Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent beheer en toezicht Basisregistratie personen (Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen)

Geldend van 28-12-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent beheer en toezicht Basisregistratie personen (Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel op 17 december 2019, zaaknummer 116663;

Gelet op de:

  • -

    Wet basisregistratie personen.

  • -

    Algemene verordening gegevensbescherming.

Besluit:

Vast te stellen, de navolgende Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen gemeente Ede:

Hoofdstuk 1: Aanwijzen functionarissen

Artikel 1:

Het college van burgemeester en wethouders wijst functionarissen aan die belast worden met:

  • het informatiebeheer;

  • het privacybeheer;

  • toezicht

Artikel 2:

  • 1. De informatiebeheerder wijst functionarissen aan, die worden belast met:

    • a.

      het gegevensbeheer;

    • b.

      het applicatiebeheer;

    • c.

      de gegevensverwerking;

    • d.

      het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring.

Hoofdstuk 2: Het informatiebeheer

Artikel 3

De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en de autorisatiebesluiten.

Artikel 4

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    de jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    de jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 13 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    het administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e.

    het periodieke overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

  • f.

    de richtlijnen voor de bijhouding van de Basisregistratie Personen.

Artikel 5

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet naar de inrichting, werking en beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • b.

    de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit Persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 6

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    gegevenskwaliteit;

  • d.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 7

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;

  • b.

    op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie personen;

  • c.

    op verzoeken van derden, als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en als genoemd in de, bij Verordening BRP genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie personen;

  • d.

    over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c.

Artikel 8

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 7 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet, de Verordening Basisregistratie personen en Wet bescherming persoonsgegevens;

  • c.

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, evenals de beveiliging van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    alle in artikel 3, lid 1 genoemde functionarissen, alsmede het team systeembeheer op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening omtrent de Basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 9

De informatiebeheerder, of een op grond van de artikelen 1 en 2 aangewezen functionaris, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 3: Het gegevensbeheer

Artikel 10

De Gegevensbeheerder BRP is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden, in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen;

  • b.

    het beheer van documentatie op het gebied van de overige wet- en regelgeving op het gebied van de Basisregistratie personen;

  • c.

    de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de Basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de Basisregistratie personen omtrent gegevensverwerking;

  • d.

    het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de Basisregistratie personen;

  • e.

    het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens, binnen de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen over het in behandeling nemen van meldingen van een overheidsorganen, waarbij gerede twijfel bestaat over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de Basisregistratie personen opgenomen (authentieke) gegevens en stelt het overheidsorgaan in kennis van de genomen beslissing.

Artikel 11

De Gegevensbeheerder BRP voorziet in:

  • de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;

  • de controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de Basisregistratie personen.

Artikel 12

De Gegevensbeheerder BRP is bevoegd, in overleg met de afdelingsmanager Burgerzaken en Receptiebalies, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

Artikel 13

Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de Basisregistratie personen, onderworpen aan een inhoudelijke controle door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Gegevensbeheerder BRP voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen, gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De Gegevensbeheerder BRP voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.

Artikel 14

De Gegevensbeheerder BRP neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 4: Het applicatiebeheer

Artikel 15

De applicatiebeheerder BRP voorziet in:

  • 1.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • 2.

    de verzorging een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • 3.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor de toepassing van actualiseringen, aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder Cipers en de informatiebeheerder, op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • 4.

    de bijhouding van een dossier van de autorisatie, die overeenkomstig artikel 7 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • 5.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • 6.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • 7.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

  • 8.

    een oplossing, eventueel door inschakeling van de Systeembeheerder of een derde, voor de onder artikel 19 punt 7 genoemde problemen en klachten;

  • 9.

    de voorlichting aan de alle in artikel 1 en 2 genoemde functionarissen, met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • 10.

    de coördinatie van werkzaamheden, in geval van uitwijk in overleg met de Systeembeheerder;

  • 11.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de Basisregistratie personen worden ontleend;

  • 12.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • 13.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zo nodig door inschakeling van een derde.

Artikel 16

De applicatiebeheerder Cipers is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    het beheer van de tabellen van de Basisregistratie personen;

  • d.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 17

De applicatiebeheerder Cipers is bevoegd:

  • a.

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de Basisregistratie personen, aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    gedragsregels op te stellen omtrent het gebruik van de Basisregistratie personen.

Artikel 18

De applicatiebeheerder Cipers is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het Informatiebeveiligingshandboek.

Artikel 19

De applicatiebeheerder Cipers ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 20

De applicatiebeheerder Cipers neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 4, onder e;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 5: Het privacybeheer

Artikel 21

De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder en het college van burgemeester en wethouders over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet en Verordening BRP.

De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 7, onder b, c en d van deze regeling;

  • b.

    het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de Wet BRP en de Algemene Verordening Gegevensbeschermings.

Artikel 22

De privacybeheerder adviseert over:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de Basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet respectievelijk artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • c.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 17 en 21 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • d.

    de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • e.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 23

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 25, sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij sprake is van het in geding zijn van de persoonlijke levenssfeer.

Artikel 24

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen, de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 6: De gegevensverwerking

Artikel 25

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • 1.

    het verwerken van de gegevens in de basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet voorgeschreven systeembeschrijving (Logisch Ontwerp GBA) en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • 2.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • 3.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • 4.

    de behandeling van mutaties;

  • 5.

    de behandeling van het netwerkverkeer;

  • 6.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • 7.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet geen ontleningstatus is gegeven

  • 8.

    de dagelijkse controle van de in de basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

  • 9.

    de kennisgeving van de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

    • -

      wijziging van het naamgebruik

    • -

      vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de basisregistratie personen;

  • 10.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene ingeval van een inschrijving in de basisregistratie personen;

  • 11.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage)

  • 12.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekking beperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacy toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • 13.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • 14.

    de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • 15.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 26

De gegevensverwerkers:

  • beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 26 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

  • stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

Hoofdstuk 7: De toezichthouder

Artikel 27

De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.

Artikel 28

De toezichthouder controleert of de burger voldoet zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.

Artikel 29

De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.

Artikel 30

De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 32, bevoegd:

  • met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met inbeslagname van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);

  • zich zo nodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;

  • zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;

  • inlichtingen te vorderen;

  • inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

  • zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

  • onderzoek te doen;

  • rapport op te maken ter zake een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 32.

Artikel 31

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 32

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

Hoofdstuk 8: Slotbepalingen

Artikel 33

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP, evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP die zich in het gegevensmagazijn bevinden.

Artikel 34

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 35

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 17 december 2019, zaaknummer 116663

Het college voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,

Bijlage 1. Aanwijzing van beheerfunctionarissen door burgemeester en wethouders

Op grond van artikel 1, van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Informatiebeheer

Als informatiebeheerder is aangewezen de heer H.A. van den Boom, Manager Publiekszaken.

Als plaatsvervanger is aangewezen de heer A. Steinvoorte, concerndirecteur.

Privacy beheer

Als privacy beheerder is aangewezen de heer J. Fluit, afdeling Publiekszaken.

Als plaatsvervanger is aangewezen mevrouw S. El Anbri, afdeling Publiekszaken.

Toezicht

Als toezichthouder zijn aangewezen de medewerkers adresgegevens en onderzoek en de belastingdeurwaarders van de afdeling Belastingen.

Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de wet

De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan:

  • H.A. van den Boom

  • H. Krielaart

  • B. Minnen-Timmer

  • I.A. van den Berg

  • J.W. Schutten-Schreurs

  • S. El Anbri

  • J. Fluit

  • T. Gökalp

  • van Hunnik-de Gunst

Burgemeester en wethouders van Ede.

Ede, 17 december 2019

De gemeentesecretaris, P. van Elteren

De burgemeester, R. Verhulst

Bijlage 2: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door de informatiebeheerder

Op grond van artikel 2 van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Gegevensbeheer

Als gegevensbeheerder BRP is aangewezen mevrouw B. Minnen, afdeling Publiekszaken.

Haar plaatsvervanger is mevrouw T. Gökalp, afdeling Publiekszaken.

Applicatiebeheer

Als applicatiebeheerder BRP is aangewezen de heer P. R. Tollenaar, afdeling Publiekszaken.

Zijn plaatsvervanger is de heer F. ter Horst, PinkRoccade.

Gegevensverwerking

Als gegevensverwerkers worden alle medewerkers van de afdeling Publiekszaken aangewezen.

Ede, 17 december 2019

Afdelingsmanager Publiekszaken

de heer H.A. van den Boom