Verordening Langdurigheidstoeslag 2012

Geldend van 26-05-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag 2012

De raad van de gemeente Eemnes;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart 2012;

 

gelet op artikel 8 lid 1 onder d WWB

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1 Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. De wet: de Wet werk en bijstand

    b. Referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

    c. Peildatum: de datum waartegen Langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd.

    d. Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op Langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.

    e. Gezinsnorm: de norm van artikel 21 van de wet.

    f. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

    g. WSF 2000: Wet Studiefinanciering

    h. Rechthebbende: een alleenstaande, alleenstaande ouder of gezinslid met recht op langdurigheidstoeslag;

    i. Niet-rechthebbende: een alleenstaande, alleenstaande ouder of gezinslid dat op grond van de artikelen 11 of 13 lid 1 van de wet is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag.

Artikel 2 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2 Recht op Langdurigheidstoeslag

Artikel 3 Langdurig, laag inkomen

  • 1 Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig en laag inkomen is voldaan als gedurende referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 100 procent van de bijstandsnorm.

  • 2 Niet voor de Langdurigheidstoeslag in aanmerking komt de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

  • 3 Niet voor de Langdurigheidstoeslag in aanmerking komt de belanghebbende, van wie het perspectief op inkomensverbetering is verminderd tengevolge van enige schending van de arbeids-en re-integratieverplichtingen.

Artikel 4 Hoogte van de Langdurigheidstoeslag

  • 1 De Langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    a. voor een gezin € 515,00,

    b. voor een alleenstaande ouder € 468,00 en

    c. voor een alleenstaande € 366,00.

  • 2 Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op Langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet en:

    a. Nog slechts één gezinslid recht heeft op langdurigheidstoeslag, komt dit gezinslid in aanmerking voor een Langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

    b. Twee of meer gezinsleden overblijven die als gezin recht hebben op langdurigheidstoeslag, wordt voor de toepassing van het eerste lid uitsluitend rekening gehouden met deze rechthebbende gezinsleden.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 4 De in het eerste lid genoemde bedragen worden met ingang van 1 januari  2013 jaarlijks aangepast met het indexeringspercentage voor alimentaties, en afgerond op hele euro’s.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 april 2012
De voorzitter,                                  De griffier,