Beleid borden en spandoeken 2005

Geldend van 01-12-2005 t/m heden

Intitulé

Beleid borden en spandoeken 2005

INLEIDING

In de Algemene plaatselijke verordening Eemnes 2005 is in hoofdstuk 2 (openbare orde), afdeling 1 (orde en veiligheid op de weg), paragraaf 5 (bruikbaarheid van de weg) het volgende artikel opgenomen:

Artikel 2.1.5.1 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg

1. Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

2. Het verbod geldt niet voor:

a. vlaggen, wimpels of vlaggenstokken indien deze geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;

b. zonneschermen, mits ze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits:

- geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt;

- geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt;

- geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt;

c. de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is;

d. voertuigen;

e. voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard;

f. evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1;

g. terrassen als bedoeld in artikel 2.3.1.2, vijfde lid;

h. standplaatsen als bedoeld in artikel 5.2.3.

3. Het is verboden op, aan, over of boven de weg een voorwerp of stof waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien:

a. deze door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging schade toebrengt aan de weg,

b. gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik van de weg, of

c. een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van. de weg.

4. Voor de toepassing van het tweede lid, onder c, wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat.

5. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

b. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

6. a. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

b. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder a, geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.

c. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder b, geldt niet voor bouwwerken.

d. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voorzover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

Het beleid inzake de vergunningverlening voor de plaatsing van reclameborden is voor het laatst vastgesteld in 1991. Sindsdien is het aantal aanvragen toegenomen. Dit en het tijdsverloop maakt het nodig om het onderwerp weer te bezien en zo nodig te heroverwegen. Daarnaast is het zinvol om ook de (on)mogelijkheden tot het aanbrengen van spandoeken te beschrijven.

Hoofdstuk DOELSTELLING

Het doel van het beleid is om ordening aan te brengen in het verlenen van vergunningen voor het plaatsen van borden op de weg en het hangen van spandoeken boven de weg. Met het beleid kan invulling worden gegeven aan de weigeringsgronden die zijn opgenomen in het vijfde lid van artikel 2.1.5.1 van de APV. Hiermee wordt zowel rechtszekerheid geboden aan de vergunningaanvrager als houvast geboden bij de beoordeling van de vergunningaanvraag en eventuele handhaving.

 

De insteek is om het plaatsen van borden zo veel mogelijk te beperken maar wel in zo verre mogelijk te maken dat het niet geheel onmogelijk wordt gemaakt om via dit middel reclame te maken

Hoofdstuk KADER

Vooropgesteld moet worden dat ondanks de aanwezigheid van beleid iedere aanvraag altijd afzonderlijk moet worden beoordeeld op grond van de weigeringsgronden in de APV, het beleid en de overige omstandigheden.

Het beleid moet altijd kunnen worden herleid tot één of meer van de weigeringsgronden in artikel 2.1.5.1, vijfde lid, van de APV.

In de toelichting op de (model-)APV wordt beschreven wat er (on)mogelijk is bij het formuleren van beleid. Voor zover in het kader van de beleidsformulering niet strikt noodzakelijk wordt dit hier verder niet herhaald.

 

De motieven die ten grondslag liggen aan het APV-artikel zijn de verkeersveiligheid, de welstand en het gevaar of de hinder die de stoffen of voorwerpen voor personen of goederen kunnen opleveren.

Het beleid heeft hierop dus geen betrekking. Artikel 2.1.5.1 heeft betrekking op het plaatsen, aanbrengen of hebben van stoffen of voorwerpen op, aan of boven de weg.

 

Voor handelsreclame op of aan een onroerende zaak is een aparte regeling opgenomen in artikel 4.4.2 van de APV (vergunningsplicht handelsreclame).

Als voor een evenement vergunning is verleend op grond van artikel 2.2.2 van de APV is het niet nodig om vergunning te verlenen op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV. Wél blijft vergunning nodig voor het plaatsen van de aankondigingsborden.

 

Uitingen van gedachten en gevoelens kunnen niet aan een vergunning worden gebonden. Artikel 7 van de Grondwet, regelende de vrijheid van meningsuiting, staat hieraan in de weg.

Op grond van artikel 10 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens is het niet toegestaan dat van een verspreidingsmiddel geen gebruiksmogelijkheid van enige betekenis overblijft.

 

Geen onderscheid mag worden gemaakt tussen reclame voor een plaatselijke activiteit en/of in de nabije omgeving en een activiteit elders.

 

Gelet op de in de APV opgenomen weigeringsgronden kan in het beleid geen onderscheid worden gemaakt naar de aard van de reclame, wel of niet commercieel.

Gezien de jurisprudentie is het mogelijk om dit onderscheid wel te maken als dit expliciet in de verordening wordt opgenomen. Artikel 7 van de Grondwet sluit in het vierde lid handelsreclame uit van het grondrecht van vrijheid van meningsuiting. Artikel 10 van het EVRM (en artikel 19 van het Internationale Verdrag Burgerlijke en Politieke rechten) kennen de mogelijkheid om door middel van materiële wetgeving (dus ook een gemeentelijke verordening) de vrijheid van meningsuiting te beperken. De bepalingen voorzien niet in een algemene vrijheid tot het verspreiden van commerciële reclame. In het algemeen vindt de verspreiding van commerciële reclame slechts bescherming in deze bepalingen indien een overheidsorgaan deze verspreiding zozeer aan banden zou leggen dat de vrijheid om commerciële reclame te maken zelf zou worden aangetast.

Dit in aanmerking genomen is het mogelijk om commerciële reclame (in de APV genoemd: handelsreclame, waarvan een definitie is opgenomen in artikel 1.1, onder k, van de APV*) in de APV op te nemen als grond waarop de gevraagde vergunning kan worden geweigerd. Dit maakt het mogelijk om beleid te formuleren waarbij zeer restrictief wordt ingegaan op vergunningaanvragen ten behoeve van commerciële aangelegenheden.

* Handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen.

Hieronder wordt eerst alleen ingegaan op het plaatsen van aankondigingsborden. Het ophangen van spandoeken wordt apart besproken.

Hoofdstuk LOCATIES

Op dit moment zijn er geen wegen aangewezen waarlangs de borden mogen worden geplaatst. In de praktijk plaatst men ze met name langs de Laarderweg, de Noordersingel, de Zuidersingel en de Wakkerendijk. Dit zijn feitelijk de doorgaande wegen. Een optie is om daaraan toe te voegen de Stadwijcksingel en de Meentweg. De vraag is echter of daar genoeg ruimte is om ongehinderd borden te plaatsen.

 

Aandacht verdient de plaatsing van de borden in relatie tot de verkeersveiligheid. Met name wordt hier genoemd dat géén borden mogen worden geplaatst:

o binnen een afstand van 25 meter van een kruising van wegen;

o aan verkeersborden, verkeerszuilen, op vluchtheuvels en kruispunten;

o aan verkeersregelkasten.

 

De vrije doorgang voor voetgangers mag niet worden belemmerd. De resterende doorgang dient minimaal 1.50 meter te bedragen.

Hoofdstuk PERIODE

De huidige praktijk is dat borden gedurende een week, van vrijdag tot en met vrijdag, mogen worden geplaatst. Als de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt in het weekend (en dat is in veel gevallen zo) plaatsvindt, staan de borden er tot en met zondag. Ze moeten dan op maandag worden weggehaald.

Gevolg van de bovenomschreven praktijk is dat plaatsingsperiodes elkaar geregeld in het weekend overlappen en er dus het dubbele aantal borden staat.

 

Dit uitvloeisel van de praktijk kan worden voorkómen door de plaatsingsperiode – te handhaven op één week – te laten lopen van maandag tot maandag, waarbij de borden op die laatste maandag moeten worden verwijderd.

 

Voor het geval dat een activiteit in de week plaatsvindt kan ook vergunning worden verleend voor de periode van een week, met dien verstande dat de borden de dag na die waarop de activiteit plaatsvond worden verwijderd.

Hoofdstuk AANTAL

Het aantal borden dat per periode mag worden geplaatst bedraagt per vergunninghouder 10 (tien). Er worden per periode maximaal twee vergunningen afgegeven. In totaal gaat het dus om 20 (twintig) borden.

Met de al eerder genoemde overlapping van twee opeenvolgende periodes in het weekend kan het gebeuren dat er in dat weekend 40 (veertig) borden langs de Eemnesser wegen staan.

 

Naast de hierboven omschreven wijziging van de periode kan ook het aantal borden worden beperkt. Gelet op de voor plaatsing beschikbare wegen lijkt een aantal van maximaal 6 (zes) redelijk.

 

Het aantal van twee vergunningen per periode kan worden gehandhaafd. Mochten er toevallig twee (of meer) activiteiten plaatsvinden die worden aangekondigd, dan zijn er voldoende mogelijkheden. Voorkómen moet worden dat er een grote cumulatie plaatsvindt. Er geldt bij meer dan twee activiteiten “wie het eerst aanvraagt, die het eerst maalt”.

 

Het aantal borden kan op jaarbasis ook worden verminderd door het aantal vergunningen aan dezelfde adverterende instantie te limiteren. Dit voorkomt enigszins dat borden worden geplaatst in het kader van de reguliere bedrijfsvoering, zoals voorstellingen of shows. Gedacht kan worden aan een aantal van vier per jaar.

 

Vaak worden borden aan met de achterzijden tegen elkaar geplaatst. Ook bestaan er zogenoemde driehoeksborden. Deze gelden als één.

Hoofdstuk AFMETING

De maximum afmeting van een bord die op dit moment in de vergunning wordt genoemd is 120 x 60 cm. Dit komt niet (meer) overeen met de werkelijkheid. De standaardborden die thans worden geplaatst zijn circa 120 x 85 cm.

Hoofdstuk AANVRAGEN

Het komt voor dat aanvragen meer dan een half jaar van tevoren worden aangevraagd. Gevolg hiervan kan zijn dat de (lokale) instellingen, wier programma niet zo lang tevoren bekend is, naast het net vissen.

 

Dit kan worden opgelost door de aanvraagtermijn te stellen op maximaal drie maanden voorafgaand aan de gewenste periode.

Hoofdstuk VERGOEDINGEN

Leges vergunningaanvraag

Voor de behandeling van de vergunningaanvraag worden leges geheven. Voor 2005 geldt het algemene legestarief van € 36,-. Overwogen kan worden om de onderhavige vergunning apart op te nemen in de legestabel. Hiervoor is een apart voorstel in voorbereiding.

De leges worden geheven per aanvraag. Aangezien een aanvraag meerdere periodes kan betreffen is het aan te bevelen dat de leges worden geheven per periode. Dit is ook reëler als een aanvraag maximaal drie maanden van tevoren mag worden ingediend. Zeer verspreid liggende periodes aanvragen is dan niet meer mogelijk.

 

Vergoeding gebruik grond

Voor het in gebruik geven van gemeentegrond wordt thans geen vergoeding gevraagd. Optie is om dit wel te gaan doen en het bedrag te bepalen op een bedrag per bord per periode. Elke incidentele plaatsing nameten is onuitvoerbaar.

Nadeel is wel de extra administratieve werkzaamheden die aan het innen van de huur verbonden zijn. Wellicht schuilt ook enig gevaar in uitwijkgedrag naar particuliere grond, als zal ook de particulier waarschijnlijk een vergoeding vragen. Waarschijnlijk zullen de baten niet opwegen tegen de kosten.

Hoofdstuk PREVENTIEVE BESTUURSDWANG

Wat met enige regelmaat gebeurt is dat de borden niet de dag na de activiteit/de maandag na het betreffende weekend worden verwijderd. De borden kunnen niet zonder meer van gemeentewege worden verwijderd. Hiervoor is een aanzegging van bestuursdwang c.q. een last onder dwangsom nodig. Deze kan preventief worden opgelegd bij de vergunningverlening. De feitelijke handhaving bij de keuze voor bestuurswang is een kwestie van personeelscapaciteit. Bij een last onder dwangsom ligt dit anders. Dit is voornamelijk een prikkel aan de vergunninghouder. Bij de dwangsom kan worden gedacht aan een bedrag van € 15,- per dag dat een bord langer aanwezig is dan de vergunning toestaat.

Hoofdstuk OVERGANGSREGELING

De tot nu toe verleende vergunningen passen veelal niet binnen het nu voorgestelde beleid. Er zal dus een overgangsregeling moeten worden vastgesteld, waarbij in ieder geval de voor de inwerkingtreding van het nieuwe beleid ingediende aanvragen nog worden afgehandeld volgens het oude beleid.

Hoofdstuk SPANDOEKEN

Voor spandoeken geldt in principe hetzelfde beleid als voor reclameborden, met dien verstande dat:

Locatie

De spandoeken worden op dit moment opgehangen aan de Zuidersingel nabij de gemeentewerf, aan de Wakkerendijk en/of in voorkomende gevallen op de hoek bij het gemeentehuis. Dit gebeurt in overleg met c.q. door de sector Grondgebied.

 

Periode

Spandoeken hangen geregeld een langere periode dan dat de borden er staan, circa twee weken. Dit kan worden gehandhaafd. Net als bij de borden kan worden geopteerd voor een periode van maandag tot maandag.

 

Aantal

Thans worden er twee spandoeken opgehangen. Dit aantal kan worden gehandhaafd.

 

Afmeting

Een spandoek heeft vaak een standaard afmeting.

 

Aanvragen

Hiervoor geldt hetzelfde als bij de borden.

 

Vergoedingen

De leges voor de behandeling van de vergunningaanvraag zijn identiek aan die van de borden. Dit is vanwege de vergelijkbare afhandeling niet onlogisch.

Voor het hangen van een spandoek boven gemeentegrond kan ook een huurprijs worden ingevoerd. Hierbij geldt echter hetzelfde als wat bij de borden is gesteld.

 

Preventieve bestuursdwang

Het ophangen en verwijderen gebeurt van gemeentewege. Een preventieve aanschrijving bestuursdwang/aanzegging last onder dwangsom is hierom niet nodig. Bij eventuele andere gevallen kan conform de regeling voor de borden worden gehandeld.

Hoofdstuk VOORSTELLEN

Paragraaf APV-wijziging

De gemeenteraad voorstellen om de APV Eemnes 2005 te wijzigen in die zin, dat aan artikel 2.1.5.1, vijfde lid, een vierde weigeringsgrond wordt toegevoegd:

d. indien het beoogde gebruik tot doel heeft het maken van handelsreclame.

Paragraaf Locatie

Plaatsing van borden kan plaatsvinden langs de Laarderweg, de Noordersingel, de Zuidersingel, de Stadwijcksingel, de Wakkerendijk en de Meentweg.

Géén borden mogen worden geplaatst:

o binnen een afstand van 25 meter van een kruising van wegen;

o aan verkeersborden, verkeerszuilen, op vluchtheuvels en kruispunten;

o aan verkeersregelkasten.

De vrije doorgang voor voetgangers mag niet worden belemmerd. De resterende doorgang dient minimaal 1.50 meter te bedragen.

 

Spandoeken (mogen) worden gehangen nabij de gemeentewerf, aan de Wakkerendijk of nabij het gemeentehuis. De precieze locatie wordt bepaald door/in overleg met de sector Grondgebied. Normaliter worden de op te hangen spandoeken door de vergunninghouder aangeleverd bij de gemeentewerf en opgehangen door een medewerker van de buitendienst.

Paragraaf Periode

De borden mogen maximaal een week worden geplaatst, waarbij de borden moeten worden verwijderd op de dag na de dag van de activiteit.

Voor activiteiten in het weekend geldt de week van maandag tot maandag, waarbij de borden op de laatste maandag moeten worden verwijderd. Op zondag mogen geen borden worden verwijderd.

 

Spandoeken mogen maximaal twee weken worden opgehangen, eveneens van maandag tot maandag.

Paragraaf Aantal

Per periode mogen per adverterende instantie maximaal 6 (zes) borden worden geplaatst.

Per periode mogen maximaal 2 (twee) vergunningen worden verleend.

 

Per periode mogen per adverterende instantie maximaal 2 (twee) spandoeken worden opgehangen.

Het is ook mogelijk om aan twee adverterende instanties voor één spandoek vergunning te verlenen.

 

Aan eenzelfde aanvrager wordt maximaal vier maal per kalenderjaar vergunning verleend voor het plaatsen van borden, dan wel ophangen van spandoeken.

 

Nadat in de APV handelsreclame als weigeringsgrond is toegevoegd geldt het volgende:

Voor commerciële doeleinden wordt slechts in zeer bijzondere gevallen vergunning verleend. Te denken valt aan de start van een voorstellingenseizoen, een uitzonderlijk lokale gebeurtenis, gebeurtenissen waarvoor uit de aard ervan aankondiging via borden gebruikelijk is, met name een circus.

Paragraaf Afmeting

De borden mogen een oppervlakte hebben van maximaal 120 x 85 cm.

Paragraaf Aanvragen

Aanvragen kunnen maximaal drie maanden voorafgaand aan de gewenste periode worden ingediend. Dit geldt voor zowel borden als spandoeken

Paragraaf Vergoedingen

De leges voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag voor de plaatsing van borden of spandoeken vooralsnog handhaven op het algemene tarief voor het behandelen van vergunningaanvragen. Een voorstel om de vergunning separaat op te nemen in de legestabel is in voorbereiding.

Geen vergoeding voor het innemen van gemeentegrond invoeren (invoering wordt nader onderzocht).

Paragraaf Preventieve bestuursdwang

In de vergunning wordt een preventieve aanzegging tot een last onder dwangsom opgenomen. Het bedrag wordt bepaald op € 15,- per bord/spandoek per dag dat dit er langer staat/hangt dan volgens de vergunning is toegestaan.

Deze bedragen worden geïndexeerd volgens het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Planbureau en afgerond op hele euro’s.

Paragraaf Overgangsregeling

De voor de in werkingtreding van dit beleid ingediende aanvragen worden afgehandeld conform het oude beleid. Nadien ingediende aanvragen worden aan de hand van het nieuwe beleid beoordeeld.

Paragraaf Inwerkingtreding/intrekking

Dit beleid treedt in werking per 1 december 2005. Met de inwerkingtreding van deze beleidsnotitie komt het oude beleid te vervallen.

Hoofdstuk PROCEDURE

Bij de vaststelling en inwerkingtreding van het beleid worden de volgende procedurestappen gevolgd:

1. Concept bespreken binnen de cluster JBZ van de sector Samenleving en Bestuur. Dit is op 11 juli 2005 gebeurd.

2. Concept bespreken met de sector Grondgebied (31 augustus 2005).

3. Concept ter vaststelling naar het college van burgemeester en wethouders.

4. Publicatie en toezending van het vastgestelde beleid aan de “vaste” aanvragers.

Hoofdstuk VERGUNNING/-VOORSCHRIFTEN

Paragraaf Borden

Wij verlenen u op grond van artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening Eemnes 2005, vergunning voor het plaatsen van maximaal 6 (zes) aankondigingsborden in de gemeente Eemnes, waarbij <omschrijving> onder de aandacht wordt gebracht.

 

Aan deze vergunning verbinden wij de volgende voorschriften:

1. De affiches dienen te zijn aangebracht op hardboardborden met de maximale afmetingen van 120 x 85 cm.

2. De borden mogen alleen worden geplaatst binnen de periode van <datum tot datum>.

3. De borden dienen uiterlijk op <datum> te worden verwijderd. Op zondag mogen geen borden worden verwijderd.

4. Géén borden mogen worden geplaatst:

o binnen een afstand van 25 meter van een kruising van wegen;

o aan verkeersborden, verkeerszuilen, op vluchtheuvels en kruispunten;

o aan verkeersregelkasten.

De vrije doorgang voor voetgangers mag niet worden belemmerd. De resterende doorgang dient minimaal 1.50 meter te bedragen.

5. De borden dienen deugdelijk te worden bevestigd.

6. Nadere aanwijzingen te geven door de politie, danwel een medewerker van de sector Grondgebied van de gemeente, dienen stipt te worden opgevolgd.

 

U neemt de redelijkerwijs mogelijke maatregelen om te voorkomen dat de gemeente Eemnes of derden door het gebruik van deze vergunning schade lijdt/lijden en vergoedt de schade, die u door het gebruik van deze vergunning aan de gemeente toebrengt.

 

preventieve bestuursdwang

Voor het geval er meer dan het vergunde aantal borden aanwezig zijn behoudt de gemeente zich het recht voor om deze te verwijderen. Eventuele te maken kosten komen daarbij voor uw rekening.

Voor het geval dat de borden niet uiterlijk op de in de vergunningvoorschriften genoemde datum zijn verwijderd leggen wij u met gebruikmaking van Afdeling 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 125 van de Gemeentewet een dwangsom op van € 15,- per dag dat een bord nog aanwezig. Het maximum waarboven geen dwangsom meer kan worden verbeurd bedraagt € 500,-.

 

privaatrechtelijke toestemming

Tevens verlenen wij als eigenaresse van de onderhavige grond, aan u privaatrechtelijke toestemming tot het gebruik van de grond voor het plaatsen van borden gedurende de tijd waarvoor de bovengenoemde vergunning geldt. Wij zijn altijd bevoegd deze privaatrechtelijke toestemming in te trekken, zonder dat daarvoor enig recht op schadevergoeding, in welke vorm dan ook, ontstaat.

Aan deze privaatrechtelijke toestemming verbinden wij de volgende voorwaarden:

U vrijwaart de gemeente van alle aanspraken uwerzijds of van derden bij schade, hoe ook genaamd, welke direct of indirect het gevolg is van het gebruikmaken van deze toestemming.

Schade, door gebruik van de vergunning/toestemming aan gemeente-eigendommen toegebracht, wordt op eerste aanzegging door u vergoed.

 

kosten

Aan deze vergunning/toestemming is op grond van de legesverordening een bedrag van € <bedrag>.

U kunt het bedrag overmaken door middel van de bijgevoegde acceptgirokaart.

Paragraaf Spandoeken

Wij verlenen u op grond van artikel 2.1.5.1. van de Algemene plaatselijke verordening Eemnes 2005, vergunning voor het (doen) ophangen van twee spandoeken, in de periode <datum tot datum>, met als doel de bekendmaking van <omschrijving>

o De spandoeken dienen voor de gewenste plaatsingsdatum ingeleverd te worden bij de heer Th. Leys van de sector Grondgebied (telefonisch bereikbaar op nummer 035 – 5390665). Hij zal ervoor zorgdragen dat de spandoeken op de Zuidersingel en de Wakkerendijk worden opgehangen en verwijderd.

 

U vrijwaart de gemeente Eemnes van aanspraken op schadevergoeding die voortvloeit uit het gebruik van deze vergunning, tenzij de schade is ontstaan door of de vordering voortkomt uit schuld van de kant van de gemeente.

 

privaatrechtelijke toestemming

Tevens verlenen wij als eigenaresse van de onderhavige grond, aan u privaatrechtelijke toestemming tot het gebruik van de grond voor het op (laten) hangen van spandoeken gedurende de tijd waarvoor de bovengenoemde vergunning geldt. Wij zijn altijd bevoegd deze privaatrechtelijke toestemming in te trekken, zonder dat daarvoor enig recht op schadevergoeding, in welke vorm dan ook, ontstaat.

Aan deze privaatrechtelijke toestemming verbinden wij de volgende voorwaarden:

U vrijwaart de gemeente van alle aanspraken uwerzijds of van derden bij schade, hoe ook genaamd, welke direct of indirect het gevolg is van het gebruikmaken van deze toestemming.

Schade, door gebruik van de vergunning/toestemming aan gemeente-eigendommen toegebracht, wordt op eerste aanzegging door u vergoed.

 

kosten

Aan deze vergunning/toestemming is op grond van de legesverordening een bedrag van € <bedrag>.

U kunt het bedrag overmaken door middel van de bijgevoegde acceptgirokaart.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemnes in de vergadering van 22 november 2005.