Verordening algemene belangenverenigingen wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede

Geldend van 21-06-2007 t/m heden

Intitulé

Verordening algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede

De raad van de gemeente Ede;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 mei en 20 augustus 1996, nr.BZ 96/561 N;

overwegende, dat de algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede zijn gehoord over de vaststelling van de Verordening algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden 1996;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Hoofdstuk I Algemene Bepalingen

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    erkende algemene belangenvereniging, wijk- en dorpsraden:

    de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede, die in een bepaald gebied werkzaam zijn en blijkens de statuten het algemeen belang van de in dat gebied wonende burgers behartigen;

  • b.

    portefeuillehouder:

    het lid van het college van burgemeester en wethouders tot wiens portefeuille een bepaald onderwerp behoort;

  • c.

    deelvereniging:

    een tot een erkende algemene belangenvereniging, wijk- en dorpsraad behorende vereniging, die in een bepaald dorp werkzaam is en blijkens de statuten het algemeen belang van de in dat dorp wonende burgers behartigt.

Paragraaf 2 Erkenning

Artikel 2

  • 1. Erkenning van een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad vindt plaats door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad komt slechts voor erkenning in aanmerking indien:

    • a.

      een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraadopgericht is als vereniging;

    • b.

      in een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad debelangrijkste in de desbetreffende wijk of het desbetreffende dorp aanwezige stromingen vertegenwoordigd zijn, één en ander voor wat betreft reeds erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraden aan het begin van iedere raadsperiode te beoordelen door het college van burgemeester en wethouders en voor wat betreft nog niet erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraden op verzoek.

  • 3. Voor de erkenning van een belangenvereniging of wijkraad in Ede-stad geldt de buurt-en wijkindeling, zoals deze door het Centraal Bureau voor de Statistiek is vastgesteld.

  • 4. Hoofdstuk I en II van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op deelverenigingen van erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraden.

  • 5. In bijzondere omstandigheden kan van de in artikel 2 onder a genoemde eis betreffende de verenigingsvorm worden afgeweken.

Hoofdstuk II Rechten en Plichten van erkende Algemene Belangenverenigingen, Wijk-en Dorpsraden

Paragraaf 3 Recht van advies

Artikel 3

  • 1. Een erkende algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad heeft een recht van advies in de beleidsvoorbereidingsfase van een concreet plan, dat betrekking heeft op het gebied waarin de belangenvereniging, wijk- of dorpsraad werkzaam is of dat voor het betreffende dorp of de wijk van belang is.

  • 2. Een plan als in het eerste lid bedoeld wordt pas na van het college van burgemeester en wethouders verkregen toestemming voorgelegd.

  • 3. Onverminderd hetgeen hieromtrent reeds bij of krachtens de wet is bepaald, dient het bestuur van een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad van het gemeentebestuur verkregen informatie op verzoek van een portefeuillehouder of het college van burgemeester en wethouders zo nodig vertrouwelijk te behandelen.

Paragraaf 4 Aanspreekpunt, informatievoorziening en overleg

Artikel 4

  • 1. Als aanspreekpunt voor en ten behoeve van de informatievoorziening aan de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraden wijst het college van burgemeester en wethouders per portefeuille een ambtenaar aan.

  • 2. Aan de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraden worden op hun verzoek de agenda's en de verslagen van de openbare vergaderingen van de raadscommissies en gemeenteraad, alsmede de bij de agenda's behorende stukken toegestuurd.

Artikel 5

  • 1. De erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden voeren op in onderling overleg vast te stellen tijdstippen overleg met de verschillende portefeuillehouders.

  • 2. Van het in het eerste lid bedoelde overleg worden een kort verslag en een afsprakenlijst opgesteld, die in het eerstvolgende overleg worden vastgesteld.

Artikel 6

  • 1. Eenmaal per jaar wordt in de verschillende gebieden van de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden op een door het college van burgemeester en wethouders na overleg met de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden vast te stellen wijze, een avond georganiseerd, waarop (een deel van) het college van burgemeester en wethouders een bezoek brengt aan een wijk of dorp.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid worden de binnen het gebied van de Belangenvereniging Noord-Oost Ede gelegen dorpen als één geheel beschouwd.

  • 3. De in artikel 4 bedoelde ambtenaren dragen zorg voor de verslaglegging en de afhandeling van toezeggingen door portefeuillehouders.

  • 4. De kosten van de in het eerste lid bedoelde avond komen ten laste van de gemeente.

Hoofdstuk III Subsidiëring van erkende Algemene Belangenverenigingen, Wijk- en Dorpsraden

Vervallen

Hoofdstuk IV Slotbepaling

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 1996, nr. V.R. 1996/43.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 25 februari 1999, V.R. 1999/8.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 april 2007, nr. V.R. 2007/18-c.
Deze wijzigingen treden in werking op de achtste dag na bekendmaking.
Bekendgemaakt d.d. 13 juni 2007.

Toelichting bij de verordening Algemene Belangenverenigingen, Wijk- en Dorpsraden in de gemeente Ede 1996

Algemeen

De vast te stellen Verordening algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden 1996 (hierna: de Verordening) vormt de juridische vertaling van de uitkomsten van het Project Bestuurlijke Vernieuwing op het punt van de algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden.

In het voorjaar van 1995 hebben de betrokken belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden tevens de gelegenheid gehad in te spreken op de nieuwe vorm van overleg tussen de gemeente en de wijk- en dorpsraden. Ook met betrekking tot de concept-verordening zijn deze organisaties in de gelegenheid gesteld in te spreken.

Deze inspraakreacties zijn meegenomen bij het uiteindelijk vormgeven van de Verordening.

In de Verordening zijn de regels samengebracht die van toepassing zijn op de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede. De Verordening bestaat in wezen uit twee te onderscheiden delen.

Nadat in hoofdstuk I enkele begripsbepalingen en een regeling met betrekking tot de erkenning zijn opgenomen, worden in hoofdstuk II de rechten en plichten van de algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden vastgelegd. Het betreft het recht van advies, de regeling van een aanspreekpunt en overleg en tenslotte het jaarlijks bezoek door - een deel van - het college van burgemeester en wethouders aan een wijk of dorp.

De thans in de verordening opgenomen rechten zijn deels gebaseerd op de eerder vastgestelde “Spelregels voor het contact tussen de algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden en het gemeentebestuur”.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De definiëring van de begrippen “subsidie” en “subsidieplafond” is overeenkomstig artikel 4.2.1.1 van het wetsvoorstel derde tranche Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2

Het onderscheid tussen een voorlopige en een definitieve erkenning als algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad, zoals dat in de oude subsidieverordening tot uitdrukking kwam is niet overgenomen in de nieuwe Verordening.

De voorlopige erkenning, die werd uitgesproken door het college van burgemeester en wethouders, was bedoeld om nieuwe initiatieven van de burgers tot het oprichten van een organisatie financieel te kunnen ondersteunen tot verdere ontplooiing van zo'n organisatie. Bij de oprichting zou een organisatie veelal nog niet representatief genoemd kunnen worden voor het gebied waarbinnen de organisatie werkt. Alsdan ligt het in de rede, zo luidde de redenering, dat het college in eerste instantie beoordeelt of het initiatief ondersteuning verdient en zich vervolgens uitspreekt over een - aan een termijn gebonden - voorlopige erkenning.

Na afloop van bedoelde termijn zou een uitspraak door de raad moeten worden gedaan over de definitieve erkenning.

Door de raad zijn op dit moment als belangenvereniging, wijk- of dorpsraad erkend:

de Dorpsraad Bennekom, de Dorpsraad Lunteren, de Belangenvereniging Noord-Oost Ede en de Algemene Belangenvereniging Ederveen.

Thans bestaat geen behoefte meer aan de figuur van de voorlopige erkenning. In artikel 2, tweede lid onder b van de Verordening is slechts vastgelegd dat in een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad de belangrijkste in de desbetreffende wijk of het desbetreffende dorp aanwezige stromingen vertegenwoordigd dienen te zijn om voor erkenning in aanmerking te komen. Of aan deze voorwaarde wordt voldaan, wordt door het college van burgemeester en wethouders aan het begin van iedere raadsperiode beoordeeld. Tevens wordt de mogelijkheid geopend voor tussentijdse erkenning, indien sprake is van een nieuwe algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad.

Het college is aangewezen als het tot erkenning bevoegd gezag, om zodoende een zekere slagvaardigheid te kunnen garanderen (zie ook de nota Met Raad en Daad: wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede, 1993, p. 1-3). Belangenverenigingen of wijkraden in Ede-stad kunnen alleen voor erkenning in aanmerking komen, indien hun gebied samenvalt met één van de door het CBS vastgestelde buurten of wijken. De door het CBS gehanteerde indeling gaat voor wat betreft Ede-stad uit van vijf buurten, namelijk Ede-oost, Ede-west, Veldhuizen, Ede Oud-zuid, Maandereng en Rietkampen.

In verband met de mogelijke erkenning van eventuele “deelverenigingen” van een erkende algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad is in artikel 2, vierde lid, bepaald dat deze verordening met uitzondering van de bepalingen van hoofdstuk III van overeenkomstige toepassing is op deelverenigingen van een erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraad. Hieruit volgt tevens dat van een erkende belangenvereniging, wijk- of dorpsraad zowel natuurlijke als rechtspersonen (verenigingen) lid kunnen zijn. Op dit moment komen alle deelverenigingen die zijn aangesloten bij Belangenvereniging Noord-Oost Ede voor erkenning door het college in aanmerking.

Artikel 3

In deze bepaling is een recht van advies neergelegd voor de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden. Het gaat hier met name om advisering in de beleidsvoorbereidingsfase omtrent concrete plannen die de belangen van een algemene belangenvereniging, wijk- of dorpsraad raken.

Artikel 3 vormt in zekere zin een bijzondere regeling in verhouding tot de op artikel 150 van de Gemeentewet gebaseerde algemene Inspraakverordening gemeente Ede van 16 december 1993 (nr. V.R 1993/180). In laatstgenoemde verordening zijn regels opgenomen met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke - en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. Gelet op de reikwijdte van de Inspraakverordening zal deze verordening veelal gelijktijdig met artikel 3 van toepassing (kunnen) zijn. In dit kader kan in het bijzonder gewezen worden op de mogelijkheid voor iedere inspraakgerechtigde het college van burgemeester en wethouders te verzoeken een inspraakprocedure te openen, dan wel tot een reeds geopende inspraakprocedure te worden toegelaten. Dit verzoek kan slechts op enkele, limitatief opgesomde gronden worden geweigerd (artikel 9 van de Inspraakverordening).

De meerwaarde van het recht van advies dat toekomt aan erkende algemene belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden is vooral gelegen in het stadium van het beleidsproces waarop van dit recht gebruik gemaakt kan worden. Het recht van advies kan worden uitgeoefend in een zo vroeg mogelijk stadium van de besluitvorming. De in artikel 3, tweede en derde lid van de Verordening neergelegde regels met betrekking tot de openbaarmaking en geheimhouding dienen in dit licht bekeken te worden (zie ook Met Raad en Daad: wijk- en dorpsraden in de gemeente Ede, p. 3-5).

Artikel 4 en 5

Een van de uitkomsten van de discussie over Bestuurlijke Vernieuwing is dat is overgegaan tot een nieuwe vorm van overleg met de wijk- en dorpsraden. Het ambtelijk overleg is afgeschaft en in de plaats daarvan zijn door het college van burgemeester en wethouders portefeuillesecretarissen van de wethouders en een ambtenaar van de afdeling AJZ voor de portefeuille van de burgemeester als aanspreekpunt en coördinator voor de wijk- en dorpsraden aangewezen voor de desbetreffende sector. Bedoelde ambtenaren zorgen voor het opstellen van een verslag en een afsprakenlijst als bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Verordening.

Naar aanleiding van de door de dorpsraden gedane suggestie is aan artikel 4 een tweede artikellid toegevoegd, waarin wordt bepaald dat de erkende algemene belangenverenigingen, wijk- of dorpsraden de agenda's en verslagen van de raadscommissies en de gemeenteraad, alsmede de bij deze agenda's behorende stukken (d.w.z. zowel raadsstukken als stukken die uitsluitend in een raadscommissie aan de orde komen) op verzoek krijgen toegestuurd. Een dergelijk verzoek kan eenmalig gedaan worden, waarna plaatsing op de verzendlijst plaatsheeft.

Artikel 6

Een gespreksavond als geregeld in dit artikel is vooral bedoeld om de contacten tussen het college van burgemeester en wethouders en een bepaalde wijk of bepaald dorp te onderhouden. Over de wijze waarop een dergelijke avond wordt georganiseerd wordt beslist door het college, na overleg met de belangenverenigingen, wijk- en dorpsraden.

Door het college wordt uiteindelijk de agenda vastgesteld en bepaald wie als voorzitter zal functioneren.