Regeling vervallen per 01-01-2017

Nadere regel kappen bomen Ede

Geldend van 18-04-2013 t/m 31-12-2016

Intitulé

Nadere regelen kappen bomen Ede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:11a van de Algemene plaatselijke verordening Ede 2012;

overwegende dat:

  • -

    de gemeente Ede een groen imago heeft dat zij wenst te behouden;

  • -

    beeldbepalende en monumentale bomen belangrijk zijn voor de herkenbaarheid en de identiteit van de omgeving;

besluit:

Vast te stellen de volgende nadere regel kappen bomen Ede

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

toekomst boom: een boom die:

  • a.

    niet in een onomkeerbaar slechte conditie verkeert waardoor volledig verval binnen tien jaar is te verwachten;

  • b.

    een habitus heeft die karakteristiek is voor de soort of een zodanige habitus kan ontwikkelen;

  • c.

    behoort tot een in bijlage 2 bij de nadere regel opgenomen duurzame boomsoort;

  • d.

    zich gelet op de standplaats en soort kan ontwikkelen kan ontwikkelen tot waardevolle of monumentale boom.

waardevolle boom: boom die voldoet aan alle voorwaarden om te worden aangemerkt als toekomst boom, tenminste 50 jaar oud is of aanmerkelijk ouder dan bomen in de omgeving en één van de volgende eigenschappen bezit:

  • a.

    Ruimtelijke betekenis eruit bestaande dat:

    • 1°.

      de boom (beeld)bepalend voor het karakter van de omgeving is; of

    • 2°.

      de boom een onderdeel van een geheel intact zijnde boomgroep vormt of uniforme laanbeplanting die een karakteristieke structuur in de stad of landschap zichtbaar maakt; of

    • 3°.

      de boom een herkennings- / oriëntatiepunt is.

  • b.

    Monumentale waarde eruit bestaande dat:

    • 1°.

      de boom van een in de gemeente Ede zeldzame soort, type of hoge leeftijdsklasse (minstens 80 jaar) is; of

    • 2°.

      de boom onderdeel van een monumentale omgeving of van een cultuurhistorisch waardevol(le) object(en) vormt; of

    • 3°.

      de boom is gedenkboom ter gelegenheid van een belangrijke maatschappelijke gebeurtenis opgenomen in de als bijlage 3 opgenomen lijst en de daarbij behorende kaart (kenmerk 745119).

  • c.

    Een meer dan normale ecologische betekenis eruit bestaande dat:

    • 1°.

      de boom onderdeel is van een biotoop van (in de omgeving van Ede) schaars voorkomende planten- of diersoort;

    • 2°.

      de boom vormt een schakel in een keten van ecologische infrastructuur vormende elementen of neemt in een totaal versteend gebied een positie in die in de ecologische infrastructuur de functie van "stepping stone" kan vervullen.

  • d.

    de boom heeft een dendrologische waarde heeft (het belang als genenreservoir van de betreffende soort, type);

  • e.

    de boom heeft een bijzondere verschijningsvorm, bijvoorbeeld door uitzonderlijke hoogte of dikte, snoeiwijze, en dergelijke.

monumentale boom: boom die voldoet aan alle voorwaarden om te worden aangemerkt als waardevolle boom, beschikt over monumentale waarde en daarnaast nog over een andere

eigenschap om te worden aangemerkt als waardevolle boom.

overige boom: boom die niet kan worden aangemerkt als toekomst-, waardevolle- of monumentale boom.

Artikel 2 Monumentale bomen

  • 1. Het college kan een omgevingsvergunning voor het vellen van een monumentale boom verlenen als:

    • a.

      uit boomtechnisch onderzoek blijkt dat de boom niet te handhaven is;

    • b.

      de gezondheidstoestand van de houtopstand onvoldoende is;

    • c.

      de houtopstand ernstige overlast veroorzaakt die niet op andere wijze kan worden weggenomen;

    • d.

      de houtopstand in de weg staat bij de realisering van concrete gemeentelijke herinrichtingsplannen;

    • e.

      de houtopstand in de weg staat bij de uitvoering van activiteiten waarvoor

    • 1°.

      een omgevingsvergunning is verleend;

    • 2°.

      een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend die naar oordeel van het bevoegd gezag kan worden gehonoreerd.

  • 2. Het college betrekt bij de verlening van een omgevingsvergunning voor gebruik in strijd met bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet, het belang van behoud van monumentale bomen.

  • 3. Het college verbindt aan de vergunning een herplantplicht, overeenkomstig het bepaalde in de Beleidsregel herplant bomen (bijlage 1)

Artikel 3 Waardevolle bomen

  • 1. Het college kan een omgevingsvergunning voor het vellen van een waardevolle boom verlenen als:

    • a.

      uit boomtechnisch onderzoek blijkt dat de boom niet te handhaven is;

    • b.

      de gezondheidstoestand van de houtopstand onvoldoende is;

    • c.

      de houtopstand ernstige overlast veroorzaakt die niet op andere wijze kan worden weggenomen;

    • d.

      de houtopstand in de weg staat bij de realisering van concrete gemeentelijke herinrichtingsplannen;

    • e.

      de houtopstand in de weg staat bij de uitvoering van activiteiten waarvoor

    • 1°.

      een omgevingsvergunning is verleend;

    • 2°.

      een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend die naar oordeel van het bevoegd gezag kan worden gehonoreerd.

    • f.

      de houtopstand onder- en of bovengronds beperkte ontwikkelingsmogelijkheden heeft;

  • 2. Het college betrekt bij de verlening van een omgevingsvergunning voor gebruik in strijd met bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet, het belang van behoud van waardevolle bomen.

  • 3. Het college verbindt aan de vergunning een herplantplicht, overeenkomstig het bepaalde in de Beleidsregel herplant bomen.

Artikel 4 Toekomst bomen

  • 1. Het college kan een omgevingsvergunning voor het vellen van een toekomst boom verlenen als:

    • a.

      uit boomtechnisch onderzoek blijkt dat de boom niet te handhaven is;

    • b.

      de gezondheidstoestand van de houtopstand onvoldoende is;

    • c.

      de houtopstand ernstige overlast veroorzaakt;

    • d.

      de houtopstand in de weg staat bij de realisering van concrete gemeentelijke herinrichtingsplannen;

    • e.

      de houtopstand in de weg staat bij de uitvoering van activiteiten waarvoor

    • 1°.

      een omgevingsvergunning is verleend;

    • 2°.

      een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend die naar oordeel van het bevoegd gezag kan worden gehonoreerd.

    • f.

      de houtopstand onder- en of bovengronds beperkte ontwikkelingsmogelijkheden heeft;

  • 2. Het college verbindt aan de vergunning een herplantplicht, overeenkomstig het bepaalde in de Beleidsregel herplant bomen.

Artikel 5 Overige bomen

  • 1. Het college weigert slechts een omgevingsvergunning voor het vellen van een overige boom indien deze ruimtelijke betekenis bezit en, als deze ruimtelijke betekenis bezit, er naar zijn oordeel geen belangen zijn die het vellen van de boom desondanks rechtvaardigen.

  • 2. Als belangen als bedoeld in het eerste lid worden aangemerkt:

    • a.

      dat uit boomtechnisch onderzoek blijkt dat de boom niet te handhaven is;

    • b.

      dat de gezondheidstoestand van de houtopstand onvoldoende is;

    • c.

      dat de houtopstand ernstige overlast veroorzaakt;

    • d.

      dat de houtopstand in de weg staat bij de realisering van concrete gemeentelijke herinrichtingsplannen;

    • e.

      dat de houtopstand in de weg staat bij de uitvoering van activiteiten waarvoor

    • 1°.

      een omgevingsvergunning is verleend;

    • 2°.

      een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend die naar oordeel van het bevoegd gezag kan worden gehonoreerd.

    • f.

      dat de houtopstand onder- en of bovengronds beperkte ontwikkelingsmogelijkheden heeft.

Artikel 6 Laan bomen

In afwijking van de voorgaande artikelen kan het college een omgevingsvergunning verlenen voor het vellen van houtopstand die deel uitmaakt van laanbeplanting als:

  • a.

    de houtopstand direct of indirect gevaar veroorzaakt en dit niet op andere wijze kan worden weggenomen;

  • b.

    de onderhoudslasten in verhouding tot de waarde van de houtopstand onaanvaardbaar hoog zijn;

  • c.

    de houtopstand ernstige overlast veroorzaakt die veel groter is dan men redelijkerwijs van een boom mag verwachten.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in deze nadere regel besluiten een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand te verlenen indien toepassing van de nadere regel gelet op het algemeen belang leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8 Citeertitel

Deze nadere regel kan worden aangehaald als: Nadere regel kappen bomen Ede

Ondertekening

Aldus vastgesteld op, 2 april 2013
Burgemeester en wethouders,
secretaris, w.g. WIELINGA
burgemeester, w.g. VAN DER KNAAP

Bijlage 1: Beleidsregel herplant bomen

Intitulé

Beleidsregel herplant bomen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:11b en 4:11c van de Algemene plaatselijke verordening Ede 2012;

overwegende dat:

  • -

    de gemeente Ede een groen imago heeft dat zij wenst te behouden;

  • -

    beeldbepalende en monumentale bomen belangrijk zijn voor de herkenbaarheid en de identiteit van de omgeving;

besluit:

vast te stellen de volgende beleidsregel herplant bomen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

monumentale boom, waardevolle boom, toekomst boom en overige boom: hetgeen daaronder wordt verstaan in de nadere regel kappen bomen Ede.

Artikel 2 Herplantplicht monumentale boom

  • 1.

    Als het college een omgevingsvergunning verleent voor het vellen van een monumentale boom dan verbindt het aan de vergunning de voorwaarde dat een boom van dezelfde soort in de directe omgeving aangeplant moet worden met een stamomtrek van minimaal 35 cm op 1,00 meter hoogte.

  • 2.

    Als de houtopstand wordt geveld zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning dan legt het college een verplichting tot herplanting op. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Herplantplicht waardevolle boom

  • 1.

    Als het college de omgevingsvergunning verleent voor het vellen van een waardevolle boom dan verbindt het aan de vergunning de voorwaarde dat een boom van dezelfde soort in de directe omgeving aangeplant moet worden met een stamomtrek van minimaal 25 cm op 1,00 meter hoogte.

  • 2.

    Indien de houtopstand wordt geveld zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning dan legt het college een verplichting tot herplanting op. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Herplantplicht toekomst boom

Als de houtopstand wordt geveld zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning dan legt het college een verplichting tot herplanting op van een boom van een zelfde soort, met een stamomtrek van 20 cm op 1.00 meter hoogte.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregel regel kan worden aangehaald als: Beleidsregel herplant bomen.

Aldus vastgesteld op, 2 april 2013

Burgemeester en wethouders,

R.Wielinga C. van der Knaap

secretaris burgemeester

Bijlage 2: lijst van duurzame en niet-duurzame boomsoorten

duurzaam:

Acer

Esdoorn

alle (sub-) species

Aesculus

Paardekastanje

alle (sub-) species

Ailanthus altissima

Hemelboom

Alnus x spaethii 'Spaeth'

Els

Carpinus

Haagbeuk

alle (sub-) species

Castanea sativa

Tamme kastanje

alle (sub-) species

Catalpa

Trompetboom

alle (sub-) species

Cedrus

Ceder

alle (sub-) species

Corylus colurna

Boomhazelaar

Fagus

Beuk

alle (sub-) species

Fraxinus

Es

alle (sub-) species

Ginkgo biloba

Japanse Notenboom

alle (sub-) species

Gleditsia triacanthos

Valse Christusdoorn

alle (sub-) species

Gymnocladus dioica

Doodsbeenderenboom

alle (sub-) species

Juglans

Walnoot

alle (sub-) species

Koelreuteria paniculata

Blazenboom

alle (sub-) species

Liquidambar styraciflua

Amberboom

Liriodendron tulipifera

Tulpenboom

Magnolia

Beverbooom

alle (sub-) species

Metasequoia glyptostroboïdes

Chinese Mammoetboom

Ostya carpinifolia

Hopbeuk

Pinus

Den

alle (sub-) species

Platanus

Plataan

alle (sub-) species

Prunus avium

Kers

alle subspecies

Prunus sargentii

Kers

alle subspecies

Pterocarya fraxinifolia

Gewone Vlleugelnoot

Quercus

Eik

alle (sub-) species

Robinia

Valse Acacia

alle (sub-) species

Sciadopitys

Parasolden

Sequoia sempervirens

Sequoia (Redwood)

Sequoiadendron giganteum

Mamoetboom

Sophora

Honingboom

alle (sub-) species

Taxodium distichum

Moerascypres

Taxus

Venijnboom

Tilia

Linde

alle (sub-) species

Ulmus

Iep

alle (sub-) species

niet duurzaam:

Abies

Zilverspar

alle (sub-) species

Alnus

Els

alle (sub-) species

muv Alnus x spaethi 'Spaeth'

Amelanchier

Krenteboompje

alle (sub-) species

Betula

Berk

alle (sub-) species

Celtis

Netelboom

alle (sub-) species

Cercidiphyllum

Katzuraboom

Cercis

Judasboom

alle (sub-) species

Chamaecyparis

Dwergcypres

alle (sub-) species

Cladratis

-

alle (sub-) species

Cornus mas

Kornoelje

alle (sub-) species

Cornus controversa

Kornoelje

alle (sub-) species

Crataegus

Meidoorn

alle (sub-) species

Cryptomeria

Japanse Cypres

alle (sub-) species

Cupressocyparis leylandii

Cypres x

alle (sub-) species

Davidia involucrata

Vaantjesboom

alle (sub-) species

Halesia carolina

Sneeuwklokjesboom

alle (sub-) species

Laburnum

Goudenregen

alle (sub-) species

Larix

Lork

alle (sub-) species

Malus

Appel

alle (sub-) species

Morus

Moerbei

alle (sub-) species

Nothofagus antarctica

Schijnbeuk

alle (sub-) species

Parotia persica

-

alle (sub-) species

Paulownia tomentosa

Anna Paulownaboom

alle (sub-) species

Phellodendron

Kurkboom

alle (sub-) species

Picea

Spar

alle (sub-) species

Populus

Populier

alle (sub-) species

Prunus

Kers

alle (sub-) species

muv P. avium en P. sargentii

Pseudotsuga menziesii

Douglasspar

Pyrus

Peer

alle (sub-) species

Salix

Wilg

alle (sub-) species

Sorbus

Lijsterbes

alle (sub-) species

Tetradium danielii

-

alle (sub-) species

Thuja

Levensboom

alle (sub-) species

Tsuga

Scheerlingden, Hemlock

alle (sub-) species

Zelkova serrata

-

alle (sub-) species

NB

Alle niet genoemde soorten en species worden indien nodig door deskundigen nader ingedeeld.

Bijlage 3: lijst van gedenkbomen

Gelegenheid en boomsoort

Kaartnummer

Bennekom

100000e inwoner

B1

Fagus Sylvatica

Mw Toren-Slager, eerste wethouder Buurtbeheer 1995-1998

B2

Magnolia 'Merryl'

Opening wijk

B3

Dakplataan

Bijenhoudersvereniging Veluwezoom 1898-1998

B4

Sophora japonica

Penningmeester Ericapark ‘79-‘91

B5

Paardekastanje

Geboorte Amalia door Nicolien van den Berg

B6

Tilia europeae

31-1-2004

50e verjaardag Beatrix 31-1-1988

B7

Linde

Ede

Geboorte Amalia

E1

Tilia Euchlora Pallida

Kroning Beatrix

E2

Tilia europeae

25 jarig jubileum Beatrix

E3

Tilia

Wisseling troon Juliana/Beatrix 3-4-1980

E4

Plataan

50e verjaardag Beatrix 31-01-1988 door wethouder Albers

E5

Tilia

1988

Geplant tgv 50 jaar bevrijding 1995

E6

Plataan

Opening school 1990

E7

Prunus

Geboorte Beatrix

E8

Acacia

1938

25 jarig jubileum Beatrix door wethouder Kremers

E9

Tilia vulgaris

2005

50 jarig huwelijk Juliana en Bernhard

E10

Tilia

1987

Vrijgezellenboom

E11

Geplant tgv jubileum vrijgezellenvereniging

Tilia cordata

1978

100.000 e inwoner

E12

Taxodium distichum

Afscheid Marjan van Elsland, directeur Bomenstichting

E13

Liquidambar styraciflua

19-03-2008

Ederveen

100.000 e inwoner Ederveen

V1

Pterocaria

Harskamp

100.000e inwoner

H1

Quercus pallustris

50e verjaardag Beatrix

H2

Tilia cordata

1988

Bevrijdingsboom

H3

Acer

Lunteren

Middelpunt van Nederland

L1

Tilia cordata

Notaris Dingerboom

L2

Fagus sylvatica purpurea

Wilhelmina boom

L3

Tilia cordata

Robijn boom (oprichter de Werelt)

L4

Quercus robur

Ir Dinger boom

L5

Fagus sylvatica Purpurea/Amerikaanse eik

Van der Ham boom

L6

Quercus rubra

Julianaboom

L7

Acer platanoides 'Faassens Black'

Amalia boom

L8

Tilia vulgaris 'Palida'

Beatrix 50e verjaardag

L9

Tilia vulgaris 'Pallida'

100.000e inwoner

L10

Quercus cerris

Otterlo

Bijenvereniging

O1

Beatrixboom

O2

Sorbus aria

100.000e inwoner

O3

Platanus orientalis

Bevrijdingsboom

O4

Linde

1945

Wekerom

50e verjaardag Beatrix

W1

Tilia tomentosa

1988

100.000e inwoner

W2

Aesculus briotii

Algemene- en artikelsgewijze toelichting

Algemene toelichting

Belang van bomen: aanleiding tot de regeling

Het behoud van bomen is om diverse redenen van belang. Bomen hebben de eigenschap om al in een gering aantal hun omgeving een groen aanzicht te geven. Minder fraaie, ontsierende elementen in landschap, stad en woonmilieu worden door opgaande beplanting al snel aan het oog onttrokken. Verkeersdrukte wordt optisch afgeschermd. Bomen (en vooral bomengroepen) zorgen voor een eigen microklimaat. In de omgeving van bomen ontstaan windluwe, beschutte plaatsen met minder stof. Bomen leveren een belangrijke bijdrage aan de natuurwaarde. De combinatie van tuinen en openbaar groen met bomen biedt bijvoorbeeld een goed onderkomen aan vogels, insecten en kleine zoogdieren. Ook kunnen bomen een historische waarde hebben. Bomen nabij oude historische panden bepalen mede de uitstraling. Herdenkingsbomen herinneren aan bepaalde gebeurtenissen.

Gewijzigde opzet en karakter van de regeling

Vanwege de vaststelling van de Algemene plaatselijke verordening Ede 2012 is het noodzakelijk om opnieuw een regeling voor bomenbeleid te treffen. De voorheen geldende bomenbeleidsregeling is nog gebaseerd op de APV Ede 2001 en gold daarom enkel nog op basis van overgangsrecht.

Het hoofddoel van de nadere regel is om duidelijkheid te geven over de mogelijkheid voor het verlenen van een vergunning voor het vellen van een houtopstand. Ede streeft er naar een kwalitatief goed bomenbestand op peil te houden. Daarom genieten bomen bescherming, vooral als zij een bijzonder karakter hebben. De vormgeving van de regeling is ten opzichte van het vorige Bomenbeleidsplan gewijzigd om de juridische aard als toetsingsmaatstaf bij de verlening van omgevingsvergunningen te benadrukken en deze beter inzichtelijk te maken. Deze zijn in een andere regeling ondergebracht dan het beleid ten aanzien van beheer en onderhoud van bomen. Omwille van de overzichtelijkheid zijn zowel de nadere regels over de af te wegen belangen en het gewicht daarvan bij de beoordeling van de aanvraag voor een vergunning als de beleidsregel omtrent het opleggen van een herplantplicht bij elkaar in één regeling ondergebracht. Een inhoudelijke wijziging van het beleid is niet beoogd.

Uitvoering van de verordening

Het uitgangspunt in de APV is dat het college een omgevingsvergunning kan weigeren voor waardevolle typen bomen. Het gaat dan om bomen met een ruimtelijke- of ecologische betekenis, monumentale- of dendrologische waarde dan wel een bijzondere verschijningsvorm.

Bomen die een dergelijke waarde hebben of kunnen ontwikkelen worden aangemerkt als toekomst-, waardevolle- of monumentale boom. Deze bomen genieten bescherming. Een vergunning om ze te vellen wordt alleen verleend als daarvoor andere (zwaarwegende) redenen zijn. Hoe waardevoller de houtopstand is, des te groter ook de mate van bescherming.

Artikelgewijze toelichting Nadere regel kappen bomen Ede

Artikel 1

Van minst waardevol naar meest waardevol komen bomen voor in de categorie overige bomen, toekomst bomen, waardevolle bomen en monumentale bomen. Een monumentale boom beschikt altijd over ruimtelijke betekenis, monumentale betekenis en daarnaast over één van de drie andere waardevolle eigenschappen (ecologische waarde, dendrologische waarde of een bijzondere verschijningsvorm). Een waardvolle boom hoeft slechts één van deze vijf eigenschappen te beziten en voor een toekomstboom wordt alleen de eis gesteld dat de boom in de toekomst zich zo kan ontwikkelen dat één van deze vijf eigenschappen zichtbaar wordt. Overige bomen genieten in beginsel geen bescherming. Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor grote, beeldbepalende bomen die weliswaar niet behoren tot de duurzame boomsoorten maar wel een ruimtelijke betekenis hebben voor de omgeving.

Artikel 2-5

Voor het kappen van bomen vanwege een gemeentelijke herinrichtingsplan of een particuliere omgevingsvergunning is alleen aanleiding indien de plannen voldoende concreet zijn. Bij een gemeentelijke herinrichtingsplan zal het moeten gaan om een definitieve keuze voor een nieuwe vormgeving van de omgeving, waarbinnen de houtopstand niet gehandhaafd kan blijven.

Artikel 6

Sub a

Van gevaar wordt in dit geval gesproken als er kans is op persoonlijk letsel of kans op aanzienlijke schade. Kans op lichte schade is acceptabel. Voor monumentale en waardevolle bomen is een VTA (Visual Tree Asessment) rapportage noodzakelijk. In de meeste gevallen gaat het om het opdrukken van de verharding. Er zijn situaties waarin de situatie alleen te herstellen is door een flink deel van de wortels te verwijderen. De boom kan daardoor instabiel worden en gevaar opleveren. De vitaliteit van de boom wordt zonder meer aangetast. Alternatieven, zoals het verwijderen van de verharding, moeten onmogelijk zijn. Indirect gevaar kan ook ontstaan als mensen door de aanwezigheid van bomen in het trottoir worden gedwongen op straat te lopen. Soms is dat acceptabel maar bij een hoge verkeersdruk kan het onacceptabel zijn. Als alternatieven ontbreken, is het verwijderen van bomen de enige oplossing.

Sub c

Overlast is een een subjectief begrip dat altijd in samenhang met de waarde van de boom moet worden bekeken. Voor monumentale en waardevolle bomen geldt een hoge norm. Voor bomen in de categorie toekomstbomen of overige bomen geldt een minder hoge norm.

Artikel 7

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze nadere regel met betrekking tot de verlening van een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand. Een afwijking is alleen mogelijk indien het algemeen belang afwijking vordert, louter particuliere belangen zijn derhalve onvoldoende.