Beleidsregels Verhaal WWB WIJ 2010

Geldend van 13-08-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Beleidsregels Verhaal WWB WIJ 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum heeft de Beleidsregels Verhaal WWB WIJ 2010 vastgesteld.

Artikel 1 Algemeen

  • 1 Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot:

    a. het opleggen van de verplichting ingevolge artikel 55 van de Wet werk en bijstand (WWB), om een verzoek in te stellen tot toekenning van een uitkering tot levensonderhoud voor kinderen krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover de belanghebbende hierop aanspraak heeft;

    b. het verhalen van de kosten van bijstand zoals neergelegd in de artikelen 61 en 62 van de Wet werk en bijstand (WWB).

    c. het verhalen van de kosten van de inkomensvoorziening zoals neergelegd in artikel 57 van de Wet investeren in jongeren (WIJ).

  • 2 Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van de kosten van bijstand of inkomensvoorziening tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van de het Burgerlijk Wetboek:

    a. op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt;

    b. op degene die zijn onderhoudsplicht na echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed niet of niet behoorlijk nakomt;

    c. op degene die zijn onderhoudsplicht op grond van artikel 395a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek niet of niet behoorlijk nakomt jegens zijn meerderjarig kind aan wie bijzondere bijstand is verleend.

  • 3 Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van de kosten van bijstand of de inkomensvoorziening tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van de het Burgerlijk Wetboek:

    a. degene aan wie de persoon die bijstand of inkomensvoorziening ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voorzover bij het besluit op de bijstandsaanvraag of de aanvraag voor een inkomensvoorziening met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening of het verlenen van een inkomensvoorziening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;

    b. de nalatenschap van de persoon indien:

    1. aan die persoon ten onrechte bijstand of een inkomensvoorziening is verleend en voorzover voor het overlijden nog geen terugvordering heeft plaatsgevonden;

    2. bijstand of een inkomensvoorziening is verleend in de vorm van geldlening of als gevolg van borgtocht.

  • 4 Behoudens in de gevallen als bedoeld in 3, b onder 2, worden kosten van bijstand of de inkomensvoorziening die meer dan vijf jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot verhaal zijn gemaakt, niet verhaald.

Artikel 2 Beperking

Buiten de gevallen aangegeven in artikel 1 vindt geen verhaal van bijstand of inkomensvoorziening plaats.

Artikel 3 Geheel of gedeeltelijk afzien van het nemen van een verhaalsbesluit

Burgemeester en wethouders leggen geen verhaalsbijdrage op indien:

1. het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 50,00 per maand;

2. de periode waarover bijstand is verstrekt beperkt is en het verhaalsbedrag op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 600,00;

3. daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand of de inkomensvoorziening ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 4 Verhaal en schuldsanering

In afwijking van artikel 1 kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand of inkomensvoorziening voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:

a. redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden;

b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van alle schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen; en

c. de vordering van de gemeente wegens verhaal van bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Artikel 5 Inwerkingtreding van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek

  • 1 Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in artikel 4 onder b en c, tot stand is gekomen.

  • 2 Indien niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot uitvoering is gekomen die voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 4 onder a, 4 onder b en/of 4 onder c, vervalt het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek automatisch.

Artikel 6 Intrekking van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek

Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

a. de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

b. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 7 Beoordeling van mate van onderhoudsplicht

  • 1 Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 1 en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering of een inkomensvoorziening tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.

  • 2 Een overeenkomst waarbij echtgenoten of gewezen echtgenoten hebben bepaald dat na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, de één tegenover de ander in het geheel niet dan wel slechts tot een bepaald bedrag tot een uitkering tot diens levensonderhoud zal zijn gehouden, al dan niet met het beding bedoeld in artikel 159 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek, staat niet in de weg aan verhaal op één der partijen en laat de vaststelling van het te verhalen bedrag onverlet.

  • 3 Het verhaalsrecht voor een onderhoudsgerechtigd kind als bedoeld in artikel 1 is gemaximeerd conform de tabel “eigen aandeel kosten van kinderen”. Deze tabel is als bijlage bij deze beleidsregels gevoegd.

  • 4 Het verhaal wordt gezocht vanaf de eerste dag van de maand, volgend op de datum dat degene op wie verhaal wordt gezocht, van het voornemen van burgemeester en wethouders kennis heeft kunnen nemen.

Artikel 8 Verhalen conform een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud

  • 1 Indien een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek die uitvoerbaar is, niet wordt nagekomen, wordt verhaald in overeenstemming met deze uitspraak.

  • 2 Het besluit tot verhaal wordt in dat geval bij brief medegedeeld aan degene op wie wordt verhaald, met de aanmaning het verschuldigde binnen dertig dagen na verzending van de brief te voldoen.

  • 3 Indien aan de aanmaning geen gevolg wordt gegeven verhaalt de gemeente het verschuldigde bedrag met uitsluiting van degene die de bijstand of de inkomensvoorziening ontvangt.

  • 4 Een rechterlijke uitspraak tot verhaal wordt op kosten van de schuldenaar betekend en met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ten uitvoer gelegd.

Artikel 9 Wijziging door rechter vastgesteld bedrag levensonderhoud

  • 1 Indien sprake is van gewijzigde omstandigheden verzoekt de gemeente het door de rechter vastgestelde verhaalsbedrag te wijzigen.

  • 2 De gemeente verzoekt de rechter het verhaalsbedrag in afwijking van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen, indien de rechter:

    a. deze uitspraak zou kunnen wijzigen op de gronden genoemd in de artikelen 157 en 401 van dat boek;

    b. geen rekening heeft kunnen houden met alle voor de betrokken beslissing in aanmerking komende gegevens en omstandigheden betreffende beide partijen.

  • 3 Het door de rechter vastgestelde verhaalsbedrag verschuldigd krachtens artikel 1 wordt jaarlijks met ingang van 1 januari van rechtswege gewijzigd met het ingevolge artikel 402 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen percentage.

  • 4 De toepassing van artikel 9, lid 3 blijft achterwege indien de wijziging van rechtswege bij rechterlijke uitspraak is uitgesloten.

Artikel 10 Inhoud van het verhaalsbesluit

  • 1 Een besluit tot verhaal op grond van artikel 1 wordt door het college aan degene op wie verhaal wordt gezocht medegedeeld.

  • 2 Het besluit vermeldt het bedrag of de bedragen waarvan, evenals de termijn of termijnen waarbinnen, betaling wordt verlangd.

  • 3 Bij verhaal op de nalatenschap wordt de mededeling worden gericht tot de langstlevende echtgenoot of een der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.

Artikel 11 Verhaal in rechte

  • 1 Indien de onderhoudsplichtige niet, niet volledig en/of niet tijdig de verlangde gelden aan de gemeente betaalt, besluiten burgemeester en wethouders tot verhaal in rechte.

  • 2 Burgemeester en wethouders zien af van verhaal in rechte indien het te verhalen bedrag een bedrag van € 600,00 niet te boven gaat.

Artikel 12 Heronderzoek

  • 1 Burgemeester en wethouders verrichten heronderzoek naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage.

  • 2 Nadere bepalingen over de frequentie en termijnen van het door burgemeester en wethouders te verrichten heronderzoek zijn opgenomen in het heronderzoeksplan van de intergemeentelijke afdeling sociale zaken Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders in geval van bijzondere omstandigheden een heronderzoek verrichten

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan een heronderzoek plaatsvinden op verzoek van de onderhoudsplichtige indien er aanleiding is aan te nemen dat er sprake is van buiten diens schuld optredende gewijzigde omstandigheden.

  • 5 Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld.

  • 6 Er wordt niet overgegaan tot het gewijzigd vaststellen van een betalingsverplichting indien de wijziging van de draagkracht minder bedraagt dan € 50,00 per maand.

Artikel 13 Verrekening en beslaglegging

Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud te voldoen dan wordt die uitspraak ten uitvoer gelegd door middel van:

a. verrekening met de maandelijks verleende bijstand of inkomensvoorziening ingevolge de Wet werk en bijstand of de Wet investeren in jongeren, op grond van artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek, danwel voor vorderingen vanaf 1 juli 2009, artikel 4:93 Awb en 62i WWB, of

b. bij het ontbreken van deze mogelijkheid een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 14 Rente en kosten

Indien moet worden overgegaan tot verrekening of beslaglegging als bedoeld in artikel 13 dan wordt de vordering verhoogd met wettelijke rente en kosten.

Artikel 15 Nadere invulling van beleid

In gevallen waarin deze artikelen inzake verhaal van verleende bijstand of inkomensvoorziening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 16 Inwerkingtreding en werkingsduur

Deze beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand, Wet investeren in Jongeren treden in werking met terugwerkende kracht per 1 oktober 2009 onder intrekking van de beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand .

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Eemnes,
13 juli 2010,
de secretaris,                                 de loco- burgemeester,
 
mr. A.J.M. de Bruijn                        E.M. van IJken

Bijlage Bijlagen

Beleidsregels Verhaal WWB WIJ 2010 Toelichting