Regeling vervallen per 04-11-2011

Beleidsregel voor het verlenen van ontheffingen voor de polderwegen in de Zuidpolder van Eemnes

Geldend van 04-11-2011 t/m 03-11-2011

Intitulé

Beleidsregel voor het verlenen van ontheffing voor de polderwegen in de Zuidpolder gemeente Eemnes

Grondslagen

1. Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, artikel 87 juncto artikel 62

2. Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81

 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde wetgeving)

1. Geen

Het college van burgemeester en wethouders van Eemnes,

 

Overwegende dat een evaluatie van het gevoerde beleid aan deze beleidsregels ten grondslag ligt en dat men te zeer hinder ondervindt op het onderliggende wegennet van sluipverkeer op de polderwegen in de Zuidpolder van de gemeente Eemnes;

 

Gelet op artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

Vast te stellen:

Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen van het verbod als bedoeld in artikel 2 t/m 6 van het verkeersbesluit als vastgesteld op 9 februari 2010 door het college van burgemeester en wethouders van Eemnes betreffende het voor gemotoriseerd verkeer beperken van de toegang van de polderwegen in de Zuidpolder,

Artikel 1 Begripsbepalingen

Het College:

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eemnes.

Het Gebied:

Het gebied gelegen tussen de Anna Louwenweg, Geerenweg, Zuid Ervenweg, Stammeweg en de Jonge Jaapeweg te Eemnes.

Kenteken:

Kenteken als bedoeld in artikel 36 of 37, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994.

Kortdurende ontheffing:

Een ontheffing die wordt verleend wanneer de bestuurder van een motorvoertuig voor tijdelijke activiteiten een verbod als bedoeld in artikel 62 RVV 1990 moet overtreden.

Langdurende ontheffing:

Een ontheffing die wordt verleend wanneer regelmatig of langdurig een verbod als bedoeld in artikel 62 RVV 1990 moet worden overtreden zonder dat de bestuurder van een motorvoertuig daarvoor een alternatief heeft.

Legeskosten:

De kosten die verbonden zijn aan het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de “bijlage behorende bij de Legesverordening” (tarieventabel).

Motorvoertuig:

Het voertuig zoals bedoeld in het RVV 1990.

Ontheffinghouder:

De feitelijke en rechtmatige bestuurder van een motorvoertuig waarvoor een ontheffing op basis van het kenteken is verleend.

Ontheffing:

De schriftelijke verklaring dat een verbod als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 op basis van aan deze schriftelijke verklaring verbonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring die is gekoppeld aan het kenteken van een motorvoertuig.

Polderwegen:

De Anna Louwenweg, Zuid Ervenweg, Stammeweg, Geerenweg, Creekenweg en Jonge Jaapeweg te Eemnes.

RVV 1990:

Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459.

Artikel 2 De aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor een ontheffing wordt schriftelijk of digitaal via de gemeentelijke website ingediend bij het College.

  • 2 De ontvangst van de aanvraag wordt binnen twee weken schriftelijk door of namens het college van burgemeester en wethouders bevestigd.

  • 3 Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier “ontheffing”, aan te vragen bij de gemeente of te downloaden van de gemeentelijke website (www.eemnes.nl).

  • 4 Bij de aanvraag voor een ontheffing dienen tenminste de volgende documenten te worden meegestuurd:

    a. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    b. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring (niet voor bewoners als bedoeld in artikel 4);

    c. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig;

  • 5 Bij verandering van het kenteken dient een wijziging van de ontheffing te worden aangevraagd.

Artikel 3 Doelgroep

Ontheffing voor het gebruik van de polderwegen door motorvoertuigen kan worden verleend aan:

1. Bewoners van de percelen aan de Stammeweg en de Geerenweg voor zover gelegen in de gemeente Eemnes.

2. Agrarische ondernemingen die voor de bedrijfsvoering afhankelijk zijn van de afgesloten wegen als toegangs- of verbindingsweg naar hun agrarische gronden binnen het gebied;

3. Artsen en zorgverleners;

4. Ondernemingen / instellingen ten behoeve van het beheer en onderhoud van het gebied;

5. Taxi’s of vergelijkbare vervoerders ten behoeve van gehandicapten.

6. Veehoudende (koe, paard, pony, schaap en/of geit) hobbyboeren die minimaal 1 ha grond huren, pachten of in eigendom hebben aan de Stammeweg, Anna Louwenweg, Zuid Ervenweg, Jonge Jaapeweg of Creekenweg;

7. Elk inwonend kind onder de 18 jaar wonend aan de Stammeweg of Geerenweg.

Artikel 4 Bewoners

  • 1 Bewoners als bedoeld in artikel 3, lid 1 van deze beleidsregel, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing en mogen gebruik maken van een ontheffing als de aanvrager op het moment van de aanvraag in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eemnes staan ingeschreven als permanent woonachtig op een adres gelegen aan de Geerenweg of de Stammeweg.

  • 2 Bewoners kunnen een ontheffing aanvragen vanuit dat adres, gebruikte en op naam van de betreffende bewoners geregistreerde motorvoertuigen.

Artikel 5 Ondernemingen

  • 1 Ondernemingen als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze beleidsregel, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing en mogen gebruik maken van de ontheffing als de eigenaar/directeur van de onderneming eigenaar dan wel pachter is van één of meer percelen in het Gebied en daarop op een bedrijfsmatige wijze grondgebonden agrarische werkzaamheden verricht.

  • 2 Ondernemingen als bedoeld in het eerste lid kunnen een ontheffing aanvragen voor maximaal één motorvoertuig tenzij kan worden aangetoond dat een onderneming als bedoeld in het eerste lid meerdere eigenaren heeft.

Artikel 6 Acute hulpverlening

Een ontheffing met (on)beperkte geldigheidsduur voor het berijden van de Polderwegen tijdens de duur van de gesloten verklaring wordt verleend aan, artsen en andere diensten of personen die beschikbaar dienen te zijn voor acute hulpverlening binnen de gemeente Eemnes.

Artikel 7 Ondernemingen en/of instellingen ten behoeve van het beheer en onderhoud buitengebied Zuidpolder

Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van het uitvoeren van een werkzaamheid, mits die aantoonbaar niet buiten de duur van de gesloten verklaring kan worden verricht, aan een onderneming/instelling die belast is met:

a. Inzamelen van afval;

b. Beheer en onderhoud van de openbare ruimte en watergangen;

c. Landschapsbeheer;

d. Beheer en onderhoud ten behoeve van natuurdoeleinden (inventarisatie vogels).

Artikel 8 Ondernemingen ten behoeve van een taxi, taxi-WVG of schoolbus

  • 1 Aan de ondernemer van een taxi of een schoolbus kan een ontheffing worden verleend indien deze gedurende 3 of meer dagen per week vervoersdiensten verleent ten behoeve van bewoners van percelen aan de Geerenweg en de Stammeweg.

  • 2 De ontheffing geldt voor de ondernemer van een taxi of taxi-WVG en de ondernemer van de schoolbus voor zover deze voertuigen als zodanig herkenbaar zijn

Artikel 8a Veehoudende hobbyboeren

Veehoudende hobbyboeren als bedoeld in artikel 3, lid 6, van deze beleidsregel, die minimaal 1 ha grond huren, pachten of in eigendom hebben aan de Stammeweg, Anna Louwenweg, Zuid Ervenweg, Jonge Jaapeweg of Creekenweg, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing indien zij een registratie- of aankoopbewijs van het vee, alsmede een huur-, pacht-, of eigendomsbewijs overleggen.

Artikel 8b Inwonende kinderen onder de 18 jaar

Elk inwonend kind onder de 18 jaar, als bedoeld in artikel 3, lid 7, van deze beleidsregel, kan in aanmerking komen voor een ontheffing en mag gebruik maken van een ontheffing als het betreffende kind op het moment van de aanvraag in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eemnes staat ingeschreven als permanent woonachtig op een adres gelegen aan de Geerenweg of de Stammeweg

Artikel 9 Incidentele ontheffing voor nader vermelde categorieën

  • 1 Een incidentele ontheffing kan worden verleend aan:

    a. Een bouw-, installatie- of reparatiebedrijf;

    b. Een loonwerker of daarmee aanverwant bedrijf;

  • 2 De aanvrager dient de noodzaak van een incidentele ontheffing aan te tonen.

Artikel 10 Koppeling aan kenteken

Behoudens de gevallen als bedoeld in artikel 5, lid 2, artikel 6 en artikel 8b van deze beleidsregel wordt een ontheffing gesteld op het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend. Op een ontheffingskaart kan slechts 1 kenteken worden vermeld.

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1 Behoudens onverwijlde spoed, beslist het College op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Het College kan deze beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. Voor afloop van de onder lid 1 vermelde termijn wordt de aanvrager hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 12 Voorwaarden voor verlenen ontheffing

  • 1 Een ontheffing wordt uitsluitend verleend nadat alle voor de aanvraag van desbetreffende ontheffing benodigde gegevens of bescheiden zijn overgelegd en door aanvrager wordt voldaan aan alle in deze beleidsregels beschreven eisen om voor een ontheffing in aanmerking te komen.

  • 2 Van het in behandeling nemen van de aanvraag en bij de verlenging van een ontheffing als bedoeld in artikel 13, lid 3, van deze beleidsregel zijn legeskosten verschuldigd.

Artikel 13 Geldigheidsduur ontheffing

  • 1 Een ontheffing, met uitzondering van de incidentele ontheffingen als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze beleidsregel wordt verleend voor een periode van drie jaar.

  • 2 Een ontheffing vervalt na de periode als bedoeld in lid 1 en kan opnieuw worden aangevraagd bij het College.

  • 3 De houder van de ontheffing dient na verlening van een ontheffing, elk jaar schriftelijk aan te tonen/aannemelijk te maken dat nog wordt voldaan aan de vereisten voor het verkrijgen van de ontheffing.

  • 4 Een ontheffing als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregel, wordt verleend voor één of meerdere dagen.

Artikel 14 Verlenen ontheffing en afgifte ontheffingskaart

  • 1 Het College kan voorschriften en beperkingen verbinden aan de ontheffing.

  • 2 Op de ontheffing en ontheffingkaart wordt duidelijk en specifiek vermeld:

    a. Naam en adres van de ontheffinghouder;

    b. Het kenteken van het voertuig van de ontheffinghouder waarvoor de ontheffing is verleend;

    c. De periode waarvoor de ontheffing geldt en het tijdvlak gedurende welke de ontheffing kan worden gebruikt;

    d. Een duidelijke en specifieke beschrijving van de geboden en verboden waarvan een ontheffing is verleend.

  • 3 Een ontheffingskaart dient duidelijk zichtbaar voor het voorraam van het voertuig geplaatst te zijn wanneer gebruik wordt gemaakt van de ontheffing.

  • 4 De ontheffing en de ontheffingskaart zijn niet overdraagbaar

  • 5 In aanvulling op artikel 14, lid 2, sub a, van deze beleidsregel worden op een bewonersontheffing alle namen vermeld van de bewoners ouder dan 18 jaar van het perceel waarop dat kenteken geregistreerd staat.

  • 6 Op de ontheffingen voor kinderen tot 18 jaar als bedoeld in artikel 8b van deze beleidsregel wordt de geboortedatum van het kind vermeld.

Artikel 15 Intrekking/wijziging ontheffing

De ontheffing wordt ingetrokken:

a. indien niet aan de voorwaarden of beperkingen die zijn verbonden aan de ontheffing, wordt voldaan.

b. Indien niet aan de inhoud van het van kracht zijnde bestemmingsplan dan wel projectbesluit wordt voldaan.

c. Voor zover op grond van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.

d. Voor zover ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn ingediend.

e. Voor zover er sprake is van misbruik of onbevoegd gebruik van de ontheffing.

f. Op verzoek van de ontheffinghouder;

g. Bij ingebreke blijven van de betaling van de leges voor een verlenging van de ontheffing als bedoeld in artikel 13, lid 2, van deze beleidsregel, vervalt een ontheffing na afloop van de in ontheffing gestelde termijn;

h. De ontheffing vervalt bij verhuizing of overlijden van de ontheffinghouder indien de ontheffing is verleend aan een persoon en in geval van faillissement of beëindiging van de onderneming in het geval de ontheffing is verleend aan een rechtspersoon.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het College handelt overeenkomstig de beleidsregels tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 17 Strafgrond

Handelen en/of nalaten in strijd met de voorwaarden van de op basis van deze beleidsregel verleende ontheffingen is verboden volgens het gestelde in artikel 150, lid 2, van de Wegenverkeerswet 1994 en strafbaar volgens het gestelde in artikel 177, lid 1 van deze wet.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 19 februari 2010.

Artikel 19 Citeertitel

De beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel ontheffingen polderwegen gemeente Eemnes”.

Artikel 20 Overgangsbepalingen

Voor alreeds verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd geldt dat:

1. door of namens het College wordt beoordeeld of een alreeds verleende ontheffing kan worden omgezet in een ontheffing conform het beleid zoals dat is vastgelegd in het verkeersbesluit polderwegen Zuidpolder Eemnes, vastgesteld op 9 februari 2010 en deze beleidsregel;

2. bij omzetting van een ontheffing als bedoeld in het eerste lid, behoeft geen nieuwe aanvraag te worden ingediend; de ontheffinghouder wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld;

3. indien door of namens het College is vastgesteld dat de alreeds verleende ontheffing niet kan worden omgezet, kan de houder van een ontheffing binnen drie maanden na inwerkingtreding van het verkeersbesluit als genoemd in lid 1 en deze beleidsregel een aanvraag om een nieuwe ontheffing indienen bij het College;

4. bij niet tijdige indiening als bedoeld in lid 3 wordt de alreeds verleende ontheffing drie maanden na inwerkingtreding van het verkeersbesluit als genoemd in lid 1 en als bedoeld in lid 3 ingetrokken;

5. bij tijdige indiening als bedoeld in lid 3 is artikel 11 van deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing;

6. bij een besluit tot afwijzing van de aanvraag als bedoeld in het derde lid wordt de alreeds verleende ontheffing ingetrokken hetwelk nog gedurende een periode van zes maanden na het besluit tot intrekking kan worden gebruikt.

Ondertekening

Eemnes, 20 juli 2010
Burgemeester en wethouders van Eemnes,
de secretaris,                                     de burgemeester,
 
mr. A.J.M. de Bruijn                            R. van Benthem RA

Bijlage Bijlagen

Beleidsregel ontheffing polderwegen Toelichting