Regeling vervallen per 18-11-2022

Nadere regel vergunningenstop standplaatsen Ede 2020

Geldend van 26-02-2020 t/m 17-11-2022

Intitulé

Nadere regel vergunningenstop standplaatsen Ede 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelet op artikel 1:7, tweede lid, van de APV Ede 2019

besluit:

Artikel 1. Definities

Standplaatsvergunning: de vergunning bedoeld in artikel 5:18 van de APV Ede 2019.

Artikel 2. Vergunningenstop standplaatsen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen geen nieuwe standplaatsvergunningen. Aanvragen die worden ingediend na de inwerkingtreding van dit besluit worden aangehouden. Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit worden eenmalig voor ten hoogste één jaar verleend tenzij er gronden zijn om de aanvraag te weigeren.

  • 2.

    Bestaande vergunningen worden op aanvraag met één jaar verlengd indien de periode waarvoor zij destijds zijn verleend binnen drie maanden na het doen van de aanvraag eindigt.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders verlenen geen medewerking aan de volgende wijzigingen van bestaande standplaatsvergunningen:

    • a.

      Wijzigingen waardoor het aantal dagen of de tijden waarmee een standplaats kan worden ingenomen wordt vergroot;

    • b.

      wijzigingen ten aanzien van de plaats waar de standplaats wordt ingenomen.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders medewerking verlenen aan een wijziging van de locatie, als de vergunde locatie niet beschikbaar is vanwege een permanente of tijdelijke wijziging in de fysieke leefomgeving.

Artikel 3. Slotbepaling

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regel vergunningenstop standplaatsen Ede 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2020, zaaknummer 122899.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris

mr. L.J. Verhulst

de burgemeester

Toelichting

Het innemen van een standplaats is alleen op bepaalde locaties toegestaan. Het potentieel aantal aanvragen kan het aantal beschikbare locaties overstijgen. Daarmee is sprake van een zogenaamde ‘schaarse’ vergunning. Burgemeester en wethouders zijn daarnaast tot het inzicht gekomen dat de standplaatsvergunning valt onder de werking van de Europese Dienstenrichtlijn. Dit betekent dat de procedure voor verlening waarborgen zou moeten bieden voor onpartijdigheid en transparantie. Van een transparante procedure is op dit moment geen sprake.

Er wordt daarom nieuw beleid ontwikkeld in de vorm van een Nadere regel standplaatsen om te voldoen aan de vereisten van de Europese Dienstenrichtlijn. Tot dit nieuwe beleid in werking treedt wordt met dit besluit de huidige situatie ‘bevroren’. Het doel hiervan is het voorkomen dat de strijdigheid met de Europese Dienstenrichtlijn verder wordt vergroot.

Artikel 2. Vergunningenstop standplaatsen

Eerste lid

Er worden geen nieuwe standplaatsvergunningen meer verleend. Eventuele nieuwe aanvragen worden aangehouden tot het moment dat de Nadere regel standplaatsen wordt vastgesteld. Eventueel al lopende aanvragen worden beoordeeld aan de hand van criteria die zijn opgenomen in de APV Ede 2019. Als er geen weigeringsgronden van toepassing zijn, dan worden deze vergunningen eenmalig verleend voor een periode van één jaar.

Tweede lid

Bestaande vergunningen waarvan de vergunningsduur binnen drie maanden eindigt, kunnen op aanvraag een verlenging krijgen met een periode van één jaar. Dit is bedoeld als tijdelijke maatregel in afwachting van overgangsrecht dat zal worden opgenomen in de Nadere regel standplaatsen.

Derde lid en vierde lid

Burgemeester en wethouders verlenen geen medewerking aan wijzigingen waardoor de omvang van de vergunning of de locatie wordt gewijzigd. Dit moet worden gezien tegen de achtergrond van het doel van dit besluit: het bevriezen van de bestaande situatie. Echter waar een bestaande standplaatslocatie niet langer beschikbaar is vanwege een wijziging in de fysieke leefomgeving kan wel een vervangende locatie worden aangewezen (wanneer deze beschikbaar is). Te denken valt hierbij aan evenementen, de bouw van gebouwen of aanleg van wegen.