Regeling omtrent het medegebruik gebouwen van de openbare en bijzondere scholen voor basisonderwijs

Geldend van 12-01-1996 t/m heden

Intitulé

Regeling omtrent het medegebruik gebouwen van de openbare en bijzondere scholen voor basisonderwijs

de raad van de gemeente Eemnes

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. .......;

 

gelet op artikel 86, vijfde lid van de Wet op het basisonderwijs;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende REGELING OMTRENT HET MEDEGEBRUIK VAN GEBOUWEN VAN DE OPENBARE EN BIJZONDERE SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. WBO: de Wet op het basisonderwijs (Stb. 1986, 256);

b. bevoegd gezag: voor wat betreft

- een openbare school: het college van burgemeester en wethouders, voorzover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen;

- een bijzondere school: een rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 35 van de WBO;

c. medegebruik: het gebruik door derden ten behoeve van ander onderwijs, dan wel andere culturele, maatschappelijke, educatieve of recreatieve doeleinden van een gebouw (al dan niet met de daarin aanwezige voorzieningen) van een openbare of bijzondere school, zoals bedoeld in artikel 86 van de WBO;

d. medegebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere ruimten van een openbare of bijzondere school (al dan niet met de daarin aanwezige voorzieningen) in medegebruik heeft;

e. ruimten: de onderwijsruimten en andere ruimten aanwezig in een schoolgebouw;

f. ander onderwijs: het uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs niet zijnde basisonderwijs.

Artikel 2 Voorschriften voor het gebruik

  • De medegebruiker gebruikt de in medegebruik gegeven ruimten uitsluitend voor die doeleinden waarvoor het medegebruik is toegestaan.

  • Het is de medegebruiker niet toegestaan de in medegebruik verkregen ruimten aan derden in gebruik te geven.

  • De medegebruiker onthoudt zich van activiteiten die hinder veroorzaken voor het in het gebouw gegeven onderwijs.

  • De medegebruiker maakt alleen gebruik van het onderwijsleerpakket, het meubilair en andere aanwezige voorzieningen voor zover dit door het bevoegd gezag is toegestaan en met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden.

  • De medegebruiker is verplicht na ieder medegebruik de ter beschikking gestelde ruimten, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de aanwezige voorzieningen in dezelfde staat achter te laten als waarin deze werden aangetroffen.

  • Het bevoegd gezag kan een huishoudelijk reglement vaststellen, waarin nadere regels worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop de medegebruiker de door het bevoegd gezag ter beschikking gestelde ruimten met het beschikbaar gestelde onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen gebruikt.

Artikel 3 Schade

  • De medegebruiker onthoudt zich van activiteiten waarvan redelijkerwijs kan worden verondersteld dat deze kunnen leiden tot schade.

  • Indien voor de aanvang van het medegebruik schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair of de voorzieningen wordt geconstateerd, doet de medegebruiker hiervan onverwijld mededeling aan het bevoegd gezag.

  • De medegebruiker is aansprakelijk voor de schade die ten gevolge van het medegebruik aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen ontstaat.

  • De medegebruiker doet van iedere schade als bedoeld in het voorgaande lid onverwijld mededeling aan het bevoegd gezag.

  • In het in het voorgaande artikel genoemde huishoudelijk reglement kan het bevoegd gezag nadere regels stellen ter voorkoming van schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen.

Artikel 4 De tariefstelling

  • Het bevoegd gezag brengt aan de medegebruiker de kosten in rekening zoals die worden berekend overeenkomstig artikel 5.

  • In bijzondere gevallen ter beoordeling van het bevoegd gezag, kan ten gunste van de medegebruiker worden afgeweken van het bepaald in het eerste lid.

  • Naast de kosten als bedoeld in lid 1, kan de directie van de school met de medegebruiker een gebruiksvergoeding overeenkomen.

Artikel 5 De kosten van het medegebruik

  • De kosten van het medegebruik worden naar rato van het aantal groepen/ruimten en het aantal uren gebruik bepaald aan de hand van de jaarlijks door de minister van onderwijs en wetenschappen ten behoeve van het basisonderwijs vast te stellen bedragen voor de 'huurvergoeding t.b.v. tijdelijke voorzieningen'.

  • De in het 1e lid bedoelde door de minister vastgestelde bedragen gaan uit van een gebruik van 1000 lesuren per schooljaar, zodat de kosten van het medegebruik per uur worden bepaald op 1/1000 deel van deze bedragen.

Artikel 6 Vergoeding eigenaarskosten

Het bevoegd gezag vergoedt elke 6 maanden aan de eigenaar van het gebouw die op grond van de artikelen 96 of 100 van de WBO (een gedeelte van ) de materiële instandhouding van het gebouw verzorgt, de door het medegebruik veroorzaakte kosten, zoals berekend aan de hand van artikel 5. Het bevoegd gezag verstrekt hiertoe elke 6 maanden een overzicht van het aantal uren medegebruik per gebouw aan de in de vorige volzin bedoelde eigenaar van het gebouw.

Artikel 7 Opschorten medegebruik

  • Indien het bevoegd gezag een in medegebruik gegeven ruimte incidenteel zelf nodig heeft voor de eigen school op een voor medegebruik overeengekomen tijdstip, dan ziet zonder dat deswege aanspraak op schadevergoeding kan ontstaan de medegebruiker af van het medegebruik op dit tijdstip.

  • Het bevoegd gezag stelt de medegebruiker ten minste vier weken van tevoren schriftelijk op de hoogte van de noodzaak om zelf over de ruimte te kunnen beschikken.

  • Indien niet wordt voldaan aan de termijn in het voorgaande lid, kan de medegebruiker recht doen gelden op een vergoeding van aantoonbare schade.

Artikel 8 Beëindiging medegebruik

Het bevoegd gezag kan, zonder dat de medegebruiker aanspraak op schadevergoeding heeft, het medegebruik met onmiddellijke ingang beëindigen, indien:

a. de medegebruiker de voorschriften gegeven in deze regeling en, voor zover vastgesteld, in het huishoudelijk regelement, niet stipt naleeft;

b. de medegebruiker, na hiertoe te zijn aangemaand, niet binnen 2 maanden de in rekening gebrachte kosten van medegebruik heeft voldaan.

Artikel 9 Beslissing van het bevoegd gezag in gevallen waarin deze regeling niet voorziet

In gevallen betreffende de uitvoering van het medegebruik, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

Artikel 10 Overgangs- en slotbepaling

  • De regeling kan worden aangehaald als "regeling medegebruik schoolgebouwen";

  • Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking;

  • Met ingang van die dag vervalt de "Regeling medegebruik schoolgebouwen" vastgesteld bij raadsbesluit van 24 juli 1990.

Ondertekening

 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 1995.
 
 
 
De secretaris,                                                                 De voorzitter,
J. Perfors.                                                                        L.A. Snoeck-Schuller.