Regeling vervallen per 17-03-2018

Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester

Geldend van 01-04-2003 t/m 16-03-2018

Intitulé

Verordening Functioneringsgesprekken Burgemeester

De raad van de gemeente Ede;

gezien het voorstel van de waarnemend voorzitter van de raad van 21 januari 2003,

nummer SG 2003/29 N;

gelet op artikel 61a van de Gemeentewet;

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Per ambtsperiode worden ten minste drie functioneringsgesprekken met de burgemeester gevoerd.

  • 2. De functioneringsgesprekken worden gevoerd in het tweede, vierde en vijfde jaar van de ambtsperiode

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in de eerste ambtsperiode in het eerste jaar een functioneringsgesprek gevoerd.

  • 4. De conclusies van de functioneringsgesprekken in enige ambtsperiode dienen als grondslag voor het gevoelen dat de raad aan het einde van een ambtsperiode aan de Commissaris van de Koningin kenbaar maakt over het functioneren van de burgemeester.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1. De gesprekken worden gevoerd door een commissie die is samengesteld uit:

    • a.

      een voorzitter;

    • b.

      drie leden van het Presidium;

    • c.

      de eerste loco-burgemeester namens de wethouders.

  • 2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3. De commissie laat zich bijstaan door de griffier.

Artikel 3 Voorzitterschap van de commissie

  • 1. Het voorzitterschap wordt bekleed door de waarnemend voorzitter van de raad.

  • 2. Bij diens afwezigheid wordt de plaats ingenomen door de fractievoorzitter van de één na grootste raadsfractie.

  • 3. De voorzitter leidt het functioneringsgesprek.

  • 4. De voorzitter treedt, voor zover nodig, op als contactpersoon naar buiten.

Artikel 4 Voorbereiding functioneringsgesprek

  • 1. Twee weken voor het gesprek ontvangen de leden en de burgemeester namens de voorzitter een schriftelijke uitnodiging; deze bevat in ieder geval plaats, tijdstip en agenda van het gesprek.

  • 2. Betrokkenen die niet in staat zijn het gesprek bij te wonen delen dit tijdig mee.

Artikel 5 Quorum

  • 1. Met het oog op de gewenste afspiegeling van de raad vindt het gesprek alleen dan plaats wanneer ten minste tweederde van de leden van de commissie aanwezig zal zijn; bij te veel afmeldingen stelt de griffier alle betrokkenen daarvan tijdig in kennis.

  • 2. Betrokkenen ontvangen vervolgens zp spoedig mogelijk een nieuwe uitnodiging.

Artikel 6 Functioneringsgesprek

  • 1. Het gesprek vindt plaats in beslotenheid.

  • 2. Tijdens het gesprek hebben zowel de fractievoorzitters en de eerste loco-burgemeester als de burgemeester de mogelijkheid hun mening en zienswijze ten aanzien van de geagendeerde thema's nader toe te lichten.

  • 3. De volgende onderwerpen worden tijdens het gesprek besproken:

    • a.

      het functioneren van de burgemeester als voorzitter van de raad en het functioneren van de raad;

    • b.

      het functioneren van de burgemeester als voorzitter van het college en het functioneren van het college;

    • c.

      het beheer van de portefeuilles van de burgemeester;

    • d.

      de informatievoorziening naar de raad;

    • e.

      het vertegenwoordigen van de gemeente in andere bestuursorganen;

    • f.

      de representatie van de gemeente;

    • g.

      de relatie met de ambtelijke organisatie;

    • h.

      verwachte en gewenste ontwikkelingen;

    • i.

      alle door de leden en de burgemeester ingebrachte thema's;

    • j.

      afspraken.

  • 4. De leden van de commissie, de burgemeester en de griffier hebben volledige geheimhoudingsplicht over hetgeen hen tijdens het gesprek ter kennis is gekomen.

Artikel 7 Conclusies

  • 1. Door de griffier worden conclusies van het gesprek in conceptvorm opgesteld en, de burgemeester gehoord, door de commissie vastgesteld.

  • 2. Vervolgens worden de conclusies de conclusies schriftelijk aan de burgemeester en de Commissaris van de Koningin bericht.

Artikel 8 Archivering

  • 1. De griffier draagt zorg voor een afdoende vertrouwelijke archivering van de stukken.

  • 2. Na het aftreden van de burgemeester worden de stukken door de griffier vernietigd.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking en de commissie treedt in functie op de eerste dag van de maand volgend op die van de vaststelling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Ede op 27 maart 2003