Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Duiven houdende regels omtrent de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten 2021)

Geldend van 18-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Duiven houdende regels omtrent de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten 2021)

De raad besluit

Vast te stellen de navolgende Verordening lijkbezorgingsrechten 2021.

Verordening lijkbezorgingsrechten 2021

Artikel 1. Definitites.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaats ’t Heijlige Lant;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van kinderlijken tot de leeftijd van twaalf jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen met de as van overleden kinderen tot de leeftijd van twaalf jaar;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • i.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van kinderlijken tot de leeftijd van twaalf jaar;

  • j.

    particulier urnengraf of urnenkelder: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • k.

    algemeen urnengraf of urnenkelder: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    particulier horizontaal of verticaal urnenelement: een horizontaal (liggend en gekoppeld onderdeel uitmakend van een ‘muur’) of verticaal (rechtop staand) urnenelement waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    algemeen horizontaal of verticaal urnenelement: een horizontaal (liggend en gekoppeld onderdeel uitmakend van een ‘muur’) of verticaal (rechtop staand) urnenelement bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • o.

    verstrooiingsplaats: de plaats waarop as wordt verstrooid;

  • p.

    gedenkteken: gedenkteken op een graf, een urnengraf, een urnenkelder, een horizontaal urnenelement, een verticaal urnenelement, de herdenkingszuil, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • q.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf/-kelder, een particulier horizontaal of verticaal urnenelement of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • r.

    herdenkingszuil: een zuil bij de verstrooiingsplaats, waarop een gedenkplaatje kan worden aangebracht met de naam van de overledene, waarvan de as op de verstrooiingsplaats is uitgestrooid.

Artikel 2. Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraaf-plaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Uitsluitende rechten tot begraven van lijken.

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een periode van 30 jaren in een particulier graf doen begraven en begraven houden van lijken van personen van 12 jaar of ouder of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van as van overledenen

wordt geheven

1.636,00

2.

Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

655,00

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een periode van 30 jaren in een particulier kindergraf doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen van 1 jaar of ouder, doch jonger dan 12 jaar of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van

as van overledenen wordt geheven

1.227,00

4.

Voor het verlengen van het onder 3. genoemde uitsluitend

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

491,00

5.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een periode van 30 jaren in een particulier kindergraf doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen beneden de leeftijd van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen vrucht of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van as van

overledenen wordt geheven

614,00

6.

Voor het verlengen van het onder 5. genoemde uitsluitend recht

wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

245,00

7.

Indien, bij begraving in een particulier graf of een particulier kindergraf waarop een uitsluitend recht is gevestigd, de resterende termijn van dit uitsluitend recht minder bedraagt dan de wettelijke termijn van 10 jaar waarbinnen een graf niet geroerd mag worden, wordt een recht geheven berekend naar € 57,00 per jaar of gedeelte van een jaar, dat het graf niet geroerd mag worden, maar er geen uitsluitend recht meer is gevestigd.

Artikel 5. Uitsluitende rechten tot bijzetten van asbussen.

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een periode van 30 jaren in een particulier urnengraf of een particuliere urnenkelder doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van as

van overledenen wordt geheven

818,00

2.

Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

327,00

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een periode van 30 jaren in een particulier horizontaal urnenelement of een particulier verticaal urnenelement doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen

wordt geheven

818,00

4.

Voor het verlengen van het onder 3. genoemde uitsluitend

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

327,00

Artikel 6. Uitsluitende rechten op gedenkplaatsen.

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een periode van 30 jaren op een particuliere gedenkplaats doen plaatsen en geplaatst houden van een gedenkteken wordt

geheven

830,00

2.

Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

327,00

Artikel 7. Begraven van lijken.

1.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder in een particulier graf wordt geheven

voor de 1e inlage

1.387,00

voor de 2e inlage

1.443,00

2.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

ouder in een algemeen graf voor 1 inlage wordt geheven

1.387,00

3.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

ouder in een algemeen graf voor 2 inlagen wordt geheven

898,00

4.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen graf voor een persoon van 12 jaar of ouder wordt voor

een periode van 10 jaren geheven

655,00

elke periode van 5 jaren geheven

327,00

5.

Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 jaar of ouder, doch jonger dan 12 jaar in een particulier kindergraf wordt geheven

voor de 1e inlage

1.015,00

voor de 2e inlage

1.074,00

6.

Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 jaar of ouder,

doch jonger dan 12 jaar in een algemeen kindergraf wordt geheven

1.015,00

7.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen kindergraf voor een kind van 1 jaar of ouder, doch jonger dan 12 jaar wordt voor

een periode van 10 jaren geheven

491,00

elke periode van 5 jaren geheven

245,00

8.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen vrucht in een particulier kindergraf wordt geheven

voor de 1e inlage

508,00

voor de 2e inlage

565,00

9.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen

vrucht in een algemeen kindergraf wordt geheven

508,00

10.

10. Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen kindergraf voor een kind beneden de leeftijd van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen vrucht in een algemeen kindergraf wordt voor

een periode van 10 jaren geheven

245,00

elke periode van 5 jaren geheven

122,00

11

De in het eerste tot en met het tiende lid genoemde rechten, met uitzondering van de leden vier, zeven en tien, worden verhoogd met 100%, indien het begraven geschiedt op zondagen, algemeen erkende christelijke en nationale feestdagen en nieuwjaarsdag.

12

De in het elfde lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

dien het bijzetten geschiedt op last van de daartoe bevoegde

overheid.

Artikel 8. Bijzetten van asbussen.

1.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particulier graf wordt geheven

voor de 1e inlage

€ 

714,00

voor elke volgende inlage

€ 

714,00

2.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particulier urnengraf wordt geheven

voor de 1e inlage

€ 

714,00

voor elke volgende inlage

€ 

714,00

3.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

algemeen urnengraf wordt geheven

€ 

714,00

4.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen urnengraf wordt voor

een periode van 10 jaren geheven

€ 

327,00

elke periode van 5 jaren geheven

€ 

164,00

5.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particuliere urnenkelder wordt geheven

voor de 1e inlage

€ 

1.041,00

voor elke volgende inlage

€ 

741,00

6.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

algemene urnenkelder wordt geheven

€ 

1.041,00

7.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemene urnenkelder wordt voor

een periode van 10 jaren geheven

€ 

327,00

elke periode van 5 jaren geheven

€ 

164,00

8.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particulier horizontaal urnenelement of een particulier verticaal

urnenelement wordt geheven

voor de 1e inlage

1.151,00

voor elke volgende inlage

€ 

670,00

9.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een algemeen horizontaal urnenelement of een algemeen verticaal urnenelement wordt geheven

1.151,00

10.

Voor het verlengen van de termijn van een algemeen urnenelement wordt voor

een periode van 10 jaren geheven

€ 

327,00

elke periode van 5 jaren geheven

€ 

164,00

11.

De in het eerste tot en met het tiende lid genoemde rechten, met uitzondering van de leden vier, zeven en tien, worden verhoogd met 100%, indien het bijzetten geschiedt op zondagen, algemeen erkende christelijke en nationale feestdagen en nieuwjaarsdag.

12

De in het elfde lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, indien het bijzetten geschiedt op last van de daartoe bevoegde overheid.

Artikel 9. Verstrooien.

1.

Voor het verstrooien van de as van een overledene op het verstrooiingsveld, een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnenkelder wordt geheven

128,00

2.

Het in het eerste lid genoemde recht wordt verhoogd met 100%, indien het verstrooien geschiedt op zondagen, algemeen erkende christelijke en nationale feestdagen en nieuwjaars dag.

3.

De in het tweede lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, indien het verstrooien geschiedt op last van de daartoe bevoegde overheid.

Artikel 10. Inschrijven en overboeken uitsluitende rechten.

Voor het inschrijven en het overboeken van het recht van een particulier graf, een particulier urnengraf, een particuliere urnenkelder, een particulier horizontaal urnenelement, een verticaal urnenelement of een particuliere gedenkplaats in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 

6,65

Artikel 11. Plaatsen gedenkteken.

Voor een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken op een graf, een urnengraf, een urnenkelder, een horizontaal urnenelement, een verticaal urnenelement, de herdenkingszuil, een gedenkplaats of een verstrooiingsplaats wordt geheven

21,65

Artikel 12. Opgraven van lijken.

1.

Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk uit een graf wordt, behalve wanneer dit op rechterlijk bevel geschiedt, geheven

450,00

2.

Voor het na opgraving weer begraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk in een ander graf op de begraafplaats wordt, naast het hiervoor onder 1. vermelde bedrag, een recht geheven als bedoeld in de artikelen 4 en/of 7 en/of 10.

3.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht voor het opgraven van een lijk verschuldigd, indien tot ruiming is besloten en in verband daarmede opgraving zou moeten plaatsvinden, en alsdan de rechthebbende of de erfgenamen de wens te kennen geven de overblijfselen van het lijk en de kist te herbegraven in een ander graf. Alsdan wordt voor het opnieuw begraven een recht geheven als bedoeld in de artikelen 4 en/of 7 en/of 10.

Artikel 13. Wegnemen van asbussen.

1.

Voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn uit een particulier graf, een urnengraf of een urnenkelder wordt, behalve wanneer dit op rechterlijk bevel geschiedt, geheven

414,00

2.

Voor het na wegnemen weer terugplaatsen van een asbus met of zonder urn in een ander(e) particulier graf, urnengraf, urnenkelder, horizontaal urnenelement of verticaal urnenelement op de begraafplaats wordt, naast het hiervoor onder 1. Vermelde bedrag, een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8 en/of 10.

3.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn verschuldigd, indien tot ruiming is besloten en in verband daarmede wegneming zou moeten plaatsvinden, en alsdan de rechthebbende of de erfgenamen de wens te kennen geven de asbus met of zonder urn opnieuw bij te zetten in een ander(e) particulier graf, urnengraf, urnenkelder,

Artikel 14. Wegnemen van asbussen uit horizontaal of verticaal urnenelement.

1.

Voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn uit een horizontaal urnenelement of een verticaal urnenelement wordt, behalve wanneer dit op rechterlijk bevel geschiedt, geheven

282,00

2.

Voor het na wegnemen weer terugplaatsen van een asbus met of zonder urn in een ander(e) particulier graf, urnengraf, urnenkelder, horizontaal urnenelement of verticaal urnenelement op de begraafplaats wordt, naast het hiervoor onder 1. Vermelde bedrag, een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8 en/of 10.

3.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn verschuldigd, indien tot ruiming is besloten en in verband daarmede wegneming zou moeten plaatsvinden, en alsdan de rechthebbende of de erfgenamen de wens te kennen geven de asbus met of zonder urn opnieuw bij te zetten in een ander(e) particulier graf, urnengraf, urnenkelder, horizontaal urnenelement of verticaal urnenelement. Alsdan wordt voor het opnieuw bijzetten een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8 en/of 10.

Artikel 15. Wijze van heffing.

De rechten als bedoeld in artikelen 4 tot en met 14 worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur.

Artikel 16. Termijn van betaling.

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de nota of andere schriftuur.

Artikel 17. Ontstaan van de belastingschuld.

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 18. Kwijtschelding.

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 19. Overgangsrecht.

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2020” van 10 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 20, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de lijkbezorgingsrechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 20. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 21 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2021”.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 8 december 2020.

de griffier,

drs. W.R. (Wouter) Bosch

de voorzitter,

mr. H.B. (Huub) Hieltjes