Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening WWB-raad van de gemeente Ede

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening WWB-raad van de gemeente Ede

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2006, nummer OO/2006/339;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 47 van de Wet werk en bijstand,

overwegende dat de Gemeenteraad verplicht is bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de burger- en cliëntenparticipatie is geregeld voor zowel de Wet maatschappelijke ondersteuning als de Wet werk en bijstand;

Artikel 1 Begripsbepalingen

WWB-raad: 

De formele adviesraad van de gemeente Ede die het college adviseert over het beleid en de uitvoering met betrekking tot de Wet werk en bijstand (WWB) en de aanverwante regelingen: de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) vanaf het moment dat in die wet de cliëntenparticipatie is geregeld.

College: 

Het college van burgemeester en wethouders van Ede.

Cliënt: 

De persoon met een uitkering en/of een voorziening ingevolge de Wet werk en bijstand of een der aanverwante regelingen.

Belangenbehartiger: 

Een lid van een organisatie die belangen behartigt of mede behartigt van personen met een uitkering en/of voorziening ingevolge de Wet werk en bijstand of een der aanverwante regelingen.

Hoofdafdeling: 

De Hoofdafdeling Werk Inkomen en Zorg van de sector Educatie, Welzijn en Zorg van de gemeente Ede.

Hoofd: 

Hoofd van de Hoofdafdeling Werk Inkomen en Zorg

Artikel 2 Taken van de WWB-raad

  • 1. De taak van de WWB-raad bestaat uit het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over beleid en uitvoering met betrekking tot de Wet werk en bijstand (WWB) en de aanverwante regelingen.

  • 2. Tot de onder 1 genoemde onderwerpen behoren geen klachten, bezwaarschriften of andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en richtlijnen. Evenmin worden geadviseerd inzake het personeels- en organisatiebeleid van de hoofdafdeling.

  • 3. Het college doet door middel van de secretaris aan de WWB-raad de informatie toekomen die de WWB-raad nodig heeft bij de uitvoering van zijn adviserende taak. Het college kan beleidsstukken met betrekking tot welke het college geen adviserende taak ziet voor de WWB-raad, ook enkel ter kennisneming aan de WWB-raad toe doen komen.

Artikel 3 Samenstelling van de WWB-raad

  • 1. De WWB-raad bestaat uit minimaal 7 en maximaal 9 leden, een voorzitter en een ambtelijk secretaris.

  • 2. De WWB-raad vaardigt een door de raad aan te wijzen vertegenwoordiger af naar het Wmo-platform.

  • 3. De leden van de WWB-raad worden geselecteerd op basis van de ‘profielschets leden WWB-raad’ zoals door de WWB-raad vastgesteld.

  • 4. Tenminste vier van de leden zijn cliënten, de overige leden zijn belangenbehartigers. Voor ieder lid wordt een plaatsvervangend lid benoemd.

  • 5. De leden van de WWB-raad die cliënt zijn van de hoofdafdeling vormen een representatieve vertegenwoordiging van het cliëntenbestand van de hoofdafdeling.

  • 6. Belangenbehartigers die lid zijn van de WWB-raad kunnen zowel werknemers als leden van een belangenbehartigende organisatie zijn.

  • 7. De voorzitter van de WWB-raad is onafhankelijk. De voorzitter mag geen cliënt zijn van de hoofdafdeling, geen vertegenwoordiger zijn van een organisatie, niet werkzaam zijn in dienst van de gemeente Ede noch deel uit maken van het gemeentebestuur.

  • 8. De plaatsvervangend voorzitter is een lid van de WWB-raad.

  • 9. De ambtelijk secretaris wordt aangewezen door het hoofd, die tevens voorziet in de vervanging.

  • 10. Het hoofd of een door hem aan te wijzen vervanger woont de vergaderingen bij voor het geven van advies, informatie of een toelichting. Het hoofd is geen lid van de WWB-raad.

Artikel 4 Benoeming, zittingsduur en ontslag leden van de WWB-raad

  • 1. Het college benoemt en ontslaat de leden en de voorzitter.

  • 2. De benoeming van de leden gebeurt op voordracht van de WWB-raad. Het college is niet gebonden aan de voordracht. Belangenbehartigers worden voorgedragen door de belangenbehartigende organisaties.

  • 3. De voorzitter wordt via een sollicitatieprocedure voorgedragen. Het college ook een voorzitter voordragend. De WWB-raad kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. De zittingsduur van de leden is, behoudens tussentijds aftreden, gelijk aan de periode van de zitting van de gemeenteraad.

  • 5. De leden treden gelijktijdig af, maar zijn direct herbenoembaar. Zij blijven lid van de WWB-raad totdat nieuwe leden zijn benoemd.

  • 6. Als de hoedanigheid waaraan een lid zijn benoeming ontleent eindigt, kan hij nog maximaal 6 maanden lid van de WWB-raad zijn.

  • 7. De benoeming ter voorziening in tussentijds opengevallen plaatsen gebeurt bij voorkeur binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature.

  • 8. Bij disfunctioneren van een lid kan de WWB-raad bij meerderheidsbesluit het college voorstellen het betreffende lid te ontslaan.

Artikel 5 Presentiegeld en onkostenvergoeding

  • 1. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de WWB-raad een door het college vast te stellen presentiegeld per bijgewoonde vergadering. Zij ontvangen het presentiegeld alleen als zij een volledige vergadering in de hoedanigheid van lid van de WWB-raad bijwonen. Het presentiegeld eenmaal per vier jaar worden geïndexeerd.

  • 2. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden ontvangen eenmaal per half jaar een vaste onkostenvergoeding. De vergoeding eenmaal per vier jaar worden geïndexeerd.

Artikel 6 Taken voorzitter en secretaris

  • 1. Tot de taak van de voorzitter behoort:

    • a.

      het vaststellen van de agenda;

    • b.

      het bepalen van dag en uur van de vergadering;

    • c.

      het tijdig (zo mogelijk tenminste twee weken voor de vergadering, spoedeisende gevallen uitgezonderd) uitnodigen van de leden voor de vergadering;

    • d.

      het leiden van de vergadering;

    • e.

      het handhaven van de orde;

    • f.

      het schorsen van de vergadering;

    • g.

      het peilen van meningen en het mededelen van de uitslagen van stemmingen;

    • h.

      het vertegenwoordigen van de WWB-raad naar buiten.

  • 2. Tot de taak van de secretaris behoort:

    • a.

      het mede opstellen van de agenda;

    • b.

      het tijdig verzenden van de agenda;

    • c.

      het bijwonen van alle vergaderingen en het zorgdragen voor een verslag en besluitenlijst;

    • d.

      er voor zorgdragen dat de presentielijst door de aanwezige leden ter vergadering wordt getekend en het zorgen voor de uitbetaling van de presentiegelden.

    • e.

      het mede zorgdragen voor de uitvoering van de besluiten;

    • f.

      het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

    • g.

      in zijn algemeenheid het zorgdragen voor een goede ondersteuning van de WWB-raad, opdat deze zijn taak op een goede wijze kan uitvoeren.

Artikel 7 Vergaderingen en vergaderorde

  • 1. De WWB-raad vergadert 6 maal per jaar of zoveel meer als de voorzitter of de leden van het overleg dit nodig vinden.

  • 2. De vergaderingen zijn als regel openbaar. De WWB-raad besluiten een besloten of een huishoudelijke vergadering te houden.

  • 3. De agenda wordt zo mogelijk tenminste twee weken voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 4. Ieder lid heeft het recht schriftelijke voorstellen aan de WWB-raad te doen. Deze voorstellen dienen bij de secretaris te worden ingediend.

  • 5 Ieder lid heeft het recht agendapunten in te leveren bij de secretaris.

  • 6. Ieder lid heeft het recht een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen.

  • 7. De WWB-raad kan één of meer (externe) deskundigen uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies.

  • 8. Het verslag van de vergadering en de besluitenlijst worden ter vaststelling aan de WWB-raad aangeboden in de volgende vergadering.

  • 9. De WWB-raad mag niet beraadslagen of besluiten indien niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 10. Alle adviezen worden bij meerderheid van stemmen uitgebracht.

Artikel 8 Vergaderfaciliteiten

De WWB-raad kan voor zijn vergaderingen gebruikmaken van de vergaderruimten- en faciliteiten van het gemeentehuis.

Artikel 9 Nadere regels en Huishoudelijk Reglement

  • 1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven. Over zaken waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

  • 2. De WWB-raad kan een Huishoudelijk Reglement vaststellen ter nadere regeling van zijn functioneren. Hij geeft het college kennis van de inhoud van een dergelijk reglement.

Artikel 10 Wijziging of intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat de WWB-raad hierover is gehoord.

Artikel 11 Inwerkingtreding verordening en intrekking oude reglement

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007. Op dat moment wordt de bij raadsbesluit van 18 november 2004, nummer VR 2004/79 vastgestelde “Verordening Cliëntenparticipatie gemeente ” ingetrokken. 

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2006, nr. V.R. 2006/109.

ALGEMENE TOELICHTING

De belangenbehartiging en participatie van, voor en door mensen met een functiebeperking, bijstandscliënten en ouderen in de eigen gemeente wordt steeds belangrijker. Met de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt de gemeente verantwoordelijk voor een geheel van voorzieningen waarmee het mensen mogelijk wordt gemaakt om mee te doen in de samenleving. Naarmate de gemeente meer bepalend wordt voor de levensomstandigheden van deze doelgroepen, dienen zij ook invloed op dat gemeentelijke beleid te kunnen uitoefenen. Dat door middel van formele vormen van participatie en via meer flexibele vormen van inspraak.

De participatie in het kader van de Wmo heeft gevolgen voor de bestaande cliëntenraad ‘Het Overleg’. Het Overleg adviseert het college over de Wet werk en bestand (WWB) en de huidige Wvg-voorzieningen. Omdat de Wet voorziening gehandicapten (Wvg) per 1 januari 2007 opgaat in de Wmo komt de advisering over de woon- en vervoersvoorzieningen aan burgers met beperkingen onder de inspraakstructuur van de Wmo te vallen. Om te komen tot een uniform systeem van cliëntenparticipatie in de gemeente Ede komt er naast de Cliëntenraad individuele Wmo-voorzieningen, die het college adviseert over de Wmo-voorzieningen, een aparte WWB-raad. Deze raad adviseert het college over de verstrekking van uitkeringen. Het Overleg in de huidige vorm houdt op te bestaan en gaat op in de nieuwe WWB-raad en Cliëntenraad individuele Wmo-voorzieningen.

De nieuwe structuur zal tegelijk met de Wmo in werking treden en bestaat uit de volgende 3 formele adviesraden:

  • ·

    Wmo-platform

  • ·

    Cliëntenraad individuele Wmo-voorzieningen

  • ·

    WWB-raad

De WWB-raad adviseert het college over aangelegenheden die de WWB (en aanverwante regelingen) betreffen. In de WWB-raad hebben dan ook zitting individuele cliënten en organisaties die de belangen behartigen van deze cliënten. Te denken valt aan organisaties als vakbonden en organisaties van en voor uitkeringsgerechtigden op grond van genoemde regelingen. De samenstelling van de raad wordt bij huishoudelijk reglement verder door de WWB-raad geregeld.