Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2013

De raad van de gemeente Ede :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25-09-2012, kenmerk 715359;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

- begraafplaats:

de gemeentelijke begraafplaatsen;

- particulier graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

- algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

- particuliere urnenruimte:

een ruimte op een urnenveld waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag wordt vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in de onderdelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten bedoeld in de onderdelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in de onderdelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan

    € 9,-.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in de onderdelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Tijdstip en termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten, behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden voldaan op het tijdstip, waarop het gebruik een aanvang neemt of een dienst, als bedoeld in artikel 2, wordt verleend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet het jaarlijks onderhoudsrecht, als bedoeld in de onderdelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 van de tarieventabel, worden voldaan binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening graf- en begraafrechten 2012’ van 17 november 2011, bekendgemaakt op 21 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening graf- en begraafrechten 2013'.

Ondertekening

De raad voornoemd,

de griffier

, w.g. HAGELSTEIN

de voorzitter,

w.g. VAN DER KNAAP

Tarieventabel behorende bij de Verordening Graf- en Begraafrechten 2013

Tarieventabel bij Verordening Graf- en Begraafrechten 2013