Regeling vervallen per 29-07-2011

Algemene subsidieverordening Echt-Susteren 2010

Geldend van 29-07-2011 t/m 28-07-2011

Intitulé

Algemene subsidieverordening Echt-Susteren 2010

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010 BBV nr. 12446 inzake de Algemene subsidieverordening 2010;

Besluit:

De volgende verordening vast te stellen:

Algemene subsidieverordening Echt-Susteren 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Echt-Susteren;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren;

  • c.

    éénmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

  • d.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal (boek)jaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • e.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • f.

    aanvrager: indiener van een aanvraag voor een jaarlijkse of eenmalige subsidie.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1.

    • De raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

      a. bevolking en bestuur;

      b. openbare orde en veiligheid;

      c. beheer en openbare ruimte;

      d. onderwijs;

      e. cultuur;

      f. sociale voorziening en werkgelegenheid;

      g. maatschappelijke voorzieningen (inclusief sport)

      h. milieu en afval;

      i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting;

      j. economische zaken

  • 2. Het college kan nadere regels stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, de criteria, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – als de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

  • 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3. Het college kan, met inachtneming van de ingevolge artikel 2 door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regelen stellen over de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door of namens het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd en de wijze waarop de activiteiten aan dat doel bijdragen. In het bijzonder ook in welke mate de activiteiten zijn gericht op de gemeente of haar ingezetenen en op door de raad of het college vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie van de professionele instellingen: de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3. Als een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen als die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie moet worden gedaan vóór 15 september in het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een éénmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag of, als het college hiertoe regels heeft opgesteld, binnen 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningstermijn voor het aanvragen van de subsidie.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

  • 3. Het college kan besluiten deze termijnen éénmalig te verdagen met 13 weken.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren als de activiteiten van de aanvrager niet, of niet in overwegende mate, zijn gericht op de gemeente of haar ingezetenen; of niet of onvoldoende, ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.

Artikel 9 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken, in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10 Verlening subsidie

  • 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2. Het college kan verplichtingen aan de subsidieverlening verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 11 betaling en bevoorschotting

  • 1. Als het college een beschikking tot subsidievaststelling als bedoel in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, geeft, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2. Als het college een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder b, geeft, wordt 100% bevoorschot.

  • 3. Als besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, bepaalt het college in het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies hoger dan 50.000 euro die verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college aan de subsidieontvanger de verplichting opleggen om tussentijds rekening en verantwoording af te leggen over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 13 Meldingsplicht

Zodra aannemelijk is, dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet, of niet geheel, zullen worden verricht; of dat niet, of niet geheel, aan de verplichtingen wordt voldaan die aan de subsidieverlening zijn verbonden, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan het college.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten te verrichten waarvoor subsidie is verleend.

  • 2. De subsidieontvanger moet het college zo spoedig mogelijk schriftelijk informeren over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend of ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s), of het doel van de rechtspersoon betreft.

  • 3. Tenzij het college anders bepaalt, heeft de subsidieontvanger de toestemming van het college nodig voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 verantwoording en vaststelling subsidies tot 5.000 euro

  • 1. Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld bij de beschikking tot verlening of;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door het college aan te geven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16 Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

    • a.

      bij een éénmalige subsidie: uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht;

    • b.

      bij een jaarlijkse subsidie: vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar respectievelijk 4 maanden na het tijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn worden overgelegd.

Artikel 17 Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een éénmalige subsidie: uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht;

    • b.

      bij een jaarlijkse subsidie: vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar respectievelijk 4 maanden na het tijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop en

    • d.

      een accountantsverklaring.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 18 Algemene bepaling voor vaststelling subsidies vanaf 5.000

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2. Als uit de aard van de subsidie of de verantwoording daarvan, volgt dat voor het vaststellen van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4. Als de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in artikel 16 en 17, eerste lid genoemde tijdstip is ontvangen gaat het college zes weken na een éénmalige rappel overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 19 Standaardberekeningswijzen van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen

  • 1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, dienen deze tarieven door de subsidieaanvrager te worden berekend met gebruikmaking van een door het college voor te schrijven standaardberekeningswijze.

  • 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van door het college bepaalde definities.

Artikel 20 hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikel 1, 2 , 3 en 8 voor zover toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 21 intrekking

De “Algemene subsidieverordening van de gemeente Echt-Susteren 2008”, vastgesteld op 20 december 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 22 overgangsbepalingen

  • 1. Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 1 januari 2011 worden afgedaan volgens de bepalingen van de “Algemene subsidieverordening van de gemeente Echt-Susteren 2008”.

  • 2. De ingediende aanvragen om subsidie in 2010, voor de jaarlijkse subsidie over het subsidiejaar 2010, worden voor het overgangsjaar 2011 aangemerkt als een subsidie aanvraag om een jaarlijks subsidie voor het subsidiejaar 2011.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Echt-Susteren 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 13 december 2010

De gemeenteraad van Echt-Susteren,

de griffier, de voorzitter,

mr. M.M.W.H.Y. Hermans D.A.M. Akkermans