Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Ede houdende regels omtrent Covid-19 maatregelen ‘Beleidsregel coronamaatregelen Ede 2021’

Geldend van 04-02-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Ede houdende regels omtrent Covid-19 maatregelen ‘Beleidsregel coronamaatregelen Ede 2021’

De burgemeester van de gemeente Ede;

gelet op de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 en de daarbij behorende besluiten;

besluit vast te stellen de: Beleidsregel van de gemeente Ede houdende regels omtrent Covid-19 maatregelen ‘Beleidsregel coronamaatregelen Ede 2021’

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Reikwijdte

  • 1.

    Deze beleidsregel is van toepassing bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens Hoofdstuk Va Tijdelijke bepalingen bestrijding epidemie covid-19 van de Wet publieke gezondheid, ook bekend als de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.

  • 2.

    De burgemeester heeft ervoor gekozen om alleen voor in de hoofdstuk 2 genoemde overtredingen handhavingsbeleid op te stellen.

  • 3.

    Deze beleidsregel is gericht op de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet publieke gezondheid door de burgemeester. Deze ziet dus niet op de ontheffingsbevoegdheid, de handhavingsbevoegdheden van de minister en de strafrechtelijke handhaving.

Artikel 2 Algemene beginselen

De burgemeester toetst bij het opleggen van maatregelen op grond van deze beleidsregel of deze:

  • a.

    gelet op de ernst van de bedreiging van de volksgezondheid noodzakelijk zijn;

  • b.

    in overeenstemming zijn met de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat; en

  • c.

    gelet op het doel van bestrijding van de epidemie, of een directe dreiging daarvan, de uitoefening van grondrechten zo min mogelijk beperken en aan dat doel evenredig zijn.

Artikel 3 Prioriteitsbeleid

Bij beperkte capaciteit ligt de prioriteit bij het handhaven van de overtredingen die de grootste risico’s opleveren voor de volksgezondheid en de verdere verspreiding van de epidemie.

Hoofdstuk 2. Handhavingsstrategie

Artikel 4 Overtreding verbod niet openstellen publieke plaatsen

  • 1.

    Bij overtreding van artikel 58h, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid door openstelling van een plaats die in het geheel niet geopend mag zijn wordt gehandhaafd door toepassing van spoedeisende bestuursdwang gericht op onmiddellijke sluiting. Het besluit tot sluiting wordt zo spoedig mogelijk nadien bekendgemaakt conform artikel 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Vanwege de vereiste spoed wordt de overtreder niet in de gelegenheid gesteld eerst een zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 5 Overtreding voorwaarden openstelling publieke plaatsen

  • 1.

    Bij overtredingen van de voorwaarden voor het openstellen van publieke plaatsen als bedoeld in artikel 58h, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid wordt gehandhaafd op basis van de handhavingsmatrix die is opgenomen in figuur 1.

  • 2.

    Bij veel of ernstige overtredingen of indien de houding van de overtreder daartoe aanleiding geeft wordt gekozen voor het opleggen van een last onder bestuursdwang inhoudende sluiting van de publieke plaats. Daarnaast wordt gekozen voor een last onder bestuursdwang indien vanwege de financiële situatie van de overtreder een last onder dwangsom naar verwachting niet effectief zal zijn.

  • 3.

    Bij een geringer aantal overtredingen, minder ernstige overtredingen en een overtreder die bereid is om de regels na te leven wordt gekozen voor een last onder dwangsom.

  • 4.

    De overtreder ontvangt eerst een mondelinge waarschuwing gericht op beëindiging van de overtreding. Deze stap wordt overgeslagen als sprake is van bewust en structureel handelen (herhaalde overtreding of opzet) of als vanwege het aantal of de ernst van de overtredingen naar oordeel van de burgemeester sprake is van een te groot risico voor de volksgezondheid.

  • 5.

    Voordat een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang wordt opgelegd, wordt de overtreder eerst gedurende 48 uur in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze te geven. Deze stap kan worden overgeslagen als naar oordeel van de burgemeester sprake is van een te groot risico voor de volksgezondheid bij het voortduren van de overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

Artikel 6 Hoogte herstelsanctie overtreden voorwaarden openstelling publieke plaatsen

  • 1.

    De hoogte van de dwangsom bedoeld in artikel 5 bedraagt:

    • a.

      €1.000,- voor elke lichte overtreding;

    • b.

      €2.000,- voor elke middelzware overtreding;

    • c.

      €5.000,- voor elke zware overtreding;

  • met een maximum van €20.000,- voor alle overtredingen tezamen.

  • 2.

    De duur van de sluiting als bedoeld in artikel 5 bedraagt tenminste 3 werkdagen.

  • 3.

    De burgemeester kan de sluiting opheffen indien de overtreder een verbeterplan heeft opgesteld dat door hem is goedgekeurd en de daarin opgenomen verbetermaatregelen zijn uitgevoerd.

  • 4.

    Indien na het verbeuren van de volledige dwangsom of na het eindigen van de sluiting opnieuw sprake is van één of meer overtredingen dan kan de burgemeester een zwaardere herstelsanctie opleggen.

Artikel 7 Overtreding sluitingstijden

  • 1.

    Als een winkel geopend is op tijden dat deze gesloten moet zijn ontvangt de overtreder eerst een mondelinge waarschuwing en wordt deze in de gelegenheid gesteld de winkel alsnog onmiddellijk te sluiten.

  • 2.

    Als de overtreding na de mondelinge waarschuwing niet wordt beëindigd dan past de burgemeester spoedeisende bestuursdwang toe gericht op onmiddellijke sluiting. Het besluit tot sluiting wordt zo spoedig mogelijk nadien bekendgemaakt conform artikel 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Vanwege de vereiste spoed wordt de overtreder niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen.

  • 3.

    Bij herhaalde overtreding van de sluitingstijden kan de burgemeester een last onder dwangsom opleggen. Voordat de last wordt opgelegd wordt de overtreder eerst gedurende 48 uur in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen. De hoogte van de dwangsom bedraagt dan €2.000,-, met een maximum van €20.000,-.

Artikel 8 Verkoop alcoholhoudende drank na 20.00 uur

  • 1.

    In afwijking van artikel 3 wordt een overtreding van artikel 58h, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid in de vorm van verkoop alcoholhoudende drank tussen 20.00 en 06.00 uur als volgt gehandhaafd:

    • a.

      het geven van een mondelinge waarschuwing;

    • b.

      het opleggen van een last onder dwangsom van € 2.000 per overtreding met een maximum van € 20.000;

    • c.

      het opleggen van een last onder dwangsom van € 5.000 per overtreding met een maximum van € 40.000;

  • 2.

    Voordat de last wordt opgelegd wordt de overtreder eerst gedurende 48 uur in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze te geven.

Artikel 9 Zorgplicht publieke plaats en besloten plaats indien het geen ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend

  • 1.

    Bij overtreding van de zorgplicht uit de artikelen 58k, eerste lid, of 58l, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid wordt achtereenvolgens gehandhaafd door:

    • a.

      het geven van een mondelinge waarschuwing;

    • b.

      het geven van een schriftelijke aanwijzing of bevel;

    • c.

      het opleggen van een last onder dwangsom, waarvan de hoogte wordt bepaald met inachtneming van artikel 5;

  • 2.

    Voordat een schriftelijke aanwijzing of last onder dwangsom wordt gegeven wordt de overtreder eerst gedurende 48 uur in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze kenbaar te maken over het voorgenomen besluit.

Artikel 10 Preventie verboden evenement

  • 1.

    Bij klaarblijkelijke dreiging van overtreding van het verbod op het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 58i van de Wet publieke gezondheid wordt aan de overtreder preventief een last onder dwangsom opgelegd.

  • 2.

    De burgemeester stemt de hoogte van de dwangsom af op de omstandigheden van het geval. Hierbij houdt hij rekening met het verwachte bezoekersaantal, of sprake is van een min of meer professionele organisatie, de algehele houding van de organisator ten opzichte van de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet publieke gezondheid en de mate waarin de overtreder meewerkt om te voorkomen dat het evenement alsnog plaatsvindt.

  • 3.

    Vanwege de vereiste spoed wordt de overtreder niet in de gelegenheid gesteld eerst een zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 11 Overtreding verbod organiseren evenement

  • 1.

    Bij overtreding van het verbod op het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 58i van de Wet publieke gezondheid past de burgemeester zo nodig spoedeisende bestuursdwang toe gericht op onmiddellijke beëindiging van het evenement. Aan de overtreder wordt vervolgens een last onder dwangsom opgelegd gericht op het voorkomen van herhaling.

  • 2.

    De aanwezigen bij een verboden evenement krijgen een mondelinge waarschuwing en hen wordt verzocht zich te verwijderen. Als zij hieraan geen gevolg geven kan de burgemeester hen bevel geven om zich onmiddellijk te verwijderen.

  • 3.

    De hoogte van de dwangsom bedraagt:

    • a.

      € 5.000 per overtreding met een maximum van €20.000 indien het een evenement betreft dat werd bijgewoond door maximaal 30 personen; of

    • b.

      € 10.000 per overtreding met een maximum van €40.000, indien het een evenement betreft dat werd bijgewoond door meer dan 30 personen.

  • 4.

    Voordat een last onder dwangsom wordt opgelegd wordt de overtreder eerst gedurende 48 uur in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze kenbaar te maken over het voorgenomen besluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 12 Afwijking van beleid

  • 1.

    Indien de aard en de ernst van de overtreding of de houding van de overtreder daartoe aanleiding geeft kan de burgemeester zwaardere herstelsancties opleggen dan in deze beleidsregel wordt voorzien en/of gebruik maken van zijn bevoegdheid om een bevel te geven om naleving van de geldende regelgeving te bewerkstelligen.

  • 2.

    De burgemeester kan een zwaardere herstelsanctie opleggen dan in deze beleidsregel wordt voorzien of afzien van het eerst geven van een mondelinge waarschuwing indien de overtreder eerder de geldende maatregelen op grond van de noodverordeningen van de voorzitter van de veiligheidsregio heeft overtreden.

  • 3.

    Indien de aard of ernst van de overtreding of bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de burgemeester ten gunste van de overtreder afwijken van deze beleidsregel.

Artikel 13 Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel coronamaatregelen Ede 2021.

Ondertekening

Vastgesteld op 2 februari 2021, nummer 2020040178022.

Burgemeester van Ede,

mr. L.J. Verhulst

Toelichting

Algemeen

Deze beleidsregel is van toepassing bij overtreding van de voorschriften die zijn gesteld in Hoofdstuk Va Tijdelijke bepalingen bestrijding epidemie covid-19 van de Wet publieke gezondheid en de daarbij behorende besluiten. Dit betreft het Tijdelijk besluit veilige afstand en de ministeriële regeling. Tezamen staat dit pakket bekend als de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. De maatregelen hebben bestrijding van de epidemie covid-19 tot doel.

Om ervoor te zorgen dat de maatregelen uit de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 het beoogde effect hebben is strikte naleving een vereiste. Dat geldt te meer nu bij de zogenaamde ‘Britse variant’ van het covid-19 virus sprake is van een toenemende trend van het aantal gevallen.

Het handhavingskader is in lijn met de afspraken op landelijke niveau voor de handhaving van corona maatregelen. Het is de gezamenlijke wens van het Veiligheidsberaad, Openbaar Ministerie, politie en het kabinet om als één overheid op te treden.

Artikel 1 Reikwijdte

In dit artikel is de reikwijdte van deze beleidsregel bepaald. Vooralsnog heeft de burgemeester ervoor gekozen om alleen voor bepaalde overtredingen handhavingsbeleid vast te stellen. Voor andere overtredingen - die zich minder vaak voordoen - wordt per individueel geval een passende handhavingsstrategie gekozen. Bij overtredingen die worden gepleegd door inwoners (niet zijnde ondernemingen) ligt de nadruk op de strafrechtelijke handhaving door middel van boetes. Het betreft dan bijvoorbeeld het verbod op groepsvorming of het niet handhaven anderhalve meter afstand. Alleen bij excessen zoals illegale coronafeestjes komt bestuursrechtelijk optreden in beeld.

Artikel 2 Algemeen beginselen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 58b van de Wet publieke gezondheid. Deze beleidsregel heeft tot doel om een uniform kader te bieden voor de handhaving van de Covid-19 maatregelen. Tegelijkertijd wordt per individuele situatie getoetst aan deze beginselen.

Artikel 3 Prioriteitsbeleid

Handhavingscapaciteit is per definitie beperkt. Het is onmogelijk om continu binnen de hele gemeente Ede te controleren of de maatregelen worden nageleefd. Daarom ligt de prioriteit bij het handhaven van overtredingen die het grootste risico opleveren.

Artikel 4 Overtreding verbod niet openstellen publieke plaatsen

Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat bepaalde publieke plaatsen in het geheel niet geopend mogen zijn voor publiek. Ten tijde van het vaststellen van deze beleidsregel geldt dit verbod voor de horeca (uitgezonderd de mogelijkheid om eten en drinken af te halen) en voor de meeste winkels. Het sluiten van deze gelegenheden is een noodzakelijke stap in het terugdringen van de epidemie. Het dreigingsniveau is groot: zonder maatregelen komt de reguliere zorg nog verder in gevaar. Vanwege deze grote belangen wordt ingezet op een strakke handhaving waarbij zaken die in het geheel niet open mogen zijn onmiddellijk worden gesloten door inzet van spoedeisende bestuursdwang. Deze sluiting heeft als doel om de overtreding te beëindigen.

Daarnaast kan de burgemeester ook maatregelen treffen om herhaling van de overtreding te voorkomen. Hiervoor zijn uiteenlopende maatregelen mogelijk. Denkbaar is bijvoorbeeld het verzegelen van een gebouw, het afzetten van een ruimte of het opleggen van een last onder dwangsom. Vanwege deze verscheidenheid aan mogelijkheden is hiervoor geen beleid opgenomen in deze beleidsregel.

Artikel 5 Overtreding voorwaarden openstelling publieke plaatsen

Bij ministeriële regeling kunnen voorwaarden worden gesteld aan het openen van publieke plaatsen. Op het moment van vaststelling van deze beleidsregel gaat het om een breed palet aan maatregelen. Enkele voorbeelden: placering (het gebruikmaken van een toegewezen zitplaats), scheiding van publieksstromen, hygiënemaatregelen (bijvoorbeeld het plaatsen van zeep- of desinfectiepompjes en het plaatsen van kuchschermen), beperking van de sluitingstijden of het verplicht gebruik van een reserveringssysteem.

Vanwege de grote verscheidenheid aan regels zijn overtredingen van zeer uiteenlopende ernst en omvang mogelijk. Ook zien we bij de naleving van de Covid-19 maatregelen grote verschillen in de houding van de overtreder. Veel overtredingen komen voort uit onwetendheid of onverschilligheid. Daar past in de regel eerst een mondelinge waarschuwing door de toezichthoudend ambtenaar. Maar er zijn ook gevallen waar sprake is van calculerend of zelfs opzettelijk gedrag. Hierbij wordt gedoeld op voorwaardelijk opzet: bewust accepteren van een aanmerkelijke kans dat sprake is van een overtreding. Bij deze grote verscheidenheid aan maatregelen past bestuurlijke afwegingsruimte om een passende handhavingsstrategie te kiezen. Dit is tot uitdrukking gebracht in de matrix die is opgenomen in de beleidsregel.

Artikel 6 Hoogte herstelsanctie overtreden voorwaarden openstelling publieke plaatsen

Vanwege de verscheidenheid van het aantal maatregelen dat is opgenomen in de ministeriële regeling is ervoor gekozen om onderscheid te maken in drie categorieën overtredingen met elk een eigen hoogte. Hieronder volgen enkele voorbeelden per categorie:

  • Lichte overtreding: één of enkele bezoekers die kortdurend geen gebruik maken van hun aangewezen zitplaats, desinfectiemiddelen die niet tijdig zijn bijgevuld, geen geldige reservering vooraf waarbij de aantallen bezoekersaantallen op zich niet worden overschreden.

  • Middelzware overtreding: niet treffen van hygiënemaatregelen of geen scheiding van bezoekersstromen.

  • Zware overtreding: ontbreken van een reserveringssysteem, overschrijding maximum aantal bezoekers, niet uitvoeren van een gezondheidscheck.

Een overtreding van de Covid-19 maatregelen kan in de regel zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden gehandhaafd. De burgemeester heeft hiermee rekening gehouden bij het bepalen van de hoogte van de herstelsancties die zijn opgenomen in dit handhavingsbeleid. De gekozen sancties acht hij proportioneel gezien de ernst van de epidemie en de gevolgen die dit heeft op de volksgezondheid in brede zin. Enerzijds is het van belang dat de (reguliere) ziekenhuiszorg zoveel beschikbaar blijft voor kwetsbaren die dat nodig hebben. Anderzijds is het van belang om deze epidemie zo snel onder controle te krijgen vanwege de sociale en maatschappelijke impact die de lockdown heeft voor inwoners en ondernemers.

Zoals in artikel 5 beschreven kan onder omstandigheden worden gekozen voor een last onder bestuursdwang inhoudende een tijdelijke sluiting in plaats van een dwangsom. Dit is bedoeld voor ernstiger situaties (gezien aard en omvang van de overtredingen), bij overtreders die niet bereid zijn om de maatregelen na te leven of wanneer verwacht wordt dat gezien de financiële situatie van de overtreder een last onder dwangsom niet effectief zal zijn. De burgemeester vindt het belangrijk - gezien de ernst van de epidemie - om een duidelijk signaal te kunnen afgeven naar de samenleving dat wordt opgetreden tegen ernstige en/of bewuste schendingen van de Covid-19 maatregelen. Hiervoor is een zichtbare maatregelen in de vorm van een sluiting noodzakelijk. Dat draagt bij aan de bereidheid van inwoners en ondernemers om zich ook zelf te houden aan de maatregelen. Ter vergelijking wordt verwezen naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1147.

De sluiting is niet bedoeld als straf. Voorwaarde voor openstelling is een door de overtreder opgesteld passend verbeterplan . Waar redelijkerwijs mogelijk wordt het verbeterplan uitgevoerd voordat het gebouw wordt heropend om zo de risico’s op verspreiding van de epidemie te beperken.

Artikel 7 Overtreding sluitingstijden

Bij het niet naleven van de sluitingstijden is de handhavingsstrategie allereerst gericht op het alsnog laten sluiten van de winkel door de winkelier zelf. De toezichthoudend ambtenaar geeft hiervoor een mondelinge waarschuwing aan de winkelier. Neemt deze niet direct passende maatregelen om een snelle sluiting te bewerkstelligen dan kan de winkel alsnog worden gesloten met toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Bij herhaalde overtreding kan de burgemeester besluiten een last onder dwangsom op te leggen.

Het beleid in dit artikel is gericht op alle mogelijke overtredingen van sluitingstijden die volgen uit de Tijdelijke regeling maatregelen Covid 19. Op het moment van vaststellen van dit beleid bevat dit twee onderdelen:

a. een gebod om een winkel tussen 20.00 uur en 06.00 uur te sluiten (met uitzondering van de in de ministeriële regeling bepaalde gevallen);

b. een gebod om een winkel in de levensmiddelenbranche tussen 20.45 en 06.00 zolang landelijk een avondklok geldt.

Bewust is in het artikel gekozen voor overtreding van de sluitingstijden. Zo blijft het opgenomen handhavingsbeleid ook van toepassing wanneer de sluitingstijden wijzigen (bijvoorbeeld na opheffing van de avondklok).

Artikel 8 Verkoop alcoholhoudende drank na 20.00 uur

Gedurende de epidemie is er landelijk meermaals sprake geweest van illegale corona feestjes waarvoor personen in de avonduren alcoholhoudende drank kochten. Om dit tegen te gaan is een verkoopverbod voor alcoholhoudende drank vastgesteld tussen 20.00 en 06.00 uur in de ministeriële regeling. Indien deze overtreding wordt geconstateerd wordt eerst een mondelinge waarschuwing gegeven door de toezichthoudend ambtenaar. Dit heeft tot doel om ervoor te zorgen dat passende maatregelen worden genomen om herhaling van de overtreding te voorkomen. Constateert de toezichthouder daarna nogmaals een overtreding dan wordt een last onder dwangsom opgelegd. De hoogte van de dwangsom is afgestemd op de mogelijke omzet uit verkoop van alcoholhoudende drank en de ernst van de overtreding (mogelijke gevolgen voor de verspreiding van het Covid-19 virus). Een te lage dwangsom is immers niet effectief.

Artikel 9 Zorgplicht publieke plaats en besloten plaats indien het geen ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend

In de memorie van toelichting is uiteengezet dat de zorgplicht voor publieke plaatsen veelal via zelfregulering zal plaatsvinden. Veel branches hebben daartoe reeds protocollen ontwikkeld of werken aan protocollen. Degene die het voor het zeggen heeft, kan voor zichzelf invulling geven aan de zorgplicht, en daarnaast kan de wijze waarop aan deze zorgplicht wordt voldaan, worden uitgewerkt in protocollen die door of namens een sector of brancheorganisatie zijn opgesteld. Hoewel dergelijke protocollen geen juridische status hebben in de normstelling en de handhaving door de overheid, kunnen ze nuttig zijn voor de invulling van de zorgplichten.

Op publieke plaatsen kan de burgemeester de zorgplicht nader invullen door het geven van aanwijzingen, indien hij van oordeel is dat op de publieke plaats aanwezige personen de geldende regels niet in acht kunnen nemen. Hierbij kan hij rekening houden met de inhoud van een protocol: de naleving van de protocollen is als zodanig geen taak voor de burgemeester. Toepassing van de bevelsbevoegdheid is aangewezen in spoedeisende situaties.

In de memorie van toelichting wordt verder uiteengezet dat de aanwijzing en het schriftelijke bevel een beschikking zijn in de zin van artikel 1:3, tweede lid, Awb en daarmee een appellabel besluit. De overtreding van de aanwijzing is te handhaven met een last onder bestuursdwang of in plaats daarvan een last onder dwangsom (artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:32 Awb). Overtreding van de aanwijzing wordt eveneens strafbaar gesteld in het voorgestelde artikel 68bis Wpg. Opzettelijke overtreding van een bevel is strafbaar op grond van artikel 184 Sr (Kamerstukken II 2019-2020, 35 526, nr. 3, p. 87-89).

Artikel 10 Preventie verboden evenement

Een herstelsanctie kan volgens artikel 5:7 Awb worden opgelegd zodra het gevaar voor overtreding klaarblijkelijk dreigt. Bij een verboden evenement kan de burgemeester hier bijvoorbeeld van op de hoogte raken doordat op sociale media reclame wordt gemaakt. In dat geval wordt gekozen voor het opleggen van een preventieve last onder dwangsom met als doel het verhinderen dat het evenement plaatsvindt.

Artikel 11 Overtreding verbod organiseren evenement

Dit artikel is bedoeld voor de situatie dat een evenement plaatsvindt of al heeft plaatsgevonden. Op het moment dat het evenement plaatsvindt is handhaving allereerst gericht op beëindiging. Aanwezigen worden gewaarschuwd dat zij in overtreding zijn en verzocht om zich zo spoedig mogelijk te verwijderen. Dit staat los van mogelijke strafrechtelijke handhaving door het opleggen van een boete. Gaan de aanwezigen niet vrijwillig uit elkaar dan kan de burgemeester hen een bevel geven om zich te verwijderen. Opzettelijke overtreding van een bevel is strafbaar op grond van artikel 184 Sr.

De burgemeester past daarnaast zo nodig spoedeisende bestuursdwang toe. Dit kan bijvoorbeeld de vorm hebben van het afzetten van een terrein, het sluiten van een gebouw (niet zijnde een woning) of het in beslag nemen van een geluidsinstallatie. De onmiddellijke handhaving van de openbare orde valt niet onder de toepassing van bestuursdwang (artikel 5:23 van de Awb). Bij de onmiddellijke handhaving van de openbare orde kan worden gedacht aan het verwijderen en verwijderd houden van personen die een illegaal evenement bezoeken. Kosten die verband houden met de onmiddellijke handhaving van de openbare orde kunnen niet worden verhaald op de overtreder.

Nadat het evenement is beëindigd legt de burgemeester vervolgens aan de overtreder - indien deze bekend is - een last onder dwangsom op gericht op het voorkomen van herhaling van de overtreding.

Artikel 12 Afwijking van beleid

In bijzondere gevallen is het mogelijk om zowel ten voor- als ten nadele van de overtreder af te wijken van deze beleidsregel. In dit kader wordt de handhavingsstrategie die is beschreven in deze beleidsregel in individuele gevallen steeds getoetst aan de beginselen die zijn opgenomen in artikel 58b van de Wet publieke gezondheid. Hierbij wordt zowel rekening gehouden met de ernst van de overtreding als de houding van de overtreder. Van zorgplichtigen wordt verwacht dat zij hun verantwoordelijkheid nemen wanneer zij zien dat publiek zich niet aan de maatregelen houdt en dat zij daartegen optreden. Bij onmacht kan een beroep gedaan worden op de hulpdiensten.

In spoedeisende situaties / bij excessen kan gebruik worden gemaakt van de bevelsbevoegdheden. Het gaan om bevelen bij een publieke plaats als bedoeld in artikel 174 lid 2 Gemeentewet, bij een openbare plaats als bedoeld in artikel 58m Wet publieke gezondheid en bij een besloten plaats als bedoeld in art. 58n Wet publieke gezondheid.

Indien een overtreder eerder de noodverordeningen van de voorzitter van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden heeft overtreden wordt dit als verzwarende omstandigheid aangemerkt. Het gaat om de noodverordeningen met voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/ Covid-19 die in 2020 golden. Hiervoor geldt geen overgangsrecht. Wel kan de burgemeester het eerdere gedrag van de overtreder meewegen om te bepalen of een zwaardere herstelsanctie of het overslaan van het geven van een waarschuwing gerechtvaardigd is.