Regeling vervallen per 26-11-2015

Graafverordening gemeente Ede

Geldend van 28-07-2005 t/m 25-11-2015

Intitulé

Graafverordening gemeente Ede.

De raad van de gemeente Ede;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.1.5.2 vierde lid van de APV gemeente Ede;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 mei 2005, nummer BEH 2005/851;

Overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van graafwerkzaamheden door nutsbedrijven in de openbare gronden, met het oog op:

  • -

    de controle op en coördinatie van deze graafwerkzaamheden;

  • -

    de controle en het overzicht op de ondergrondse infrastructuur in openbare gronden;

  • -

    de controle op de kwaliteit van het herstraatwerk;

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen ten behoeve van een openbare nutsvoorziening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

openbare nutsvoorziening

:

voorziening van openbaar nut, die wordt getransporteerd middels kabels en leidingen die zijn aangebracht in, op of boven openbare gronden;

b.

kabels

:

kabels en de daarbij behorende ondersteuningswerken, beschermingswerken en signaalinrichtingen, alsmede inrichtingen die zijn bestemd om daarin verbinding tot stand te brengen tussen kabels in, op of boven openbare gronden enerzijds en kabels in gebouwen en daarmee één geheel vormende gronden anderzijds, dan wel tussen laatst-genoemde kabels onderling;

c.

leidingen

:

leidingen en de daarbij behorende ondersteuningswerken, beschermingswerken en inrichtingen, alsmede inrichtingen die zijn bestemd om daarin verbinding tot stand te brengen tussen leidingen in, op of boven openbare gronden enerzijds en leidingen in gebouwen en daarmee één geheel vormende gronden anderzijds, dan wel tussen laatstgenoemde leidingen onderling.

d.

openbare gronden

:

1.openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, fietspaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken;

2.plantsoenen, pleinen, wateren met de daarbij behorende bruggen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn;

e.

aanbieder

:

aanbieder van een openbare nutsvoorziening;

f.

werkzaamheden

:

werkzaamheden in en op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen ten dienste van een openbare nutsvoorziening;

g.

gedoogplichtige

:

degene op wie een gedoogplicht rust;

h.

college

:

college van burgemeester en wethouders;

i.

melding

:

melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld onder f;

j.

instemmingsbesluit

:

besluit van het college inhoudende instemming omtrent tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld onder f.

k.

Huisaansluiting

kabel(s), met uitzondering van inrichtingen en signaal-inrichtingen, ten dienst aan het openbaar netwerk met een gezamenlijke lengte van minder dan 25 meter in openbare gronden, die een openbaar telecommunicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt.

l.

KLIC

:

Kabels- en leidingen informatiecentrum;

m.

Algemene voorschriften

:

door het college vastgestelde c.q. nader vast te stellen regels betreffende ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen in ieder geval acht weken voor de aanvang van die voorgenomen werkzaamheden bij B&W

  • 2. De melding geschiedt schriftelijk op de in art 3 omschreven wijze.

Artikel 3 Melding werkzaamheden

  • 1. Bij de melding verstrekt de aanbieder de volgende gegevens:

    • a.

      een bewijs dat hij heeft zorggedragen voor een voldoende, voor belanghebbenden toegankelijke registratie van zijn kabels en leidingen; het deelnemerschap aan het KLIC wordt als voldoende aangemerkt;

    • b.

      naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel(s) of leiding(en) in eigendom heeft, degene die de kabel(s) of leiding(en) beheert en degene die de kabel(s) of leiding(en) exploiteert ;

      opgave van het gebruiksdoel.

    Vergezeld van :

    • c.

      een tekening in drievoud met daarop aangegeven het gewenste tracé inclusief maatvoering;

    • d.

      een kopie van de reactie van alle door B&W aangegeven partijen die door de aanbieder zijn benaderd met het verzoek tot meeleggen.

    • e.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en van beëindiging van de werkzaamheden;

      • -

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      • -

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemers(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden en die 24 uur per dag bereikbaar is in verband met eventuele calamiteiten;

      • -

        welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen data van aanvang en beëindiging en van de aard van de werkzaamheden.

      • -

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • -

        alle overige voor het instemmingsbesluit van belang zijnde feiten en omstandigheden, gelet op de in artikel 6 lid 1 genoemde belangen.

  • 2. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt bij de melding, als genoemd in het eerste lid, een door de andere gedoogplichtige ondertekende schriftelijke verklaring gevoegd, dan wel een besluit van een bevoegde instantie, waaruit blijkt dat die gedoogplichtige instemt met de uitvoering van de werkzaamheden, alsmede, hoe het tracé verloopt op de grond van die gedoogplichtige.

  • 3. B&W kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt als ook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 4 Aanvullende verplichtingen

  • 1. De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden, conform de in de Algemene Voorschriften opgenomen wijze op de hoogte te stellen.

  • 2. Bij de oplevering van de werkzaamheden en op verzoek van B&W is de aanbieder verplicht een overzicht te geven van nog niet in gebruik zijnde kabels.

  • 3. Op verzoek van B&W is de aanbieder verplicht gegevens omtrent de ligging van haar kabels aan B&W te verstrekken.

Artikel 5 Beslistermijn en samenloop

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, wordt genomen binnen 8 weken na de datum van ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen 8 weken kan worden gegeven, zal B&W de aanvrager daarvan in kennis stellen en daarbij aangeven wanneer de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, houdt het college de beslissing omtrent een melding aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het kabelnetwerk een bouwvergunning als bedoeld in de Woningwet of een kapvergunning als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening is vereist.

  • 3. De in het tweede lid van dit artikel genoemde aanhouding eindigt na afgifte van genoemde vergunningen en na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingebracht en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening ex artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht, in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Een instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van zes maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2. B&W kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van onder andere:

    • a.

      de openbare orde en veiligheid;

    • b.

      de ondergrondse ordening;

    • c.

      het voorkomen of beperken van gevaar, schade en overlast;

    • d.

      de bruikbaarheid van openbare gronden, alsmede het veilig en doelmatig gebruik daarvan;

    • e.

      het doelmatig beheer, onderhoud van openbare gronden alsmede de exploitatie daarvan;

    • f.

      de bescherming van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • i.

      de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • j.

      de afstemming met andere werken.

  • 3. B&W kunnen van de aanbieder een zekerheidsstelling vorderen voor de door de aanbieder te betalen bedragen wegens verschuldigde leges, met name wanneer een algemeen instemmingsbesluit wordt afgegeven.

  • 4. B&W kunnen nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, als ook over de afmeting en verschijningsvorm van inrichtingen behorende bij een openbaar netwerk en/of omroepnetwerk.

  • 5. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en (mede)gebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de door B&W gestelde Algemene Voorschriften.

  • 6. Indien binnen 3 jaar nadat B&W groot onderhoud heeft verricht aan de openbare gronden, c.q. deze heeft heringericht, de aanbieder werkzaamheden op die plaats moet uitvoeren, kan B&W bijzondere voorwaarden stellen aan de wijze van herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder. B&W informeert de binnen de gemeente actieve aanbieders tijdig over voorgenomen toepassing van deze bepaling.

  • 7. Het herstel van de openbare gronden geschiedt door of in opdracht van B&W, conform de "Richtlijn Tarieven inzake (her-) straatwerkzaamheden voor gemeentelijke wegbeheerders en telecomaanbieders".

  • 8. Aan het herstel van bijzondere bestrating (sierbestrating) kan het college nadere voorwaarden stellen.

Artikel 7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. De gemeente bevordert zoveel mogelijk het medegebruik van voorzieningen.

  • 2. De aanbieders zijn verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede) gebruik te maken van voorzieningen.

  • 3. Alvorens een melding te doen als bedoeld in artikel 2, lid 1 van deze verordening treedt de aanbieder in overleg met B&W, teneinde te bepalen of, en zo ja, voor welke delen van het gewenste tracé gebruik gemaakt kan worden van voorzieningen.

  • 4. Indien B&W de aanbieder het aanbod doet om tegen door B&W vastgestelde voorwaarden (mede)gebruik te maken van in opdracht van B&W vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of kabel –en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg/uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken tenzij dit niet in redelijkheid van de aanbieder gevergd kan worden.

  • 5. Indien de ondergrondse ruimte op grond van normaalprofielen geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder óf een alternatief tracé te kiezen, óf aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels en leidingen.

Artikel 8 Huisaansluitingen, reparaties en onderhoud

  • 1. B&W kunnen aan een aanbieder op zijn verzoek voor de aanleg van huisaansluitingen en het uitvoeren van reparaties en onderhoud een algemeen instemmingsbesluit afgeven. In dit algemene instemmingsbesluit worden in ieder geval opgenomen:.

    • a.

      De looptijd van het besluit, welke niet langer zal zijn dan 2 jaar.

    • b.

      Het gebied waarop het besluit betrekking heeft.

    • c.

      De maximale duur van de werkzaamheden.

    • d.

      De toepasselijkheid van de [Standaard Voorschriften].

    • e.

      De toepasselijkheid van de legesverordening.

  • 2. In geval aanbieder werkzaamheden wil uitvoeren vallend onder dit artikel, meldt hij dit tenminste 8 werkdagen voorafgaande aan de start van de werkzaamheden aan B&W.

  • 3. B&W geven binnen 5 werkdagen toestemming voor het uitvoeren van de werkzaamheden conform het verzoek van de aanbieder, tenzij de belangen zoals eerder genoemd in Artikel 6 lid 1 een instemmingsbesluit vereisen. In dat geval wordt de toestemming op basis van het algemene instemmingsbesluit geweigerd.

  • 4. Het bepaalde in artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Voor de meldingen ingevolge dit artikel maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door B&W vastgesteld formulier.

  • 6. Bij storingen die onverwijld reparatie behoeven, wordt de melding zo spoedig mogelijk gedaan, doch niet later dan de eerste werkdag volgend op de werkzaamheden.

Artikel 9 In- en buiten gebruik stellen van kabels

  • 1. De aanbieder die kabels in- of buiten gebruik stelt, meldt dit terstond aan B&W.

  • 2. Kabels van de aanbieder die door of vanwege deze aanbieder blijvend buiten gebruik zijn gesteld, dienen bij reconstructie of verwijdering van de verharding of bij het open liggen van (een deel van) het tracé door of vanwege deze aanbieder te worden verwijderd (inclusief de bijbehorende voorzieningen), behoudens in die gevallen waarin naar het oordeel van het college hiervan kan worden afgeweken. Indien de aanbieder hierbij in gebreke blijft, is de gemeente gerechtigd om op kosten van de aanbieder de aangebrachte voorzieningen te verwijderen.

Artikel 10 Melding wijziging kabel

  • 1. Indien een kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten bij of krachtens de wet met betrekking tot deze kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

  • 2. De aanbieder stelt B&W onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of niet langer ten dienste staat van een openbaar netwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Graafverordening gemeente Ede’.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 juni 2005 nr. VR 2005/61-b.
Bekend gemaakt d.d. 20 juli 2005.

Toelichting graafverordening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1

    wet

    De verordening is gebaseerd op de gemeentewet.

  • 2

    kabels en leidingen.

    Onder het begrip kabels en leidingen vallen ook de ondersteuningswerken.

  • 3

    openbare gronden

    Hiertoe worden gerekend openbare wegen, met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, alsmede wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor eenieder toegankelijk zijn. Onder het begrip openbare gronden wordt ook het begrip weg, zoals gebruikt wordt in de model-APV van de VNG, begrepen. Het begrip openbare gronden is echter ruimer dan het begrip weg uit de model-APV, aangezien hieronder ook de wateren met de daarbij behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn worden gerekend.

  • 4

    werkzaamheden

    Werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen ten dienste van een nutsvoorziening in en op openbare gronden betreffen ook de werkzaamheden die verband houden met het medegebruik van voorzieningen. Bij het medegebruik van voorzieningen moet onder andere gedacht worden aan het medegebruik van kabelgoten of geleidingen. Voor dergelijke werkzaamheden geldt ook de meldingsplicht en is eerst een instemmingsbesluit vereist voordat zij mogen worden uitgevoerd.

  • 5

    gedoogplichtige

    De beheerders van openbare gronden moeten dus goedvinden ('gedogen') dat aanbieders van een nutsvoorziening kabels en leidingen in hun grond leggen. Tot de beheerders van het openbare gebied behoren gemeenten, provincies, waterschappen, het rijk en particulieren in het bezit van openbare grond.

  • 6

    college

    Ten behoeve van de leesbaarheid van de verordening wordt het college van burgemeester en wethouders aangeduid met het college.

  • 7

    melding

    Een aanbieder van een openbare nutsvoorziening gaat slechts over tot het verrichten van werkzaamheden indien deze het voornemen daartoe heeft gemeld bij burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente.

  • 8

    instemmingsbesluit

    Besluit van burgemeester en wethouders waarbij instemming is verkregen over tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van de werkzaamheden.

    Deze bepaling brengt met zich mee dat een aanbieder niet met de werkzaamheden mag beginnen voordat hij instemming daarvoor heeft verkregen van het college van burgemeester en wethouders.

  • 9

    klic

    Informatiecentrum ter voorkoming van schade aan kabels en leidingen. Hier kabel- en leidinginformatie worden ingewonnen over de graaflocatie.

  • 10

    huisaansluiting.

    Onder huisaansluiting wordt verstaan de afstand tussen aansluiting en erfafscheiding.

  • 11

    algemene voorschriften.

    zie verordening.

Artikel 2 Tijdstip van melding

Gekozen is voor een termijn van acht weken. Deze termijn sluit aan bij de termijn als genoemd in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit staat het college van burgemeester en wethouders echter niet in de weg om eerder, bijvoorbeeld na drie weken, op een melding te besluiten.

Het staat de gemeente vrij om een andere termijn dan acht weken in de verordening op te nemen. Wordt gekozen om in de verordening een kortere termijn op te nemen, dan wordt aanbevolen om deze termijn ook als beslistermijn te hanteren. Het zou immers onlogisch zijn indien twee weken voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden een melding moet worden ingediend, terwijl binnen die termijn nog geen uitsluitsel kan worden gegeven over de instemming.

Artikel 3 Melding

Gegevens die op basis van artikel 4:2 van de Awb, zoals de dagtekening van de aanvraag, moeten worden vermeld, zijn niet nog eens opgenomen in de opsomming van artikel 3. De verplichting om deze gegevens te verstrekken volgt immers rechtstreeks uit de Awb.

Er moet worden aangegeven wie vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen werkzaamheden. Gedacht kan worden aan burgers of ondernemers die overlast zullen ondervinden van de werkzaamheden. In sommige gevallen kan het ook noodzakelijk zijn dat de politie en de brandweer op de hoogte worden gesteld. Dit zal zich vooral voordoen wanneer de werkzaamheden met wegversperringen gepaard gaan.

Uit het uitvoeringsplan moet voorts blijken op welke wijze de werkzaamheden worden uitgevoerd. Van belang is onder andere dat de kabels en leidingen zo worden aangelegd dat de bereikbaarheid voor in de grond reeds aanwezige kabels en leidingen blijft behouden. Om die reden is het van belang waar de kabelsleuf precies word gesitueerd.

Het tweede lid ziet op de situatie dat de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen. In dat geval dienen ook de belangen van deze gedoogplichtigen bij het instemmingsbesluit te worden betrokken.

Indien de belangen van de andere gedoogplichtigen niet overeenkomen met de belangen van de gemeente, ligt het vervolgens op de weg van de het college van burgemeester en wethouders om de belangen zo goed mogelijk tegen elkaar af te wegen. Daartoe zou bijvoorbeeld van de zijde van de gemeente een overleg kunnen worden geëntameerd met alle betrokkenen, waaronder in ieder geval de aanbieders en de andere gedoogplichtigen. Indien de partijen er niet in onderling overleg uitkomen, moet het college van burgemeester en wethouders na afweging van alle belangen een beslissing nemen.

In het derde lid is opgenomen dat het college nadere regels kan stellen voor de gegevens die bij de melding worden verstrekt. Het is mogelijk dat het college bij werkzaamheden in het centrum andere eisen stelt aan het uitvoeringsplan dan bij werkzaamheden in het buitengebied. Door het stellen van nadere regels kan hierin onderscheid worden gemaakt. De bevoegdheid tot het stellen van nadere regels is gebaseerd op artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet. Indien het college bij een individuele melding meent dat er onvoldoende gegevens zijn overgelegd om een beslissing te nemen over de instemming, kan het op basis van artikel 4:5 van de Awb nadere gegevens opvragen.

Artikel 4 Aanvullende verplichting

In het kader van het toezicht op de naleving van de voorwaarden bij het instemmingsbesluit zijn deze aanvullende voorwaarden opgenomen.

Artikel 5 Beslissingstermijn en samenloop

Zoals reeds vermeld bij artikel 2 lid 1 is in overeenstemming met de Awb de beslissingstermijn gesteld op acht weken. Hiervan het college gemotiveerd afwijken.

De leden 2 en 3 regelen het geval dat een te geven instemmingsbesluit samenhang heeft met een te verlenen bouwvergunning en/of kapvergunning.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming.

Lid 1 bepaalt dat de werkzaamheden moeten starten binnen 6 maanden na afgifte van het instemmingsbesluit en worden voltooid binnen 6 maanden na deze start. Wordt hieraan niet voldaan, dan vervalt het instemmingsbesluit.

De leden 2 en 4 en 5 geven aan welke voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit kunnen worden verbonden. Het gaat in hoofdzaak om belangen van de openbare orde, het beheer en onderhoud en de bestemmingen van de openbare gronden, verkeersbelangen, medegebruik van voorzieningen en afstemming met andere werken.

Lid 3 geeft de mogelijkheid een zekerheid te vragen voor de nakoming van de betaling van de leges verbonden aan de afgifte van het instemmingsbesluit.

Leden 6 en 7 hebben ondermeer betrekking op het geval dat sierbestrating is gelegd en een aanbieder binnen drie jaar na deze werkzaamheden weer in de straat kabels wil aanleggen. Er kunnen dan bijzondere voorwaarden worden gesteld aan het herstel van de straat.

Het leggen van een telecommunicatiekabel heeft altijd tot gevolg dat de weg of het openbaar groen wordt beschadigd.

Artikel 7 (mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

In lid 1 van artikel 7 is als algemeen uitgangspunt gehanteerd dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van reeds aangelegde voorzieningen, hetzij door andere aanbieders hetzij door of vanwege de gemeente.

Lid 4 bepaalt dat een redelijk aanbod om gebruik te maken van reeds aangelegde voorzieningen niet geweigerd worden. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: De aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de telecomaanbieder.

Een verplichting tot medegebruik of tot het kiezen van een alternatief tracé zal worden opgenomen in het instemmingsbesluit. Dit instemmingsbesluit is een beschikking in de zin van de Awb.

De rechter zal dus het laatste woord hebben of een medegebruik terecht is voorgeschreven.

Artikel 8 Huisaansluitingen, reparaties en onderhoud.

Werkzaamheden ten behoeve van huisaansluitingen komen dikwijls in een gemeente voor. Om te voorkomen dat de gemeente voor elke huisaansluiting een apart instemmingsbesluit moet nemen, kan in het instemmingsbesluit voor het 'moedertraject' worden opgenomen dat de instemming ook geldt voor toekomstige huisaansluitingen. Door in een voorschrift te bepalen dat werkzaamheden hiervoor vooraf moeten worden gemeld aan het college van burgemeester en wethouders, blijft de gemeente op de hoogte van waar en wanneer de openbare grond wordt opengebroken.

Onder huisaansluitingen wordt verstaan de afstand tussen aansluiting en erfafscheiding.

Er ook een voorschrift aan het instemmingsbesluit worden verbonden waarin wordt geregeld hoe te handelen bij storingen aan de nutsvoorzieningen. Indien zich een storing voordoet, dient deze immers dikwijls direct verhopen te worden. Het vooraf melden en het wachten op voorafgaande instemming is dan niet in alle gevallen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een storing die zich in het weekend voordoet.

Indien de storing direct verholpen moet worden, is het van belang dat wel achteraf melding wordt gemaakt van de werkzaamheden. Met het oog daarop kan een voorschrift aan het instemmingsbesluit worden verbonden dat bepaalt dat indien bij storingen de daarvoor uit te voeren werkzaamheden niet vooraf gemeld kunnen worden en het college van burgemeester en wethouders niet vooraf gevraagd kan worden om instemming, binnen 48 uur na de werkzaamheden het college alsnog hiervan in kennis wordt gesteld.

Artikel 9 In- en buiten gebruik stellen van kabels en leidingen.

Naast de verplichting het buiten gebruik stellen van kabels en leidingen te melden is bepaald dat bij werkzaamheden in openbare gronden deze buiten gebruik gestelde kabels en leidingen dienen te worden verwijderd.

Artikel 10 Melding wijziging kabel

Bij overdracht van kabel(s) en leidingen gaan de rechten en verplichtingen ten aanzien van deze kabel(s) en leidingen over naar de nieuwe aanbieder.

In samenhang met het voorgaande artikel dient de overgang van de exploitatie of beheer van de kabel en leiding onmiddellijk te worden gemeld.