Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012

De raad van de gemeente Eemnes;

 

gelezen het voorstel van het College d.d. 13 november 2012;

 

gelet op de artikelen in de Gemeentewet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT:

 

De “Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013” (Verordening Hondenbelasting 2013) vast te stellen.

 

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'Hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

 

2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

 

3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

b. die door de 'Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

f. die door ambtenaren van politie worden gehouden ter verrichting van opsporingsdiensten; de zgn. politiehonden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

1. De belasting bedraagt per belastingjaar voor elke hond € 81,36.

 

2. In afwijking in zoverre van lid 1 bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 240,60 per kennel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

 

2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

 

2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

 

3. In afwijking van het tweede lid geldt, indien de belastingschuld in de loop van het kalenderjaar ontstaat en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat het aantal termijnen over dezelfde periode als bedoeld in het tweede lid, evenredig wordt verminderd.

4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Gecontinueerde belastingplicht

Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belasting¬jaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij blijkt dat de belastingplicht met betrekking tot dat aantal vóór de aanvang van het belastingjaar is geëindigd of gewijzigd.

Artikel 11 Uitreiking van een penning

Voor elke hond waarvoor aangifte is gedaan wordt kosteloos een penning uitgereikt, welke dient te worden ingeleverd bij beëindiging van de belastingplicht.

Indien bij beëindiging van de belastingplicht de penning niet wordt ingeleverd, moet       € 15,00 administratiekosten worden betaald.

Het model van de penning wordt door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar vastgesteld.

 

Indien de uitgereikte penning verloren is geraakt, wordt op aanvrage van de belastingplichtige, bij de in dit lid aangehaalde gemeenteambtenaar, tegen betaling van € 15,00 een nieuwe uitgereikt.

Artikel 12 Dragen van de penning

De belastingplichtige is verplicht er voor te zorgen, dat de in artikel 11 van deze verordening bedoelde penning door de hond, wanneer deze zich op de openbare weg bevindt, duidelijk zichtbaar aan de hals wordt gedragen.

Het is verboden de penning aan anderen af te geven of in gebruik te geven of te doen dragen door een hond, waarvoor geen aangifte is gedaan.

Op vordering van de daartoe bevoegde ambtenaren is de geleider van een hond verplicht bedoelde ambtenaren gelegenheid te geven tot controle.

Overtreding of niet-nakoming van het bepaalde in dit artikel, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

 

Artikel 13 Nadere regels door het College

Het College kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeeritel

1. De “Verordening Hondenbelasting 2012” van 19 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

 

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

 

4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Hondenbelasting 2013”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2012.

 

J.A. de Bruijn                              R. van Benthem RA    

griffier                                           voorzitter