Regeling vervallen per 01-07-2014

Verordening op de raadscommissies 2012

Geldend van 01-07-2014 t/m 30-06-2014

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2012

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

- gezien het voorstel van de griffie d.d. 19 januari 2012 en BBVnr: 118219;

- gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening, aan te halen als de “Verordening op de raadscommissies 2012”;

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie:

  • f.

    seniorenconvent: het seniorenconvent als bedoeld in artikel 3b van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      de commissie Bestuurlijke Zaken en Dienstverlening;

    • b.

      de commissie Maatschappelijke Voorzieningen;

    • c.

      de commissie Ruimtelijke Ontwikkelingen;

    • d.

      de commissie Budgetcyclus.

  • 2. De raadscommissie Bestuurlijke Zaken en Dienstverlening overlegt en adviseert o.a. over de volgende onderwerpen: zaken van algemene en bestuurlijke aard, regelgeving, personele aangelegenheden, bedrijfsvoering en dienstverlening, zaken ten aanzien van openbare orde en veiligheid, alsmede over aangelegenheden die niet specifiek behoren tot het werkterrein van de commissies als hieronder bedoeld in de leden 3 t/m 5.

  • 3. De raadscommissie Maatschappelijke Voorzieningen overlegt en adviseert o.a. over de volgende onderwerpen: subsidies, belastingen, welzijnsaangelegenheden, sport- en welzijnsvoorzieningen en sociaal/maatschappelijke aangelegenheden.

  • 4. De raadscommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen overlegt en adviseert o.a. over de volgende onderwerpen: volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu, vergunningen, handhaving, openbare werken, onderwijshuisvesting, kernenbeleid, projecten en grond- en pachtzaken.

  • 5. a. De raadscommissie Budgetcyclus overlegt en adviseert over raadsvoorstellen over de kadernota, de voorjaarsnota, de jaarrekening, de najaarsnota en de begroting.

    b. Daarnaast kunnen onderwerpen van groot financieel, juridisch en belastingtechnisch belang aan deze commissie ter advisering worden voorgelegd, mits met deze onderwerpen tenminste een bedrag van € 1 mln is gemoeid. Indien een dergelijk voorstel voor de commissie Budgetcyclus wordt geagendeerd vergadert deze commissie gelijktijdig met de inhoudelijke vakcommissie, waarbij de voorzitter van de vakcommissie de ‘gezamenlijke commissie’ voorzit. De commissie brengen gezamenlijk advies uit, waarvan melding wordt gemaakt in het verslag van de inhoudelijke vakcommissie.

  • 6. Een raadsvoorstel of thema wordt in één commissie besproken. Dit met uitzondering van de in lid 5 onder b genoemde onderwerpen. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, bepaalt het seniorenconvent welke commissie het onderwerp behandelt.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft tot doel:

  • a.

    op verzoek van het seniorenconvent te overleggen en discussiëren over raadsvoorstellen die betrekking hebben op de in artikel 2, leden 2 t/m 5 genoemde onderwerpen en over deze voorstellen advies uit te brengen aan de raad met dien verstande dat het seniorenconvent dat verzoek alleen doet voor complexe, belangrijke politiek gevoelige raadsvoorstellen;

  • b.

    op voorstel van het seniorenconvent houden van themabijeenkomsten over onderwerpen die betrekking hebben op de in artikel 2, leden 2 t/m 5 genoemde beleidsterreinen. Het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester kunnen het seniorenconvent verzoeken een thema te agenderen voor een commissie.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Voor de 4 raadscommissies genoemd in artikel 2 mogen:

    • -

      fracties van 6 of meer raadsleden 4 commissieleden per commissie benoemen;

    • -

      fracties van 3, 4 en 5 raadsleden 2 commissieleden per commissie benoemen;

    • -

      fracties van 2 raadsleden 1 commissielid per commissie benoemen en 1 extra commissielid voor 1 commissie naar keuze;

    • -

      fracties van 1 raadslid 1 commissielid per commissie benoemen.

      • 2.

        Alle fracties mogen voor elke commissie 1 plaatsvervangend commissielid benoemen, dat zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Zowel de niet- raadsleden als de plaatsvervangende leden kunnen altijd worden vervangen door een raadslid van de fractie.

      • 3.

        De raadsfracties doen van de benoemingsbesluiten mededeling aan de raad via de griffie.

      • 4.

        Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    a. het leiden van de vergadering;

    b. het handhaven van de orde;

    c. het bevorderen van discussie tussen de commissieleden onderling;

    d. het doen naleven van deze verordening;

    e. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 4. De voorzitter van een raadscommissie is tevens 2e plaatsvervangend voorzitter van de andere raadscommissies.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De fractie die een lid heeft benoemd kan het betreffende lid ook ontslaan.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht dat door die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door de griffier.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester secretaris en ambtenaren

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeestersecretaris en ambtenaren

  • 1. De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders, de secretaris en ambtenaren uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder al dan niet ondersteund door de secretaris of ambtenaren, bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. Elk jaar wordt door het seniorenconvent een schema opgesteld, waarin de vergaderdata van de commissie worden bepaald.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien het seniorenconvent dit nodig oordeelt. De voorzitter of tenminste twee fracties kunnen schriftelijk met opgaaf van redenen aan het seniorenconvent daarom verzoeken.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

Artikel 10 Bepaling agenda

De agenda van de commissie wordt bepaald door het seniorenconvent.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen en toezenden.

Artikel 12 Volgorde agenda

Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de (commissie)griffier en verleent de (commissie)griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in ’t Waekblaad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers over raadsvoorstellen

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de (commissie)griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.

  • 7. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18 Verslag

  • 1. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 3. Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een beknopte zakelijke samenvatting van het besprokene;

    • e.

      het advies van de commissies ten aanzien van de raadsvoorstellen.

  • 4. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 5. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen bij raadsvoorstellen

  • 1. De beraadslaging over een raadsvoorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

Artikel 20 Spreektijd

De voorzitter en ieder lid kunnen een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

  • 4. Indien de stemmen staken beslist de voorzitter.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het in het vorige lid genoemde voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies dat de commissie aan de raad uitbrengt.

  • 3. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de (commissie)griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Gebruik electronische communicatiemiddelen

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van electronische communicatiemiddelen toegestaan mits deze geen inbreuk maken op de orde van de vergadering. Indien de gebruikte electronische communicatiemiddelen wel inbreuk maken op de orde van de vergadering kunnen deze op last van de voorzitter worden verwijderd.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 2 maart 2012. Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 1 maart 2012.

De raad voornoemd,

De griffier, De burgemeester,

Mr. M.M.W.H.Y. Hermans CMC, Drs. J.W.M.M.J. Hessels