Aangepaste Beleidsregel “Uitstallingen in Lunteren Centrum”.

Geldend van 24-06-2009 t/m heden

Intitulé

Aangepaste Beleidsregel “Uitstallingen in Lunteren Centrum”.

Gelet op:

  • 1.

    De taak van de gemeente Ede als lokale overheid te zorgen voor een veilige openbare ruimte en een levendig straatbeeld dat past bij de opvatting van de Edese bevolking;

  • 2.

    het beoogde doel van uitstallingen, dat het met name gaat om exposeren, het afgeven van een visitekaartje en prikkels bij enkele bijzondere verkoopwaren;

  • 3.

    het beoogde doel van het inrichtingsplan Lunteren Centrum, om de kwaliteit van dit nieuwe centrumgebied maximaal tot zijn recht te laten komen;

  • 4.

    het verzoek van de winkeliers van de Dorpsstraat Midden;

  • 5.

    artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening Ede 2001.

Besluit:

De volgende opnieuw aangepaste beleidsregel uitstallingen in Lunteren Centrum vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijving

1. Lunteren-Centrum:

Het gebied aangegeven op de bij deze beleidsregel behorende kaart (bijlage 1).

2. Uitstallingenstrook:

Het terrein waarop over de breedte van het eigen pand van een ondernemer uitstallingen mogen worden geplaatst, waarbij de markering in het straatwerk bepalend is.

3. Middenstrook:

De strook waar het straatmeubilair en de bomenrij staan.

Artikel 2 Uitstallingenstrook

Uitstallingen mogen over de breedte van het eigen pand van een ondernemer, met inachtneming van artikel 4, tot in principe 90 cm vanuit de gevel worden geplaatst, waarbij de markering in het straatwerk bepalend is.

Artikel 3 Dorpsstraat Midden/’t Nieuwe Erf

In de Dorpsstraat Midden mogen de uitstallingen over de breedte van het eigen pand van een ondernemer, met inachtneming van artikel 4, tot in principe 1.20 m op de rand van de natuursteenbestrating, de basaltkeien, en voor het Nieuwe Erf ter hoogte van de bomenrij, worden geplaatst, waarbij de markering in het straatwerk bepalend is.

Artikel 4 ’t Nieuwe Erf onder arcade

Onder en voor de arcade mag tot 4.50 m vanaf de parkeerplaats een terras worden geplaatst. Naast de arcade mag tot 2 m vanaf de parkeerplaats een terras worden geplaats.Bezien vanaf de weg moet links van de parkeerplaats 1,5m vanaf de weg worden vrijgehouden. Rechts van de parkeerplaats moet 2,25m vanaf de weg worden vrijgehouden. De afmetingen zijn aangegeven in het straatwerk.

Artikel 5 Markering

De markering is aangegeven in het straatwerk.

Artikel 6 Vrije toegang

De toegangspaden tot de ingang van het pand en tot eventuele nooduitgangen dienen over de deurbreedte voor 150 cm geheel vrij gehouden te worden om de doorgang van hulpdiensten en het (mindervalide) publiek te waarborgen.

Artikel 7 Reclameborden

Ondernemers mogen maximaal 1 reclamebord per pand op de uitstallingenstrook plaatsen.

Artikel 8 Verkoopwaren

Verkoopwaren mogen “onbeperkt” worden geplaatst. Wel moeten deze binnen de uitstallingenstrook van 90cm worden geplaatst.

Artikel 9 Bloemisterijen

Voor bloemisterijen kan in nader overleg worden bekeken of het mogelijk is, wanneer gewenst, ook bloemen op een deel van de middenstrook ter hoogte van de bomenrij te plaatsen.

Artikel 10 Gastgebruik

Ondernemers mogen de uitstallingenstrook voor hun pand door andere ondernemers laten gebruiken, maar de verantwoordelijkheid voor de naleving van het beleid en de vergunning-voorschriften blijft liggen bij de ondernemer die zijn of haar strook door die andere ondernemer laat gebruiken.

Artikel 11 Terrassen

Deze beleidsregel is niet van toepassing op terrasbenodigdheden op terrassen. Daarvoor geldt De beleidsregel “Terrassen in Lunteren Centrum 2006”.

Artikel 12 Tijden

De uitstallingen worden gekoppeld aan de Winkeltijdenwet/horecaterrasvergunning. Dit betekent dat alles naar buiten mag worden gebracht, dan wel binnen moet worden gehaald op het tijdstip dat de ondernemers hun pand/terras mogen/moeten openen, respectievelijk sluiten.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Wanneer de toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, of inbreuk op de veiligheid, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de regeling.

Artikel 14 Handhaving

14.1 bestuursrechtelijk:

Na drie keer overtreding van de beleidsregels, binnen een periode van 12 maanden worden alsnog geplaatste uitstallingen door middel van bestuursdwang verwijderd en in een depot opgeslagen op kosten van de betreffende ondernemer.

14.2 Strafrechtelijk:

Op basis van artikel 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Ede 2001 wordt overtreding van artikel 2.1.5.1. van deze verordening gestraft met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 24 juni 2009.

Artikel 16 Duur/Geldigheid

Deze beleidsregel is onbeperkt geldig.

Wanneer noodzakelijk kan deze beleidsregel tussentijds worden beoordeeld en eventueel aangepast.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als aangepaste beleidsregel “Uitstallingen in Lunteren-Centrum”.

Bijlage 1 Plankaart "Uitstallingen Lunteren Centrum"

Plankaart "Uitstallingen Lunteren Centrum"

Toelichting aangepaste beleidsregel “Uitstallingen in Lunteren Centrum”.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Lunteren Centrum:

In het kader van de herinrichting van Lunteren Centrum wordt het uitstallingenbeleid, na Ede Centrum eerst met dit gebied uitgebreid.

Zoals gezegd betreft dit gebied dat is aangegeven op bij de beleidsregel behorende en bijgevoegde kaart (bijlage 1).

In de nabije toekomst wordt voor de hele gemeente Ede een uitstallingenbeleid ontwikkeld.

Buiten Lunteren Centrum gelden de in de rest van de gemeente Ede geldende regels voor het mogen plaatsen van uitstallingen. Dit betekent dat per geval wordt bekeken of de uitstallingen veilig staan opgesteld en de doorgang voor hulpdiensten en mindervaliden niet belemmeren. Ondernemers mogen ook dan alleen uitstallen mits zij hiervoor een vergunning hebben.

Ook hierop wordt actief gehandhaafd.

Artikel 2 Uitstallingenstrook

In principe wordt over de gehele breedte van het eigen pand van een ondernemer een norm van 90 cm vanuit de gevel van een pand gesteld voor het plaatsen van uitstallingen. Sommige panden verspringen echter. Om een aantrekkelijk beeld te behouden, is besloten een rechte lijn trekken. Sommige panden krijgen daardoor meer uitstallingsruimte dan anderen. Panden die te ver naar voren springen, krijgen daarnaast minder uitstallingsruimte, om de noodzakelijke doorgang voor de brandweer te blijven waarborgen. De markeringslijn in het straatwerk is dus bepalend.

De uitstallingen mogen zich niet, ook niet op een bepaalde hoogte, buiten deze markeringslijn bevinden. Dit betekent dat er ook geen parasols o.i.d. buiten deze lijn mogen hangen. Parasols zijn dus wel toegestaan mits het overhangende gedeelte binnen de markeringslijn hangt.

Luifels, andere overkappingen, hangende objecten aan de gevel e.d. vallen niet onder het uitstallingenbeleid. Hiervoor geldt een ander regime. Het uitstallingenbeleid gaat alleen over het plaatsen van objecten op de (openbare) weg/grond.

Artikel 3 Dorpsstraat Midden/’t Nieuwe Erf

In de Dorpsstraat Midden mogen de uitstallingen over de breedte van het eigen pand van een ondernemer, met inachtneming van artikel 4, tot in principe 1.20 m op de rand van de natuursteenbestrating, de basaltkeien, en voor het Nieuwe Erf ter hoogte van de bomenrij, worden geplaatst, waarbij de markering in het straatwerk bepalend is.

Voor het voetgangersgebied/Dorpsstraat midden/’t Nieuwe Erf is n.a.v. een verzoek om herziening van het beleid voor dit gebied gekozen voor een uitstallingenstrook van 1.20 m op de rand van de natuursteenbestrating, de basaltkeien en voor het Nieuwe Erf ter hoogte van de bomenrij. Met deze variant wordt zowel aan de wensen van de winkeliers als die van de GRE en Cosbo tegemoet gekomen. De GRE en Cosbo prefereren dit omdat dan de gewone klinkers volledig begaanbaar zijn. De Winkeliersvereniging heeft ook deze voorkeur met als argumenten aanzicht winkel en straatbeeld, behoud etalagefunctie, begaanbaarheid gewone klinkers voor mindervaliden, levendig straatbeeld en bevordering verkoop.

De winkeliers hebben verzocht om een verbreding van de strook naar 1.20 m omdat zij met 0.90 cm weinig kunnen beginnen wat zij zich onvoldoende hadden gerealiseerd bij de vaststelling van het in 2007 reeds aangepaste beleid. De doorgang voor de mindervaliden in dit gedeelte blijft gewaarborgd mits het beleid wordt nageleefd.

Hierbij wordt echter, naast de controle en handhaving door de gemeente, wel een klemmend beroep op de eigen bijdrage van de winkeliers gedaan om mensen die fietsen langs de gevel willen stallen hierop aan te spreken.

De praktijk dient uit te wijzen of dit werkt en de doorgang voor de mindervaliden gegarandeerd blijft. Wanneer dit niet het geval blijkt, kan en dient evt te worden bezien het beleid opnieuw te wijzigingen en alsnog voor variant 1 te kiezen.

Artikel 5 Markering

De markering wordt aangebracht in het straatwerk.

Wanneer toezichthouders constateren dat de uitstalling buiten de markeringen staan, kunnen zij de eigenaar/ondernemer direct sommeren deze weg te halen. Ook collega-ondernemers moeten hun verantwoordelijkheid op zich nemen door elkaar hierop aan te spreken.

Artikel 6 Vrije toegang

De toegangspaden tot de ingang van het pand en tot eventuele nooduitgangen dienen over de deurbreedte voor 150 cm geheel vrij gehouden te worden om de doorgang van hulpdiensten en het (mindervalide) publiek te waarborgen.

Door de gehandicaptenraad is aangegeven dat het in het verband met de wendbaarheid wenselijk is om i.p.v. 1.3 meter 1.5 meter vrij te houden. Aangezien er deuren zijn die erg smal zijn en direct hieraan grenzend uitstallingen zijn geplaatst is het moeilijk om te manoeuvreren.

Artikel 7 Reclameborden

Ondernemers mogen maximaal 1 reclamebord op de uitstallingenstrook per gevelzijde voor hun eigen pand plaatsen.

Het aantal toegestane reclameborden wordt op 1 per gevel gesteld. Dit in het kader van de wens van het college om een aantrekkelijker straatbeeld te creëren.

Voor het plaatsen van reclameborden voor tijdelijke acties en evenementen buiten de uitstallingenstrook geldt een ander regime. Hierop is het beleid voor “Reclame in driehoekspanelen om lantaarnpalen” van toepassing. Dit beleid staat dergelijke reclame alleen nog toe in daartoe geplaatste vaste borden.

Artikel 8 Verkoopwaren

Op verkoopwaren wordt geen beperking opgelegd. Wanneer ook voor de overige uitstallingen maximaal toegestane aantallen zouden worden opgelegd, wordt de controle en handhaving moeilijker, hetgeen niet wenselijk is.

Daarnaast verschilt het belang van het uitstallen van verkoopwaar per ondernemer. Een bloemist hecht namelijk bijvoorbeeld meer belang bij het mogen uitstallen van (bloem)bakken dan een sigarenzaak. Ook het verder onderscheiden van soorten uitstallingen maakt het beleid en de handhaving niet eenvoudig, hetgeen juist wordt nagestreefd.

Toezichthouders kunnen ook dit eenvoudig controleren en handhaven.

Artikel 9 Bloemisterijen

Voor bloemisterijen kan in nader overleg worden bekeken of het mogelijk is, wanneer gewenst, ook bloemen op een deel van de middenstrook ter hoogte van de bomenrij te plaatsen.

Gezien de aantrekkelijkheid van deze waren, wordt hier minder strikt mee omgegaan. Per geval moet worden bekeken wat er mogelijk is.

Artikel 12 Tijden

De uitstallingen worden gekoppeld aan de Winkeltijdenwet/horecaterrasvergunning. Dit betekent dat alles naar binnen

moeten worden gehaald op het tijdstip dat de ondernemers hun pand/terras moeten sluiten. Op deze manier zijn de straten na sluitingstijd opgeruimd, hetgeen het straatbeeld ook weer ten goede komt. Daarnaast vereenvoudigt dit het schoonmaken van de straten.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Wanneer de toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, of inbreuk op de veiligheid, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de regeling.

Dit artikel biedt de mogelijkheid in te springen op onvoorziene uitzonderlijke omstandigheden. Wanneer deze omstandigheden nopen tot wijziging van het beleid kan daartoe alsnog worden overgegaan.

Artikel 14 Handhaving

14.1 bestuursrechtelijk:

Na drie keer overtreding van de beleidsregels, binnen een periode van 12 maanden, wordenalsnog geplaatste uitstallingen worden door middel van bestuursdwang verwijderd en in een depot opgeslagen op kosten van de betreffende ondernemer.

De praktische uitvoering van deze handhaving ziet er als volg uit:

  • -

    Bij een eerste geconstateerde overtreding wordt de ondernemer mondeling door de toezichthouder aangesproken en verzocht een einde te maken aan de overtreding.

  • -

    Bij de tweede constatering wordt tevens meteen een schriftelijke waarschuwing tot handhavend optreden door middel van bestuursdwang uitgereikt door de daartoe gemandateerde toezichthouder.

  • -

    Bij een derde constatering wordt de overtreding beëindigd door het weghalen van de betreffende uitstalling(en) op kosten van de overtreder. De uitstallingen worden ook op kosten van de overtreder in een depot opgeslagen. Deze uitstallingen kunnen gedurende 13 weken daar worden opgehaald. Na 13 weken worden deze uitstallingen vernietigd (e.e.a. conform de eisen van de Algemene wet bestuursrecht)

Vanwege de snelheid en efficiëntie van deze aanpak wordt in eerste instantie dit traject gevolgd.

14.2 Strafrechtelijk:

Op basis van artikel 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Ede 2001 wordt overtreding van artikel 2.1.5.1. van deze verordening gestraft met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Dit traject wordt vanwege de lange looptijd en het feit dat er geen einde wordt gemaakt aan de illegale situatie totdat er een boete door het OM is opgelegd niet in eerste instantie gevolgd.

Ter aanvulling op het bestuursrechtelijke traject kan en zal zij waar gewenst of noodzakelijk echter zeker worden benut.

Ondernemers wordt verder gevraagd ook hun eigen verantwoordelijkheid op zich te nemen door elkaar op overtredingen aan te spreken.