Standplaatsenbeleid 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Standplaatsenbeleid 2012

Het college van de gemeente Eemnes heeft het Standplaatsenbeleid 2012 vastgesteld.

Deel 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2009 is het standplaatsenbeleid geactualiseerd. Dit was nodig vanwege de ontwikkeling van het Dorpshart. Er moest een nieuwe regeling komen omdat de bouw van het nieuwe winkelcentrum consequenties zou hebben voor de locaties van standplaatsen en het aantal standplaatsen . Door de vertraging van het bestemmingsplan Dorpshart, heeft een volledige implementatie van het standplaatsenbeleid 2009 niet plaatsgevonden. Nu het nieuwe Dorpshart is gerealiseerd, is het wenselijk om het beleid van 2009 te toetsen aan de huidige situatie.

Dit beleid heeft geen betrekking op standplaatsen voor:

• Ideële doeleinden;

• Typische seizoensproducten, zoals ijs, oliebollen en kerstbomen;

• Incidentele verkoop;

• Braderieën;

• De weekmarkt;

• Niet-verplaatsbare (seizoensgebonden) opstelling op het Oude Haven terrein (dit is geregeld in de privaatrechtelijke gebruiksregeling oude haventerrein 2001)

1.2 Doelstelling

Het doel van het beleid is het aantal standplaatsen vast te stellen en de locaties waar de standplaatsen komen, zodat ordening aangebracht kan worden in het verlenen van vergunningen voor standplaatsen. Met het beleid kan invulling worden gegeven aan de weigeringsgronden die zijn opgenomen in de artikelen 1.18 en 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening Eemnes 2010 (hierna te noemen Apv). Hiermee wordt zowel rechtszekerheid geboden aan de vergunningaanvrager als houvast geboden bij de beoordeling van de vergunningaanvraag en eventuele handhaving.

Ook moet het maximum aantal vergunningen die kunnen worden afgegeven worden vastgesteld. Aan de hand van motieven, verwoord in de weigeringsgronden, kan worden bepaald op welke plaats(en) in de gemeente een standplaats kan worden ingenomen. Hieruit resulteert een totaalbeeld van waaruit is aan te geven wat het maximum aantal af te geven standplaatsen is. Vervolgens kan het maximum aantal vergunningen worden verfijnd door een brancheverdeling.

Het conceptbeleid heeft van 27 juli 2012 voor 6 weken voor inspraak ter inzage gelegen. Er zijn 4 reacties ingediend. Mede met in achtneming van deze reacties is het beleid op 4 december 2012 door B&W vastgesteld.

1.3 Huidige situatie

Er zijn op dit moment 4 locaties waar standplaats kan worden ingenomen:

- Torenzicht (1);

- Eemhof (2);

- Braadkamp (1) en

- Oude Haven (1).

Op Torenzicht wordt op dit moment standplaats ingenomen door een brood & koek-kraam op de maandagochtend. Dinsdag, woensdag en donderdag door verschillende viskramen. En ten slotte vrijdag door een loempiakraam. Op de Braadkamp wordt zaterdagmiddag een standplaats ingenomen door een viskraam. Bij de Eemhof en Oude Haven worden geen standplaatsen ingenomen.

De huidige standplaatshouders zijn vanaf 2008 bij elke verlenging van hun standplaatsvergunning op de hoogte gesteld dat er wijzigingen op handen zijn vanwege het nieuwe Dorpshart.

Deel 2 Juridisch kader

Definitie standplaats

Onder standplaats (artikel 5.17 lid 1 van de Apv) wordt verstaan: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. In lid 2 van dit artikel worden vaste plaatsen op een (jaar)markt of evenement uitgezonderd. Deze beleidsnota is niet van toepassing op standplaatsen die in het kader van een (jaar)markt of evenement worden ingenomen.

Weigeringsgronden

De vergunningsplicht voor standplaatsen is opgenomen in artikel 5.8 lid 1 Apv. De weigeringsgronden voor de standplaatsvergunning zijn opgenomen in lid 2 en 3 van dit artikel.

Een vergunning kan worden geweigerd:

• Wegens strijd met een geldend bestemmingsplan;

• indien de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

• wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is, dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Daarnaast zijn de algemene weigeringsgronden voor vergunningen opgenomen in artikel 1.8 Apv van belang. De standplaatsvergunning kan eveneens worden geweigerd in het belang van:

• de openbare orde;

• de openbare veiligheid;

• de volksgezondheid;

• de bescherming van het milieu.

Het beleid moet altijd kunnen worden herleid tot een of meer van de weigeringsgronden genoemd in de Apv.

Intrekking of wijziging

Intrekking of wijziging van de standplaatsvergunning is mogelijk op grond van artikel 1.6 Apv. De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:

• Indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

• indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

• indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

• indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn, dan wel bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

• indien de houder dit verzoekt.

Weigeringsgrond ter bescherming van een redelijk verzorgingsniveau

Uit uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt, tenzij het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Dit laatste zal dan wel moeten worden aangetoond, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding van een plaatselijke winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt als vanaf een standplaats dezelfde goederen aangeboden worden.

Wanneer een gemeentebestuur de indruk heeft dat gevestigde ondernemers door een standplaats in hun bestaan bedreigd zullen worden, kan het bestuur besluiten een standplaats te weigeren.

Dit dient dan wel op basis van een distributieplanologisch onderzoek (DPO) te gebeuren. In een DPO wordt aan de hand van uit onderzoek verkregen gegevens aangegeven wat de minimale voorzieningen moeten zijn in de gemeente of in een bepaalde wijk van de gemeente.

Hierbij wordt opgemerkt dat nieuwe winkeliers gedurende een aanloopperiode beschermd mogen worden in het belang van het opzetten van voldoende voorzieningenniveau voor de consument .

Het is dus mogelijk een vergunning de eerste jaren te weigeren in de situatie dat winkeliers naar een nieuw opgezet winkelcentrum verhuizen.

Brancheverdeling

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat het in het belang van de openbare orde kan zijn om het aantal te verlenen vergunningen aan een maximum te binden. Het aantal te verlenen vergunningen kan worden beperkt tot een van te voren vastgesteld maximum als de openbare orde in gevaar wordt gebracht. Wel dient te worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat van zo’n gevaar in concreto daadwerkelijk sprake is. Het gemeentebestuur heeft derhalve de mogelijkheid om het aantal uit te geven standplaatsvergunningen gemotiveerd te limiteren.

Vervolgens kan het maximum aantal vergunningen worden verfijnd door een verdeling naar branche. Het waarborgen van de diversiteit kan bijdragen aan de attractiviteit van de desbetreffende winkelcentra en kan derhalve in het belang zijn van de consument en ondernemers ter plaatse. Per branche kan dan een maximumaantal af te geven vergunningen worden bepaald. Hierbij geldt, gelet op jurisprudentie, dan wel de eis dat deze brancheverdeling alleen toelaatbaar wordt geacht wanneer het aantal aanvragen per branche het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft. Is dat niet het geval, dan wordt er geen noodzaak aanwezig geacht tot handhaving van dit stelsel.

Persoonsgebonden

Artikel 1.5 van de Apv bepaalt dat de vergunning of ontheffing persoonsgebonden is, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. Dit houdt in dat de standplaatsvergunning niet overdraagbaar is en de standplaats persoonlijk moet worden ingenomen.

De relevante teksten uit de APV, overige relevante regelingen en wetten en jurisprudentie staan in bijlage 1.

Deel 3 Analyse en argumenten

3.1 Vervallen standplaats oude haven?

In 2001 is het oude haventerrein toegevoegd als locatie om standplaats in te nemen voor maximaal 2 dagdelen. Deze locatie is in vergelijking met de andere locaties beperkter beschikbaar. Dit komt omdat het terrein ook als evenemententerrein is aangewezen. Het kan dus voorkomen dat als er een evenement is de standplaats op een bepaalde dag niet kan worden ingenomen en gezocht moet worden naar een andere oplossing. Aangezien de locatie zich aan de rand van Eemnes bevindt, het feit dat er niet eerder een aanvraag is ingediend om op deze locatie standplaats in te nemen en in verband met een eventueel evenement er naar een andere oplossing gezocht moet worden, kan overwogen worden om deze locatie te laten vervallen. Hier is echter geen noodzaak toe. Voorgesteld wordt dan ook, om deze locatie (als reserve-locatie) te handhaven.

3.2 Torenzicht en Eemhof

In 2005 was sprake dat de winkelcentra aan de Torenzicht en Eemhof geheel zouden verdwijnen. Daarom is een uitsterfbeleid gehanteerd voor de locaties en zijn er geen nieuwe vergunningen meer afgegeven.

De huidige situatie op Torenzicht is als volgt:

Het winkelcentrum Torenzicht verdwijnt grotendeels. Alleen de Boni blijft achter. De standplaatslocatie hoeft daarom niet noodzakelijkerwijs per direct opgeheven te worden. Er worden momenteel de volgende standplaatsen ingenomen:

Maandagochtend: Brood en Banket (Ten Hoven)

Dinsdag: Vis (Bos)

Woensdag: Vis (Alie’s Vishandel)

Donderdag: Vis (Alie’s vishandel)

Vrijdag: Loempia’s (Nguyen)

Voorlopig en voor zover de inrichting van Torenzicht dit toelaat zal de standplaats aldaar worden gehandhaafd.

De huidige situatie op de Eemhof is als volgt:

Op dit moment wordt er geen standplaats ingenomen op de Eemhof. De kans dat de winkelbestemming wordt opgeheven is erg groot. De standplaats komt daarom te vervallen. Als de detailhandelbestemming niet komt te vervallen, kan dit besluit worden heroverwogen.

3.3 Toevoegen extra locatie Dorpshart - Braadkamp

De Braadkamp is nu een aangewezen standplaatslocatie (zie bijlage 2). In 2009 is besloten hier één nieuwe standplaats aan toe te voegen en derhalve 2 plaatsen toe te staan. Afgevraagd kan worden, of dit besluit heroverwogen dient te worden. De standplaats bij Torenzicht komt immers niet te vervallen. Aan de andere kant betekent een extra standplaats ook meer “leven” in het Dorpshart en het aantrekken van klanten voor de winkeliers. Besloten wordt om het eerdere besluit te respecteren en 2 standplaatsen in het Dorpshart toe te staan.

Bij het creëren van de nieuwe standplaats in het Dorpshart is onderzocht waar deze het beste te situeren is. Hievoor zijn een aantal opties. Het betreft:

• Optie 1: locatie in de hoek van het parkeerterrein

Om hier een standplaats te realiseren moeten er extra voorzieningen worden aangebracht (kosten ca. € 5.000,-). Deze locatie ligt echter zeer decentraal en is bij het winkelend publiek niet goed zichtbaar is. Voor de omwonenden levert deze locatie geen overlast op.

• Optie 2: locatie achter het winkelcentrum

Deze locatie bevindt zich recht achter de Minnehof waardoor er geen goed zicht is op de locatie. De kans op overlast van bewoners van de Minnehof is aanwezig. Hier zijn al wel voorzieningen aanwezig.

• Optie 3: voor de Minnehof ter hoogte van Tetteroo

In verband met de inrichting van het Dorpshart (bomen, banken etc) is hier fysiek geen plek voor een standplaats.

• Optie 4: locatie op het plein Braadkamp.

De voorzieningen zijn hier in verband met de weekmarkt al aanwezig en de locatie ligt in het zicht, hetgeen de aantrekkingskracht van het Dorpshart vergroot. Mogelijk dat er wel overlast voor de bewoners van de Braadkamp ontstaat. Door middel van goede voorschriften en de handhaving van de voorschriften kan hieraan tegemoet worden gekomen.

Zie bijlage: Afbeelding 3.3 optie 4 locatie op het plein Braadkamp.

De huidige locatie van de standplaats op de Braadkamp, aan de zuidzijde van het plein, wordt gewijzigd in verband met het in aanbouw zijnde Chinese restaurant zuidelijk op het plein van de Braadkamp.

Uit navraag bij projectontwikkelaar Leyten is naar voren gekomen dat er geen toezeggingen zijn gedaan aan de toekomstige winkeliers. Wel is aangegeven dat er gedurende een aantal jaren rekening zal worden gehouden met de winkeliers bij het toewijzen van nieuwe standplaatsen. Het gaat om winkeliers die reeds zijn gevestigd in het Dorpshart.

Op dit moment is nog niet met zekerheid vast te stellen of de toekomstige winkeliers voor- of nadelen gaan ondervinden van het nieuwe beleid. Het is verstandig om de mogelijkheden te benutten om de winkeliers te beschermen in de aanloopperiode en zo het redelijke voorzieningen niveau te garanderen.

Voor de standplaatsen in het Dorpshart worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- De 2 standplaatsen toe te staan aan de noordzijde van de Braadkamp (optie 4).

- Op donderdag wordt er in verband met de weekmarkt op de Braadkamp en op Torenzicht geen nieuwe standplaatsen ingenomen.

- Er wordt per dagdeel één standplaats per branche toegelaten in Eemnes (bijvoorbeeld niet gelijktijdig een standplaats voor vishandel bij Torenzicht en een standplaats vishandel op de Braadkamp)

- Er worden, in eerste instantie gedurende 3 jaar (gerekend vanaf 1-1-2013), geen nieuwe standplaatsvergunningen toegestaan voor branches die in het winkelcentrum zijn vertegenwoordigd (onder andere bakker, bloemen en cafetaria/patat).

3.4 Consequenties

Onlangs is aan de standplaatshouders op Torenzicht de mogelijkheid geboden of zij na opening van het Dorpshart met hun standplaats willen verhuizen naar de Braadkamp:

• Ten Hoven (brood op de maandagochtend) heeft aangegeven over te willen naar de Braadkamp. Aangezien dit geen nieuwe standplaatshouder betreft, is het uitgangspunt dat geen nieuwe vergunningen worden toegestaan voor branches die in het winkelcentrum zijn gevestigd, niet op hem van toepassing. Ten Hoven kan standplaats innemen op maandagochtend op de Braadkamp. Er kan echter geen uitbreiding plaatsvinden.

• Met Bos (vis op de dinsdag) is tot op heden nog niet gelukt contact te krijgen. Bos blijft dus op dinsdag standplaats innemen bij de Boni.

• Alie’s vishandel heeft aangegeven zowel op woensdag als op donderdag over te willen naar de Braadkamp. Op woensdag is dat mogelijk, maar op donderdag, vanwege de weekmarkt niet. Alie’s vishandel heeft voorts aangegeven, als alternatief op vrijdag een standplaats in te willen nemen op de Braadkamp. Op woensdag en vrijdag kan Alie derhalve een standplaats innemen op de Braadkamp en op donderdag bij Torenzicht. Als de inrichting van Torenzicht zodanig wijzigt, zullen de standplaatsen verdwijnen, alsmede de standplaats van Alie’s vishandel aldaar verdwijnen.

• Nguyen (loempia’s op de vrijdag) heeft aangegeven bij Torenzicht te willen blijven staan.

Datum van inname standplaats Braadkamp

Aangezien de noordzijde van de Braadkamp woonrijp is, kunnen de standplaatshouders vanaf januari 2013 standplaats innemen op de Braadkamp.

3.5 Evaluatie

Door de evaluatie is het mogelijk te meten in hoeverre het nieuwe beleid werkt en of het bijgesteld dient te worden.

Deel 4 Uitgangspunten beleid 2012

Locaties:

De keuze van een locatie voor een standplaats kan worden teruggevoerd op het belang van de openbare orde, de verkeersveiligheid en/of redelijke eisen van welstand. Met het oog op overlast kan het aantal standplaatsen per locatie worden beperkt. Bij de keuze van een locatie is ook een rol weggelegd voor de planologische regeling in de vorm van het bestemmingsplan.

Sinds 1987 worden als locaties voor standplaatsen genoemd de parkeerterreinen bij winkelcentrum Torenzicht en bij winkelcentrum de Eemhof. Voor deze laatste geldt in ieder geval een maximum aantal van twee dagstandplaatsen, voor de eerstgenoemde één. In 2001 is het oude haventerrein hierbij gekomen. Daar is een vaste standplaats toegestaan gedurende het hele jaar, voor twee dagdelen per week, met een maximum van 20 m2 (zie de privaatrechtelijke gebruiksregeling oude haventerrein 2001).

De huidige standplaats van de Braadkamp wordt geïntegreerd in het Dorpshart. Het totale aantal dagstandplaatsen op die locatie komt daarmee op twee. Het is niet nodig om de standplaats aan de Torenzicht en Oude Haven te laten vervallen. De locatie Eemhof kan wel komen te vervallen.

Voor de brandveiligheid is het van belang dat een bakwagen op minimaal vijf meter afstand van de gevels van omliggende gebouwen wordt geplaatst. De exacte locatie voor de standplaatsen worden in overleg met het team Aanleg en Beheer bepaald (zie bijlage 3).

Standplaatsen

Torenzicht 1 standplaats 6 dagen (12 dagdelen) per week

Braadkamp 2 standplaatsen 5 dagen (10 dagdelen) per week

Oude haven 1 standplaats 6 dagen (12 dagdelen) per week

Geen avond standplaatsen

In Eemnes hebben we (nog) geen koopavond. Het is in die zin ook niet nodig om in de avond standplaatsen toe te staan. Als in de toekomst wel een koopavond wordt ingevoerd, kan niet besluit worden heroverwogen. Mogelijke overlast voor omwonenden omdat zij al een aantal dagen per week een standplaats voor de deur hebben, kan leiden tot het besluit om geen avond standplaatsen toe te staan.

Brancheverdeling

Een brancheverdeling kan zo veel mogelijk tot een rechtvaardige en evenwichtige verdeling van de beschikbare standplaatsen komen. Per branche kan dan een maximum aantal af te geven vergunningen worden bepaald.

Hoewel branchering op basis van een brancheverdeling op dit moment niet aan de orde is, is het goed de verdeling te hebben. In de toekomst kan er zo nodig een beroep op worden gedaan. Dit voorkomt dat bij gelegenheid alsnog zal moeten worden besloten tot branchering. Daarbij is het goed om vast te leggen hoe te handelen met de gevestigde standplaatshouders als een beroep op de branchering kan en moet worden gedaan.

In Eemnes is in het verleden de volgende brancheverdeling ingevoerd:

1. branche 1: bloemen en planten

2. branche 2: vis en visproducten

3. branche 3: kaas en overige zuivelproducten

4. branche 4: aardappelen, groente en fruit

5. branche 5: koek, brood en banket

6. branche 6: diversen

Tijdstippen

Het vergunningenjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Onder de dagdelen wordt het volgende verstaan:

Ochtend 08.00 – 13.00 uur

Middag 13.30 – 18.30 uur

Afmetingen

De standplaatsen zijn, gebaseerd op de grootte van de gebruikte plaats, 6 m2 of 10 m2.

Bijzondere omstandigheden

Op donderdag wordt geen standplaats ingenomen op de Braadkamp en op Torenzicht worden geen nieuwe standplaatsen ingenomen in verband met de weekmarkt.

Een aantal winkeliers van Torenzicht is verplaatst naar het Dorpshart. De verplaatste, maar ook de nieuw te vestigen, winkeliers hebben aanloopkosten. Verdedigbaar is, dat gedurende een periode van 3 jaar, een terughoudend beleid wordt gevoerd ten aanzien van het uitgeven van nieuwe standplaatsvergunningen.

Een standplaatsvergunning is persoonsgebonden, dit houdt in dat een standplaats door de vergunninghouder moet worden ingenomen. De vergunninghouder mag zich wegens ziekte, vakantie of ander dringende redenen voor ten hoogste zes weken laten vervangen. Indien door ziekte de vervanging langer gaat duren dan zes weken, moet de vergunninghouder een geneeskundige verklaring overleggen. De vergunninghouder die zich tijdelijk laat vervangen dient dit zo spoedig mogelijk aan de gemeente kenbaar te maken. De vergunninghouder heeft een verplichting tot inname van de standplaats waarbij het is toegestaan om (inclusief vakantie) in totaal van 8 keer per jaar verstek te laten gaan. Als de standplaats gedurende meer dan zes weken niet of niet in persoon, danwel door middel van toegestane vervanging, wordt ingenomen behoudt het college zich het recht voor om de vergunning in te trekken.

Op grond van dit nieuwe beleid is een standplaats overdraagbaar aan een partner, kind of medewerker (De bepaling dat een standplaats niet overdraagbaar is, is opgenomen om de “kleine” standplaatshouder te beschermen tegen grote ketens. Het is echter redelijk om deze bepaling niet te star uit te leggen).

Wachtlijst

In het verleden is een wachtlijst geïntroduceerd. Hoewel er van de wachtlijst tot op heden geen gebruik is gemaakt, is het goed deze methode te handhaven en hieraan toe te voegen, dat toewijzing in eerste instantie plaatsvindt aan een standplaatsbranche die nog niet in Eemnes is vertegenwoordigd en vervolgens op basis van het tijdstip van plaatsing op de wachtlijst (Op deze manier kunnen we mogelijk een gevarieerder aanbod van standplaatsen in Eemnes krijgen).

Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking per 1 januari 2013. Met de vaststelling van dit beleid en de inwerkingtreding komt het oude beleid te vervallen.

Evaluatie

Dit beleid wordt na 3 jaar geëvalueerd.

Resumé:

- toevoegen van één extra standplaats in het Dorpshart

- de standplaatslocaties bij het Dorpshart zijn de noordzijde van de Braadkamp

- opheffen standplaatsen de Eemhof

- standplaats Torenzicht voorlopig handhaven, voorzover de inrichting dit toelaat

- standplaats bij de oude haven handhaven.

- toepassen branchering indien daar in de toekomst sprake van mocht zijn.

- Een standplaats wordt overdraagbaar aan een partner, kind of medewerker.

Deel 5 Aanvraag

5.1 Procedure

De aanvraag dient voor 1 december van het voorafgaande jaar te worden aangevraagd met een aanvraagformulier. Dit formulier wordt op de gemeentelijke website geplaatst en is als voorbeeld bijgevoegd (zie bijlage 4). De aanvragen worden behandeld naar volgorde van binnenkomst, waarbij de al gevestigde standplaatshouder voorrang heeft.

Een al gevestigde standplaatshouder dient jaarlijks het verzoek in te dienen om de standplaatsvergunning te verlengen (voor 1 december van het voorafgaande jaar).

Elke nieuwe aanvraag voor een standplaats wordt getoetst aan de weigeringgronden in de APV en dit standplaatsenbeleid. Naar aanleiding van de aanvraag wordt er advies gevraagd aan derden zoals politie en de brandweer Veiligheidsregio Utrecht.

Binnen 8 weken wordt –conform de Awb- een besluit genomen op de aanvraag. Indien er geen bezwaren zijn dan kan de vergunning in beginsel aan de aanvrager worden verleend. Het positieve besluit wordt gepubliceerd in het plaatselijke huis-aan-huisblad. Bij een negatief advies kan de vergunning worden geweigerd. Een weigeringbesluit wordt gebaseerd op één van de weigeringgronden uit de Apv en moet voldoende gemotiveerd zijn. Binnen zes weken na het nemen van een besluit op de aanvraag kan door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend.

5.2 Voorschriften

Bij het afgeven van de standplaatsvergunningen worden ook de bijbehorende voorschriften verstrekt (zie bijlage 5). Een van de voorschriften betreft de eis van het persoonlijk innemen van de standplaats.

Verder is het noodzakelijk dat een standplaats ’s avonds na afloop van de activiteiten wordt opgeruimd en de toegewezen locatie daarna verlaten wordt. Bij het innemen van een standplaats voor meerdere dagen kan hiervan alleen in overleg worden afgeweken.

De gemeente kan een vergunning intrekken indien niet langer wordt voldaan aan de in de vergunning gestelde voorschriften (zie bijlage 5).

De volgende voorschriften zijn in de vergunning toegevoegd:

1.

De standplaats moet aan redelijke eisen van uiterlijk aanzien en hygiëne voldoen en er steeds ordelijk uitzien. Als gevolg van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen (WHL) worden aan het bakken en braden van gerechten eisen gesteld. Informatie hierover kunt u vinden op de website van de Voedsel en Warenautoriteit (www.vwa.nl).

2.

Bij het niet of niet behoorlijk nakomen van een of meer van de bovengenoemde voorschriften kan de

vergunning worden ingetrokken. De vergunning kan voorts worden ingetrokken, indien vergunninghoud(st)er zijn/haar financiële verplichtingen (conform de legesverordening) ten aanzien

van de gemeente niet nakomt.

5.3 Kosten

Voor het innemen van een standplaats op de Braadkamp zullen de volgende kosten per jaar, per dagdeel in rekening worden gebracht:

- Leges vergunning: € 90

- In gebruiknemen gemeentegrond: € 400,- (per dagdeel)

- Als stroom van de gemeente wordt gebruikt: € 150,- (per dagdeel)

Van de genoemde € 400,- voor het in gebruiknemen van gemeentegrond zal € 50,- (tevens per dagdeel) worden doorbetaald aan de winkeliersvereniging Minnehof (tbv kosten sinterklaas- en kerstverlichting).

Voor de oude haven en Torenzicht worden de volgende kosten in rekening gebracht:

- Leges vergunning: € 90,--

- In gebruiknemen gemeentegrond: € 300,- (per dagdeel)

- Stroom: nvt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 14 december 2012.

Bijlage Bijlagen

Bijlage 1 Algemene plaatselijke verordening Eemnes 2010, overige relevante wetten en jurisprudentie

Bijlage 2 Plattegrond Braadkamp

Bijlage 3 Plattegronden overige standplaatsen

Bijlage 4 Aanvraagformulier standsplaatsvergunning

Bijlage 5 Voorschriften standplaatsvergunning

Bijlage Afbeelding bij 3 locatie op het plein Braadkamp