Verordening aansluitvoorwaarden riolering Echt-Susteren 2003

Geldend van 04-03-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening aansluitvoorwaarden riolering Echt-Susteren 2003

De raad van de gemeente Echt-Susteren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren

d.d. 

gelet op het bepaalde in: artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 10.33 van de Wet Milieubeheer en de Algemene Wet bestuursrecht;

Besluit:

vaststellen van de “Verordening aansluitvoorwaarden riolering Echt-Susteren 2003”

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. aansluitleiding:

    Het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.

    b. aansluitpunt::

    1. Bij gemengde en (verbeterd)gescheiden rioolstelsels het punt, gelegen op of binnen 0,50-1,0 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten.

    2. Bij een drukriool het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op of nabij de pompput.

    c. afvalwater:

    Al het water afkomstig van een perceel, met uitzondering van hemelwater en drainagewater.

    d. bronneringswater:

    Grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

    e. drainagewater:

    Grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

    f. drukriool:

    Het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater exclusief hemelwater, waarbij het transport door de rioolleiding plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.

    g. gemeente:

    De gemeente Echt-Susteren.

    h. gemengd stelsel:

    Het openbaar riool, met één buizenstelsel voor de afvoer van zowel afvalwater als hemelwater.

    i. (verbeterd) gescheiden stelsel:

    Het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater.

    j. openbaar riool:

    Het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

    k. ontstoppingspunt: Een hulpstuk incl. eventuele standpijp en straatpot waarin een met een deksel afsluitbare opening is aangebracht, op het aan te sluiten perceel, voor inspectie en onderhoud (ontstoppen) van de aansluitleiding.

    l. particulier riool:

    De binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen-, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt.

    m. perceelaansluitleiding (overakker):

    Het riool en voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, welke in beheer is bij de gemeente.

    n. rechthebbende:

    1. De eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

    2. De rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde personen.

    o. tarieventabel:

    De lijst met aanlegkosten per eenheid van een perceelaansluitleiding behorende bij de “Tarievenverordening” die jaarlijks door de raad wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 2 De vergunning

Artikel 2 Vergunningsplicht

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelaansluiting:

    • a.

      voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;

    • b.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een (verbeterd)gescheiden stelsel aanwezig is;

    • c.

      voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een (verbeterd)gescheiden stelsel aanwezig is, tenzij het hemelwater op eigendom geïnfiltreerd moet worden;

    • d.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    a. het tot stand brengen van de aansluiting;

    b. het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    c. sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    d. de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater indien het een tijdelijke aansluiting betreft;

    e. de wijze van infiltreren;

    f. aanvullende voorschriften c.q. richtlijnen van hogere overheden en waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerders.

  • 5. Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlening van de aansluitvergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitingvergunning betrekking heeft, uit te voeren, kunnen burgemeester en wethouders de aansluitvergunning intrekken.

Artikel 3 De vergunningaanvraag

  • 1. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2. Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;

    • d.

      de ligging van het aan te sluiten perceel:

      • 1)

        aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel en

      • 2)

        aangegeven op een situatieschets 1 : 1000 of grotere schaal;

    • e.

      voor zover het een lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij aangegeven moet worden of niet verontreinigd water, zoals regen of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk- of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • f.

      voor zover het enkel een lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er daarnaast hemelwater wordt afgevoerd;

    • g.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:

      • 1)

        het leidingverloop en de dimensionering;

      • 2)

        de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

      • 3)

        een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen;

      • 4)

        de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

  • 3. Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning en/of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.

  • 4. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

Artikel 4 Weigering van een aansluitvergunning

  • 1. Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    a. de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding (min. 1:100);

    b. de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

    c. de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een (verbeterd)gescheiden stelsel aanwezig is;

    d. de diameter van het particulier riool groter is dan Ø 160 mm, tenzij de noodzaak van een grotere diameter is aangetoond door middel van een rioleringsberekening en het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding over voldoende capaciteit beschikt om alsdan de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    e. de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    f. het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    g. het lozing van (niet verontreinigd) drainagewater betreft;

    h. de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor (niet verontreinigd) bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    i. een bouwvergunning ingevolge de Woningwet, een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    j. niet wordt voldaan aan aanvullende voorschriften c.q. richtlijnen van hogere overheden en waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerders;

  • 3. Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid houden burgemeester en wethouders de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:

    • a.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet;

    • b.

      terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer;

  • 3. Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4. Na verlening van de in lid 2 sub a en b bedoelde vergunningen, nemen burgemeester en wethouders alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.

Hoofdstuk 3 De aansluiting

Artikel 6 Het verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluitleiding

  • 1. De rechthebbende aan wie ingevolge hoofdstuk II een aansluitvergunning is verleend, kan de gemeente verzoeken de perceelaansluitleiding aan te leggen, die nodig is voor het realiseren van de aansluiting of wijziging daarvan, waarop de aansluitvergunning betrekking heeft. De rechthebbende dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen bij de burgemeester en wethouders.

  • 2. Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:

    • a.

      de naam en het woonadres van de rechthebbende;

    • b.

      het nummer van de aansluitvergunning en het bouwadres;

    • c.

      de door rechthebbende gewenste datum van uitvoering.

      Het verzoek tot aansluiting wordt slechts in behandeling genomen indien deze gegevens volledig zijn vermeld.

  • 3. Indien de kosten van de aanleg van de aansluiting reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit naast de in het tweede lid bedoelde gegevens bij het verzoek tot aansluiting te vermelden.

  • 4. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek stellen burgemeester en wethouders zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting.

    Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip. De afspraak zal schriftelijk door de gemeente aan de rechthebbende worden bevestigd.

Artikel 7 Kosten van de aansluiting

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding vast, aan de hand van de bij de “Tarievenverordening” vastgestelde tarieventabel.

  • 2. De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding over te gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding die zijn begroot aan de hand van de in het eerste lid genoemde tarieventabel, en de over de kosten verschuldigde omzetbelasting.

  • 3. De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding, zoals bedoeld in het tweede lid, kunnen niet meer in rekening worden gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende worden/zijn verhaald.

Artikel 8 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

  • 2. De rechthebbende dient de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding zelf uit te voeren. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na melding aan burgemeester en wethouders dat de aansluiting is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht.

  • 3. Het aansluiten van het particulier riool op de perceelaansluitleiding mag slechts plaatsvinden, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit en/of de Bouwverordening gemeente Echt-Susteren te stellen eisen.

Hoofdstuk 4 Onderhoud

Artikel 9 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1. Het beheer, onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of hoofdriool veroorzaken;

    • b.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding aantasten.

  • 3. De kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit c.q. gebrek aan het openbaar riool.

  • 4. Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de perceelaansluitleiding ten gevolge van een wijziging van het openbaar riool.

  • 5. Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het aansluitpunt dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan plaatsvinden.

Artikel 10 Calamiteiten

  • 1. Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelaansluitleiding.

  • 2. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding of van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 3. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen.

  • 4. Bij het door de gemeente verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden dient de

    rechthebbende of gebruiker, voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren schriftelijk akkoord te gaan met de voorwaarde dat de kosten van de werkzaamheden aan hem in rekening worden gebracht, indien blijkt dat deze kosten voor zijn rekening zijn.

Hoofdstuk 5 Verwijdering aansluiting, sloop

Artikel 11 Zorgplicht

  • 1. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat (bijvoorbeeld) verzanding van het openbare riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.

  • 2. Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

  • 4. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende vergunning ingetrokken, waarna de perceelaansluitleiding tot op een nader te bepalen punt op kosten van de rechthebbende door de gemeente wordt verwijderd.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

Burgemeester en Wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een

onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van hoofdstuk IV en hoofdstuk V van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 3. Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van haar bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening aansluitvoorwaarden riolering Echt-Susteren 2003.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 3 juli 2003.

De raad voornoemd,

de griffier, de burgemeester,

M.Schoenmakers, mr. E. Schaftenaar.