Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent de kostenvergoeding bezwaarzaken belastingen en WOZ (Beleidsregel kostenvergoeding bezwaarfase belastingen en woz 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent de kostenvergoeding bezwaarzaken belastingen en WOZ (Beleidsregel kostenvergoeding bezwaarfase belastingen en woz 2021)

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 15 december 2020, zaaknummer 186720;

gelet op artikel 1:3 lid 4 en artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, lid 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht;

besluit vast te stellen de: Beleidsregels kostenvergoeding bezwaarzaken belastingen en woz 2021.

Artikel 1. Toepassing

Deze beleidsregel is van toepassing op kostenvergoeding in bezwaarprocedures aangaande besluiten genomen door de gemeenteambtenaar bedoeld in art. 231, lid 2, aanhef en onderdeel b, Gemeentewet (=de heffingsambtenaar).

Artikel 2. Voorwaarden proceskostenvergoeding

De voorwaarden welke zijn genoemd in het tweede lid van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht en in het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn onverminderd van toepassing.

Artikel 3. Wegingsfactor: andere besluiten dan waardebeschikkingen

  • 1. Het gewicht van de zaak wordt beoordeeld als gemiddeld;

  • 2. In afwijking op het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zeer licht in de volgende situaties: zaken met betrekking tot onroerende zaakbelastingen voor zover deze betrekking hebben op de tenaamstelling voor woningen, zaken met betrekking tot afvalstoffenheffing, hondenbelasting en rioolheffing en kennelijk gegronde bezwaren;

  • 3. In afwijking op het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als licht in de volgende situaties: zaken met betrekking tot onroerende zaakbelastingen voor zover deze betrekking hebben op de tenaamstelling voor niet-woningen en zaken, betrekking hebbend op parkeerbelastingen;

  • 4. In afwijking op het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zwaar in de volgende situaties: zaken die ingewikkeld of complex zijn, waarbij het beoordelen van externe rapporten, uitgezonderd taxatierapporten, noodzakelijk is om tot een goed oordeel te komen.

  • 5. In afwijking op het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zeer zwaar in de volgende situaties: zaken waarbij waarin evident en aantoonbaar sprake is van een zeer gecompliceerde en/of bewerkelijke zaak.

Artikel 4. Wegingsfactor: waardebeschikkingen

  • 1. Het gewicht van de zaak wordt beoordeeld als gemiddeld tenzij het belang of de gecompliceerdheid van het bezwaar aanleiding geven tot het bepalen van een afwijkende wegingsfactor.

  • 2. Het belang van een bezwaar geeft aanleiding tot het bepalen van de wegingsfactor op:

    • A.

      zeer licht wanneer een waarde met een percentage tot 5% wordt verlaagd;

    • B.

      licht wanneer een waarde met een percentage tussen de 5% en de 10% wordt verlaagd.

  • 3. De gecompliceerdheid van een bezwaar geeft aanleiding tot het bepalen van de wegingsfactor op:

    • A.

      zeer licht wanneer een waarde wordt verminderd vanwege:

      • 1.

        de onjuiste registratie van een bijgebouw;

      • 2.

        een kenbare schrijffout in de beschikking/belastingaanslag;

      • 3.

        recidive;

      • 4.

        een marginaal onderbouwd bezwaarschrift;

      • 5.

        een verwijzing naar een eigen gerechtelijke procedure;

      • 6.

        een verwijzing naar een eigen taxatierapport.

    • B.

      licht wanneer een waarde wordt verminderd vanwege:

      • 1.

        een onjuiste objectafbakening;

      • 2.

        een eigen transactie;

      • 3.

        een onjuist gestandaardiseerd voortgangspercentage bij een object in aanbouw;

      • 4.

        een buiten het bezwaarschrift gelegen grond.

  • 4. Bij het bepalen van de wegingsfactor weegt de gecompliceerdheid van het bezwaar zwaarder dan het belang.

Artikel 5. Vergoeding deskundige

In het kader van artikel 2, lid 1 onder b Besluit proceskosten bestuursrecht wordt voor het opstellen van een taxatierapport ten hoogste vergoed:

  • 1.

    voor woningen een tijdsbesteding van drie uren;

  • 2.

    voor niet-woningen een tijdsbesteding van zes uren;

  • 3.

    bij opname ter plaatse geldt een tijdsbesteding van een uur extra.

Artikel 6. Gemotiveerd afwijken

De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om, in afwijking van hetgeen gesteld is in artikel 3, 4 en 5, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen. Het afwijken van hetgeen gesteld is in artikel 3, 4 en 5 wordt in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd.

Artikel 7. Ontheffing

Geen vergoeding wordt toegekend indien het bezwaar kan worden aangemerkt als een verzoek om ontheffing.

Artikel 8. Betaling

Om voor vergoeding in aanmerking te komen moeten nota’s en betalingsbewijzen worden overlegd. De vergoeding wordt in eerste instantie verrekend met openstaande aanslagen, indien er geen openstand is, wordt de vergoeding aan belastingschuldige betaald.

Artikel 9. Gedeeltelijke tegemoetkoming

Bij een gedeeltelijke tegemoetkoming aan het bezwaar geldt een kostenvergoeding naar rato van de tegemoetkoming.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. De ‘Beleidsregel inzake kostenvergoeding bezwaarfase belastingzaken 2010’, van 31-08-2010, wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat hij van toepassing blijft op verzoeken om kostenvergoeding die ingediend zijn voor die datum.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als: “Beleidsregel kostenvergoeding bezwaarfase belastingen en woz 2021”.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2020, zaaknummer 186720.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

dr. ir. L.E. Meijer

de loco-burgemeester,

Toelichting

Algemeen:

De Algemene wet bestuursrecht geeft belanghebbenden de mogelijkheid onder voorwaarden hun kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand vergoed te krijgen. (art 7:15 lid 2.) De kosten worden alleen vergoed, als het bestreden besluit herroepen wordt. In belastingprocedures geldt een gegrondverklaring, ook bijvoorbeeld een verlaging van de Woz-waarde, als een herroeping van het bestreden besluit. Bij een ongegrondverklaring worden nooit kosten vergoed.

Bij het bepalen van de hoogte van de proceskostenvergoeding is het Besluit Proceskosten Bestuursrecht van toepassing. Deze beleidsregel is een uitwerking van dit besluit.

Gewicht:

Het gewicht van de zaak wordt tot uitdrukking gebracht in de wegingsfactor. Deze wegingsfactor dient in overeenstemming te zijn met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener. Daarnaast dient het belang van de zaak in de wegingsfactor tot uitdrukking te komen.

Voorwaarden:

Om voor vergoeding in aanmerking te komen tellen drie criteria:

  • -

    het besluit moet herroepen worden, omdat het oorspronkelijke besluit inhoudelijk onjuist was;

  • -

    de herroeping vindt plaats wegens onrechtmatigheid van het besluit;

  • -

    de onrechtmatigheid is aan het bestuursorgaan te wijten.

Artikel 3 en 4

Met deze onderverdeling wordt recht gedaan aan de inspanning die de rechtsbijstandverlener moet doen om een bezwaarschrift te kunnen indienen.

Artikel 5

Het aantal uren dat daadwerkelijk vergoed wordt en het uurtarief dat voor het taxatierapport vergoed wordt, zijn afhankelijk van de complexiteit van het object, de kwaliteit van het taxatierapport en de kwalificaties die nodig zijn om het rapport te kunnen opstellen. Uit jurisprudentie blijt dat een tarief van € 40,61 voor woningen en € 50,00 voor niet-woningen reëel is, omdat er geen sprake is van werkzaamheden van wetenschappelijke of bijzondere aard. Bij opname ter plaatse geldt een uur extra.

Artikel 6

Bezwaren kenmerken zich door een grote verscheidenheid, zowel in de gecompliceerdheid als in de bewerkelijkheid als in het belang voor belanghebbende. De waarde van het object of de waardewijziging als gevolg van het bezwaar zijn niet altijd een goede indicatie van deze factoren. Een taxateur of een andere medewerker van het team WOZ kan door zijn/haar ervaring wel gemotiveerd aan het hoofd van de afdeling Belastingen en Burgerzaken aangeven waarom er kan worden afgeweken van de standaardfactor. Hierbij valt, bijvoorbeeld, te denken aan massaal ingediende standaardbezwaren.

Artikel 8

Kosten hoeven alleen vergoed te worden als ze ook werkelijk gemaakt zijn.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2020, zaaknummer 186720.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

dr. ir. L.E. Meijer

de loco- burgemeester,