Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012

De raad van de gemeente Ede :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, kenmerk 674140;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. tussenpersoon

: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

b. exploitant

: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening reclamebelasting 2012 is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Ede dat begrensd wordt door de volgende straten:

Achterdoelen - Doelenplein - Raadhuisplein - Oude Kerkplein - Driehoek ( huisnummer10A tot Molenstraat) - Molenstraat (huisnummer 11 tot Bunschoterweg) - Bunschoterweg (vanaf Molenstraat tot Verlengde Amsterdamseweg) - Verlengde Amsterdamseweg - Bospoort (huisnummer 1 t/m 3) - Amsterdamseweg (vanaf Grotestraat tot Notaris Fischerstraat) - Notaris Fischerstraat - Molenstraat (vanaf Notaris Fischerstraat tot Telefoonweg) - Telefoonweg (vanaf Molenstraat tot Stationsweg) - Maanderweg - Stationsweg ( huisnummer 24 tot Breelaan) - Breelaan (vanaf Stationsweg t/m huisnummer 3) – Detmarlaan - Van Irhovenlaan 16 - Arnhemseweg (vanaf Detmarlaan t/m huisnummer 16).

Voor de genoemde straten en pleinen geldt dat beide zijden tot het plangebied worden meegerekend. Eén en ander zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, de openbare aankondigingen zijn aangebracht.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting voor openbare aankondigingen die zijn aangebracht door een exploitant als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak naar een vast bedrag van € 666,00 voor één of meer openbare aankondigingen die zijn aangebracht.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De reclamebelasting is verschuldigd bij het begin van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als de belastingplichtige binnen het gebied dat aan de reclamebelasting onderhevig is, verhuist en aldaar een andere onroerende zaak in gebruik neemt waarvoor de belastingplicht geldt.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die kunnen worden aangemerkt als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend;

  • b.

    die door of in opdracht van de gemeente zijn aangebracht, indien en voorzover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • c.

    die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • e.

    aangebracht op een voertuig, tenzij dat kennelijk is bestemd voor het voeren van reclame;

  • f.

    aangebracht op of bij bouwterreinen, voorzover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

  • g.

    betrekking hebbend op openbare verkoping, verkoop of verhuur van een onroerende zaak, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke aanwezigheid van de te verkopen dan wel te verhuren zaak.

  • h.

    aankondigingen met uitsluitend naamsvermeldingen en/of openingstijden met een oppervlakte van minder dan 0,1 m²:

  • i.

    het hebben van niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek op brievenbussen, postzegelautomaten en telefooncellen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Reclamebelasting 2009’ van 11 december 2008, bekendgemaakt op 24 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. De verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting 2012’.

Ondertekening

De raad voornoemd,

de griffier,

w.g. HAGELSTEIN

de voorzitter,

w.g. VAN DER KNAAP

Bijlage

reclamebelasting-kaart