de uitvaart of als er geen nabestaanden zijn, zal namens burgemeester aangifte van overlijden worden gedaan

Opmaken akte van overlijden en inschrijving akte in overlijdensregister

Degene die aangifte doet ontvangt “verlof” om te voorzien in de in uitvaart

Overbrengen overledene naar mortuarium

Burgemeester geeft, als nabestaanden niet bekend zijn of nog niet getraceerd zijn, opdracht tot overbrengen van overledene naar mortuarium.

In beginsel na lijkschouw door arts.

Sommige verzorgings- en verpleeghuizen hebben regelement hiervoor.

Opdrachtgever tot vervoer draagt over het algemeen de kosten. Bij geen nabestaanden of als deze nog niet getraceerd zijn, zijn deze kosten voor de gemeente

Onderzoek nabestaanden en deze verzoeken uitvaart te regelen

Medewerkers Burgerzaken

Met collega’s die belast zijn met bevolkingsregistratie, en aan de hand van bv gemeentelijke basisregistratie personen en de register s van de burgerlijk stand.

Erfrechtelijke rangorde: echtgeno(o)t(e), geregistreerd partner en (klein)kinderen. Daarna bloedverwanten in 2e graad (grootouders, broers en zussen) . Niet verder dan 2e graad.

Inspanningen altijd registeren

Afgifte stoffelijk overschot

Opdracht tot uitvaart

Een daartoe aangewezen medewerker burgerzaken

Schriftelijk vastleggen

Onderzoek naar testament

Medewerker burgerzaken schakelt notaris in

Landelijk testamentregister; via het testament kunnen nabestaanden worden achterhaald en of er iets is geregeld voor de uitvaart en nalatenschap

Beheersmaatregelen/ verhaal kosten lijkbezorging

Beheersmaatregelen bezittingen van de overledene

Onbeheerd nalatenschap: overdracht aan Rijksvastgoedbedrijf

Kosten van de lijkbezorging kunnen worden verhaald op de bij het lijk gevonden goederen of gelden en vervolgens uit de nalatenschap

Medewerker afdeling Burgerzaken

Is de nalatenschap onvoldoende om de kosten te dekken dan heeft de gemeente verhaalsrecht op bloed- en aanverwanten

Medewerker afdeling Burgerzaken

College neemt besluit, waarbij maatschappelijke opvattingen moeten worden meegewogen. Het verhaal moet wel redelijk zijn.

Had de overledene een levensverzekering afgesloten dan kan de gemeente de kosten van de uitvaart (deels) verhalen op deze verzekering. Als de polis niet is te vinden kan de gemeente via het Verbond van verzekeraars achterhalen of de overledene verzekerd was.

Medewerker afdeling Burgerzaken