Gemeenschappelijke regeling inzake de samenwerking op het gebied van Collectief Vraagafhankelijk vervoer

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling inzake de samenwerking op het gebied van Collectief Vraagafhankelijk vervoer

Gemeenschappelijke regeling Omnibuzz

tussen de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Eijsden, Gulpen-Wittem, Margraten, Meerssen, Schinnen, Sittard-Geleen, Stein, Vaals en Valkenburg aan de Geul inzake de samenwerking op het gebied van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Eijsden, Gulpen-Wittem, Margraten, Meerssen, Schinnen, Sittard-Geleen, Stein, Vaals en Valkenburg aan de Geul, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn:

Overwegende

dat de gemeenten krachtens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de compensatieplicht hebben voor hun inwoners die onder de werking van de wet vallen;

  • ·

    dat de gemeenten aan deze compensatieplicht gezamenlijk invulling wensen te geven waarbij de mogelijkheid wordt geschapen om ook andere klanten dan die waarvoor een compensatieplicht bestaat een vervoersvoorziening aan te bieden;

  • ·

    dat genoemde gemeenten hiertoe wensen samen te werken teneinde met betrekking tot het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer gezamenlijk een vervoerssysteem te exploiteren, beheren en verder te ontwikkelen;

  • ·

    dat genoemd vervoerssysteem vervoer aanbiedt in grote delen van Limburg en het euregiogebied;

  • ·

    dat de genoemde gemeenten in een gemeenschappelijke regeling hun samenwerking nader vorm wensen te geven;

  • ·

    dat bij de uitvoering van de gezamenlijke exploitatie gestreefd wordt naar een regionale gebiedsdekkende uniformering met betrekking tot de systeemvoorwaarden, met name op het gebied van het acceptatie- en tarievenbeleid;

    Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    Besluiten:

    een gemeenschappelijke regeling te treffen onder de navolgende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling inzake de samenwerking op het gebied van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer wordt verstaan:

  • 1.

    de regeling: de gemeenschappelijke regeling Collectief Vraagafhankelijk Vervoer, hierna te noemen "Omnibuzz";

  • 2.

    de gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten, te weten Beek, Echt-Susteren, Eijsden, Gulpen-Wittem, Margraten, Meerssen, Schinnen, Sittard-Geleen, Stein, Vaals en Valkenburg aan de Geul;

  • 3.

    gemeentebesturen, waar niet nader omschreven: de raden, de colleges van burgemeester en wethouders of de burgemeesters van de aan deze regeling deelnemende gemeenten, ieder voor zover zij voor hun eigen gemeenten bevoegd zijn;

  • 4.

    het openbaar lichaam: het openbaar lichaam als genoemd in artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling;

  • 5.

    Gedeputeerde Staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg;

  • 6.

    Commissie van advies: adviesorgaan van het Algemeen Bestuur omtrent alle aangelegenheden m.b.t. beleid, exploitatie en beheer van de Omnibuzz.

  • 7.

    Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, worden in die wetten en wettelijke regelingen in plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester respectievelijk gelezen de Omnibuzz, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter van het bestuur van de Omnibuzz.

  • 8.

    De regeling is een gemeenschappelijke regeling in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 2 Openbaar lichaam

Voor de uitvoering van deze regeling wordt een openbaar lichaam ingesteld onder de naam “Omnibuzz”. Het openbaar lichaam is gevestigd te Geleen.

Artikel 3 Te behartigen belang

  • 1. De regeling wordt getroffen in het belang van een zo doelmatig mogelijke uitvoering van de samenwerking tussen de gemeenten op het gebied van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer, welke voor de inwoners van de deelnemende gemeenten beschikbaar is op de daartoe opgestelde voorwaarden.

  • 2. De regeling heeft tevens ten doel te komen tot een verdere ontwikkeling van het collectieve vervoerssysteem, zoals onder te brengen in het openbaar lichaam “Omnibuzz”.

Artikel 4 Werkzaamheden

  • 1. Ter behartiging van het in artikel 3 genoemde belang verrichten de gemeenten voor gezamenlijke rekening en verantwoordelijkheid de volgende werkzaamheden:

    • a.

      het exploiteren, beheren en ontwikkelen van de Omnibuzz alsmede het doen van investeringen in de Omnibuzz;

    • b.

      het voeren van overleg omtrent een optimale exploitatie van de Omnibuzz en een effectief gezamenlijk beleid terzake van vervoer in het algemeen;

    • c.

      alle overige taken welke ter behartiging van het in artikel 3 genoemde belang noodzakelijk zijn.

  • 2. De werkzaamheden ten aanzien van het vervoer worden, zo mogelijk, door middel van een Europese aanbesteding aanbesteed. Met de geselecteerde aannemer zal een vervoersovereenkomst worden gesloten. De door het Algemeen Bestuur vastgestelde begroting is taakstellend.

Artikel 5 Samenstelling en aanwijzing Algemeen Bestuur

  • 1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit één lid van elke deelnemende gemeente, dat evenals diens plaatsvervanger, per deelnemende gemeente door het college van B&W uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen wordt aangewezen.

  • 2. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt lid of voorzitter te zijn van het college van B&W uit wiens midden men is aangewezen.

  • 3. Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het Algemeen Bestuur zijn onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege een van de deelnemende gemeenten aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar wordt voor de toepassing van dit artikellid gelijkgesteld hij die op arbeidsovereenkomst bij een van de gemeenten werkzaam is.

  • 4. De leden van het Algemeen Bestuur kiezen uit hun midden de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter voor de duur van een raadsperiode.

  • 5. Het lid en het plaatsvervangend lid kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij delen het voornemen hiertoe mede aan het college dat hen heeft aangewezen, alsmede aan de voorzitter van het Algemeen Bestuur.

  • 6. Hij die ontslag heeft genomen blijft zijn functie vervullen totdat zijn opvolger is aangewezen.

  • 7. Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als nodig, zulks ter beoordeling van het Dagelijks Bestuur.

Artikel 6 Besluitvorming

  • 1. Ieder lid brengt één stem uit. Voor leden die een gemeente vertegenwoordigen waarvan het inwonertal meer dan 50.000 bedraagt, wordt het stemmenaantal vermeerderd met één stem voor iedere 20.000 inwoners meer.

  • 2. De besluiten van het Algemeen Bestuur worden genomen bij meerderheid van de overeenkomstig lid 1 gewogen stemmen, mits die meerderheid wordt gevormd door de stemmen van de leden die door de colleges van B&W van meer dan zes gemeenten zijn aangewezen.

  • 3. Stemmen zijn niet overdraagbaar.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden van het Algemeen Bestuur

Ter behartiging van het belang, waarvoor de gemeenschappelijke regeling wordt getroffen, is het Algemeen Bestuur belast met:

* De eindverantwoordelijkheid met betrekking tot de exploitatie, beheer en verdere ontwikkeling van de Omnibuzz;

* Het adviseren van de gemeenten ter zake van de systeemvoorwaarden, waarbij als uitgangspunt een gelijke invulling per gemeente geldt;

* Het controleren en rapporteren van een juiste naleving van de gemeenschappelijke regeling.

* Het ontvangen, beoordelen en vaststellen van de exploitatiebegroting en -rekening en de eindafrekening, managementrapportages en de financiële rapportages van de Omnibuzz;

* Het bij verordening vaststellen van de uitgangspunten voor het financieel beleid op basis van de artikelen 212 en 213 Gemeentewet, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie.

Artikel 8 Samenstelling en aanwijzing Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit een oneven aantal van maximaal drie leden.

  • 2. De leden van het Dagelijks Bestuur worden door en uit het Algemeen Bestuur benoemd, waaronder de voorzitter van het Algemeen Bestuur, die tevens voorzitter is van het Dagelijks Bestuur en de plaatsvervangend voorzitter van het Algemeen Bestuur, die tevens plaatsvervangend voorzitter is van het Dagelijks Bestuur.

  • 3. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn gezamenlijk en ieder voor zich bevoegd het Dagelijks Bestuur te vertegenwoordigen.

  • 4. Hij die ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt op hetzelfde moment van rechtswege op lid te zijn van het Dagelijks Bestuur. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan te allen tijde zodanig ontslag nemen. Hij blijft alsdan zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger door het Algemeen Bestuur is benoemd.

  • 5. Bij ontstentenis, langdurige ziekte of afwezigheid van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter of een ander lid van het Dagelijks Bestuur wordt hij, zodra het Algemeen Bestuur dit nodig oordeelt, vervangen door een ander daartoe door het Algemeen Bestuur aan te wijzen lid.

  • 6. De voorziening in een tussentijdse vacature als bedoeld in lid 5 geschiedt in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur.

  • 7. Het bepaalde in de artikelen 54 tot en met 60 van de Gemeentewet is van toepassing op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur.

  • 8. Het Dagelijks Bestuur neemt zijn besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem uitbrengt.

  • 9. Het Dagelijks Bestuur vergadert minimaal 4 keer per jaar of zo vaak als nodig is.

  • 10. Het Dagelijks Bestuur kan een reglement van orde vaststellen, dat ter kennis wordt gebracht van het Algemeen Bestuur.

Artikel 9 Taken en bevoegdheden Dagelijks Bestuur

  • 1. Aan het Dagelijks Bestuur behoort:

    • a.

      het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing wordt voorgelegd;

    • b.

      het zorgdragen voor het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur;

    • c.

      het beheer van de inkomsten en de uitgaven van de Omnibuzz;

    • d.

      de zorg, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

    • e.

      het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van al hetgeen nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;

    • f.

      het verstrekken van inlichtingen aan de besturen van de gemeenten;

    • g.

      het houden van gedurig toezicht op al hetgeen de Omnibuzz aangaat.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur oefent, indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit en naar door dit bestuur te stellen regels, de aan het Algemeen Bestuur toekomende bevoegdheden uit met uitzondering van:

    • a.

      het vaststellen en wijzigen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de rekening;

  • 3. Het Dagelijks Bestuur is voorts belast met het namens de gemeenten voeren van onderhandelingen c.q. overleg met de Provincie Limburg, de vervoerder of anderen, met betrekking tot het beheer, de exploitatie, het aangaan van contracten en de verdere ontwikkeling van de Omnibuzz.

Artikel 10 Taken en bevoegdheden van de voorzitter

  • 1. Tot de taak van de voorzitter behoort het leiden van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

    De voorzitter zorgt, dat dag en tijdstip van de vergadering van het Algemeen Bestuur tijdig voor elke vergadering ter openbare kennis worden gebracht.

  • 3. De voorzitter tekent, tezamen met de directeur, alle stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan. Het Dagelijks Bestuur kan onder eigen verantwoordelijkheid het tekenen van bepaalde stukken, die van het Dagelijks Bestuur uitgaan, opdragen aan de directeur.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Omnibuzz in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan de directeur of een door hem aangewezen gemachtigde.

  • 5. De voorzitter voert de bij of krachtens deze regeling aan hem opgedragen taken uit.

  • 6. In afwijking van het gestelde in de leden 1 en 2 van dit artikel wordt de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in een nieuwe zittingsperiode bijeengeroepen en voorgezeten door de aftredende voorzitter of zijn aftredende plaatsvervanger. Indien zulks niet mogelijk is treedt de burgemeester van de plaats van vestiging van het openbaar lichaam op als tijdelijk voorzitter.

    In deze vergadering vinden de benoemingen van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het Algemeen Bestuur plaats.

Artikel 11 Taken en bevoegdheden van de directeur

  • 1. Aan het hoofd van de organisatie Omnibuzz staat een ambtelijk secretaris tevens directeur, verder te noemen “directeur”, die belast is met de dagelijks leiding en de bedrijfsvoering van de Omnibuzz.

  • 2. De directeur is voor de dagelijks leiding en bedrijfsvoering van de Omnibuzz verantwoording verschuldigd aan het Dagelijks Bestuur, een en ander zoals nader dient te worden geregeld in de organisatieverordening.

  • 3. De directeur woont, behoudens in door het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur aan te wijzen gevallen, de vergaderingen bij van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en van de commissie van advies. Hij heeft in alle vergaderingen een raadgevende stem.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur benoemt een plaatsvervanger.

Artikel 12 Inlichtingen en verantwoording

  • 1. Het Dagelijks Bestuur dient inlichtingen te verstrekken aan een van de deelnemende raden in het geval een raad inlichtingen heeft gevraagd.

  • 2. Een lid van het Algemeen Bestuur kan door de raad ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid.

  • 3. De verantwoordingsplicht, zoals in het vorige lid bedoeld, vindt plaats overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in het Reglement van Orde voor de vergadering van de raad in de desbetreffende gemeente.

Artikel 13 Commissie van advies

  • 1. Het Dagelijks Bestuur stelt een commissie van advies in, waarvan terzake kundige ambtenaren deel kunnen uitmaken evenals door het Dagelijks Bestuur aangewezen adviseurs.

  • 2. Deze commissie heeft tot taak het Dagelijks Bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent aangelegenheden die de exploitatie, het beheer en de verdere ontwikkeling van de Omnibuzz aangaan.

Artikel 14 Rechtspositieregeling

Het Algemeen Bestuur stelt voor het personeel van de Omnibuzz de rechtspositie vast overeenkomstig het CAR/UWO-model alsmede de toekomstige wijzigingen daarin. Aan het Dagelijks Bestuur wordt de bevoegdheid toegekend om de op de CAR/UWO-model gebaseerde uitvoeringsregelingen vast te stellen, aan te vullen, te wijzigen of in te trekken, voorzover nodig na voorafgaand overleg met de commissie voor Georganiseerd Overleg voor de Omnibuzz.

Artikel 15 Uitvoering rechtspositieregeling

Met inachtneming van de op het personeel van toepassing verklaarde rechtspositieregelingen, voert het Dagelijks Bestuur de rechtspositieregeling en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen uit. Het Dagelijks Bestuur kan deze bevoegdheid (waaronder het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel van de Omnibuzz) aan de directeur mandateren.

Artikel 16 Financiën

Vervoerskosten:

Alle lasten en baten verband houdende met de uitvoering van vervoer op basis van deze regeling worden gedragen door de deelnemers op basis vanhet werkelijk gebruik van de klanten van de desbetreffende gemeente.

Personele-, beheers- en financieringskosten:

Alle lasten en baten inzake de personele- en beheerskosten verband houdende met de uitvoering van deze regeling worden gedragen door de deelnemersop basis van verdeling naar rato van het inwoneraantal van de totale kosten. De begroting vermeldt alle voorkomende kosten alsmede het bedrag per inwoner.

Bonus-malus-regeling:

De Omnibuzz voert een contractueel afgesproken bonus/malus-regeling uit voor alle gemeenten. In het geval dat Omnibuzz op basis van enige lopende overeenkomst verplicht is een bonus uit te keren, zal deze verrekend worden bij de jaarrekening van het desbetreffende jaar. In het geval dat Omnibuzz op basis van enige lopende overeenkomst gehouden is een malus te incasseren, zal deze verrekend worden bij de jaarrekening van het desbetreffende jaar.

Algemene Reserve:

  • a.

    De omvang van de Algemene Reserve voor de Omnibuzz wordt door het Algemeen Bestuur be paald;

  • b.

    De vaststelling geschiedt voor een periode van 4 jaar en is gebaseerd op de te verwachten omzet van het lopende boekjaar;

  • c.

    De vaststelling zal voor het eerst geschieden in 2010 en is geldend voor de periode van 2011 – 2015. In 2015 zal de bepaling plaatsvinden voor de periode 2016 – 2020 en zo verder.

  • d.

    Onttrekking aan de Algemene Reserve geschiedt door besluit van het Dagelijks Bestuur;

  • e.

    Indien een onttrekking plaatsvindt aan de Algemene Reserve wegens overschrijding van de be grote vervoerskosten van een (of meer) deelnemende gemeenten, zijn gemeenten gehouden de Algemene Reserve in het eerstvolgende boekjaar aan te vullen.

Bevoorschotting:

In de 1e week van ieder nieuw kwartaal zullen de gemeenten een factuur ontvangen voor het betalen van een voorschot ter grootte van 25% van het voor hun berekende aandeel in de kosten. Deze factuur dient binnen 30 dagen te worden betaald. Na het verstrijken van deze 30 dagen is de betreffende gemeente de wettelijke rente verschuldigd over de periode dat haar aandeel niet is ontvangen.

Verrekening:

Definitieve verrekening van de kosten vindt plaats na het vaststellen van de rekening in het daaropvolgende jaar op de door het Dagelijks Bestuur voorgestelde wijze.

Artikel 17 Begroting en rekening

Ten aanzien van de begroting en rekening zijn de bepalingen van artikel 34 en 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen onverkort van toepassing.

Artikel 18 Duur van de regeling

  • 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd .

  • 2. De regeling kan te allen tijde worden gewijzigd of opgeheven bij besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van ten minste drie-vierde van de aan deze regeling deelnemende gemeenten, tezamen omvattende minimaal twee-vierde van het aantal inwoners binnen het gebied van deze gemeenschappelijke regeling. Wijziging of opheffing van de regeling kan slechts geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar.

  • 3. Het voornemen tot opheffing wordt tijdig aan het Algemeen Bestuur en aan de andere gemeenten medegedeeld.

  • 4. Na ontvangst van het in het derde lid genoemde voornemen stelt het Algemeen Bestuur een liquidatieplan op. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

  • 5. Het liquidatieplan voorziet in de afwikkeling van de regeling in technisch, organisatorisch en financieel opzicht en bevat een verplichting van de gemeenten tot deelneming naar evenredigheid in de financiële gevolgen van de beëindiging.

  • 6. Voor gedane investeringen als bedoeld in artikel 4 geldt dat de gemeenten gezamenlijk eigenaar zijn van de Omnibuzz. De gedane investeringen worden overgenomen tegen betaling van de boekwaarde van deze investeringen.

Artikel 19 Uittreding

  • 1. Indien in afwijking van het gestelde in artikel 18 één van de deelnemende gemeenten de regeling wil uittreden, dient het daartoe strekkende besluit van het college van burgemeester en wethouders door de betreffende gemeente aan de andere gemeenten en aan het Algemeen Bestuur gezonden te worden, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 1 jaar.

  • 2. De leden 4 en 5 van artikel 18 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Bij voortijdig uittreden uit de regeling zullen de gevolgen van uittreding samenhangend met de investeringen en de vaste kostencomponenten uit de exploitatiebegroting gedurende de resterende looptijd van de regeling, met uitzondering van de exploitatiekosten met langdurige verbinding, door de uittredende gemeente gecompenseerd dienen te worden.

  • 4. Indien kosten zijn gemoeid met het opstellen van het liquidatieplan, komen deze voor rekening van de uittredende deelnemer.

Artikel 20 Toetreding

  • 1. Toetreding tot de regeling door een andere gemeente geschiedt op voordracht van het Algemeen Bestuur.

  • 2. Toetreding is alleen mogelijk indien het college van burgemeester en wethouders van de toetredende gemeente daartoe besloten heeft.

Artikel 21 Opheffing of wijziging regeling

  • 1. De gemeenten streven, in het kader van het provinciale en regionale beleid terzake, naar regionale uniformering met betrekking tot de Omnibuzz;

  • 2. Indien de regionale ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven, kan door een eensluidend besluit van de colleges van burgemeester en wethouders der deelnemende gemeenten, de regeling binnen de genoemde periode worden opgeheven. De leden 3 tot en met 5 van artikel 18 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De regeling kan bij eensluidend besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten worden gewijzigd.

  • 4. Het Algemeen Bestuur adviseert de raden met betrekking tot wijziging van de regeling.

Artikel 22 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Algemeen Bestuur, met inachtneming van de ter zake geldende bepalingen uit de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 23 Toezending regeling

  • 1. De gemeente Sittard-Geleen zendt een volledig ondertekend exemplaar van deze regeling alsmede van besluiten tot wijziging van deze regeling en van besluiten tot uittreding en toetreding tot deze regeling ttoe aan Gedeputeerde Staten van Limburg.

  • 2. De gemeente Sittard-Geleen zendt eveneens het besluit tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling aan Gedeputeerde Staten van Limburg.

Artikel 24 Archief

  • 1. De bepalingen van de Archiefwet 1995 en van de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van de gemeente van vestiging, zijn van overeenkomstige toepassing op de archiefbescheiden van deze regeling.

  • 2. Als archiefbewaarplaats bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995 wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Sittard-Geleen.

  • 3. Bij opheffing van de regeling worden de archiefbescheiden van deze regeling overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Sittard-Geleen.

Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011;

  • 2. De regeling kan worden aangehaald als “gemeenschappelijke regeling Omnibuzz”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren op 30 juli 2010

de secretaris, de burgemeester

Toestemming tot wijziging van de regeling verleent door de raad van de gemeente Echt-Susteren in zijn openbare vergadering gehouden op 11 november 2010.

de griffier, de voorzitter

etc voor de overige gemeenten.