Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Ede houdende regels omtrent mandaat (Algemeen mandaatbesluit Ede 2019)

Geldend van 14-03-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Ede houdende regels omtrent mandaat (Algemeen mandaatbesluit Ede 2019)

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 160, 168 en 171 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 60 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,

besluit/besluiten:

Artikel 1. Toepassingsbereik

  • 1. Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat wordt daaronder ook verstaan volmacht en machtiging.

  • 2. De bevoegdheid om besluiten te nemen omvat tevens het verrichten van alle noodzakelijke voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, de ondertekening van stukken en de bevoegdheid tot parafering van bijlagen behorende bij overeenkomsten, die zijn ondertekend door de burgemeester.

Artikel 2. Mandaat aan de burgemeester

  • 1. Aan de burgemeester wordt gemandateerd: het nemen van de beslissing op bezwaar als bedoeld in artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht, in die gevallen waarin Kamer I van de commissie voor de bezwaarschriften belast is met de advisering en adviseert om het bezwaarschrift ongegrond of niet-ontvankelijk te verklaren, met uitzondering van die gevallen waarin het college zelf het besluit waartegen het bezwaar zich richt, heeft genomen.

  • 2. Aan de burgemeester wordt gemandateerd: het nemen van de beslissing op bezwaar in de categorieën van gevallen die zijn aangewezen artikel 4, onderdelen a tot en met g, van het Instellingsbesluit commissie voor de bezwaarschriften Ede.

  • 3. Aan de burgemeester wordt gemandateerd: het indienen van bezwaar tegen de financiële uitkering die het rijk aan de gemeente Ede verstrekt.

Artikel 2a. Mandaat aan de wethouders

  • 1. Aan de portefeuillehoudend wethouder wordt gemandateerd: het nemen van de beslissing op bezwaar als bedoeld in artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht, in die gevallen waarin Kamer II van de commissie voor de bezwaarschriften belast is met de advisering, met uitzondering van die gevallen waarin het college zelf het besluit waartegen het bezwaar zich richt heeft genomen.

  • 2. Aan de portefeuillehoudend wethouder wordt gemandateerd: het nemen van de beslissing op bezwaar in de categorieën van gevallen die zijn aangewezen artikel 4, onderdeel h, van het Instellingsbesluit commissie voor de bezwaarschriften Ede.

  • 3. Aan de portefeuillehoudend wethouder wordt gemandateerd: de vertegenwoordiging van de gemeente bij rechtshandelingen, tot het aangaan of verrichten waarvan het college heeft besloten.

  • 4. Aan elk van de afzonderlijke wethouders wordt gemandateerd: het nemen van een crisismaatregel (dat is een maatregel om verplichte zorg te verlenen) op grond van artikel 7:1 lid 1 en 2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en het bij beschikking lastgeven tot onvrijwillige opname op grond van artikel 29 lid 1 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten

  • 5. Aan de portefeuillehoudend wethouder wordt gemandateerd: de bevoegdheid tot het instellen van hoger beroep in die gevallen waarin Kamer II van de commissie voor de bezwaarschriften belast is met de advisering, met uitzondering van die gevallen waarin het college zelf het besluit waartegen het beroep zich richt heeft genomen.

Artikel 3. Mandaat aan gemeentesecretaris

  • 1. Aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur (hierna te noemen: gemeentesecretaris) wordt gemandateerd: het nemen van besluiten en het verrichten van rechtshandelingen en feitelijke handelingen.

  • 2. De gemeentesecretaris mag ondermandaat verlenen, waaronder ook begrepen de bevoegdheid tot doormandateren (onder-ondermandaat). Mandaat aan stagiair(e)s kan alleen feitelijk handelen betreffen.

  • 3. De gemeentesecretaris mag bijlage 2 bij dit besluit (organisatieoverzicht) wijzigen.

Artikel 4. Mandaat aan griffier

Aan de griffier wordt gemandateerd: de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten inzake leveringen of diensten ten behoeve van de raad en de Rekenkamercommissie.

Artikel 4a. Mandaat aan gemeentearchivaris

  • 1. Aan de gemeentearchivaris wordt gemandateerd:

    • a.

      het nemen van besluiten en het verrichten van rechtshandelingen en feitelijke handelingen op basis van de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995, de Archiefregeling, de Wet open overheid en de Algemene verordening gegevensbescherming, of een daarvoor in de plaats tredende regeling;

    • b.

      Het opnemen en in bewaring nemen van overheidsarchieven, archieven van gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen, particuliere archieven en documentatieverzamelingen in de archiefbewaarplaats door middel van overbrenging, inbewaringgeving of schenking;

    • c.

      Het verstrekken van informatie over en uit en het ter beschikking stellen van archivalia uit overgebrachte, in bewaring gegeven en geschonken archieven en documentatieverzamelingen.

  • 2. Aan de archiefinspecteur wordt gemandateerd het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Artikel 5. Afhandeling van klachten

  • 1. Klachtafhandeling in het kader van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gemandateerd:

    • a.

      klachten over medewerkers worden behandeld door hun afdelingsmanager;

    • b.

      klachten over medewerkers, die niet tot een specifieke afdeling behoren, worden behandeld door een directeur of de gemeentesecretaris;

    • c.

      klachten over afdelingsmanagers worden behandeld door een directeur;

    • d.

      klachten over directeuren worden behandeld door de gemeentesecretaris;

    • e.

      klachten over de gemeentesecretaris worden behandeld door de burgemeester;

    • f.

      klachten over een door het college of de burgemeester ingestelde commissie, het college of hun individuele leden worden behandeld door de burgemeester;

    • g.

      klachten over de burgemeester worden behandeld door de loco-burgemeester.

  • 2. Indien de klacht over meerdere personen of organen gaat en daardoor volgens het eerste lid meerdere klachtbehandelaars zijn aangewezen, dan zijn zij allen bevoegd voor het behandelen van de volledige klacht.

  • 3. Afdelingsmanagers mogen individuele onder hen vallende medewerkers ondermandaat verlenen tot klachtafhandeling.

Artikel 6. Instructies, uitzonderingen en beperkingen

  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt gehandeld overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving en het beleid dat is vastgesteld door de bestuursorganen die onderdeel uitmaken van de gemeente Ede.

  • 2. Instemming van de gemeentesecretaris voor de bevoegdheidsuitoefening is vereist indien een andere gemeentelijke afdeling of een gemeentelijk adviesorgaan advies heeft gegeven en er een voornemen bestaat om af te wijken van dit advies.

  • 3. De gemandateerde is niet bevoegd om in mandaat te besluiten, indien het besluit leidt tot overschrijding van budgetten of kredieten.

  • 4. De gemandateerde is niet bevoegd respectievelijk beperkt bevoegd om in mandaat te besluiten in de gevallen en op de wijzen als in bijlage 1 bij dit besluit staat vermeld.

Artikel 7. Plaatsvervanging

  • 1. Bij afwezigheid van een afdelingsmanager worden de aan hem toekomende bevoegdheden uitgeoefend door een andere afdelingsmanager.

  • 2. Bij afwezigheid van een directeur worden de aan hem toekomende bevoegdheden uitgeoefend door een andere directeur.

Artikel 8. Slotbepaling

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2. Het ‘Mandaatbesluit Ede oktober 2015’ met kenmerk 36412 en de desbetreffende wijzigingsbesluiten met kenmerken 42390, 44743 en 55356 worden ingetrokken met ingang van 1 mei 2019.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als: Algemeen mandaatbesluit Ede 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 11 december 2018, zaaknummer 105833.

De burgemeester,

mr. L.J. Verhulst

Burgemeester en wethouders,

drs. P.C.M. van Elteren

secretaris,

mr. L.J. Verhulst

burgemeester.

Bijlage 1. Uitzonderingen en beperkingen

Het mandaat geldt niet voor:

 

Het vaststellen van beleidsregels.

 

 

Met uitzondering van het vaststellen van programma’s van eisen voor subsidies. Dit is wel toegestaan. Ondermandaat aan medewerkers is toegestaan.

 

 

Afwijken van het aanbestedings-/inkoopbeleid.

 

 

Met uitzondering van het afwijken van algemene inkoopvoorwaarden. Dit is toegestaan. Ondermandaat van deze afwijkingsbevoegdheid naar medewerkers is niet toegestaan.

De gemeentesecretaris is bevoegd tot afwijking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid, uitsluitend voorzover het betreft de te volgen aanbestedingsprocedure voor opdrachten met een maximale opdrachtwaarde tot en met € 100.000,00 excl. btw (diensten en leveringen) en € 1.000.000,00 excl. btw (werken), zulks zonder de mogelijkheid van ondermandaat. Hierbij geldt als werkinstructie dat het college halfjaarlijks een overzicht ontvangt van de toepassing van deze bevoegdheid en evaluatie van dit mandaat na afloop van een jaar.

 

 

Het verstrekken van leningen en garanties op grond van de Verordening leningen en garanties Ede 2017

 

 

Deze verordening ziet op het verstrekken van leningen en garanties aan rechtspersonen.

Het aangaan van overeenkomsten van borgtocht met de Stadsbank in het kader van schuldsanering valt dus niet onder dit mandaatverbod.

 

 

Het aanstellen, schorsen of ontslaan van de gemeentesecretaris, de accountant van de gemeente, de concerncontroller, de heffings- en invorderingsambtenaar en de secretaris van de Lokale Ombudscommissie Ede.

 

 

 

Het benoemen van personen in adviesorganen of commissies van het college of organen van verbonden partijen.

 

 

 

Het gedeeltelijk of geheel beëindigen van subsidierelaties die al minimaal 3 jaar bestaan.

 

 

 

Het kwijtschelden of afzien van invordering van bestuursrechtelijke geldschulden, waaronder begrepen de terugvordering van subsidies na lagere vaststelling.

 

 

Deze uitzondering betreft niet:

  • Belastingen:

    De toepassing van art. 63 en 66 Algemene wet inzake rijksbelastingen (kwijtschelding en opgelegde boetes) en van art. 255 lid 5 Gemeentewet (het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting).

  • Uitkeringen:

    Het verlenen van kwijtschelding voor vorderingen van de gemeente Ede op een (voormalige) ontvanger van een uitkering.

 

 

Het kwijtschelden, oninbaar verklaren of afboeken van privaatrechtelijke vorderingen van meer dan

€ 10.000,00.

 

 

 

Het al dan niet honoreren van verzoeken om schadevergoeding of nadeelcompensatie voor bedragen groter dan € 5.000,00.

 

 

 

Het nemen van besluiten die kwalificeren als steunmaatregel in de zin van art. 107, eerste lid, van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (staatssteun).

 

 

De gemandateerde is beperkt bevoegd om in mandaat te besluiten, als volgt:

 

Het aangaan van financiële verplichtingen.

  • Met een totaal gemoeid bedrag gedurende de totale looptijd vanaf € 100.000,00 tot en met € 500.000,00 (exclusief BTW):

    • -

      Afdelingsmanager met schriftelijke goedkeuring van een directeur of de gemeentesecretaris

    • -

      Directeur met schriftelijke goedkeuring van de gemeentesecretaris

    • -

      Gemeentesecretaris met schriftelijke goedkeuring van een directeur 

  • Afdelingsmanagers zijn zelfstandig bevoegd tot definitieve subsidievaststelling na een voorafgaande subsidieverlening en verantwoording van de gesubsidieerde activiteit tot en met € 500.000,00.

  • Ondermandaat naar medewerkers (onder-ondermandaat) kan van € 0,00 tot en met maximaal € 100.000,00 (exclusief BTW) worden verleend.

  • Boven € 500.000,00 (exclusief BTW) geldt geen mandaat, behoudens het volgende:

    Personeel en organisatie:

    Afdelingsmanagers zijn - mits handelend binnen hun formatieruimte en hun beschikbare bijbehorende budgettaire ruimte - zelfstandig en onbeperkt bevoegd. Bij onvoldoende formatieruimte en beschikbare bijbehorende budgettaire ruimte is de gemeentesecretaris onbeperkt bevoegd.

  • De afdelingsmanager Grondzaken en Vastgoed is ten aanzien van de verkoop van bouwgrond en de verdere afhandeling daarvan zelfstandig bevoegd tot en met een gemoeid bedrag van € 500.000,00 (exclusief BTW), mits met inachtnemng van het grondprijzenbeleid en de daarbij horende gebruikelijke voorwaarden.

    De afdelingsmanager Grondzaken en Vastgoed is ten aanzien van het aangaan van huurovereenkomsten betreffende onroerende zaken in beheer of eigendom van zijn afdeling (met uitzondering van gebouwen die in gebruik zijn bij de gemeentelijke organisatie zelf) onbeperkt bevoegd.

    De afdelingsmanager Grondzaken en Vastgoed is bevoegd te besluiten tot het verlenen van en tot het ondertekenen van (notariële) volmachten tot het passeren van notariële akten ter uitvoering van overeenkomsten waartoe door of namens het college is besloten.

  • Indien het college zelf heeft besloten tot het aangaan van de oorspronkelijke financiële verplichting (bijvoorbeeld een raamcontract, of een overeenkomst met verlengingsmogelijkheden) of project, programma of opgave, dan zijn afdelingsmanagers, directeuren of gemeentesecretaris danwel door de gemeentesecretaris daartoe aangewezen project-, programma- of opgavemanagers zelfstandig en zonder verdere goedkeuring bevoegd tot het aangaan van nadere financiële verplichtingen binnen het kader en op grond van die oorspronkelijke verplichting respectievelijk het beschikbaar gestelde budget voor het desbetreffende project, programma of opgave.

  • Voor het accorderen, verzenden en betaalbaar stellen van facturen geldt ten aanzien van directeuren en afdelingsmanagers geen limiet.

 

 

Het aan de griffier verleende mandaat.

 

 

  • Overeenkomsten ten behoeve van de raad: bevoegd tot en met € 10.000,00 (exclusief BTW) per overeenkomst.

 

  • Overeenkomsten ten behoeve van de Rekenkamercommissie: bevoegd tot en met € 25.000,00 (exclusief BTW) per overeenkomst.

 

Bijlage 2. Organisatieoverzicht

Afdelingen

 

Beleid Sociaal Domein

Beleid, Wonen, Economie, Sport en Cultuur

Strategie en Regie

Bestuur en Communicatie

Advies en Interim Management

Ontwikkeling en Kwaliteit

Administratie, Terugvordering en Verhaal

Inkomen en Schulddienstverlening

Zorg

Werk en Participatie

Sociaal Team en Jeugd

Beleid, Infrastructuur en Milieu

Ruimtelijke Ontwikkeling

Ruimtelijke Projecten

Grondzaken en Vastgoed

Veiligheid

Programmering

Onderhoud

Ingenieursbureau

Geo-Informatie en Ondersteuning

Toezicht

Archief

Bedrijfsadministraties

Belastingen

Publiekszaken

Concerncontrol

Financiën en Control

Huisvesting en Services

Informatie en communicatietechnologie

Informatie, project- en procesmanagement

Juridische zaken, Inkoop en Subsidies

Personeel en Organisatie

Overige organisatieonderdelen

Griffie

Afdeling Mobiliteit & Ontwikkeling

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 11 december 2018, zaaknummer 105833.

De burgemeester,

mr. L.J. Verhulst

Burgemeester en wethouders,

drs. P.C.M. van Elteren

secretaris,

mr. L.J. Verhulst

burgemeester.

TOELICHTING op het Algemeen mandaatbesluit Ede 2019 (zaaknummer 105833)

Algemeen

Dit mandaatbesluit heeft betrekking op de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester. Mandaat draagt bij aan praktische en flexibele besluitvorming. De feitelijke bevoegdheidsuitoefening (het nemen van de beslissing) komt te liggen bij de mandaatontvanger (mandataris). De mandaatgever (mandans) blijft zelf volledig verantwoordelijk.

Mandaat is toegestaan, tenzij de wet anders bepaalt of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Dit mandaatbesluit heeft als uitgangspunt een open en algemeen geformuleerd mandaat. Dat betekent dat in beginsel alle bevoegdheden worden gemandateerd, tenzij uitdrukkelijk uitgezonderd. Dit past bij integraal management en verantwoordelijkheden laag leggen. Het is veranderingsbestendig, zowel waar het veranderingen in regelgeving betreft, als in de organisatiestructuur.

Uitoefening van mandaat

Mandaat vraagt om verstandig en zorgvuldig gebruik Er is geen continu-controle op de uitoefening van mandaat. Het is binnen de interne verhoudingen de verantwoordelijkheid van degene die gebruik maakt van een (vermeend) mandaat. Het mandaat vindt zijn grens in de goede taakvervulling door de mandaatontvanger. De bevoegdheid reikt zover als nodig is voor het eigen werkterrein, de eigen taak, de opgedragen opgave, het betreffende project. De mandaatontvanger is in zoverre bevoegd en kan ook in zoverre de gemeente binden.

Goed omgaan met mandaat houdt in dat er soms juist geen gebruik van een bevoegdheid wordt gemaakt.

Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de volgende situaties:

  • -

    mediagevoelige onderwerpen

  • -

    ingrijpende gevolgen voor grote groepen mensen

  • -

    (groot) financieel risico voor de gemeente

  • -

    precedentwerking

  • -

    bestuurlijk afbreukrisico

  • -

    de politieke gevoeligheid van het moment

  • -

    voorgenomen afwijking van een extern advies

  • -

    afdelingsoverstijgende aangelegenheid, waarbij er geen overeenstemming is tussen die afdelingen

  • -

    niet-routinematige zaken die andere bestuursorganen betreffen, bijvoorbeeld de Kroon (de Koning), minister, Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten of de raad van de gemeente Ede

Bedenk bij dat laatste (niet-routinematige zaken die de raad betreffen) ook dat de Gemeentewet wensen- en-bedenkingen procedures kent. Bijvoorbeeld bij een voorgenomen oprichting van of deelneming in rechtspersonen en bij de voorgenomen uitoefening van bevoegdheden, die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de gemeente.

De mandaatontvanger handelt namens en voor rekening van de mandaatgever. Daarom kan de mandaatgever altijd het mandaat terugnemen, aangeven dat het in een specifieke situatie zelf wil beslissen, algemene of specifieke instructies geven en om informatie over de uitoefening van het mandaat vragen. Een goede uitoefening van het mandaat houdt ook in dat de mandaatontvanger in bepaalde gevallen actief en vooraf informatie verstrekt en overlegt alvorens gebruik te maken van een bevoegdheid.

Toelichting per artikel

Artikel 1. Toepassingsbereik

Mandaat is de bevoegdheid om namens een ander besluiten te nemen.

Volmacht is de bevoegdheid om een ander te vertegenwoordigen bij privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Machtiging is de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen.

Het mandaat ziet op alle bestuurs- en beheersbevoegdheden, op alle relevante rechtsgebieden. Hieronder vallen ook bevoegdheden van het college of burgemeester die een derde aan hen heeft verleend.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

  • -

    het nemen van een ontwerpbesluit

  • -

    het ter inzage leggen

  • -

    het horen van belanghebbenden

  • -

    het nemen van voorbereidingsbeslissingen

  • -

    het verdagen van de beslissingstermijn

  • -

    het verzoeken om nadere inlichtingen en het aanvullen van een aanvraag

  • -

    het stellen van voorschriften en beperkingen

  • -

    het intrekken van een besluit

  • -

    het bekend maken van genomen besluiten

Het mandaat ziet ook op privaatrechtelijke rechtshandelingen, bijvoorbeeld het aangaan, aanpassen en opzeggen van contracten.

Verder omvat het mandaat procedurele bevoegdheden, zoals het nemen van een procesbesluit en vertegenwoordiging in rechte.

Tenslotte betreft het mandaat ook feitelijke handelingen, zoals het voeren van correspondentie, het verstrekken van informatie, het uitnodigen voor gesprekken, het opstellen van verslagen, het invullen en ondertekenen van formulieren.

Ondertekening

Uitdrukkelijk omvat het mandaat ook de bijbehorende ondertekening. In de praktijk valt het nemen van een besluit en het ondertekenen ervan vaak samen: door ondertekening van een stuk, wordt het desbetreffende besluit genomen.

Gebruik van mandaat moet controleerbaar zijn. Dit betekent:

  • -

    dat altijd wordt vermeld namens wie wordt gehandeld.

  • -

    dat bij ondertekening altijd de naam en functie van de daadwerkelijke ondertekenaar wordt vermeld (dus niet ‘bij afwezigheid’ zonder aanduiding van wie als plaatsvervanger optreedt of ‘per opdracht’ zonder ondertekeningsmandaat en vermelding wie tekent en wie het besluit heeft genomen).

Het bestaan van het mandaat zelf hoeft daarbij overigens niet ongevraagd te worden aangetoond - vermelding van het mandaatbesluit als grondslag is niet nodig.

Het is toegestaan om gebruik te maken van een digitale handtekening, mits deze voldoende betrouwbaar is gelet op de aard van het uitgaande stuk.

Artikel 2a. Mandaat aan collegeleden

In lid 3 van dit artikel staat een ondertekeningsvolmacht aan wethouders. Hierdoor hoeft in voorkomende gevallen niet telkens een specifieke volmacht door de burgemeester te worden afgegeven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een tekenmoment in bijzijn van de pers of de feestelijke ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 3. Mandaat aan gemeentesecretaris

De gemeentesecretaris kan het door hem op grond van dit artikel verleende ondermandaat geheel of gedeeltelijk, al dan niet tijdelijk, intrekken. Dit kan bijvoorbeeld gewenst zijn in verband met risicobeheersing of tijdelijke centrale aansturing.

Artikel 6. Instructies, uitzonderingen en beperkingen

Lid 1 van dit artikel bepaalt dat volgens de geldende wet- en regelgeving moet worden gehandeld. Het toepassen van een hardheidsclausule valt ook onder het begrip wet- en regelconform handelen en is dus toegestaan in mandaat.

Bijlage 1.

Bij mandaatuitoefening moet volgens geldende wet- en regelgeving worden gehandeld. Managers en directeuren mogen van algemene inkoopvoorwaarden afwijken. Uitsluitend de gemeentesecretaris is daarnaast bevoegd af te wijken van het overige inkoop- en aanbestedingsbeleid, maar alleen ten aanzien van de te volgen aanbestedingsprocedure. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de keuze voor een enkelvoudige aanbesteding, waar het beleid als uitgangspunt een meervoudige procedure voorschrijft boven bepaalde drempelbedragen. Dit mandaat omvat dan ook niet de bij de aanbesteding inhoudelijke te hanteren beleidsmatige inkoopkaders, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en circulariteit.

Het aangaan van financiële verplichtingen is beperkt en onder voorwaarden gemandateerd. Dit ziet op zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke verplichtingen. Een voorbeeld van het eerste is subsidie (aanvragen en verstrekken), een voorbeeld van het tweede is het contracteren met betrekking tot leveringen, diensten en werken.

Onder het aangaan van financiële verplichtingen valt bijvoorbeeld het sluiten van een koopovereenkomst en alle uitvoeringshandelingen terzake, zoals het meewerken aan een levering ter uitvoering van die overeenkomst.